Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0474

    Verordening (EU) nr. 474/2014 van de Commissie van 8 mei 2014 tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) wat betreft 1,4-dichloorbenzeen Voor de EER relevante tekst

    PB L 136 van 9.5.2014, p. 19–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/474/oj

    9.5.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 136/19


    VERORDENING (EU) Nr. 474/2014 VAN DE COMMISSIE

    van 8 mei 2014

    tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH) wat betreft 1,4-dichloorbenzeen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 68, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Franse autoriteiten hebben voor 1,4-dichloorbenzeen (hierna „DCB” genoemd) een risicobeoordeling uitgevoerd overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad (2) inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van de bestaande stoffen die zijn opgenomen in de European Inventory of Existing Commercial Substances. Het eindverslag werd in 2004 gepubliceerd op de website van het Europees Bureau voor chemische stoffen (EC, 2004) (3).

    (2)

    In februari 2008 werd de mededeling van de Commissie (4) inzake de resultaten van de risicobeoordeling en de strategieën ter beperking van de risico's voor DCB bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. In die mededeling werd aanbevolen dat overwogen zou worden om beperkingen op het op de markt brengen en het gebruik van DCB in luchtverfrissers, motwerende middelen en toiletblokjes in Richtlijn 76/769/EEG van de Raad (5) op te nemen om het risico voor de consument te beperken. Beperkingen op het gebruik van DCB als motwerend middel, zoals die in 2008 in die mededeling zijn aanbevolen, vallen reeds onder Beschikking 2007/565/EG van de Commissie (6) (productsoort 19: afweermiddelen en lokstoffen), zodat voor dat gebruik geen beperking op grond van Verordening (EG) nr. 1907/2006 is vereist.

    (3)

    In november 2011 heeft de Commissie in overeenstemming met artikel 69, lid 1, van die verordening het Agentschap voor chemische stoffen (hierna „het Agentschap” genoemd) verzocht om voor DCB een beperkingsdossier samen te stellen overeenkomstig de voorschriften van bijlage XV bij die verordening (hierna „het bijlage XV-dossier” genoemd).

    (4)

    In haar verzoek heeft de Commissie het Agentschap gevraagd om met name aandacht te besteden aan de blootstelling van consumenten thuis en in openbare toiletten, met inbegrip van de blootstelling van personen die beroepshalve in dergelijke toiletten aanwezig zijn of die schoonmaken, rekening houdend met de meest recente en relevante informatie in de wetenschappelijke literatuur en met de afname van het gebruik van DCB in Europa. In die beoordeling diende ook rekening te worden gehouden met het in opdracht van de Commissie opgestelde verslag (7) over de sociaaleconomische gevolgen van een beperking van DCB.

    (5)

    DCB is opgenomen in de lijst in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad (8) als kankerverwekkende stof van gevarencategorie 2, alsook omwille van zijn irriterende eigenschappen voor de ogen en zijn hoge giftigheid voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. Er wordt geschat dat jaarlijks in de Unie ongeveer 800 ton DCB wordt gebruikt voor de vervaardiging van luchtverfrissers en reukverdrijvende producten voor het toilet, waarvan 10 % is bestemd voor huishoudelijk gebruik en de rest voor professioneel gebruik (hoofdzakelijk als reukverdrijvers in openbare toiletten).

    (6)

    Op 19 april 2012 heeft het Agentschap het bijlage XV-dossier voorgelegd aan het Comité risicobeoordeling en aan het Comité sociaaleconomische analyse. In dat dossier (9) werd aangetoond dat het op de markt brengen en het gebruik van luchtverfrissers en toiletblokjes op basis van DCB zowel voor huishoudelijk als voor professioneel gebruik zou moeten worden beperkt, omdat de daaraan verbonden risico's niet voldoende onder controle worden gehouden en de voordelen die voortvloeien uit een beperking opwegen tegen de kosten. Uit het dossier is verder gebleken dat op het niveau van de Unie actie moet worden ondernomen.

    (7)

    Het Comité risicobeoordeling heeft op 8 maart 2013 zijn advies inzake de in het bijlage XV-dossier voorgestelde beperking bij consensus aangenomen. Volgens het advies van het Comité risicobeoordeling is de beperking de meest gepaste maatregel op het niveau van de Unie om de vastgestelde risico's van DCB bij gebruik als luchtverfrisser of reukverdrijver in toiletten, huizen, kantoren of andere overdekte openbare ruimten andere aan te pakken, uit het oogpunt van zowel doeltreffendheid als uitvoerbaarheid. Omwille van de afdwingbaarheid heeft het Comité risicobeoordeling echter voorgesteld om voor DCB in dergelijke producten een concentratiegrens van 1 gewichtsprocent te specificeren, zodat producten die DCB als verontreiniging bevatten niet onrechtmatig worden getroffen. Die concentratie stemt overeen met de grenswaarde voor indeling van een mengsel als kankerverwekkend van categorie 2 volgens Verordening (EG) nr. 1272/2008.

    (8)

    Zoals is aangegeven in het achtergronddocument bij het advies van het Comité risicobeoordeling, zijn op de markt van de Unie betrouwbare analytische methoden beschikbaar om de gehalten aan DCB vast te stellen.

    (9)

    Het Comité risicobeoordeling heeft in zijn beoordeling geoordeeld dat de kankerverwekkendheid (mitogeen, kankerverwekkende stof met drempelwaarde) het omslagpunt is met het grootste belang voor de menselijke gezondheid. Op basis van gegevens over blootstelling door inademing van dampen die DCB bevatten, heeft het Comité risicobeoordeling voorgesteld om het vastgestelde risico voor de consument bij doorlopend thuisgebruik van DCB bevattende luchtverfrissers en reukverdrijvers voor toiletten te beperken. Dat scenario werd beschouwd als een weergave van overtuigende „worst case”-gebruiksomstandigheden. Verder staat in het advies van het Comité risicobeoordeling dat blootstelling van wie beroepshalve in toiletten aanwezig is of die schoonmaakt, moet worden beperkt, aangezien een risico door een slechte ventilatie van toiletten is gesignaleerd.

    (10)

    Bij de analyse van de reikwijdte van de beperking heeft het Comité risicobeoordeling rekening gehouden met de blootstelling van consumenten aan luchtverfrissers en reukverdrijvers voor toiletten bij huishoudelijk gebruik en in openbare toiletten, met inbegrip van personen die beroepshalve in dergelijke toiletten aanwezig zijn en schoonmaakpersoneel, maar ook andere groepen zoals onderhoudspersoneel. Er werd ook rekening gehouden met consumenten en professionals die een bezoek brengen aan of werken in overdekte ruimten (andere dan toiletten) waar luchtverfrissers met DCB worden gebruikt. Ander professioneel of industrieel gebruik werd buiten beschouwing gelaten.

    (11)

    Het Comité sociaaleconomische analyse heeft op 5 juni 2013 zijn advies inzake de in het bijlage XV-dossier voorgestelde beperking bij consensus aangenomen. Volgens het advies van het Comité sociaaleconomische analyse is de beperking, zoals door het Comité risicobeoordeling en het Comité sociaaleconomische analyse aangepast, na afweging van de sociaaleconomische kosten tegen de sociaaleconomische baten de meest geschikte maatregel op het niveau van de Unie om de geconstateerde risico's aan te pakken. Op basis van de conclusie van het Comité risicobeoordeling dat blootstelling aan DCB voor huishoudelijke en professionele gebruikers moet worden beperkt en van een aantal aanwijzingen dat luchtverfrissers en toiletblokjes met DCB verder zullen worden gebruikt als niet wordt ingegrepen, stemde het Comité sociaaleconomische analyse ermee in dat beperking een passende en een doeltreffende maatregel is. Wat de evenredigheid van een beperking op huishoudelijk gebruik betreft, concludeerde het Comité sociaaleconomische analyse dat de maatregel evenredig is. Wat de evenredigheid van een gezamenlijke beperking van huishoudelijk en professioneel gebruik betreft, heeft het Comité sociaaleconomische analyse, rekening houdend met de verwachte voordelen voor de gezondheid en de schaal van de kosten die ermee gepaard gaan, geconcludeerd dat de maatregel niet kan worden beschouwd als onevenredig.

    (12)

    Het Forum voor de uitwisseling van handhavingsinformatie werd tijdens de beperkingsprocedure geraadpleegd en het Comité risicobeoordeling en het Comité sociaaleconomische analyse hebben rekening gehouden met zijn opmerkingen over de formulering van de beperkingsvoorwaarden en over de overgangsperiode.

    (13)

    Het Agentschap heeft de adviezen van het Comité risicobeoordeling en het Comité sociaaleconomische analyse op 17 juni 2013 bij de Commissie ingediend en op grond hiervan concludeert de Commissie dat het in de handel brengen en het gebruik van DCB als stof of bestanddeel van mengsels in een concentratie van 1 gewichtsprocent of meer, gebruikt als luchtverfrisser of reukverdrijver in toiletten, huizen, kantoren of andere overdekte openbare ruimten leidt tot een onaanvaardbaar risico voor de menselijke gezondheid. De Commissie is voorts van oordeel dat deze risico's moeten worden aangepakt in de hele Unie. Er is rekening gehouden met de sociaaleconomische gevolgen van deze beperking, alsmede met de beschikbaarheid van alternatieven.

    (14)

    De belanghebbenden moet een termijn van twaalf maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden geboden waarin zij maatregelen moeten nemen om aan de daarin vastgestelde maatregelen te voldoen, onder meer voor luchtverfrissers en reukverdrijvers die zich al in de leveringsketen of in voorraden bevinden.

    (15)

    Verordening (EG) nr. 1907/2006 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (16)

    De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juni 2015.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 8 mei 2014.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1.

    (2)  Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad van 23 maart 1993 inzake de beoordeling en de beperking van de risico's van bestaande stoffen, PB L 84 van 5.4.1993, blz. 1.

    (3)  EU Risk Assessment Report on 1,4-dichlorobenzene. European Chemicals Bureau, Existing substances, Volume 48.

    (4)  Mededeling van de Commissie inzake de resultaten van de risicobeoordeling en de strategieën ter beperking van de risico's voor de stoffen: piperazine; cyclohexaan; methyleendifenyldiisocyanaat; but-2-yn-1,4-diol; methyloxiraan; aniline; 2-ethylhexylacrylaat; 1,4-dichloorbenzeen; 4'-tert-butyl-2',6'-dimethyl-3',5'-dinitroacetofenon; bis(2-ethylhexyl)ftalaat; fenol; 5-tert-butyl-2,4,6-trinitro-m-xyleen (PB C 34 van 7.2.2008, blz. 1).

    (5)  Richtlijn 76/769/EEG van de Raad van 27 juli 1976 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (PB L 262 van 27.9.1976, blz. 201).

    (6)  Beschikking 2007/565/EG van de Commissie van 14 augustus 2007 betreffende de niet-opneming van bepaalde stoffen die moeten worden onderzocht in het kader van het tienjarige werkprogramma als bedoeld in artikel 16, lid 2, van Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van biociden, in bijlage I, IA of IB bij die richtlijn (PB L 216 van 21.8.2007, blz. 17).

    (7)  RPA — Risk & Policy Analysts Limited (2010), Socio-Economic Evaluation arising from a Proposal for Risk Reduction Measures related to Restrictions on 1,4-Dichlorobenzene, Final Report — juni 2010.

    http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/chemicals/documents/reach/studies/index_en.htm

    (8)  Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).

    (9)  http://echa.europa.eu/documents/10162/3f467af2-66e0-468d-8366-f650f63e27d7


    BIJLAGE

    „64.

    1,4-Dichloorbenzeen

    CAS-nr. 106-46-7

    EG-nr. 203-400-5

    Mag niet in de handel worden gebracht of worden gebruikt als stof of bestanddeel van mengsels in een concentratie van 1 gewichtsprocent of meer indien de stof of het mengsel in de handel is gebracht is om te worden gebruikt als of wordt gebruikt als luchtverfrisser of reukverdrijver in toiletten, huizen, kantoren of andere overdekte openbare ruimten.”


    Top