Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0272

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 272/2012 van de Commissie van 7 februari 2012 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen Voor de EER relevante tekst

    PB L 90 van 28.3.2012, p. 6–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2012/272/oj

    28.3.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 90/6


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 272/2012 VAN DE COMMISSIE

    van 7 februari 2012

    tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de door de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1060/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 inzake ratingbureaus (1), en met name artikel 19, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 62 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (2) bepaalt dat de ontvangsten van de Europese Autoriteit voor effecten en markten ook moeten bestaan uit vergoedingen die aan de ESMA worden betaald in de gevallen als bedoeld in de wetgeving van de Unie, alsook uit bijdragen van nationale openbare autoriteiten en een subsidie van de Unie.

    (2)

    Met het oog op een efficiënt gebruik van de begroting van de ESMA alsook het verlichten van de financiële lasten voor de lidstaten en de Unie moet ervoor worden gezorgd dat ratingbureaus ten minste alle kosten vergoeden die met het toezicht op ratingbureaus verband houden. Een tekort dat in een bepaald boekjaar wordt opgelopen, moet in het daaropvolgende jaar door ratingbureaus worden aangevuld.

    (3)

    Om de ESMA en de betrokken ratingbureaus budgettaire zekerheid te bieden, moet aan ratingbureaus waarvan de omzet een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, een jaarlijkse toezichtvergoeding worden aangerekend. Jaarlijkse toezichtvergoedingen mogen geen belemmeringen worden voor nieuwkomers op de ratingmarkt. Bovendien kan ervan worden uitgegaan dat aan kleinere ratingbureaus aanzienlijk minder toezichtkosten verbonden zijn dan aan grotere bureaus. Het zou derhalve evenredig zijn kleine ratingbureaus volledig vrij te stellen van het betalen van de jaarlijkse toezichtvergoeding wanneer het ratingbureau of de groep van ratingbureaus waartoe het behoort, een bepaalde drempelwaarde van omzet niet overschrijdt.

    (4)

    Om te zorgen voor een eerlijke en duidelijke toewijzing van vergoedingen die tegelijk de feitelijke administratieve last per gecontroleerde entiteit weerspiegelt, moet de toezichtvergoeding berekend worden naargelang van de omzet van de ratingbureaus die voortvloeit uit ratingactiviteiten en nevendiensten, aangezien de toezichtkosten voor grotere ratingbureaus groter zijn dan voor kleinere. Bovendien is bij het verstrekken van nevendiensten meer toezicht nodig omdat er mogelijke belangenconflicten vanwege het verstrekken van nevendiensten bewaakt moeten worden. Ratingbureaus mogen de eerlijke toewijzing van vergoedingen overeenkomstig deze verordening niet ontwijken door ontvangsten aan andere entiteiten in hun groep toe te wijzen met de bedoeling hun bijdragen aan vergoedingen te verlagen. De ESMA moet alle aanmerkelijke ontwikkelingen op dit gebied volgen en rapporteren.

    (5)

    Aan in de Unie gevestigde ratingbureaus moet een registratievergoeding worden aangerekend die de kosten van de ESMA dekt voor het behandelen van de registratieaanvraag. De complexiteit van een aanvraag en de kosten die verband houden met het beoordelen van de aanvraag, nemen toe als een ratingbureau een aanvraag indient voor het afgeven van ratings voor gestructureerde financiële instrumenten of voornemens is ratings van bureaus uit derde landen te bekrachtigen of bijkantoren heeft. Bijgevolg moet de registratievergoeding volgens deze factoren worden berekend. De behandelingskosten hangen ook in grote mate af van de omvang van het ratingbureau dat de aanvraag indient. Aangezien de toekomstige omzet van een nieuw ratingbureau niet bekend is op het ogenblik dat dit zijn registratieaanvraag indient, moet voor alle ratingbureaus het aantal werknemers in plaats van de omzet als gemeenschappelijk uitgangspunt voor de berekening worden gehanteerd.

    (6)

    Deze verordening moet bepalen dat aan ratingbureaus die overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 een certificeringsaanvraag in de Unie indienen, vergoedingen moeten worden aangerekend zodat de kosten die met hun certificering en jaarlijks toezicht verband houden, gedekt worden. In dit verband hebben de noodzakelijke uitgaven van de ESMA betrekking op de certificering van dergelijke ratingbureaus uit derde landen overeenkomstig artikel 5, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1060/2009, die een vergelijkbare procedure volgt als voor de registratie van in de Unie gevestigde ratingbureaus, alsook op de uitgaven die de ESMA moet verrichten voor het toezicht op gecertificeerde ratingbureaus.

    (7)

    Ratingbureaus moeten een percentage van de oorspronkelijk voor hun registratie of certificering aangerekende vergoeding terugbetaald krijgen wanneer zij hun aanvraag tijdens het registratie- of certificeringsproces intrekken, aangezien de kosten van de ESMA voor het behandelen van de aanvraag in dergelijke gevallen lager zouden zijn.

    (8)

    Met het oog op mogelijke toekomstige ontwikkelingen is het passend dat de drempelwaarden voor het vrijstellen van ratingbureaus van het betalen van jaarlijkse toezichtvergoedingen en de bedragen van de registratie- en certificeringsvergoedingen naargelang nodig worden herzien en bijgewerkt. De Commissie moet binnen vier jaar na de inwerkingtreding van deze verordening de correcte toepassing van deze maatregelen beoordelen en bij het Europees Parlement en de Raad verslag uitbrengen over de mogelijke noodzaak om de verordening te herzien.

    (9)

    Nationale bevoegde autoriteiten maken kosten wanneer zij taken uitvoeren die door de ESMA overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1060/2009 aan hen zijn gedelegeerd en wanneer zij in de andere, in die verordening bepaalde gevallen bijstand aan de ESMA verlenen. De door de ESMA aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen moeten ook deze kosten dekken. Om te voorkomen dat bevoegde autoriteiten kosten maken of winst boeken door het uitvoeren van gedelegeerde taken of door het bijstaan van de ESMA, moet de ESMA de feitelijke, door die nationale bevoegde autoriteit gemaakte kosten terugbetalen.

    (10)

    Deze verordening moet de grondslag leggen voor het recht van de ESMA om aan ratingbureaus vergoedingen aan te rekenen. Om onmiddellijk te zorgen voor een effectieve en efficiënte vorm van toezicht en handhaving, moet deze in werking treden op de derde dag na die van de bekendmaking ervan,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1

    Onderwerp

    Bij deze verordening worden voorschriften vastgesteld betreffende de vergoedingen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) aan ratingbureaus aanrekent voor toezicht, registratie en certificering.

    Artikel 2

    Volledige terugwinning van toezichtkosten

    De aan ratingbureaus aangerekende vergoedingen dekken:

    a)

    alle kosten in verband met het toezicht op ratingbureaus door de ESMA overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1060/2009, waaronder ook kosten die verbonden zijn aan het registreren en certificeren van ratingbureaus;

    b)

    alle kosten voor de terugbetaling aan bevoegde autoriteiten waaraan de ESMA overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1060/2009 taken heeft gedelegeerd;

    c)

    alle kosten voor de terugbetaling aan bevoegde autoriteiten waaraan de ESMA overeenkomstig artikel 23 quater, lid 4, en artikel 23 quinquies, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 taken heeft gedelegeerd.

    Artikel 3

    Toepasselijke omzet

    1.   Voor de berekening van de in artikel 5, artikel 7, lid 1, en artikel 11, de leden 1 en 2, bedoelde vergoedingen, bestaat de toepasselijke omzet voor een bepaald boekjaar (n) uit de ontvangsten van een ratingbureau zoals gepubliceerd in zijn gecontroleerde rekeningen van het voorgaande jaar (n – 1) die voortvloeien uit ratingactiviteiten en nevendiensten.

    2.   Als een ratingbureau niet tijdens het hele jaar (n – 1) actief is geweest, worden de toepasselijke ontvangsten geraamd door dat bedrag voor het hele boekjaar te extrapoleren.

    HOOFDSTUK II

    VERGOEDINGEN

    Artikel 4

    Types vergoedingen en algemene wijzen van betaling

    1.   Aan in de Unie gevestigde ratingbureaus die overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 een registratie aanvragen, worden de volgende types vergoedingen aangerekend:

    a)

    jaarlijkse toezichtvergoedingen overeenkomstig artikel 5;

    b)

    registratievergoedingen overeenkomstig artikel 6.

    2.   Aan in derde landen gevestigde ratingbureaus die overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1060/2009 een certificering aanvragen, worden de volgende types vergoedingen aangerekend:

    a)

    forfaitaire jaarlijkse toezichtvergoedingen overeenkomstig artikel 7;

    b)

    certificeringsvergoedingen overeenkomstig artikel 8.

    3.   De vergoedingen worden betaald in euro. Zij moeten worden betaald zoals bepaald in artikel 5, lid 3, artikel 6, lid 6, artikel 7, lid 2, en artikel 8, lid 2.

    Late betalingen geven aanleiding tot een dagelijkse boete van 0,1 % van het verschuldigde bedrag.

    Artikel 5

    Jaarlijkse toezichtvergoeding voor geregistreerde ratingbureaus

    1.   Aan een geregistreerd ratingbureau wordt een jaarlijkse toezichtvergoeding aangerekend.

    In afwijking van de eerste alinea wordt een geregistreerd ratingbureau vrijgesteld van het betalen van een jaarlijkse toezichtvergoeding als zijn jaarlijkse ontvangsten zoals gepubliceerd in zijn recentste gecontroleerde rekeningen minder dan 10 miljoen EUR bedragen, of als dit ratingbureau tot een groep van ratingbureaus behoort waarvan de totale ontvangsten minder dan 10 miljoen EUR bedragen.

    2.   De jaarlijkse toezichtvergoeding voor een bepaald boekjaar wordt als volgt berekend:

    a)

    de basis voor de berekening van de jaarlijkse toezichtvergoeding voor een bepaald boekjaar is de raming van de uitgaven in verband met het toezicht op ratingbureaus zoals in de ESMA-begroting voor dat jaar opgenomen en overeenkomstig artikel 63 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vermeld en goedgekeurd;

    b)

    het desbetreffende bedrag voor de berekening van de jaarlijkse toezichtvergoeding voor een bepaald boekjaar is de raming van de uitgaven volgens punt a), verminderd met jaarlijkse toezichtvergoedingen die overeenkomstig artikel 7 voor een bepaald jaar aan gecertificeerde ratingbureaus moeten worden aangerekend, en verhoogd met een eventueel tekort van het voorgaande boekjaar;

    c)

    een geregistreerd ratingbureau zoals bedoeld in lid 1 betaalt als jaarlijkse toezichtvergoeding een deel van het desbetreffende bedrag dat overeenstemt met de verhouding van de toepasselijke omzet van het ratingbureau tot de totale toepasselijke omzet van alle geregistreerde ratingbureaus die overeenkomstig lid 1 een jaarlijkse toezichtvergoeding moeten betalen.

    3.   De jaarlijkse toezichtvergoeding voor een bepaald boekjaar wordt in twee gedeelten betaald.

    Het eerste gedeelte wordt tegen eind februari van dat jaar voldaan en bedraagt twee derde van de geraamde jaarlijkse toezichtvergoeding. Als de toepasselijke omzet op dat ogenblik nog niet beschikbaar is, baseert de ESMA de berekening op de omzet die vermeld staat in de recentste gecontroleerde rekeningen die beschikbaar zijn.

    Het tweede gedeelte wordt eind augustus voldaan. Het bedrag van het tweede gedeelte is de jaarlijkse toezichtvergoeding zoals berekend overeenkomstig lid 2, verminderd met het bedrag van het eerste gedeelte.

    De ESMA stuurt de ratingbureaus de facturen voor de te betalen gedeelten ten minste 30 dagen voor de respectieve betalingsdata.

    Artikel 6

    Registratievergoeding

    1.   Het bedrag van de registratievergoeding dat moet worden betaald door individuele ratingbureaus die een registratie aanvragen, is evenredig met de complexiteit van de aanvraag en de omvang van het ratingbureau, zoals bepaald in de leden 2 tot en met 5.

    2.   Voor de berekening van het bedrag van de registratievergoeding worden de volgende criteria in aanmerking genomen:

    a)

    of een ratingbureau voornemens is ratings voor gestructureerde financiële instrumenten af te geven;

    b)

    of een ratingbureau in een andere lidstaat of in een derde land een bijkantoor heeft;

    c)

    of een ratingbureau voornemens is ratings te bekrachtigen.

    3.   Indien aan geen van de criteria van lid 2 is voldaan, worden de registratievergoedingen berekend volgens het aantal werknemers, als volgt:

    a)

    ratingbureaus met minder dan 15 werknemers betalen 2 000 EUR;

    b)

    ratingbureaus met 15 tot 49 werknemers betalen 15 000 EUR;

    c)

    ratingbureaus ten minste 50 werknemers betalen 40 000 EUR.

    4.   Ratingbureaus die slechts aan een van de criteria van lid 2 voldoen, betalen de volgende registratievergoedingen volgens het aantal werknemers, als volgt:

    a)

    ratingbureaus met minder dan 15 werknemers betalen 10 000 EUR;

    b)

    ratingbureaus met 15 tot 49 werknemers betalen 40 000 EUR;

    c)

    ratingbureaus met ten minste 50 werknemers betalen 100 000 EUR.

    5.   Ratingbureaus die aan ten minste een van de twee criteria van lid 2 voldoen, betalen de volgende registratievergoedingen volgens het aantal werknemers, als volgt:

    a)

    ratingbureaus met minder dan 15 werknemers betalen 30 000 EUR;

    b)

    ratingbureaus met 15 tot 49 werknemers betalen 85 000 EUR;

    c)

    ratingbureaus ten minste dan 50 werknemers betalen 125 000 EUR.

    6.   De registratievergoeding wordt volledig betaald op het ogenblik dat het ratingbureau de registratie aanvraagt.

    7.   Als een ratingbureau zijn registratieaanvraag intrekt voordat de ESMA het ervan in kennis heeft gesteld dat de aanvraag volledig is overeenkomstig artikel 15, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1060/2009, betaalt de ESMA drie kwart van de betaalde registratievergoeding terug. Als de aanvraag wordt ingetrokken na deze datum, maar voordat de ESMA het met redenen omklede besluit neemt om te registreren of registratie te weigeren, betaalt de ESMA een kwart van de betaalde registratievergoeding terug.

    8.   In afwijking van artikel 5 betaalt een geregistreerd ratingbureau dat overeenkomstig artikel 5, lid 1, een jaarlijkse toezichtvergoeding moet betalen, in het jaar van zijn registratie een eerste toezichtvergoeding van 500 EUR voor elke volledige maand in de tijdsperiode tussen de datum van registratie en het einde van het boekjaar. Deze vergoeding wordt volledig betaald zodra het ratingbureau van de registratie in kennis wordt gesteld.

    Artikel 7

    Forfaitaire jaarlijkse toezichtvergoeding voor gecertificeerde ratingbureaus

    1.   Een ratingbureau dat overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1060/2009 gecertificeerd wordt, betaalt een jaarlijkse toezichtvergoeding van 6 000 EUR.

    In afwijking van de eerste alinea wordt een gecertificeerd ratingbureau vrijgesteld van het betalen van een jaarlijkse toezichtvergoeding als zijn jaarlijkse ontvangsten zoals gepubliceerd in zijn recentste gecontroleerde rekeningen minder dan 10 miljoen EUR bedragen, of als dit ratingbureau tot een groep van ratingbureaus behoort waarvan de totale ontvangsten minder dan 10 miljoen EUR bedragen.

    2.   De jaarlijkse toezichtvergoeding voor een gecertificeerd ratingbureau wordt tegen eind februari voldaan. Ten minste 30 dagen voor die datum stuurt de ESMA een gecertificeerd ratingbureau een factuur toe.

    Artikel 8

    Certificeringsvergoeding

    1.   Een ratingbureau dat een certificering aanvraagt, betaalt een certificeringsvergoeding van 10 000 EUR.

    2.   De certificeringsvergoeding wordt volledig betaald op het ogenblik dat het ratingbureau de certificering aanvraagt.

    3.   Als een ratingbureau zijn certificeringsaanvraag intrekt voordat de ESMA het ervan in kennis heeft gesteld dat de aanvraag volledig is overeenkomstig artikel 15, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1060/2009, betaalt de ESMA drie kwart van de betaalde certificeringsvergoeding terug. Als de aanvraag wordt ingetrokken na deze datum, maar voordat de ESMA het met redenen omklede besluit neemt om te certificeren of de certificering te weigeren, betaalt de ESMA een kwart van de betaalde certificeringsvergoeding terug.

    4.   In afwijking van artikel 7 betaalt een gecertificeerd ratingbureau dat overeenkomstig artikel 7, lid 1, een jaarlijkse toezichtvergoeding moet betalen, in het jaar van zijn certificering een eerste toezichtvergoeding van 500 EUR voor elke volledige maand in de tijdsperiode tussen de datum van certificering en het einde van het boekjaar. Deze vergoeding wordt volledig betaald zodra het ratingbureau van de certificering in kennis wordt gesteld.

    Artikel 9

    Terugbetaling aan de bevoegde autoriteiten

    1.   Enkel de ESMA rekent ratingbureaus vergoedingen aan voor hun registratie, certificering en toezicht. Bevoegde autoriteiten rekenen ratingbureaus geen vergoedingen aan, ook niet wanneer deze autoriteiten overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1060/2009 taken namens de ESMA uitvoeren.

    2.   De ESMA betaalt een bevoegde autoriteit de feitelijke kosten terug die zijn gemaakt door het uitvoeren van overeenkomstig artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1060/2009 gedelegeerde taken of door het overeenkomstig artikel 23 quater, lid 4, of artikel 23 quinquies, lid 5, verlenen van bijstand aan de ESMA. De terug te betalen kosten bestaan uit alle vaste en variabele kosten die verband houden met het uitvoeren van gedelegeerde taken of het verlenen van bijstand aan de ESMA.

    HOOFDSTUK III

    OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 10

    Vergoedingen in 2011

    1.   In 2011 geregistreerde ratingbureaus betalen voor 2011 een eerste toezichtvergoeding van 500 EUR voor elke volledige maand in de periode tussen de datum van registratie, maar niet eerder dan 1 juli 2011, en 31 december 2011. Deze vergoeding wordt uiterlijk eind april volledig betaald.

    In afwijking van de eerste alinea wordt een geregistreerd ratingbureau vrijgesteld van het betalen van een toezichtvergoeding in 2011 als zijn jaarlijkse ontvangsten zoals gepubliceerd in zijn recentste gecontroleerde rekeningen minder dan 10 miljoen EUR bedragen, of als dit ratingbureau tot een groep van ratingbureaus behoort waarvan de totale ontvangsten minder dan 10 miljoen EUR bedragen.

    2.   In 2011 gecertificeerde ratingbureaus betalen voor 2011 een eerste toezichtvergoeding van 500 EUR voor elke volledige maand in de periode tussen de datum van certificering, maar niet eerder dan 1 juli 2011, en 31 december 2011. Deze vergoeding wordt uiterlijk eind april volledig betaald.

    In afwijking van de eerste alinea wordt een gecertificeerd ratingbureau vrijgesteld van het betalen van een toezichtvergoeding in 2011 als zijn toepasselijke omzet minder dan 10 miljoen EUR bedraagt, of als het ratingbureau tot een groep van ratingbureaus behoort waarvan de totale toepasselijke omzet minder dan 10 miljoen EUR bedraagt.

    Artikel 11

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 7 februari 2012.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 302 van 17.11.2009, blz. 1.

    (2)  PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84.


    Top