This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018R0414
Commission Delegated Regulation (EU) 2018/414 of 9 January 2018 supplementing Directive 2014/90/EU of the European Parliament and of the Council as regards the identification of specific items of marine equipment which can benefit from electronic tagging (Text with EEA relevance. )
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/414 van de Commissie van 9 januari 2018 ter aanvulling van Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft de identificatie van specifieke artikelen van de uitrusting van zeeschepen die in aanmerking komen voor elektronische labels (Voor de EER relevante tekst. )
Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/414 van de Commissie van 9 januari 2018 ter aanvulling van Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft de identificatie van specifieke artikelen van de uitrusting van zeeschepen die in aanmerking komen voor elektronische labels (Voor de EER relevante tekst. )
C/2017/9017
PB L 75 van 19.3.2018, p. 3–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
19.3.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 75/3 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/414 VAN DE COMMISSIE
van 9 januari 2018
ter aanvulling van Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad voor wat betreft de identificatie van specifieke artikelen van de uitrusting van zeeschepen die in aanmerking komen voor elektronische labels
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2014/90/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 inzake uitrusting van zeeschepen en tot intrekking van Richtlijn 96/98/EG van de Raad (1), en met name artikel 11, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om het vrijwillige gebruik van elektronische labels door marktdeelnemers mogelijk te maken, om gemakkelijker toezicht te kunnen houden op de markt en om de namaak van specifieke artikelen te voorkomen, machtigt Richtlijn 2014/90/EU de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde te bepalen welke specifieke artikelen van de uitrusting van zeeschepen in aanmerking komen voor elektronische labels. |
(2) |
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de doelstellingen van Richtlijn 2014/90/EU op uniforme wijze worden bereikt in alle lidstaten. Een verordening is hiervoor het meest geschikt. Dit instrument biedt immers rechtszekerheid aan alle belanghebbenden, met inbegrip van fabrikanten van uitrusting van zeeschepen, bevoegde autoriteiten, scheepsbouwers en scheepsexploitanten. Een verordening garandeert een samenhangend kader voor alle marktdeelnemers en is de beste garantie op een gelijk speelveld en uniforme concurrentievoorwaarden. Ze zorgt er ook voor dat de lijst van specifieke uitrusting die in aanmerking komt voor elektronische labels direct toepasselijk is. Aangezien een verordening niet hoeft te worden omgezet op nationaal niveau, krijgen de overheidsdiensten van de lidstaten bovendien te maken met minder administratieve rompslomp. |
(3) |
Overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU moet de Commissie een kosten-batenanalyse uitvoeren van het gebruik van elektronische labels als aanvulling op of ter vervanging van de stuurwielmarkering. |
(4) |
Uit de kosten-batenanalyse is gebleken dat elektronische labels voor uitrusting van zeeschepen tot gevolg hebben dat fabrikanten beter beschermd zijn tegen namaak, dat scheepseigenaars en -exploitanten in staat zijn hun uitrusting gemakkelijker te volgen en hun voorraad gemakkelijker te beheren, en dat de markttoezichtautoriteiten directe en eenvoudige toegang krijgen tot de relevante gegevensbanken, hetgeen de valideringscontroles van certificaten zal verbeteren. |
(5) |
De kosten-batenanalyse kwam tot de conclusie dat de totale investeringen laag zullen zijn in vergelijking met de verwachte voordelen, en dat de kosten voor de autoriteiten en de sector betaalbaar zijn door een eventuele stapsgewijze vrijwillige tenuitvoerlegging. Verdere publieke en private investeringen kunnen aanvullende voordelen opleveren. |
(6) |
In het kader van de kosten-batenanalyse heeft de Commissie diverse raadplegingen, workshops en demonstratieprojecten met deskundigen en belanghebbenden uit de lidstaten georganiseerd. |
(7) |
Tijdens dat overleg waren de belanghebbenden het erover eens dat het technisch mogelijk is om een label aan te brengen op uitrusting van zeeschepen die aan boord van een EU-schip is geïnstalleerd of zal worden geïnstalleerd en waarvoor de goedkeuring van de overheid van de vlaggenstaat vereist is uit hoofde van de in artikel 2 van Richtlijn 2014/90/EU vermelde internationale instrumenten, door gebruik te maken van verschillende manieren van labeling. Dergelijke uitrusting komt dus in aanmerking voor elektronische labels, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De specifieke artikelen van de uitrusting van zeeschepen die zijn opgesomd in de bijlage bij deze verordening komen in aanmerking voor elektronische labels.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 januari 2018.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 257 van 28.8.2014, blz. 146.
BIJLAGE
De artikelen in deze lijst komen in aanmerking voor elektronische labels:
1. Reddingsmiddelen
Nummer en benaming
MED/1.1
Reddingsboeien
MED/1.2a
Positieaangevende lichten voor reddingsmiddelen:
a) |
voor reddingsboten en hulpverleningsboten, |
b) |
voor reddingsboeien, |
c) |
voor reddingsvesten. |
MED/1.3
Zelfwerkende rooksignalen voor reddingsboeien
MED/1.4
Reddingsvesten
MED/1.5
Overlevingspakken en beschermingspakken die bedoeld zijn om te worden gedragen MET een reddingsvest:
a) |
overlevingspak zonder inherente isolatie, |
b) |
overlevingspak met inherente isolatie, |
c) |
beschermingspakken. |
MED/1.6
Overlevingspakken en beschermingspakken die bedoeld zijn om te worden gedragen ZONDER een reddingsvest:
a) |
overlevingspak zonder inherente isolatie, |
b) |
overlevingspak met inherente isolatie, |
c) |
beschermingspakken. |
MED/1.7
Hulpmiddelen tegen warmteverlies
MED/1.8
Valschermsignalen (pyrotechniek)
MED/1.9
Handstakellichten (pyrotechniek)
MED/1.10
Drijvende rooksignalen (pyrotechniek)
MED/1.11
Lijnwerptoestellen
MED/1.12
Opblaasbare reddingsvlotten
MED/1.13
Vaste reddingsvlotten
MED/1.14
Zichzelf automatisch oprichtende reddingsvlotten
MED/1.15
Overdekte omkeerbare reddingsvlotten
MED/1.16
Zelfdrijfvoorzieningen voor reddingsvlotten (hydrostatische openers)
MED/1.17
Reddingsboten:
a) |
door tewaterlatingsmiddelen uitgezette reddingsboten:
|
b) |
vrijevalreddingsboten. |
MED/1.18
Vaste hulpverleningsboten
MED/1.19
Opgeblazen hulpverleningsboten
MED/1.20
Snelle hulpverleningsboten:
a) |
opblaasbare boot, |
b) |
vaste boot, |
c) |
vaste opblaasbare boot. |
MED/1.21
Tewaterlatingsmiddelen waarbij gebruik wordt gemaakt van lopers (davits)
MED/1.23
Tewaterlatingsmiddelen voor vrijevalreddingsboten
MED/1.24
Tewaterlatingsmiddelen voor reddingsvlotten
(Davits)
MED/1.25
Tewaterlatingsmiddelen voor snelle hulpverleningsboten
(Davits)
MED/1.26
Loskoppelmechanisme voor:
a) |
reddings- en hulpverleningsboten (met torenloper of -lopers te water gelaten), |
b) |
reddingsvlotten (met torenloper of -lopers te water gelaten), |
c) |
vrijevalreddingsboten. |
MED/1.27
Systemen voor evacuatie op zee
MED/1.28
Hulpverleningsmiddelen
MED/1.29
Inschepingsladders
MED/1.30
Retroflecterende materialen
MED/1.33
Radarreflector voor reddings- en hulpverleningsboten
(passief)
MED/1.36
Voortstuwingsmotor voor reddings-/hulpverleningsboot
MED/1.37
Voortstuwingsbuitenboordmotor voor hulpverleningsboot
MED/1.38
Zoeklichten voor gebruik in reddings- en hulpverleningsboten
MED/1.39
— |
Open omkeerbare reddingsvlotten |
MED/1.41
Lieren voor reddingsvlotten en hulpverleningsboten:
a) |
door tewaterlatingsmiddelen uitgezette reddingsboten, |
b) |
vrijevalreddingsboten, |
c) |
reddingsvlotten, |
d) |
hulpverleningsboten, |
e) |
snelle hulpverleningsboten. |
MED/1.43
Vaste/opblaasbare hulpverleningsboten
2. Voorkoming van verontreiniging van de zee
Nummer en benaming
MED/2.1
Oliefiltreersysteem (voor een oliegehalte van de uitstromende vloeistof van max. 15 ppm)
MED/2.2
Detectoren van het olie-/waterscheidingsvlak
MED/2.3
Oliegehaltemeters
MED/2.5
Bewakings- en regelsystemen voor olielozingen voor olietankers
MED/2.6
Afvoersystemen
MED/2.7
Scheepsafvalverbranders
(Verbrandingsinstallaties met een capaciteit van 1 500 tot en met 4 000 kW)
MED/2.8
NOx-analysator voor gebruik aan boord als per NOx technische code 2008
MED/2.10
Boordsystemen voor de reiniging van uitlaatgassen
3. Brandbeveiligingsapparatuur
Nummer en benaming
MED/3.1
Primaire dekbedekking
MED/3.2
Draagbare blustoestellen
MED/3.3
Brandweeruitrusting: beschermende kleding (kleding voor brandbestrijding op korte afstand)
MED/3.4
Brandweeruitrusting: laarzen
MED/3.5
Brandweeruitrusting: handschoenen
MED/3.6
Brandweeruitrusting: helm
MED/3.7
Ademhalingstoestel zijnde een onafhankelijk werkend persluchttoestel
MED/3.8
Ademhalingsapparatuur met luchttoevoer via een luchtslang
MED/3.9
Onderdelen voor sprinklersystemen voor verblijfsruimten, dienstruimten en controlestations, die gelijkwaardig zijn aan de in SOLAS 74, voorschrift II-2/12, vermelde systemen (beperkt tot straalpijpen en hun prestatie).
(Straalpijpen voor vaste sprinklersystemen voor hogesnelheidsvaartuigen (HSC) vallen eveneens onder dit punt)
MED/3.10
— |
Straalpijpen voor vast aangebrachte sproei-installaties voor water onder druk in ruimten voor machines en ladingpompkamers |
MED/3.11
Brandwerendheid van afscheidingen van klasse A en B:
a) |
afscheidingen van klasse A, |
b) |
afscheidingen van klasse B. |
MED/3.12
Inrichtingen om vlamdoorslag naar de ladingtanks in tankers te voorkomen
MED/3.13
Niet-brandbare materialen
MED/3.15
Andere materialen dan staal voor buisleidingen waardoor olie of brandstofolie wordt gevoerd:
a) |
kunststofbuizen en -fittingen, |
b) |
kleppen, |
c) |
soepele buisleidingen en compensatoren, |
d) |
metalen buisonderdelen met sterke elastomeerafdichtingen. |
MED/3.16
Branddeuren
MED/3.17
Onderdelen voor bedieningssysteem voor branddeuren
MED/3.18
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend vermogen:
a) |
decoratieve fineerlagen, |
b) |
verfsystemen, |
c) |
vloerbedekkingen, |
d) |
isolerende bekleding van buisleidingen, |
e) |
lijm die wordt gebruikt bij de constructie van afscheidingen van klasse A, B en C, |
f) |
brandbare leidingdoorvoeren. |
MED/3.19
Draperieën, gordijnen en andere hangende materialen en wandbekledingen van textiel
MED/3.20
Beklede meubelen
MED/3.21
Matrassen en beddengoed
MED/3.22
Brandkleppen
MED/3.25
Brandbestendige ramen en patrijspoorten van klasse „A” en „B”
MED/3.26
Doorvoeren door afscheidingen van klasse A:
a) |
elektriciteitskabels, |
b) |
buizen, leidingen, hoofdleidingen enz. |
MED/3.27
Doorvoeren door afscheidingen van klasse B:
a) |
elektriciteitskabels, |
b) |
buizen, leidingen, hoofdleidingen enz. |
MED/3.28
Sprinklersystemen (beperkt tot de sprinklerkoppen).
(Straalpijpen voor vaste sprinklersystemen voor hogesnelheidsvaartuigen (HSC) vallen eveneens onder dit punt)
MED/3.29
Brandslangen
Niet-doorlatende, plat-oprolbare brandslangen (binnendiameter van 25 mm tot 52 mm)
MED/3.30
Draagbare zuurstofmeet- en gasdetectieapparatuur
MED/3.32
Vuurbestendige materialen (met uitzondering van meubilair) voor hogesnelheidsvaartuigen
MED/3.33
Vuurbestendige materialen voor meubilair voor hogesnelheidsvaartuigen
MED/3.34
Vuurbestendige afscheidingen voor hogesnelheidsvaartuigen
MED/3.35
Branddeuren op hogesnelheidsvaartuigen
MED/3.36
Brandkleppen op hogesnelheidsvaartuigen
MED/3.37
Doorvoeren door vuurbestendige afscheidingen op hogesnelheidsvaartuigen:
a) |
elektriciteitskabels, |
b) |
buizen, leidingen, hoofdleidingen enz. |
MED/3.38
Draagbare brandblusapparaten voor reddings- en hulpverleningsboten
MED/3.39
Straalpijpen voor equivalente brandblusinstallaties met waternevel als blusmiddel voor machinekamers en ladingpompkamers
MED/3.40
In de vloer aangebrachte verlichtingssystemen (uitsluitend onderdelen)
MED/3.41
Ademhalingstoestellen voor noodevacuatie (EEBD)
MED/3.42
Onderdelen voor systemen met inert gas
MED/3.43
Straalpijpen voor brandblusinstallaties (automatisch of manueel bediend) voor frituurtoestellen.
MED/3.44
Brandweeruitrusting — Reddingslijn
MED/3.45
Onderdelen voor equivalente vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel (blusmiddel, kleppen en straalpijpen) voor machinekamers en ladingpompkamers
MED/3.46
Equivalente vast aangebrachte brandblusinstallaties met gas als blusmiddel voor machinekamers (aerosolsystemen)
MED/3.47
Concentraat voor vast aangebrachte schuimblusinstallaties met hoge expansie voor machinekamers en ladingpompkamers
MED/3.48
Vast aangebrachte brandblusinstallaties met water als blusmiddel voor lokale toepassing in machinekamers van categorie A.
MED/3.49 a
Vast aangebrachte watergebaseerde vuurbestrijdingssystemen voor ro-ro-ruimten, voertuigdekken en ruimten van speciale categorieën:
a) |
op voorschriften gebaseerde systemen volgens Circ.1430, punt 4, |
b) |
op prestaties gebaseerde systemen volgens circ. 1430, punt 5. |
MED/3.51
Onderdelen voor vast aangebrachte branddetectie- en brandalarminstallaties in controlestations, dienstruimten, verblijfsruimten, cabinebalkons, bemande en onbemande machinekamers:
a) |
Brandmeldcentrales, |
b) |
Energievoorziening, |
c) |
Thermische melders — Puntmelders, |
d) |
Rookmelders: Puntmelders werkend volgens het strooilicht-, verduisterings- of ionisatieprincipe, |
e) |
Vlamdetectoren: Puntdetectoren, |
f) |
Handbrandmelders, |
g) |
Speciale circuitisolatoren, |
h) |
Input/output-elementen, |
i) |
Kabels. |
MED/3.52
Niet-draagbare en draagbare brandblussers
MED/3.53
Brandalarmeringsapparatuur — Akoestische signaalgevers
MED/3.54
Vaste zuurstofmeet- en gasdetectieapparatuur
MED/3.55
Straalpijpen waarmee kan worden gesproeid of gespoten
(spray/jet)
MED/3.56
Vaste brandslangsystemen
Brandslanghaspels met vormvaste slang
MED/3.57
Onderdelen voor schuimblusinstallaties met gemiddelde expansie — Vast dekschuimsysteem op tankschepen
MED/3.58
Onderdelen voor vast aangebrachte schuimblusinstallaties met lage expansie voor machinekamers en voor dekbeveiliging op tankschepen
MED/3.59
Geëxpandeerd schuim voor vast aangebrachte brandblusinstallaties op chemicaliëntankers
MED/3.60
Straalpijpen voor vast aangebrachte sproei-installaties voor water onder druk voor cabinebalkons
MED/3.61 a
„Inside air”-schuiminstallaties met hoge expansie voor de bescherming van machinekamers en ladingpompkamers, voertuig- en ro-ro-ruimten, ruimten van bijzondere aard en laadruimten.
MED/3.61b
„Outside air”schuiminstallaties met hoge expansie voor de bescherming van machinekamers en ladingpompkamers, voertuig- en ro-ro-ruimten, ruimten van bijzondere aard en laadruimten.
MED/3.62
Blusinstallaties op basis van droog chemisch poeder
MED/3.63
Onderdelen voor rookdetectiesystemen met monsterextractie
MED/3.64
Afscheidingen van klasse C
MED/3.65
Vast detectiesysteem voor koolwaterstofgassen
MED/3.66
Evacuatiegeleidingssystemen als alternatief voor in de vloer aangebrachte verlichtingssystemen
MED/3.67
Schuimblussystemen voor helikoptervoorzieningen
MED/3.68
Onderdelen voor vast aangebrachte brandblusinstallaties voor kombuisafvoerkokers
MED/3.69
Mobiele watermonitoren voor schepen die op of na 1 januari 2016 zijn gebouwd en ontworpen om vijf of meer lagen containers te vervoeren op of boven het aan weer en wind blootgestelde dek
MED/3.70
Brandslangen
Vormvaste slangen voor vaste systemen
MED/3.71
Vaste brandslangsystemen
Brandslangsystemen met plat-oprolbare slang
4. Navigatieapparatuur
Nummer en benaming
MED/4.1
Magnetisch kompas
Klasse A voor schepen
MED/4.2
Zendend koers-instrument (Transmitting Heading Device — THD) (magnetische methode)
MED/4.3
Gyrokompas
MED/4.6
Echoloodapparatuur
MED/4.7
Snelheids- en afstandsmeetapparatuur (SDME)
MED/4.9
Bochtaanwijzer
MED/4.14
Gps-apparatuur
MED/4.15
GLONASS-apparatuur
MED/4.16
Koersautomaat (Heading Control System — HCS)
MED/4.18
Plaatsbepalingsapparatuur voor opsporing en redding (Search and rescue locating devices — SRLD):
9 GHz SAR-transponder (SART)
MED/4.20
Roerstandindicator
MED/4.21
Rpm-indicator (schroef)
MED/4.22
Spoedindicator
MED/4.23
Magnetisch kompas klasse B voor reddings- en hulpverleningsboten
MED/4.29
Reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder — VDR)
MED/4.30
Elektronischekaartsysteem (Electronic Chart Display and Information System — ECDIS) met back-up, en rasterkaartsysteem (Raster Chart Display System — RCDS)
MED/4.31
Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen
MED/4.32
AIS-apparatuur (Automatic Identification System)
MED/4.33
Routeautomaat
(werkt wanneer het schip een snelheid van minimale manoeuvreersnelheid tot 30 knopen heeft)
MED/4.34
Radarapparatuur CAT 1
MED/4.35
Radarapparatuur CAT 2
MED/4.36
Radarapparatuur CAT 3
MED/4.37
Radarapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigtoepassingen (CAT 1H en CAT 2H)
MED/4.38
Radarapparatuur goedgekeurd met een kaartoptie, namelijk:
a) |
CAT 1C, |
b) |
CAT 2C, |
c) |
CAT 1HC, |
d) |
CAT 2HC. |
MED/4.39
Passieve radarreflector
MED/4.40
Koersautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen
MED/4.41
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (GNSS-methode)
MED/4.42
Zoeklicht voor hogesnelheidsvaartuigen
MED/4.43
Nachtzichtapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen
MED/4.44
Differentiële bakenontvanger voor DGPS- en DGLONASS-apparatuur
MED/4.46
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (gyroscopische methode)
MED/4.47
Vereenvoudigde reisgegevensrecorder (S-VDR)
MED/4.49
Loodsladder
MED/4.50
DGPS-apparatuur
MED/4.51
DGLONASS-apparatuur
MED/4.52
Dagseinlamp
MED/4.53
Radardoelversterker
MED/4.54
Kompasbearinginstrument
MED/4.55
Plaatsbepalingsapparatuur voor opsporing en redding (Search and rescue locating devices — SRLD):
AIS SART-apparatuur
MED/4.56
Galileo-apparatuur
MED/4.57
Wachtalarmsysteem (BNWAS)
MED/4.58
Ontvanger voor geluidssignalen
MED/4.59
Geïntegreerd navigatiesysteem
5. Radiocommunicatieapparatuur
Nummer en benaming
MED/5.1
VHF-radio-installatie waarmee zenden en ontvangen van DSC en radiotelefonie mogelijk is.
MED/5.2
VHF DSC-luister-wachtontvanger
MED/5.3
NAVTEX-ontvanger
MED/5.4
EGC-ontvanger
MED/5.5
HF-apparatuur voor maritieme veiligheidsinformatie (MSI) (HF NBDP-ontvanger)
MED/5.6
406 MHz EPIRB (COSPAS-SARSAT)
MED/5.10
MF-radio-installatie waarmee zenden en ontvangen van DSC en radiotelefonie mogelijk is
MED/5.11
MF DSC-luister-wachtontvanger
MED/5.13
Inmarsat-C-scheepssatellietstation
MED/5.14
MF/HF-radio waarmee zenden en ontvangen van DSC, NBDP en radiotelefonie mogelijk is
MED/5.15
MF/HF DSC scanner luisterwacht-ontvanger
MED/5.17
Draagbaar VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot
MED/5.18
Vast VHF-radiotelefonietoestel voor reddingsvlot
MED/5.19
Inmarsat-F77
6. Krachtens COLREG 72 vereiste apparatuur
Nummer en benaming
MED/6.1
Navigatielantaarns
7. Veiligheidsuitrusting voor drogestortgoedschepen
Dit deel bevat momenteel geen punten.
8. Apparatuur onder SOLAS, hoofdstuk II-1
Nummer en benaming
MED/8.1
— |
Waterpeildetectoren |