Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32009L0122

Richtlijn 2009/122/EG van de Commissie van 14 september 2009 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang (Voor de EER relevante tekst)

PB L 242 van 15.9.2009, p. 14–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 07/05/2012; opgeheven door 32011R1007

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2009/122/oj

15.9.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/14


RICHTLIJN 2009/122/EG VAN DE COMMISSIE

van 14 september 2009

tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels (1), en met name op artikel 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 2008/121/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 inzake textielbenamingen (2) schrijft etikettering met de aanduiding van de vezelsamenstelling van textielproducten voor, waarbij met behulp van analyses wordt gecontroleerd of deze producten met de aanduidingen op het etiket overeenstemmen.

(2)

Richtlijn 96/73/EG voorziet in eenvormige methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels.

(3)

Op grond van recente constateringen van de technische werkgroep is Richtlijn 2008/121/EG aangepast aan de technische vooruitgang door de vezel melamine toe te voegen aan de lijst van vezels in de bijlagen I en V bij die richtlijn.

(4)

Daarom moeten er eenvormige testmethoden voor melamine worden vastgesteld.

(5)

Richtlijn 96/73/EG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de sector richtlijnen met betrekking tot de benamingen en de etikettering van textielproducten,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 15 september 2010 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 14 september 2009.

Voor de Commissie

Günter VERHEUGEN

Vicevoorzitter


(1)  PB L 32 van 3.2.1997, blz. 1.

(2)  PB L 19 van 23.1.2009, blz. 29.


BIJLAGE

Hoofdstuk 2 van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG wordt als volgt gewijzigd:

a)

„Bijzondere methoden — Samenvattende tabel” wordt vervangen door:

„SAMENVATTENDE TABEL

Methode

Toepassingsgebied

Reagentia

Oplosbaar bestanddeel

Onoplosbaar bestanddeel

1.

Acetaat

Bepaalde andere vezels

Aceton

2.

Bepaalde proteïnevezels

Bepaalde andere vezels

Hypochloriet

3.

Viscose, cupro of bepaalde modaltypen

Katoen, elastolefine of melamine

Mierenzuur en zinkchloride

4.

Polyamide of nylon

Bepaalde andere vezels

Mierenzuur, 80 % m/m

5.

Acetaat

Triacetaat, elastolefine of melamine

Benzylalcohol

6.

Triacetaat of polylactide

Bepaalde andere vezels

Dichloormethaan

7.

Bepaalde cellulosevezels

Polyester, elastomultiester of elastolefine

Zwavelzuur, 75 % m/m

8.

Acrylvezels, bepaalde modacrylvezels of bepaalde chloorvezels

Bepaalde andere vezels

Dimethylformamide

9.

Bepaalde chloorvezels

Bepaalde andere vezels

Koolstofdisulfide/aceton 55,5/44,5 (v/v)

10.

Acetaat

Bepaalde chloorvezels, elastolefine of melamine

IJsazijn

11.

Zijde

Wol, haar, elastolefine of melamine

Zwavelzuur, 75 % m/m

12.

Jute

Bepaalde dierlijke vezels

Methode door middel van stikstofbepaling

13.

Polypropyleen

Bepaalde andere vezels

Xyleen

14.

Bepaalde andere vezels

Chloorvezels (homopolymeren van vinylchloride), elastolefine of melamine

Methode met behulp van geconcentreerd zwavelzuur

15.

Chloorvezels, bepaalde modacrylsoorten, bepaalde elastanen, acetaat, triacetaat

Bepaalde andere vezels

Cyclohexanon

16.

Melamine

Katoen of aramide

Warm mierenzuur, 90 % m/m”

b)

methode nr. 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), linnen (7), hennep (8), jute (9), abaca (10), alfa (11), kokos (12), brem (13), ramee (14), sisal (15), cupro (21), modal (22), proteïne (23), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (35), elastomultiester (46), elastolefine (47) en melamine (48).

Het is duidelijk dat deze methode niet van toepassing is op aan de oppervlakte gedeacetyleerd acetaat.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

c)

methode nr. 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

katoen (5), cupro (21), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyamide of nylon (30), polyester (35), polypropeen (37), elastaan (43), glasvezel (44), elastomultiester (46), elastolefine (47) en melamine (48).

Wanneer meer dan één soort eiwitvezel aanwezig is, levert deze methode de totale hoeveelheid maar niet de afzonderlijke gehalten daarvan.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor katoen, viscose, modal en melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt, en voor ongebleekt katoen, waarvoor ze 1,03 bedraagt.”;

d)

methode nr. 3 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

katoen (5), elastolefine (47) en melamine (48).

Indien de aanwezigheid van een modalvezel wordt vastgesteld, moet door een voorafgaande proef worden geverifieerd of deze vezel in het reagens oplost.

Deze methode geldt niet voor mengsels waarin de katoen chemisch sterk is aangetast en evenmin in de gevallen waarin de viscose of de cupro gedeeltelijk onoplosbaar is geworden door de aanwezigheid van bepaalde reactieve kleurstoffen of van permanente finishes, die niet volledig kunnen worden verwijderd.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,02 voor katoen, 1,01 voor melamine en 1,00 voor elastolefine.”;

e)

methode nr. 4 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyester (35), polypropeen (37), glasvezel (44), elastomultiester (46), elastolefine (47) en melamine (48).

Zoals hierboven vermeld geldt deze methode voor mengsels die wol bevatten, maar wanneer het wolgehalte meer dan 25 % bedraagt moet methode nr. 2 worden toegepast, waarbij de wol wordt opgelost in een alkalische natriumhypochlorietoplossing.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

f)

methode nr. 5 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1 komt als volgt te luiden:

„1.   TOEPASSINGSGEBIED

Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van:

1.

acetaat (19)

met:

2.

triacetaat (24), elastolefine (47) en melamine (48).”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

g)

methode nr. 6 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (35), glasvezel (44), elastomultiester (46), elastolefine (47) en melamine (48).

Opmerking: Triacetaatvezels die gedeeltelijk zijn verzeept door een speciale nabehandeling zijn niet meer volledig oplosbaar in het reagens. In dit geval kan de methode niet worden toegepast.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor polyester, elastomultiester, elastolefine en melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

h)

methode nr. 8 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), polyamide of nylon (30), polyester (35), elastomultiester (46), elastolefine (47) en melamine (48).

Zij geldt eveneens voor acryl en bepaalde modacrylvezels die met metaalcomplexkleurstoffen zijn geverfd, maar zij is niet van toepassing voor dergelijke vezels die zijn geverfd met chromeringskleurstoffen.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor wol, katoen, cupro, modal, polyester, elastomultiester en melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

i)

methode nr. 9 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (35), glasvezel (44), elastomultiester (46) en melamine (48).

Wanneer het wol- of zijdegehalte van het mengsel groter is dan 25 % dient methode nr. 2 te worden toegepast.

Wanneer het gehalte van het mengsel aan polyamide of nylon groter is dan 25 %, dan moet methode nr. 4 worden toegepast.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

j)

punt 1.2 van methode nr. 10 komt als volgt te luiden:

„2.

bepaalde chloorvezels (27), te weten polyvinylchloridevezels, al dan niet nagechloreerd, elastolefine (47) en melamine (48).”;

k)

methode nr. 11 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), elastolefine (47) en melamine (48)”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 0,985 voor wol, 1,00 voor elastolefine en 1,01 voor melamine.”;

l)

methode nr. 13 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1.2 komt als volgt te luiden:

„2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), acetaat (19), cupro (21), modal (22), triacetaat (24), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (35), glasvezel (44), elastomultiester (46) en melamine (48).”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

m)

methode nr. 14 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1 komt als volgt te luiden:

„1.   TOEPASSINGSGEBIED

Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van:

1.

katoen (5), acetaat (19), cupro (21), modal (22), triacetaat (24), viscose (25), bepaalde acrylvezels (26), bepaalde modacrylvezels (29), polyamide of nylon (30), polyester (35) en elastomultiester (46).

met

2.

chloorvezels (27), op basis van homopolymeren van vinylchloride, al dan niet nagechloreerd, elastolefine (47) en melamine (48).

De betrokken modacrylvezels zijn die welke een heldere oplossing geven bij onderdompeling in geconcentreerd zwavelzuur (d 20 = 1,84 g/ml).

Deze methode kan met name in plaats van de methoden nr. 8 en nr. 9 worden gebruikt.”;

ii)

punt 2 komt als volgt te luiden:

„2.   PRINCIPE

Uitgaande van een bekend drooggewicht van het mengsel worden de in punt 1.1 vermelde vezels in geconcentreerd zwavelzuur (d 20 = 1,84 g/ml) opgelost. Het uit de chloorvezel, de elastolefine of de melamine bestaande residu wordt verzameld, gewassen, gedroogd en gewogen; het gewicht wordt eventueel gecorrigeerd en uitgedrukt als percentage van het drooggewicht van het mengsel. Het percentage van de tweede bestanddelen wordt verkregen door aftrekking.”;

iii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt.”;

n)

methode nr. 15 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt 1 komt als volgt te luiden:

„1.   TOEPASSINGSGEBIED

Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van:

1.

acetaat (19), triacetaat (24), chloorvezel (27), bepaalde modacrylvezels (29), bepaalde elastanen (43)

met

2.

wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), polyamide of nylon (30), acryl (26), glasvezel (44) en melamine (48).

Indien is vastgesteld dat modacryl- of elastaanvezel aanwezig is, dient in een voorafgaande proef te worden bepaald of die volledig in het reagens oplosbaar is.

De methoden nr. 9 en nr. 14 zijn eveneens toepasbaar voor het analyseren van mengsels die chloorvezels bevatten.”;

ii)

punt 5 komt als volgt te luiden:

„5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” bedraagt 1,00 behalve voor de volgende vezels:

zijde en melamine

1,01;

acryl

0,98.”;

o)

na methode nr. 15 wordt methode nr. 16 ingevoegd:

„METHODE Nr. 16

MELAMINE EN BEPAALDE ANDERE VEZELS

(Methode met behulp van warm mierenzuur)

1.   TOEPASSINGSGEBIED

Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van:

1.

melamine (48)

met

2.

katoen (5) en aramide (31).

2.   PRINCIPE

Uitgaande van een bekend drooggewicht van het mengsel wordt de melamine opgelost met behulp van warm mierenzuur (90 % m/m).

Het residu wordt verzameld, gewassen, gedroogd en gewogen; het gewicht wordt eventueel gecorrigeerd en uitgedrukt als percentage van het drooggewicht van het mengsel. Het percentage van de tweede bestanddelen wordt verkregen door aftrekking.

Opmerking: Houd strikt het aanbevolen temperatuurbereik aan, want de oplosbaarheid van melamine is sterk afhankelijk van de temperatuur.

3.   APPARATUUR EN REAGENTIA (niet vermeld in het algemene gedeelte)

3.1.   Apparatuur

i)

Erlenmeyer van minstens 200 ml met ingeslepen stop.

ii)

Schudwaterbad of ander apparaat om de erlenmeyer te schudden en op een temperatuur van 90 ± 2 °C te houden.

3.2.   Reagentia

i)

Mierenzuur (90 % m/m, d 20: 1,204 g/ml). Verdun 890 ml mierenzuur van 98-100 % m/m (d 20: 1,220 g/ml) met water tot 1 l.

Omdat warm mierenzuur zeer corrosief is, moet er voorzichtig mee worden omgegaan.

ii)

Verdunde ammonia: verdun 80 ml geconcentreerde ammonia (d 20: 0,880) met water tot 1 l.

4.   WERKWIJZE

De in het algemene gedeelte verstrekte instructies opvolgen en als volgt te werk gaan:

Aan het analysemonster in de erlenmeyer van minstens 200 ml met ingeslepen stop 100 ml mierenzuur per gram monster toevoegen. Sluiten en schudden om het monster te bevochtigen. Houd de erlenmeyer onder krachtig schudden gedurende één uur bij een temperatuur van 90 ± 2 °C in een schudwaterbad. Koel de erlenmeyer af tot kamertemperatuur. De vloeistof in een gewogen filterkroes decanteren. 50 ml mierenzuur toevoegen aan het residu in de erlenmeyer, met de hand schudden en de inhoud filtreren door de filterkroes. Eventueel resterende vezels overbrengen in de filterkroes door de erlenmeyer te spoelen met een kleine extra hoeveelheid mierenzuur. De filterkroes afzuigen en het residu wassen met mierenzuur, warm water en verdunde ammonia en tenslotte met koud water. Na elke wasbehandeling de filterkroes afzuigen. Telkens wachten tot de spoelvloeistof uit zichzelf is doorgelopen alvorens af te zuigen. Tenslotte de filterkroes afzuigen en tezamen met het residu drogen, afkoelen en wegen.

Opmerking: De temperatuur is van zeer grote invloed op de oplosbaarheidseigenschappen van melamine en dient zorgvuldig geregeld te worden.

5.   BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN

De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van „d” voor katoen en aramide bedraagt 1,02.

6.   NAUWKEURIGHEID VAN DE METHODE

Voor een homogeen mengsel van textielmaterialen liggen de betrouwbaarheidsgrenzen van de volgens deze methode verkregen resultaten niet hoger dan ± 2 bij een betrouwbaarheidsdrempel van 95 %.”.


Top