EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32020R1159
Commission Implementing Regulation (EU) 2020/1159 of 5 August 2020 amending Regulations (EU) No 1321/2014 and (EU) No 2015/640 as regards the introduction of new additional airworthiness requirements
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 van de Commissie van 5 augustus 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1321/2014 en (EU) 2015/640 voor wat de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften betreft
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 van de Commissie van 5 augustus 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1321/2014 en (EU) 2015/640 voor wat de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften betreft
C/2020/5277
PB L 257 van 6.8.2020, p. 14–28
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
6.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 257/14 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1159 VAN DE COMMISSIE
van 5 augustus 2020
tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1321/2014 en (EU) 2015/640 voor wat de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften betreft
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), met name artikel 17, lid 1, onder h),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 76, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 geeft het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (het “Agentschap”) certificeringsspecificaties (“CS”) af en werkt ze deze regelmatig bij. Een luchtvaartuig waarvan het ontwerp reeds is gecertificeerd, moet echter niet voldoen aan een bijgewerkte versie van een CS als het al in productie of gebruik is. Om de veiligheids- en milieueisen op het gebied van de luchtvaart op een hoog niveau te houden in de Unie, moet ervoor worden gezorgd dat dergelijke luchtvaartuigen voldoen aan aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften die niet in de oorspronkelijke CS waren opgenomen ten tijde van de certificering van het ontwerp. In Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie (2) zijn dergelijke aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften uiteengezet. Nu moeten nieuwe voorschriften voor verouderende luchtvaartuigen aan die verordening worden toegevoegd. |
(2) |
In 2007 heeft het Agentschap aanvaardbare wijzen van naleving (Acceptable Means of Compliance, AMC) 20-20 uitgegeven, met technische richtsnoeren voor de ontwikkeling van een programma voor blijvende structurele integriteit dat tot doel heeft te garanderen dat verouderende luchtvaartuigen gedurende hun volledige operationele levensduur veilig worden geëxploiteerd. Wegens het niet-bindende karakter van de AMC, is het mogelijk dat die richtsnoeren niet overal in de Unie consistent worden toegepast. Het is dan ook mogelijk dat er op dit ogenblik grote luchtvaartuigen worden geëxploiteerd die zijn ontworpen, aangepast of gerepareerd zonder effectief aandacht te besteden aan beoordelingen van schadetolerantie, wijdverspreide vermoeiingsschade en corrosiepreventie. Om catastrofale defecten ten gevolge van vermoeiingsschade, met inbegrip van wijdverbreide vermoeiing en corrosie, te voorkomen, moeten aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften voor verouderende luchtvaartuigen worden opgenomen in Verordening (EU) 2015/640. |
(3) |
Elk luchtvaartuig kan vanaf het ogenblik van de vervaardiging ervan als verouderend worden beschouwd. De veroudering van een luchtvaartuig hangt af van factoren als leeftijd, aantal vluchtcycli en aantal vlieguren. Individuele luchtvaartuigonderdelen verouderen op verschillende wijze; voorbeelden van verouderingsfactoren zijn vermoeidheid door herhaalde cycli, slijtage, verslechtering en corrosie. Als die factoren gedurende de levensduur van het luchtvaartuig niet goed worden beheerd, kunnen ze aanleiding geven tot aanzienlijke bezorgdheid over de veiligheid. Uit ervaring met de dienstverlening is gebleken dat de kennis over de structurele integriteit van verouderende luchtvaartuigen voortdurend moet worden geactualiseerd. Derhalve moeten nieuwe eisen worden opgenomen in Verordening (EU) 2015/640 om te zorgen voor actuele kennis over verouderingsfactoren op basis van real-time operationele ervaring en aan de hand van moderne analyse- en onderzoeksinstrumenten. |
(4) |
Die voorschriften inzake verouderende luchtvaartuigen moeten ervoor zorgen dat de houders van ontwerpgoedkeuringen de gegevens produceren en de procedures, instructies en handleidingen volgen die nodig zijn om structurele defecten ten gevolge van verouderingsfactoren, zoals corrosie en vermoeiing, te voorkomen, en dat ze deze ter beschikking stellen van de exploitanten. Daartoe moeten houders van een ontwerpgoedkeuring worden verplicht om een uitgebreid programma voor blijvende structurele integriteit op te stellen voor het luchtvaartuigtype en om de schadetolerantie van bestaande aanpassingen en reparatie-ontwerpen te beoordelen. Tegelijk moeten exploitanten worden verplicht om die gegevens op te nemen in hun onderhoudsprogramma en tegelijk de nadelige gevolgen van aanpassingen en reparaties voor elk casco en de bijbehorende onderhoudseisen aan te pakken. |
(5) |
Om te garanderen dat de op basis van die nieuwe voorschriften opgestelde gegevens, procedures, instructies en handleidingen ook worden gebruikt bij het onderhoud van grote vliegtuigen, moet in punt M.A.302 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 (3) worden verwezen naar de voorschriften die zijn ingevoerd in Deel-26 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640. |
(6) |
Momenteel zijn honderden grote vliegtuigen met vracht- of bagagecompartimenten van klasse D geregistreerd in de lidstaten. Het risico op onbeheersbare branden in dit type compartimenten wordt hoog geacht, met name omdat het vervoer van lithiumbatterijen in vracht- of bagagecompartimenten de recente jaren is toegenomen; dergelijke batterijen kunnen thermisch instabiel worden en zo brand veroorzaken. |
(7) |
In september 2007 heeft het Bureau nieuwe ontwerpnormen ingevoerd waarbij vracht- en bagagecompartimenten van klasse D worden geschrapt uit de certificeringsspecificaties voor grote vliegtuigen. Die normen hadden tot doel het risico op letsel of dodelijke afloop in geval van een brand in het vracht- of bagagecompartiment tijdens de vlucht te beperken, maar ze zijn allen van toepassing op grote vliegtuigen die gecertificeerd zijn op basis van aanvragen na september 2007. Aangezien bepaalde grote vliegtuigen dus wellicht niet voldoen aan die normen en gelet op de aard en het risico van vluchtuitvoeringen met grote vliegtuigen, moeten die normen nu worden toegepast op alle door het Agentschap gecertificeerde grote vliegtuigen die in gebruik zijn. |
(8) |
De laatste decennia waren runway excursions wereldwijd een belangrijke oorzaak van ongevallen; ze vormen dan ook een aanzienlijk risico voor de veiligheid van de luchtvaart. In de jaarlijkse veiligheidsevaluatie van het EASA voor 2018 worden runway excursions genoemd als een van de twee grootste risicogebieden. In diezelfde periode en voor dezelfde populatie waren runway excursions goed voor 30 % van alle niet-dodelijke ongevallen. Het aantal runway excursions tijdens de landing is mee gestegen met de toename van het verkeer. Aangezien verwacht wordt dat het luchtverkeer wereldwijd, en ook in Europa, zal blijven groeien, mag worden aangenomen dat het aantal runway excursions verder zal toenemen indien geen maatregelen worden genomen. |
(9) |
In januari 2020 heeft het Agentschap nieuwe ontwerpnormen ingevoerd voor de installatie van systemen die de bemanning helpen bij het nemen van beslissingen tijdens de nadering en landing. Die normen hebben tot doel het risico op runway excursions tijdens de landing te beperken. Gelet op de aard en het risico van vluchtuitvoeringen met grote vliegtuigen, moeten die normen nu worden toegepast op alle door het Agentschap gecertificeerde grote vliegtuigen die in gebruik zijn. |
(10) |
Verordeningen (EU) nr. 1321/2014 en (EU) 2015/640 van de Commissie moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, In het licht van de huidige uitbraak van COVID-19 is voorzien in een overgangsperiode om extra lasten voor het bedrijfsleven tijdens deze crisis te vermijden en om de naleving van de bij deze verordening ingevoerde nieuwe regels en procedures te faciliteren. |
(11) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn gebaseerd op adviezen nr. 12/2016 (4) en nr. 04/2019 (5) die het Agentschap heeft uitgegeven overeenkomstig artikel 76, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2018/1139. |
(12) |
De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 127, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1139 bedoelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage I (Deel-M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij de onderhavige verordening.
Artikel 2
Verordening (EU) 2015/640 wordt als volgt gewijzigd:
(1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: “Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied 1. Bij deze verordening worden gemeenschappelijke aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties vastgesteld die verband houden met de permanente luchtwaardigheid en verbeteringen van de veiligheid van luchtvaartuigen. 2. Deze verordening is van toepassing op:
(*) Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1).”." |
(2) |
In artikel 2 worden de volgende punten e) tot en met o) toegevoegd:
|
(3) |
Bijlage I (Deel-26) wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Ze is van toepassing vanaf 26 februari 2021, met uitzondering van punt 4), van bijlage II, dat van toepassing is vanaf 26 augustus 2020.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 5 augustus 2020
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.
(2) Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie van 23 april 2015 betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 (PB L 106 van 24.4.2015, blz. 18).
(3) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).
(4) Advies 12/2016: Ageing aircraft structures.
(5) Advies 04/2019: Reduction of runway excursions and Class D compartments
BIJLAGE I
Aan punt M.A.302, onder d), van bijlage I (Deel‐M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 wordt het volgende punt 3 toegevoegd:
“3) |
de toepasselijke bepalingen van bijlage I (Deel‐26) bij Verordening (EU) 2015/640.”. |
BIJLAGE II
Bijlage I (Deel‐26) bij Verordening (EU) 2015/640 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De inhoudsopgave wordt vervangen door: “BIJLAGE I Deel‐26 AANVULLENDE LUCHTWAARDIGHEIDSSPECIFICATIES VOOR VLUCHTUITVOERINGEN INHOUDSOPGAVE SUBDEEL A — ALGEMENE BEPALINGEN
SUBDEEL B — GROTE VLIEGTUIGEN
SUBDEEL C — GROTE HELIKOPTERS
Aanhangsel I — Lijst van vliegtuigmodellen die niet onder sommige bepalingen van bijlage I (Deel‐26) vallen. |
2) |
punt 26.10 wordt vervangen door: “26.10 Bevoegde instantie
|
3) |
Punt 26.30 wordt als volgt gewijzigd:
|
4) |
Het volgende punt 26.157 wordt ingevoegd: “26.157 Ombouw van compartimenten van klasse D Exploitanten van grote vliegtuigen die voor commerciële luchtvervoersactiviteiten worden gebruikt en waarvan het type op of na 1 januari 1958 is gecertificeerd, zorgen ervoor dat:
|
5) |
Het volgende punt 26.205 wordt ingevoegd: “26.205 Systemen voor bewustmaking van en waarschuwing voor runway overrun
|
6) |
De volgende punten 26.300, 26.301, 26.302, 26.303, 26.304, 26.305, 26.306, 26.307, 26.308, 26.309, 26.330, 26.331, 26.332, 26.333, 26.334 en 26.370 worden ingevoegd: “26.300 Programma voor blijvende structurele integriteit van verouderende vliegtuigstructuren — algemene eisen
26.301 Nalevingsplan voor houders van (R)TC
26.302 Beoordeling van de vermoeiings- en schadetolerantie
26.303 Beperkte geldigheid
26.304 Programma voor de preventie en bestrijding van corrosie
26.305 Geldigheid van het programma voor blijvende structurele integriteit
26.306 Vermoeiingskritieke basisstructuur
26.307 Gegevens over schadetolerantie voor bestaande wijzigingen van vermoeiingskritieke structuren
26.308 Schadetolerantie voor bestaande reparaties aan vermoeiingskritieke structuren
26.309 Richtsnoeren voor de beoordeling van reparaties
26.330 Gegevens over schadetolerantie voor bestaande aanvullende typecertificaten (STC’s), andere bestaande belangrijke wijzigingen en bestaande reparaties die gevolgen hebben voor die typecertificaten of wijzigingen
26.331 Nalevingsplan voor houders van STC’s Een houder van een goedkeuring van een wijziging moet:
26.332 Identificatie van wijzigingen die gevolgen hebben voor vermoeiingskritieke structuren
26.333 Gegevens over schadetolerantie voor STC’s en reparaties van die STC’s die op of na 1 september 2003 zijn goedgekeurd
26.334 Gegevens over schadetolerantie voor STC’s en andere wijzigingen en reparaties van die wijzigingen die vóór 1 september 2003 zijn goedgekeurd
26.370 Taken in verband met blijvende luchtwaardigheid en onderhoudsprogramma van het luchtvaartuig
(*) Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1)." (**) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, ‐onderdelen en ‐uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).”." |
7) |
Het volgende aanhangsel 1 wordt toegevoegd: “Aanhangsel 1 Lijst van vliegtuigmodellen die niet onder sommige bepalingen van bijlage I (Deel‐26) vallen Tabel A.1
|
(*) Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie van 5 oktober 2012 tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 296 van 25.10.2012, blz. 1).
(**) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, ‐onderdelen en ‐uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).”.”