32001R2025

Verordening (EG) nr. 2025/2001 van de Commissie

van 16 oktober 2001

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1663/95 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(1), inzonderheid op artikel 4, lid 8, artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op grond van artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 en artikel 2, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2390/1999 van de Commissie van 25 oktober 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1663/95 wat betreft de vorm en de inhoud van de boekhoudkundige informatie die de lidstaten ter beschikking van de Commissie moeten houden in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1863/2001(3), moeten de lidstaten de Commissie boekhoudkundige informatie verstrekken wanneer zij daarom verzoekt. Artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 van de Raad aangaande de procedure inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling Garantie(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2245/1999(5), moet aan deze bepalingen worden aangepast.

(2) De voorschriften voor het aangeven van terug te vorderen bedragen in de jaarlijkse aangiften als bedoeld in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1663/95 verschillen van die voor het aangeven van bedragen in de maandelijkse overzichten als bedoeld in artikel 3, lid 6, onder a), van Verordening (EG) nr. 296/96 van de Commissie van 16 februari 1996 betreffende de door de lidstaten te verstrekken gegevens en de maandelijkse boeking van de uit de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gefinancierde uitgaven(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1934/2001(7). Om deze voorschriften te harmoniseren moet artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1663/95 worden gewijzigd.

(3) Op grond van artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid(8), als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1244/2001(9), mogen de lidstaten de bedragen die vrijkomen doordat betalingen zijn verlaagd of ingetrokken op grond van de artikelen 3 en 4 van die verordening, gebruiken voor bepaalde maatregelen in het kader van de steun voor plattelandsontwikkeling. De betrokken bedragen moeten worden geboekt op een specifieke rekening per betaalorgaan of op één enkele specifieke rekening per lidstaat, die uitsluitend is bedoeld voor de financiering van de aanvullende communautaire steun. Deze rekening moet ook een onderdeel zijn van de jaarlijkse rekeningen in de zin van artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1663/95.

(4) De richtsnoeren inzake criteria voor de erkenning van betaalorganen voor het verwerken van aanvragen met behulp van een computersysteem moeten in verband met de ontwikkelingen op het gebied van geautomatiseerde gegevensverwerking worden bijgewerkt.

(5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van het EOGFL,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1663/95 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2, lid 1, worden het laatste streepje van de eerste alinea en de eerste zin van de tweede alinea geschrapt.

2. In artikel 2, lid 3, wordt "lid 1" vervangen door "artikel 4, lid 1, onder c)".

3. Aan het einde van artikel 4, lid 1, wordt toegevoegd: "c) alle voor statistische en controledoeleinden benodigde boekhoudgegevens, die qua vorm en inhoud in overeenstemming moeten zijn met artikel 2, lid 3, van deze verordening.".

4. Artikel 4, lid 2 wordt vervangen door: "2. De in lid 1 bedoelde documenten en boekhoudkundige informatie moeten naar de Commissie gestuurd worden uiterlijk op 10 februari van het jaar dat volgt op het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. De onder a) en b) van lid 1 bedoelde documenten moeten in viervoud of, als alternatief, in enkelvoud samen met een elektronische versie ingediend worden.".

5. Artikel 5, lid 1, wordt vervangen door: "1. De in artikel 4, lid 1, onder a), bedoelde rekeningen omvatten:

a) de uitgaven, samengevat per post en subpost van de Gemeenschapsbegroting;

b) een overzicht van de verschillen, per post en subpost, tussen de in de jaarlijkse aangifte aangegeven uitgaven en de uitgaven die voor dezelfde periode zijn aangegeven in de maandelijkse aangifte in het document als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Verordening (EG) nr. 296/96. Dit overzicht moet vergezeld gaan van een toelichting voor elk verschil per subpost;

c) de tabel, voor het einde van het begrotingsjaar, als bedoeld in artikel 3, lid 6, onder a), van Verordening (EG) nr. 296/96;

d) een samenvatting van de interventietransacties en een overzicht van de omvang en de plaats van opslag van de voorraden aan het einde van het begrotingsjaar;

e) een bevestiging dat de bijzonderheden over elke mutatie bij de interventieopslag in een computerbestand van het betaalorgaan worden bewaard;

f) de tabel, voor het einde van het begrotingsjaar, als bedoeld in artikel 3, lid 6, onder b), van Verordening (EG) nr. 296/96.".

6. Punt 6 vi) van de bijlage wordt vervangen door: "Het vertrouwelijke karakter, de integriteit en de beschikbaarheid van alle computergegevens moeten worden gegarandeerd via maatregelen die zijn aangepast aan de administratieve structuur, de personele middelen en technologische voorzieningen van elk betaalorgaan. De financiële en technische middelen die hiervoor worden ingezet moeten in verhouding staan tot de betrokken risico's.

In elk gebruikt computersysteem moeten adequate procedures bestaan voor:

a) algemene organisatie, management en audit,

b) fysieke beveiliging,

c) logische beveiliging,

d) systeemontwikkeling, -programmering en -onderhoud,

e) routinebewerkingen,

f) telecommunicatie,

g) microcomputers,

h) plannen voor noodsituaties,

i) controles op toepassingen.".

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 oktober 2001.

Voor de Commissie

Franz Fischler

Lid van de Commissie

(1) PB L 160 van 26.9.1999, blz. 103.

(2) PB L 295 van 16.11.1999, blz. 1.

(3) PB L 259 van 27.9.2001, blz. 1.

(4) PB L 158 van 8.7.1995, blz. 6.

(5) PB L 273 van 23.10.1999, blz. 5.

(6) PB L 39 van 17.12.1996, blz. 5.

(7) PB L 262 van 2.10.2001, blz. 8.

(8) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 113.

(9) PB L 173 van 27.6.2001, blz. 1.