Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R1383

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1383 van de Commissie van 15 juni 2021 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 met betrekking tot vereisten voor door geldmarktfondsen in het kader van omgekeerde retrocessieovereenkomsten verkregen activa (Voor de EER relevante tekst)

C/2021/4143

PB L 298 van 23.8.2021, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2021/1383/oj

23.8.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 298/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/1383 VAN DE COMMISSIE

van 15 juni 2021

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 met betrekking tot vereisten voor door geldmarktfondsen in het kader van omgekeerde retrocessieovereenkomsten verkregen activa

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake geldmarktfondsen (1), en met name artikel 15, lid 7,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 van de Commissie (2) zijn in aanmerking komende beleggingen in omgekeerde retrocessieovereenkomsten door beheerders van geldmarktfondsen onderworpen aan aanvullende kwalitatieve en kwantitatieve vereisten, waaronder een specifieke aanpassing van de waarde van een activum (haircut). Die vereisten zijn echter niet van toepassing op transacties die worden aangegaan met kredietinstellingen, beleggingsondernemingen en verzekeringsondernemingen die in de Unie zijn gevestigd of die onder een gelijkwaardigheidsbesluit vallen. Artikel 2, lid 6, punten a), b) en c), van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 specificeert de respectieve regelgevingskaders voor elk van die financiële instellingen.

(2)

Om ervoor te zorgen dat die vrijstellingen alleen van toepassing zijn wanneer gelijkwaardigheidsbesluiten ten aanzien van de betrokken derde landen zijn vastgesteld, en om rechtszekerheid met betrekking tot de toepasselijke gelijkwaardigheidsprocedure te waarborgen, moeten de bepalingen worden gespecificeerd op grond waarvan gelijkwaardigheidsbesluiten moeten worden vastgesteld opdat die vrijstellingen van toepassing kunnen zijn. Daarom moeten de procedures worden gespecificeerd voor het bepalen van gelijkwaardigheid van het derde land waar die entiteiten zijn gevestigd.

(3)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   In artikel 2, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 worden de punten a), b) en c) vervangen door:

“a)

een kredietinstelling is waarop overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad (*1) toezicht wordt uitgeoefend, dan wel een kredietinstelling waaraan vergunning is verleend in een derde land ten aanzien waarvan overeenkomstig artikel 114, lid 7, van Verordening (EU) nr. 575/2013 een gelijkwaardigheidsbesluit is vastgesteld;

b)

een beleggingsonderneming is waarop overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (*2) toezicht wordt uitgeoefend, dan wel een beleggingsonderneming waaraan vergunning is verleend in een derde land ten aanzien waarvan overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EU) nr. 600/2014 een gelijkwaardigheidsbesluit is vastgesteld;

c)

een verzekeringsonderneming is waarop overeenkomstig Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad (*3) toezicht wordt uitgeoefend, dan wel een verzekeringsonderneming waaraan vergunning is verleend in een derde land ten aanzien waarvan overeenkomstig artikel 260 van die richtlijn een gelijkwaardigheidsbesluit is vastgesteld;

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 juni 2021.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 169 van 30.6.2017, blz. 8.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/990 van de Commissie van 10 april 2018 tot wijziging en aanvulling van Verordening (EU) 2017/1131 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde (STS) securitisaties en door activa gedekt commercial paper (ABCP’s), vereisten voor in het kader van omgekeerde retrocessieovereenkomsten verkregen activa en kredietkwaliteitsbeoordelingsmethoden (PB L 177 van 13.7.2018, blz. 1).


Top