This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02023D0387-20230221
Council Decision (CFSP) 2023/387 of 20 February 2023 in support of a global reporting mechanism on illicit conventional arms and their ammunition to reduce the risk of their diversion and illicit transfer (iTrace V)
Consolidated text: Besluit (GBVB) 2023/387 van de Raad van 20 februari 2023 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale conventionele wapens en munitie daarvoor om het risico op omleiding of illegale overdracht te beperken (iTrace V)
Besluit (GBVB) 2023/387 van de Raad van 20 februari 2023 ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale conventionele wapens en munitie daarvoor om het risico op omleiding of illegale overdracht te beperken (iTrace V)
02023D0387 — NL — 21.02.2023 — 000.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
BESLUIT (GBVB) 2023/387 VAN DE RAAD van 20 februari 2023 (PB L 053 van 21.2.2023, blz. 19) |
Gerectificeerd bij:
Rectificatie, PB L 073, 10.3.2023, blz. 67 ((GBVB) 2023/387) |
BESLUIT (GBVB) 2023/387 VAN DE RAAD
van 20 februari 2023
ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale conventionele wapens en munitie daarvoor om het risico op omleiding of illegale overdracht te beperken („iTrace V”)
Artikel 1
De door de Unie te steunen projectactiviteiten, waarmee beoogd wordt uitvoering te geven aan de integrale EU-strategie, Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad ( 1 ), zoals gewijzigd bij Besluit (GBVB) 2019/1560 van de Raad ( 2 ), en de EU-SALW-strategie van 2018, en de vrede en veiligheid te bevorderen, hebben de volgende specifieke doelstellingen:
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
BIJLAGE
PROJECTDOCUMENT
Actie ter ondersteuning van een mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale conventionele wapens en munitie om het risico op omleiding of illegale overdracht te beperken
(„iTrace V”)
iTrace — Mondiaal rapportagemechanisme inzake conventionele wapens en munitie daarvoor
1. Achtergrond en motivering van de GBVB-steun
1.1. Dit besluit bouwt voort op opeenvolgende besluiten van de Raad ter bestrijding van de destabiliserende gevolgen van omleiding van en illegale handel in conventionele wapens en munitie daarvoor in conflictgebieden, meer bepaald de Besluiten 2013/698/GBVB, (GBVB) 2015/1908, (GBVB) 2017/2283, en (GBVB) 2019/2191, waarbij het mondiaal rapportagemechanisme inzake illegale conventionele wapens en munitie daarvoor, iTrace, werd ingesteld en verbeterd.
De illegale verspreiding van conventionele wapens en munitie daarvoor draagt in belangrijke mate bij tot de ondermijning van de stabiliteit van staten en de verscherping van conflicten, hetgeen een ernstige bedreiging vormt voor vrede en veiligheid. Zoals in de EU-SALW-strategie wordt gesteld, dragen illegale vuurwapens en SALW onverminderd bij tot instabiliteit en geweld in de Unie, in de onmiddellijke nabijheid van de Unie en in de rest van de wereld. Illegale handvuurwapens bevorderen terrorisme en conflicten wereldwijd en dwarsbomen de Unie op het gebied van ontwikkeling en crisismanagement, humanitaire hulp en stabilisatie in sommige delen van de omgeving van de Unie en in Afrika. Binnen de Unie hebben illegale vuurwapens onmiskenbaar een effect op de interne veiligheid: ze werken georganiseerde criminaliteit in de hand en voorzien terroristen van middelen waarmee ze aanslagen op Europees grondgebied plegen. Recente bevindingen op grond van het iTrace-project in Afghanistan, Irak, Libië, de Maghreb, Syrië, Oekraïne en Jemen en andere conflicten dicht bij de buitengrenzen van de Unie bevestigen de stellingen in de EU-SALW-strategie.
Met de activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van Besluit (GBVB) 2019/2191, is iTrace bevestigd als wereldwijd initiatief inzake monitoring van wapens in conflicten. Het iTrace-project heeft activiteiten ontplooid in meer dan 40 door conflicten getroffen staten, onder meer in Afrika, het Midden-Oosten, Centraal-Azië en Zuid- en Oost-Azië, en het heeft het grootste openbare register ter wereld van omgeleide conventionele wapens en munitie daarvoor gecreëerd om staten te helpen bij hun inspanningen om omleiding op te sporen en aan te pakken, overeenkomstig de toezeggingen op grond van criterium 7 van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (geconsolideerd) en artikel 11 van het WHV. Het verstrekt nauwkeurige rapportage over de omleiding van wapens en munitie daarvoor naar gewapende opstandige en terroristische strijdkrachten die een bedreiging vormen voor de veiligheid van de Unie, zoals Al Qaida in de islamitische Maghreb en Da’esh/Islamitische Staat; het waarschuwt de uitvoercontrole-instanties van de lidstaten op vertrouwelijke wijze en snel voor het gevaar van omleiding na uitvoer; het verstrekt de delegaties van de Unie en de diplomatieke vertegenwoordigingen van de lidstaten in door conflicten getroffen regio’s belangrijke realtime-informatie over wapensmokkel en de dynamiek van conflicten; het bevordert algemene kennis over wapenbeheersing en maatregelen ter bestrijding van omleiding van wapens, door een evenwichtig en verantwoordelijk gebruik van de mondiale nieuwsmedia.
1.2. Het iTrace-project krijgt evenwel voortdurend verzoeken van de lidstaten om rechtstreekse, persoonlijke briefings te verstrekken aan instanties die wapenuitvoervergunningen verlenen (en om frequente bezoeken aan de regeringszetels, met name na de versoepeling van de COVID-19-reisbeperkingen) en om bilateraal aan de beleidsmakers van de lidstaten inzake controle op wapenuitvoer een groter scala aan middelen te verschaffen.
Het doel van dit besluit is derhalve om de werkzaamheden in het kader van het project overeenkomstig Besluit (GBVB) 2019/2191 voort te zetten en te intensiveren door beleidsmakers van de Unie, wapenbeheersingsdeskundigen en met wapenuitvoercontrole belaste functionarissen verder de beschikking te geven over systematisch gecompileerde, relevante informatie die voor hen een hulpmiddel zal zijn bij het formuleren van doeltreffende, empirisch onderbouwde strategieën tegen de omleiding en illegale verspreiding van conventionele wapens en munitie daarvoor, ter verhoging van de internationale en regionale veiligheid. Zij blijven dus ondersteuning krijgen teneinde een succesvolle reactiestrategie te combineren met adequate preventieve actie om illegale vormen van vraag en aanbod aan te pakken en een doeltreffende beheersing van conventionele wapens in derde landen te garanderen.
1.3. Het besluit voorziet in de verdere handhaving en verbetering van het openbaar toegankelijke mondiale rapportagesysteem inzake wapens iTrace. De projecten die worden genoemd in Besluit (GBVB) 2019/2191 zullen worden versterkt door middel van: 1) de hogere frequentie en langere duur van missies voor het verzamelen van gegevens over illegale wapenleveringen in conflictgebieden; 2) steunpakketten op maat voor de lidstaten bestaande uit rechtstreekse raadpleging, op maat gesneden gegevens en outputs, een 24-uurshelpdesk en verificatie na verzending; en 3) opleiding en begeleiding van de nationale autoriteiten in door conflicten getroffen staten voor het traceren van op hun grondgebied aangetroffen of in beslag genomen illegale conventionele wapens, het opbouwen van capaciteit om omleiding te bestrijden, waaronder traceringscapaciteit in het kader van het internationaal traceringsinstrument (ITI), het verbeteren van wapenbeheer, waaronder registratie, en het stimuleren van iTrace-gegevensverzameling.
2. Algemene doelstellingen
De hierna beschreven actie zal de internationale gemeenschap verder bijstaan bij de bestrijding van de destabiliserende gevolgen van omleiding van en illegale handel in conventionele wapens en munitie daarvoor. Dankzij deze actie zullen beleidsmakers, wapenbeheersingsdeskundigen en met wapenuitvoercontrole belaste functionarissen verder de beschikking hebben over relevante informatie, die voor hen een hulpmiddel zal zijn bij het formuleren van doeltreffende, empirisch onderbouwde strategieën tegen de omleiding en illegale verspreiding van conventionele wapens en munitie daarvoor, teneinde de internationale en regionale veiligheid te verbeteren. De actie zal meer bepaald:
concrete informatie verstrekken over de omleiding van en de illegale handel in conventionele wapens en munitie daarvoor, ter ondersteuning van de doeltreffende uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944 (geconsolideerd) van de Raad, het Wapenhandelsverdrag (WHV), het VN-actieprogramma betreffende de illegale handel in SALW en het ITI;
steun op maat verlenen aan de lidstaten om hen te helpen het risico van omleiding in te schatten en te verkleinen;
aan het licht brengen welke routes en entiteiten betrokken zijn bij de omleiding van conventionele wapens en munitie daarvoor naar conflictgebieden of naar internationale terroristische organisaties, en bewijsmateriaal betreffende bij illegale handel betrokken groepen en personen aanleveren ten behoeve van nationale gerechtelijke procedures;
zorgen voor betere samenwerking tussen relevante VN-organen, -missies en andere internationale organisaties inzake tracering van conventionele wapens en munitie daarvoor, en inzake rechtstreekse verstrekking van informatie ter ondersteuning van bestaande monitoringmechanismen, waaronder iARMS van Interpol, en Europol, dat in 2019 een memorandum van overeenstemming over informatie-uitwisseling heeft gesloten met CAR;
informatie verstrekken die relevant is voor het bepalen van de gebieden die bij voorrang in aanmerking komen voor internationale samenwerking en bijstand bij de doeltreffende bestrijding van omleiding van en illegale handel in conventionele wapens en munitie daarvoor, zoals financiering van projecten voor voorraadbeveiliging en/of grensbeheer;
een mechanisme bieden dat moet helpen bij het monitoren van de uitvoering van het WHV, met name ten behoeve van het opsporen van omleiding van overgedragen conventionele wapens, en dat overheden moet helpen bij het inschatten van het omleidingsrisico voorafgaand aan de uitvoer van conventionele wapens, met name het risico op omleiding in het ontvangende land of op wederuitvoer in onwenselijke omstandigheden; en
ingevolge de veranderende dreigingen voor de veiligheid van de Unie, de capaciteit van CAR vergroten om de bewaarketens van onderdelen in militaire uitrusting te documenteren, te traceren en te analyseren, en om deze bevindingen te melden aan de lidstaten en de instellingen en agentschappen van de EU.
3. Levensvatbaarheid van het project op lange termijn en resultaten
De actie biedt een duurzaam kader voor het onafgebroken toezicht op de illegale verspreiding van conventionele wapens en munitie daarvoor. Verwacht wordt dat de actie de bestaande hoeveelheid wapengerelateerde informatie aanzienlijk zal vergroten en vergaande ondersteuning zal bieden aan de gerichte ontwikkeling van doeltreffend beleid inzake beheersing van conventionele wapens en wapenuitvoercontrole, waaronder sanctieregelingen. Het project zal meer bepaald:
voor verdere gegevensinvoer zorgen in het informatiebeheersysteem iTrace voor het verzamelen en analyseren op lange termijn van gegevens betreffende illegale conventionele wapens;
beleidsmakers en deskundigen inzake de beheersing van conventionele wapens voorzien van een instrument waarmee doeltreffendere strategieën en bij voorrang voor bijstand en samenwerking in aanmerking komende gebieden kunnen worden bepaald (bijvoorbeeld door na te gaan welke mechanismen voor subregionale of regionale samenwerking, coördinatie en informatie-uitwisseling moeten worden ingesteld of versterkt, door het in kaart brengen van niet goed beveiligde nationale voorraden, gebrekkig voorraadbeheer, routes voor illegale overdrachten, schendingen van sancties, zwakke grenscontroles en ontoereikende rechtshandhavingscapaciteit);
de ingebouwde flexibiliteit bieden die het mogelijk maakt beleidsrelevante informatie te genereren, ook bij snel veranderende beleidsbehoeften;
de doeltreffendheid van de organisaties en personen die belast zijn met de internationale monitoring van wapens aanmerkelijk verhogen, door hun een gestaag in omvang toenemend mechanisme voor informatie-uitwisseling en technische en capaciteitsbijstand aan te bieden; en
in door conflicten getroffen staten duurzame nationale capaciteit opbouwen voor het identificeren en traceren van illegale conventionele wapens en voor een doeltreffendere betrokkenheid bij internationale wapenbeheersings- en rechtshandhavingsprocessen.
4. Beschrijving van de actie
4.1. Project 1: Ontwikkeling van de technische capaciteit voor het identificeren en traceren van wapens.
4.1.1. Doel van het project
iTrace-programma’s voor opleiding en begeleiding verschaffen nationale autoriteiten in door conflicten getroffen staten de nodige methodes en vaardigheden om zelf de omleiding van conventionele wapens vast te stellen en aan te pakken. De opleidingen zijn gericht op het vergroten van de vaak niet-bestaande capaciteit om illegale conventionele wapens te identificeren en te traceren, terwijl de begeleiding personeel van iTrace-projecten in staat stelt op het moment zelf kritieke capaciteitstekorten te detecteren en onmiddellijk oplossingen daarvoor te ontwikkelen. Bovendien versterken iTrace-programma’s voor opleiding en begeleiding de relaties tussen het personeel van het iTrace-project en de nationale autoriteiten, waardoor de iTrace-veldonderzoeksteams ruimere toegang hebben tot in beslag genomen en teruggewonnen conventionele wapens en zo ook het gehele spectrum van verzameling, analyse en rapportering van gegevens door iTrace wordt verbeterd.
4.1.2. Voordeel voor initiatieven van de Unie inzake wapenbeheersing
iTrace-programma’s voor opleiding en begeleiding bieden een antwoord op de acties van de EU-SALW-strategie: nationale capaciteit ondersteunen voor „het opsporen en traceren van de herkomst van illegale SALW en munitie in conflictgebieden” en op directe en indirecte wijze een breed scala aan door de lidstaten ondersteunde wapenbeheersingsinitiatieven versterken. Directe effecten zijn onder meer het ondersteunen van de nationale rechtshandhavingsinstanties bij het traceren van handvuurwapens en lichte wapens in overeenstemming met het ITI, het versterken van de nationale capaciteit om gegevens over getraceerde wapens te verzamelen in het kader van indicator 16.4.2 van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) en het ondersteunen van programma’s van lidstaten op het gebied van wapen- en munitiebeheer (WAM). Indirecte effecten zijn onder meer het terugkoppelen van ter plaatse verzamelde informatie, zoals het waarschuwen van lidstaten voor in partnerlanden vastgestelde risico’s van omleiding, het detecteren van omleiding van nationale voorraden en het verstrekken van deze informatie aan door de EU ondersteunde programma’s voor fysieke beveiliging en voorraadbeheer (PSSM).
4.1.3. Projectactiviteiten
De eenheid voor technische ondersteuning van CAR biedt nationale autoriteiten in door conflicten getroffen staten waar het iTrace-project actief is, opleiding en begeleiding aan. Deze opleidings- en begeleidingsactiviteiten zijn ontworpen om nationale initiatieven ter bestrijding van omleiding over de gehele linie te stimuleren door in opleiding te voorzien en capaciteit op te bouwen inzake het traceren van conventionele wapens, het markeren en registreren volgens de procedures van het ITI van in beslag genomen en in bezit genomen illegale conventionele wapens en PSSM-beoordelingen die zijn ontworpen om risico’s van omleiding aan de bron op te sporen en aan te pakken. CAR zal gespecialiseerde, op basis van een behoefteanalyse ontworpen opleidingen over alle bovengenoemde activiteiten geven aan lokale partners en, indien nodig, aan vredesondersteunend personeel, met inbegrip van VN- en EU-missies en VN-groepen of -panels voor het toezicht op de naleving van sancties. In dat opzicht zal het iTrace-project een rechtstreeks antwoord blijven bieden op de actie van de EU-SALW-strategie van 2018 die de EU ertoe oproept het werk te ondersteunen van „VN-panels die wapenembargo’s monitoren”, en manieren te verkennen om „de toegang te verbeteren tot de bevindingen van de panels inzake omleiding, illegale vuurwapens en SALW ten behoeve van controle op de wapenuitvoer”. Opleidingen in het kader van het iTrace-project zullen voortbouwen op een reeks diensten die CAR sinds 2014 aanbiedt, die van cruciaal belang zijn gebleken bij de ondersteuning van lokale partners in door conflicten getroffen staten, de bijstand aan VN-panels en het verschaffen van een ruimere toegang aan iTrace-veldonderzoeksteams. Voor het project zal personeel van de veldonderzoeksteams en de eenheid voor technische ondersteuning worden ingezet om op geleidelijk steeds technischer niveaus les te geven, over onder meer:
een inleiding tot het verzamelen van gegevens over conventionele wapens, onder verwijzing naar specifieke gevallen;
basisidentificatie van conventionele wapens en doeltreffende documentatietechnieken;
standaardprocedures voor het verzamelen van bewijsmateriaal en de bewaarketen voor bewijzen;
de vereisten van verreikende, regionale en internationale onderzoeken;
de uitvoering van het ITI; indien nodig, zullen autoriteiten in partnerlanden worden opgeleid en aangemoedigd om opsporingsverzoeken te initiëren;
internationale wapentracering en wapentraceringssystemen (met name Interpol en Europol); het gebruik van „big data” en analyse van tendensen; en
toegang tot technische bijstand (internationaal) en rechtshandhavingsmaatregelen.
Deze activiteiten zullen worden uitgevoerd naast iTrace-veldonderzoeken, met inbegrip van gezamenlijke onderzoeken (begeleiding) in samenwerking met nationale overheidsinstanties. Ook zal het personeel van CAR dat belast is met opleiding en begeleiding permanent worden opgeleid en gehercertificeerd.
4.1.4. Projectresultaten
Het project zal:
de nationale autoriteiten aanmoedigen om een ruimere toegang te verschaffen aan iTrace-veldonderzoeksteams — wat een antwoord zal bieden op herhaalde verzoeken om technische bijstand van iTrace-teams en om gemeenschappelijke onderzoekscapaciteit en wat het verzamelen van iTrace-gegevens zal doen toenemen;
concrete capaciteitsbijstand verstrekken aan nationale overheden die wel de gevolgen van omleiding van conventionele wapens ondervinden maar niet over de instrumenten beschikken om omgeleide conventionele wapens te identificeren en te rapporteren; dit leidt vaak tot een doeltreffender nationaal beheer van conventionele wapens en biedt ondersteuning voor de uitvoering van het WHV, het ITI, het VN-actieprogramma en SDG 16.4.2 en de programmering en het overleg inzake PSSM met internationale rechtshandhavingsinstanties zoals Interpol (iARMS) en Europol.
de versterkte dialoog steunen — met name belangrijke belanghebbenden aanwijzen voor andere door de EU gesteunde initiatieven (bijvoorbeeld de betrekkingen van EU-missies met gastlandoverheden) en initiatieven op gang brengen, zoals PSSM-programmering (bijvoorbeeld door de Unie gesteunde projecten voor voorraadbeheer).
4.1.5. Indicatoren voor de uitvoering van het project
Maximaal 40 bezoeken voor opleiding en begeleiding ter plaatse, met nadruk op herhaalde bezoeken om nationale instanties te helpen traceringscapaciteit op te bouwen.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.1.6. Begunstigden van het project
iTrace-opleiding en -begeleiding komen rechtstreeks ten goede aan nationale belanghebbenden in door conflicten getroffen staten, zoals rechtshandhavingsinstanties en openbare aanklagers. Het programma zal indirecte steun bieden aan nationale dialogen met door de EU gefinancierde en andere initiatieven inzake wapenbeheersing, ter stimulering van het gebruik van internationale traceermechanismen (inclusief het iARMS-systeem van Interpol, en Europol) en ter facilitering van contacten met door de EU ondersteunde projecten voor voorraadbeheer en andere SALW-beheersingsprojecten.
4.2. Project 2: Onderhouden van het iTrace-systeem met realtimebewijsstukken waaruit de omleiding van en de illegale handel in conventionele wapens en munitie daarvoor blijkt, alsmede met andere relevante informatie
4.2.1. Doel van het project
In het kader van het project zal veldonderzoek worden gesteund naar conventionele wapens en munitie die in conflictgebieden in omloop zijn. Het project zal voorrang verlenen aan landen die de lidstaten bijzondere zorgen baren, zoals Afghanistan, Irak, Libië, Mali, Zuid-Sudan, Somalië, Syrië, Oekraïne en Jemen. Deze veldonderzoeken zullen concrete bewijzen opleveren van omgeleide conventionele wapens die in het bezit zijn van opstandige en terroristische groeperingen, die anders onzichtbaar zouden zijn voor externe waarnemers (waaronder wapens exporterende lidstaten van de EU). CAR zal om de voorafgaande goedkeuring van de EU-Groep export van conventionele wapens (Coarm) verzoeken telkens als het werkelijke activiteiten opzet in een land waar voordien geen iTrace-veldonderzoeken of iTrace-opleidings- en begeleidingsprogramma’s plaatsvonden.
Met behulp van nieuwe technologieën en geavanceerde forensische technieken zal CAR een reeks activiteiten in het veld uitvoeren, met inbegrip van verbeterde fotografische documentatie, het benutten van forensische gegevens en het achterhalen van uitgewiste markeringen. CAR heeft aangetoond dat deze methoden traceerbare informatie aan het licht brengen over eerder niet-traceerbare wapens, munitie en daarmee verband houdend materiaal, wat het mogelijk maakt onderzoeken in te stellen naar een groeiend aantal illegale materialen, waarvan de informatie ter identificatie is verwijderd om de herkomst te verbergen.
De daaruit voortvloeiende gegevens zullen het collectieve inzicht van de lidstaten in omleiding en illegale overdrachten en methoden die door sluikhandelaars worden gebruikt om deze te verbergen, verbeteren, en zullen het vermogen van de lidstaten om de illegale handel te ontwrichten, aanzienlijk vergroten.
4.2.2. Voordeel voor initiatieven van de Unie inzake wapenbeheersing
iTrace-veldonderzoeken bieden een dynamisch overzicht van omgeleide conventionele wapens in door conflicten getroffen staten. Dit overzicht is een doorlopende maatstaf voor de doeltreffendheid van door de lidstaten gesloten akkoorden inzake wapenbeheersing, onder meer Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (geconsolideerd), het WHV, het VN-actieprogramma en de EU-SALW-strategie van 2018. De grondige documentatie van in conflicten gebruikte wapens dient ook als springplank voor het formeel traceren van conventionele wapens en voor uitgebreide onderzoeken naar conflictfinanciering en netwerken van wapenleveringen.
4.2.3. Projectactiviteiten
In het kader van dit project worden de volgende activiteiten ondernomen:
het inzetten van gekwalificeerde wapenexperts om veldanalyses te verrichten van illegale conventionele wapens en munitie daarvoor die gebruikt zijn in door conflicten getroffen staten;
het analyseren, toetsen en verifiëren van bewijsstukken betreffende conventionele wapens en munitie daarvoor en de gebruikers ervan, zoals onder andere fotografische documentatie, het benutten van forensische gegevens en het achterhalen van uitgewiste markeringen van wapens, onderdelen ervan en markeringen aan de binnen- en op de buitenzijde, verpakkingen en de desbetreffende vervoersdocumenten, in samenhang met de bevindingen van veldonderzoeken (gebruikers, leveranciers en routes voor overdrachten);
het uploaden van al het vergaarde en getoetste bewijsmateriaal naar het iTrace-informatiebeheersysteem en, na verificatie, naar het online iTrace-portaal voor kartering;
het vinden en ondersteunen van plaatselijke partners ten behoeve van voortdurende gegevensvergaring ter ondersteuning van iTrace gedurende de looptijd van de voorgestelde actie en daarna;
het blijven onderhouden van contacten met de EU-overheden om op voorhand nationale contactpunten en een coördinatiemechanisme te bepalen, teneinde voorafgaand aan de onderzoeken van CAR het toepassingsgebied ervan te verduidelijken en eventuele belangenconflicten te beperken.
Het project wordt gedurende de volledige driejarige projectperiode van iTrace stapsgewijs uitgevoerd.
4.2.4. Projectresultaten
Het project zal:
ter plaatse materieel bewijsmateriaal van in conflictgebieden omgeleide of illegaal verhandelde conventionele wapens en munitie daarvoor documenteren;
gevallen van illegale handel verifiëren en staven aan de hand van bewijsmateriaal van omgeleide of illegaal verhandelde conventionele wapens en bijbehorende munitie, dat in alle regio’s is vergaard door CAR, door organisaties die met CAR een vaste informatie-uitwisselingsovereenkomst hebben en, in voorkomend geval, door andere organisaties;
concreet visueel en materieel bewijs leveren van omgeleide of illegaal verhandelde conventionele wapens en munitie daarvoor, zoals foto’s van items, onderdelen ervan, serienummers, fabrieksmerken, dozen, paklijsten, vervoersdocumenten en eindgebruikersdocumentatie en informatie die is verkregen door het benutten van forensische gegevens en het achterhalen van uitgewiste markeringen;
schriftelijke rapporten opstellen over illegale activiteiten, onder meer over smokkelroutes, actoren en financierings- en ondersteuningsnetwerken die betrokken zijn bij omleiding of illegale overdracht, en beoordelingen maken van factoren die een rol spelen (zoals ondoeltreffend beheer en ondoeltreffende beveiliging van voorraden en opzettelijk geplande, door de overheid georganiseerde netwerken voor illegale aanvoer);
het bovengenoemde bewijsmateriaal uploaden naar het iTrace-informatiebeheersysteem en bijbehorende instrumenten.
4.2.5. Indicatoren voor de uitvoering van het project
Tot 75 gevallen van veldinzet (met inbegrip van verlengde inzet waar nodig) gedurende de vierjarige periode om bewijsmateriaal te genereren dat naar het informatiebeheersysteem en onlineportaal voor kartering van iTrace kan worden geüpload.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.2.6. Begunstigden van het project
iTrace zal doorgaan met het leveren van steeds omvangrijkere informatie die uitdrukkelijk allereerst is bedoeld voor nationale beleidsmakers van de Unie op het gebied van wapenbeheersing en met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties, evenals voor EU-instellingen, -agentschappen en -missies. Deze EU-begunstigden zullen ook toegang hebben tot vertrouwelijke informatie via beveiligde desktop- en mobiele platforms die worden geleverd door iTrace.
Openbare informatie blijft toegankelijk voor alle EU-begunstigden en ook voor niet-EU-begunstigden — zoals beleidsmakers op het gebied van wapenbeheersing en met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties in derde landen — niet-gouvernementele onderzoeksorganisaties, belangenverenigingen en internationale nieuwsmedia.
4.3. Project 3: Steun op maat aan de voor wapenuitvoer bevoegde controle-instanties en beleidsmakers op het gebied van wapenbeheersing van de lidstaten, en aan geassocieerde belanghebbenden
4.3.1. Doel van het project
Het project zal de lidstaten, de voor wapenuitvoer bevoegde controle-instanties, de beleidsmakers op het gebied van wapenbeheersing en geassocieerde belanghebbenden constante bilaterale ondersteuning bieden, met inbegrip van regelmatige persoonlijke bezoeken en rapportage op maat, die wordt afgestemd op de specifieke interessegebieden en informatiebehoeften van de lidstaten inzake wapenbeheersing. Informatie die wordt verstrekt door nationale instanties van de lidstaten die belast zijn met de verlening van wapenuitvoervergunningen, zal op vertrouwelijke wijze en met het nodige respect worden behandeld. CAR zal ook contact blijven houden met een aantal nationale met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties van derde landen. Deze contacten zullen een steun zijn voor verscheidene essentiële onderdelen van de internationale inspanningen om de omleiding van en de illegale handel in conventionele wapens te bestrijden en zullen de internationale maatregelen ter bestrijding van omleiding versterken, onder meer door:
het verstrekken van gedetailleerde gegevens en bewijsmateriaal over gedocumenteerde omleiding aan met de verlening van uitvoervergunningen belaste instanties, en en
het ondersteunen of verstrekken, op officieel verzoek van nationale met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties van de Unie, van capaciteit met betrekking tot verificatie na verzending/levering voor de lidstaten.
4.3.2 Voordeel voor initiatieven van de Unie inzake wapenbeheersing
Periodieke bezoeken van het iTrace-projectteam aan de regeringszetels van de lidstaten maken bilaterale besprekingen over gevoelige onderwerpen (i.e. omleiding na uitvoer) mogelijk, stellen de lidstaten in staat om rechtstreeks input te leveren voor de opzet en de documenten van iTrace (richting en reikwijdte van de onderzoeken en soorten rapportage) en helpen bij de ontwikkeling van vertrouwenwekkende maatregelen (bijvoorbeeld de iTrace-procedures voor voorafgaande kennisgeving en recht op weerwoord). De contacten tussen iTrace en de lidstaten bieden een forum voor een meestal genuanceerd debat over nationale problemen en mogelijkheden in verband met de op grond van criterium 7 van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (geconsolideerd) en artikel 11 van het WHV aangegane verbintenissen. Tijdens voorbije iTrace-projecten (I-IV) zijn outreachbezoeken van cruciaal belang gebleken om inzicht te verkrijgen in de informatiebehoeften van de lidstaten, of het nu gaat om algemene informatie (bv. „wat is uw dreigingsevaluatie met betrekking tot wapens die zullen terechtkomen op een specifieke plaats van een gewapend conflict”) of specifieke informatie voor het iTrace-project (bv. „we hebben een dashboard nodig dat ons onmiddellijk waarschuwt bij elk binnenlands geproduceerd wapen dat door iTrace-veldteams wordt gedocumenteerd”).
4.3.3. Projectactiviteiten
In het kader van dit project worden de volgende activiteiten ondernomen:
herhaaldelijke bezoeken van iTrace-teams aan bevoegde instanties in de regeringszetels van de lidstaten om deze bij te praten over vraagstukken in verband met de bestrijding van omleiding, en verslag uit te brengen over hun onderzoeken;
voortzetting van een 24-uurshelpdesk die onmiddellijk advies verstrekt over het bestrijden van omleiding of mogelijk negatieve berichtgeving in de pers op basis van niet-gecontroleerde rapportage door derden;
het onderhouden, beveiligen en verbeteren van het Global Weapon Reporting System van iTrace, met inbegrip van de ontwikkeling van technologische innovaties;
het onderhouden, ten behoeve van de met de verlening van uitvoervergunningen belaste instanties in de lidstaten, van onlinedashboards die versleutelde gegevens uit het iTrace-informatiebeheersysteem doorgeven, waarbij een waarschuwing wordt afgegeven voor partijen met een voorgeschiedenis in het omleiden van conventionele wapens, bestemmingen met een hoog risico in kaart worden gebracht en in real time melding wordt gemaakt van omleiding van wapens van binnenlandse makelij, en
ondersteuning of uitvoering, op officieel verzoek van instanties van de lidstaten die belast zijn met de verlening van wapenuitvoervergunningen, van controles van eindgebruik na levering (verificatie) voor de lidstaten door iTrace-veldonderzoekteams.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.3.4. Projectresultaten
Het project zal:
de met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties in de lidstaten die hierom verzoeken, bijstaan bij het vaststellen van omleiding na uitvoer;
informatie verstrekken ter ondersteuning van omleidingsrisicoanalyses uitgevoerd door de met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties in de lidstaten (in overeenstemming met Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (geconsolideerd) en het WHV) voordat uitvoervergunningen worden verleend;
de met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties in de lidstaten die hierom verzoeken, capaciteit verstrekken voor verificatie na verzending;
de beleidsmakers op het gebied van wapenbeheersing van de lidstaten ondersteunen met realtime-informatie over trends op het gebied van omleiding en illegale handel, ter ondersteuning van nationale deelname aan internationale beleidsprocessen, en
indien nodig, nationale rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten die hierom verzoeken, bijstaan in strafrechtelijke onderzoeken.
4.3.5. Indicatoren voor de uitvoering van het project
Het onderhouden van onlinedashboards, die vanuit beveiligde delen van het iTrace-systeem informatie streamen naar nationale instanties van de lidstaten. Een helpdesk, bemenst door personeelsleden van het iTrace-project, die de voor wapenuitvoer bevoegde controle-instanties en beleidsmakers op het gebied van wapenbeheersing van de lidstaten ten volle zal steunen. Desgevraagd tot 45 bezoeken aan regeringszetels van lidstaten.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.3.6. Begunstigden van het project
Alle belangstellende lidstaten, met desgevraagd bezoeken aan de regeringszetel en missies voor verificatie na verzending.
4.4. Project 4: Outreach, beleidsadvies en internationale coördinatie
4.4.1. Doel van het project
Het project belicht, gebruikt en bouwt voort op de voordelen van iTrace voor internationale en nationale beleidsmakers, voor deskundigen op het vlak van de beheersing van conventionele wapens en voor met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties. CAR zal hiervoor outreach- en beleidsadviesactiviteiten uitvoeren. Deze initiatieven worden ook opgezet voor het verder coördineren van informatie-uitwisseling en voor het smeden van duurzame partnerschappen met personen en organisaties die informatie kunnen genereren die in het iTrace-systeem kan worden geüpload.
4.4.2. Voordeel voor initiatieven van de Unie inzake wapenbeheersing
Het project brengt tijdens talrijke conferenties, evenementen en processen de steun van de Unie voor het iTrace-project onder de aandacht, en het toont aan welke rol het speelt bij het verstrekken van concrete informatie ter ondersteuning van internationale initiatieven inzake wapenbeheersing. De opeenvolgende iTrace-projecten (I-IV) hebben aangetoond dat internationale outreach en beleidsbetrokkenheid een cruciale rol spelen bij 1) het bepalen van de internationale agenda inzake internationale wapenbeheersingsprocessen, en 2) het creëren van mogelijkheden voor samenwerking met niet-EU-landen in het kader van het iTrace-project en EU-initiatieven inzake wapenbeheersing in het algemeen.
4.4.3. Projectactiviteiten
In het kader van dit project worden, met de nodige aandacht voor het voorkomen van doublures met andere acties, zoals outreach met betrekking tot het WHV, de volgende activiteiten ondernomen:
CAR zal zijn brede diplomatieke contacten onderhouden om iTrace en de iTrace-documenten in de schijnwerper te plaatsen, te gebruiken en erop voort te bouwen, met de nadruk op 1) de concrete voordelen als hulpmiddel bij de monitoring van de uitvoering van het WHV, het VN-actieprogramma, het ITI en relevante multilaterale en regionale sanctieregelingen, en andere relevante internationale instrumenten; 2) het nut ervan bij het bepalen welke gebieden bij voorrang voor internationale bijstand en samenwerking in aanmerking komen; en 3) het nut ervan als mechanisme voor het inschatten en profileren van risico’s ten behoeve van met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties en andere betreffende belanghebbenden.
Door de medewerking van iTrace-personeel zullen formele informatie-uitwisselingsovereenkomsten worden aangemoedigd en ontwikkeld die informatie kunnen genereren die in het iTrace-systeem kan worden geüpload, en zullen beleidsmakers worden geholpen bij het bepalen van de gebieden die als eerste voor dialoog, internationale bijstand en samenwerking in aanmerking komen om het beleid en de praktijk te verbeteren.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.4.4. Projectresultaten
Het project zal:
voor nationale en internationale beleidsmakers die zich bezighouden met de uitvoering van de verdragen betreffende beheersing van conventionele wapens en wapenuitvoercontrole (WHV, het VN-actieprogramma en andere relevante internationale instrumenten) en met het ondersteunen van die uitvoering, het nut en het effect aantonen van iTrace en van het concept van het documenteren, compileren en delen van gegevens over omleiding;
relevante informatie voor beleidsmakers en deskundigen op het vlak van beheersing van conventionele wapens opleveren die hen helpt te bepalen welke gebieden als eerste voor internationale bijstand en samenwerking in aanmerking komen, en doeltreffende strategieën ter bestrijding van omleiding uit te werken;
uitvoerige informatie over iTrace en het nut ervan voor de risicobeoordeling opleveren voor met de verlening van wapenuitvoervergunningen belaste instanties, en daarnaast een mogelijkheid voor verdere feedback en systeemverbetering creëren;
informatie-uitwisseling tussen nationale overheden en VN-operaties inzake vredeshandhaving en de monitoring van de naleving van sancties bevorderen, met inbegrip van gegevensverwerking en -analyse in het iTrace-systeem;
dialoog en netwerkvorming bevorderen tussen een groeiende groep deskundigen op het vlak van beheersing van conventionele wapens die betrokken zijn bij het verrichten van onderzoeken ter plaatse naar omleiding van en illegale handel in conventionele wapens en munitie daarvoor;
het publiek er bewuster van maken dat het traceren van conventionele wapens en munitie daarvoor een middel is om te helpen toezien op de implementatie van het WHV, het VN-actieprogramma, het ITI en andere internationale en regionale instrumenten voor de beheersing van wapens en het toezicht op de uitvoer ervan.
4.4.5. Indicatoren voor de uitvoering van het project
Organisatie van, of deelname aan, tot 30 outreach- en beleidsadviesactiviteiten door iTrace-personeel. In het kader daarvan, het verzorgen van presentaties van iTrace-documenten. Het opnemen van outreach- en beleidsadviesactiviteiten in de verhalende kwartaaldocumenten.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.4.6. Begunstigden van het project
Zie punt 4.2.6 hierboven voor een volledige lijst van begunstigden, die identiek is voor de begunstigden van dit project.
4.5. Project 5: iTrace-onderzoeksresultaten
4.5.1. Doel van het project
In het kader van het project zullen, op basis van uit veldonderzoeken gegenereerde gegevens die in het iTrace-systeem worden gepresenteerd, belangrijke documenten worden voortgebracht die helpen om het beleid en de praktijk te verbeteren. In deze documenten moet naar voren komen welke specifieke gebieden aanleiding geven tot internationale bezorgdheid, met inbegrip van belangrijke patronen in de illegale handel in conventionele wapens en munitie, de regionale distributie van illegaal verhandelde conventionele wapens en munitie daarvoor, en welke gebieden als eerste internationale aandacht moeten krijgen.
4.5.2 Voordeel voor initiatieven van de Unie inzake wapenbeheersing
In de iTrace-beleidsdocumenten wordt de internationale aandacht gericht op het uitgebreide karakter van de EU-initiatieven inzake wapenbeheersing en de toezeggingen van de lidstaten om de omleiding van conventionele wapens en munitie daarvoor aan te pakken. Deze documenten krijgen sinds 2013 ruime aandacht in veel van de grootste nieuwskanalen ter wereld en zetten op die manier nationale overheden, parlementsleden en het maatschappelijk middenveld aan tot handelen. Doordat er in de iTrace-documenten niet voor wordt teruggedeinsd om de uit de Unie afkomstige illegale conventionele wapens in kaart te brengen, wordt de progressieve houding van de lidstaten ten aanzien van wapenbeheersing ermee onder de aandacht gebracht. Dit is aantoonbaar bevorderlijk voor de transparantie en de uitbreiding van het ledental en de algemene toepassing van multilaterale verdragen en regelingen inzake ontwapening, non-proliferatie en wapenbeheersing, waartoe wordt opgeroepen in de integrale strategie van de Unie uit 2016 (d.w.z. het beginsel „het goede voorbeeld geven”).
4.5.3. Projectactiviteiten
Grondige analyses, uitmondend in de samenstelling, toetsing, bewerking en publicatie, evenals druk en, indien nodig, verspreiding, van tot 20 iTrace-beleidsdocumenten.
4.5.4. Projectresultaten
Het project zal:
tot 20 documenten opleveren, elk toegespitst op een afzonderlijk punt van internationale bezorgdheid;
zorgen voor de verspreiding van iTrace-beleidsdocumenten onder alle lidstaten;
een gerichte outreachstrategie handhaven met het oog op maximale mondiale dekking;
de zichtbaarheid van de actie in de beleidsarena en in de internationale nieuwsmedia bevorderen, onder meer door actuele informatie over illegale conventionele wapens te presenteren, beleidsrelevante analyses en advies ter ondersteuning van de lopende wapenbeheersingsprocessen te verstrekken, en door documenten zodanig te formuleren dat maximale belangstelling van de internationale nieuwsmedia wordt gewekt.
4.5.5. Indicatoren voor de uitvoering van het project
Tot 20 online openbaar gemaakte iTrace-beleidsdocumenten, opgesteld over de hele looptijd van de voorgestelde actie.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.5.6. Begunstigden van het project
Zie punt 4.2.6 hierboven voor een volledige lijst van begunstigden, die identiek is voor de begunstigden van dit project.
4.6. Project 6: Tracering van en verbeterde onderzoeken naar conventionele wapens en munitie
4.6.1. Doel van het project
Het project blijft formele traceringsverzoeken betreffende illegale conventionele wapens en munitie daarvoor tot de nationale overheden richten, wat dankzij de beantwoording daarvan uitgebreide informatie oplevert over de toeleveringsketens en de locatie en omstandigheden waarin zij naar onbevoegde gebruikers zijn omgeleid. Deze activiteiten zijn erop gericht om naargelang het geval en met de steun van de exporterende staten — met name de voor wapenuitvoer bevoegde controle-instanties van de lidstaten — de mechanismen voor het omleiden van conventionele wapens en munitie daarvoor in kaart te brengen. Traceringen leveren gedetailleerde informatie op over toeleveringsnetwerken van illegale conventionele wapens, brengen gevallen van niet-toegestane heroverdrachten die in strijd zijn met de eindgebruikersovereenkomsten in kaart, signaleren schendingen van het VN- en EU-wapenembargo en waarschuwen lidstaten in het geval van omleiding na uitvoer. Omdat de nationale overheden zelf informatie over de tracering verstrekken, dient het traceringsproces vooral als basis voor de beleidsvorming op het gebied van wapenbeheersing.
4.6.2 Voordeel voor initiatieven van de Unie inzake wapenbeheersing
Het iTrace-project heeft dankzij de traceringsverzoeken informatie kunnen verschaffen ter ondersteuning van diverse rechtshandhavingsinterventies door lidstaten en derde landen, waaronder de vervolging en veroordeling van personen die betrokken waren bij de handel in conventionele wapens en munitie daarvoor en van bijbehorend materiaal.
Traceringsverzoeken waarschuwen de lidstaten ook voor gevallen van omleiding na uitvoer en verschaffen essentiële informatie voor doeltreffende risicoanalyses met betrekking tot wapenuitvoervergunningen. Zo levert iTrace rechtstreeks informatie die de lidstaten helpt bij de uitvoering van criterium 7 van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad (geconsolideerd) en artikel 11 van het WHV. De informatie die via het traceringsproces wordt verkregen, wijst ook onbevoegde eindgebruikers, omleiders van conventionele wapens, onwettige partijen in de toeleveringsketen en illegale financiers aan, zodat de lidstaten worden voorzien van gegevens die beslissend zijn voor de bepaling van het exportrisicoprofiel.
4.6.3. Projectactiviteiten
Een continue stroom van traceringsverzoeken, en bijbehorende mededelingen en vervolgonderzoeken, gedurende het hele project. CAR zal ter ondersteuning van deze activiteiten opkomende technologieën die een betere traceerbaarheid mogelijk maken, onderzoeken en ontwikkelen.
4.6.4. Projectresultaten
Het project zal:
in conflictgebieden aangetroffen illegale conventionele wapens en munitie daarvoor met een ongeëvenaarde snelheid traceren. De verfijning van de standaardprocedures van CAR tijdens iTrace III — na uitgebreid overleg met de lidstaten — zal ervoor zorgen dat de informatie die door de traceringseenheid van CAR is verzameld, vóór de vrijgave ervan door de nationale overheden wordt beoordeeld en zal bijdragen tot de aanleg van het grootste register van getraceerde conflictwapens ter wereld;
de Enhanced Investigation Unit (EIU) van CAR zal gegevens die tijdens de tracering van illegale conventionele wapens en munitie daarvoor zijn verzameld, gebruiken om het „wie, waarom, wat, wanneer en hoe” van omleidingspraktijken beter te kunnen achterhalen en zal de toeleveringsketens in kaart brengen door te kijken naar drie pijlers: menselijke netwerken, financiering van illegale wapens en logistieke bevoorrading. De EIU is overal ter wereld inzetbaar en zal zowel binnen als buiten conflictgebieden proberen om niet-openbare getuigenissen, financiële informatie en documenten te verkrijgen, en
uiteindelijk zal CAR de beleidsmakers een nieuwe reeks opties bieden voor de aanpak van illegale overdrachten van conventionele wapens en munitie daarvoor en de financiële en logistieke netwerken die erachter schuilgaan — als aanvulling op maatregelen als wapenembargo’s en directe uitvoercontroles, met opties om het netwerk te verstoren, gaande van bankonderzoeken tot gerichte containerinspecties en het afgeven van waarschuwingen over tussenpersonen in de wapenhandel.
4.6.5. Indicatoren voor de uitvoering van het project
Het aantal traceringsverzoeken en het succes ervan zullen gedurende de hele actie doorlopend worden opgetekend en geëvalueerd.
Het project wordt uitgevoerd gedurende de volledige projectperiode van iTrace (drie jaar).
4.6.6. Begunstigden van het project
Zie punt 4.2.6 hierboven voor een volledige lijst van begunstigden, die identiek is voor de begunstigden van dit project.
5. Locaties
De projecten 1, 2 en 6 vergen uitgebreide veldinzet van deskundigen op het gebied van conventionele wapens in conflictgebieden. Die operaties worden afzonderlijk beoordeeld op de beveiliging, toegankelijkheid en beschikbaarheid van informatie. CAR heeft in vele van de betrokken landen reeds contacten gelegd of heeft er projecten lopen. Project 3 wordt uitgevoerd in de regeringszetels van de lidstaten (met verdere binnenlandse reizen naargelang de behoeften van de lidstaten). Project 4 wordt op internationale conferenties, en in overleg met nationale overheden en relevante organisaties, wereldwijd uitgevoerd om het project maximale zichtbaarheid te geven. Project 5 wordt in België, Italië, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk uitgevoerd.
6. Duur
De totale looptijd van de gecombineerde projecten wordt op 36 maanden geraamd.
7. Uitvoeringsentiteit en zichtbaarheid van de Unie
CAR brengt kleine veldonderzoekteams onder bij lokale strijdkrachten en veiligheidstroepen, vredeshandhavings-/vredesondersteunend personeel en andere actoren met een veiligheidsopdracht. Wanneer deze troepen/missies illegale wapens of sites waar bewijsmateriaal wordt verzameld, beveiligen, verzamelen de CAR-teams alle beschikbare gegevens over de illegale wapens en de gebruikersgroepen. CAR traceert vervolgens alle items die op unieke wijze kunnen worden geïdentificeerd, en voert verreikende onderzoeken uit naar de illegale overdrachten ervan, de toeleveringsketens en steun aan partijen die een bedreiging vormen voor de vrede en stabiliteit.
In samenwerking met nationale met de verlening van uitvoervergunningen belaste instanties en niet-gouvernementele entiteiten reconstrueert CAR via welke toeleveringsketens wapens in gewapende conflicten terechtkomen, en worden illegale activiteiten en de omleiding van wapens van legale naar illegale markten in kaart gebracht. CAR slaat de verzamelde informatie op in het mondiale iTrace-systeem voor wapenmonitoring, dat met meer dan 650 000 geregistreerde conflictwapens, munitie en bijbehorend materiaal wereldwijd het grootste register voor gegevens over conflictwapens is.
CAR gebruikt deze informatie om a) lidstaten te waarschuwen in geval van omleiding van conventionele wapens en munitie daarvoor, en b) gerichte initiatieven ter bestrijding van omleiding mogelijk te maken, waaronder herziene maatregelen voor uitvoercontrole en internationale diplomatieke actie.
Gebleken is dat omleiding met deze methode vrijwel onmiddellijk kan worden opgespoord, met CAR-veldteams die lidstaten van gevallen van wapenomleiding op de hoogte hebben gebracht terwijl ze nog in de conflictgebieden waren. In sommige gevallen hebben CAR-teams niet-toegestane heroverdrachten van wapens die minder dan twee maanden eerder waren geproduceerd, ontdekt.
CAR heeft bij Besluit (GBVB) 2019/2191 de nodige steun gekregen om het bij Besluit (GBVB) 2013/698 van 25 november 2013 ingestelde en bij Besluit (GBVB) 2015/1908 en Besluit (GBVB) 2017/2283 verlengde iTrace-project voort te zetten en te verruimen. De projecten — respectievelijk iTrace I, II en III — hebben iTrace duidelijk op de kaart gezet als een belangrijk mondiaal initiatief voor het monitoren van wapens in een conflict, en hebben rechtstreekse steun geboden aan met de verlening van uitvoervergunningen belaste instanties en beleidsmakers van de Unie op het gebied van wapenbeheersing.
Op 2 december 2015 heeft de EU er in haar actieplan ter bestrijding van de illegale handel in en het gebruik van vuurwapens en explosieven toe opgeroepen het gebruik van iTrace uit te breiden, en aanbevolen dat nationale rechtshandhavingsinstanties die een omleiding van wapens en munitie ontdekken, hun bevindingen stelselmatig vergelijken met de gegevens in iTrace. In 2019 heeft CAR met Europol een memorandum van overeenstemming gesloten om bij deze activiteiten te helpen. CAR heeft ook iTrace-gegevens aan het iARMS-systeem van Interpol geleverd en heeft Interpol geholpen om wapens te identificeren die door lidstaten naar iARMS waren geüpload.
CAR neemt alle passende maatregelen om bekend te maken dat de Europese Unie de actie financiert. Die maatregelen worden getroffen aan de hand van de „Communications and Visibility Manual for European Union External Actions” (Handleiding communicatie en zichtbaarheid voor het externe optreden van de Europese Unie) die de Europese Commissie heeft opgesteld en gepubliceerd.
CAR waarborgt zodoende de zichtbaarheid van de Uniebijdrage met passende profilering en publiciteit, waarin de rol van de Unie wordt benadrukt, de transparantie van haar optreden wordt gegarandeerd en bekendheid wordt gegeven aan de redenen voor het besluit, de steun van de Unie voor het besluit en de resultaten van die steun. Op het door het project geproduceerde materiaal is de vlag van de Unie duidelijk zichtbaar, overeenkomstig de richtsnoeren van de Unie voor het juiste gebruik en de juiste weergave van de vlag.
8. Methode en waarborgen voor nationale-overheidspartners
Van de iTrace-actie wordt ook in de toekomst op een politiek evenwichtige manier verslag uitgebracht. Overeenkomstig de kernbeginselen van onafhankelijkheid en objectiviteit van CAR wordt in het kader van de actie verslag gelegd over illegale conventionele wapens en munitie daarvoor die door de veldonderzoekteams van CAR in de door conflicten getroffen staten werden gedocumenteerd, ongeacht het type of de herkomst ervan en ongeacht de gezindheid van de partij die de wapens in haar bezit heeft. CAR onderkent dat lidstaten die – met het oog op transparantie – informatie openbaar maken, hun wapenuitvoer aan meer publieke controle blootstellen. CAR spant zich daarom in om zoveel mogelijk:
in zijn openbare verslaglegging erkenning te tonen jegens lidstaten die – om transparant te zijn – aan de iTrace-actie informatie hebben verstrekt, en
te waarborgen dat in de openbare verslaglegging van iTrace een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de eerder genoemde lidstaten en de staten die systematisch nalaten informatie vrij te geven die kan helpen bij de onderzoeken in het kader van iTrace.
8.1. Operationele duidelijkheid
CAR zal om de voorafgaande goedkeuring van de Coarm verzoeken telkens als het werkelijke activiteiten opzet in een land waar voordien geen iTrace-veldonderzoeken of iTrace-opleidings- en begeleidingsprogramma’s plaatsvonden. CAR moet bij elk dergelijk verzoek beschrijven waar de algemene klemtoon van de onderzoeken zal liggen en welke methode voor het beoogde land zal worden gehanteerd. Ten tijde van de vaststelling van dit besluit van de Raad hadden in de volgende landen al iTrace-programma’s gelopen: Afghanistan; Bahrein; Benin; Burkina Faso; Kameroen; Centraal-Afrikaanse Republiek; Tsjaad; Democratische Republiek Congo; Ivoorkust; Egypte; Ethiopië; Gambia; Ghana; India; Irak; Israël; Jordanië; Kenia; Libanon; Libië; Mali; Mauritanië; Marokko; Mozambique; Myanmar/Birma; Nepal; Niger; Nigeria; Filipijnen; Saudi-Arabië; Senegal; Somalië; Zuid-Sudan; Sudan; Syrië; Togo; Tunesië; Turkije; Uganda; Oekraïne; Verenigde Arabische Emiraten; en Jemen.
8.2. Beperken van de vertekening
CAR onderkent dat de mate van gedetailleerdheid die de nationale overheden aan de dag leggen wanneer zij traceringsverzoeken beantwoorden — gaande van geen antwoord tot volledige openbaarmaking en de verstrekking van overdrachtdocumenten — ertoe kan leiden dat de lidstaten niet met dezelfde mate van publieke controle te maken krijgen. CAR zal elke vorm van impliciete vertekening in de iTrace-rapportage die dergelijke verschillen in de bereidheid bij traceringsverzoeken met zich meebrengen, beperken door:
in een inleidende tekst expliciet alle gevallen te noemen die in het kader van de iTrace-actie zijn gemeld en waarbij de lidstaten zo transparant zijn geweest om de traceringsverzoeken te beantwoorden op een manier die in voorkomend geval eenduidig de rechtmatigheid van de betrokken overdrachten bevestigt;
in een inleidende tekst expliciet alle gevallen te noemen die in het kader van de iTrace-actie zijn gemeld en waarbij er landen geen antwoord op een traceringsverzoek hebben gegeven, met de vermelding „bij gebrek aan een antwoord op het traceringsverzoek kan CAR zich niet uitspreken over de rechtmatigheid van de overdracht in kwestie” (dit geldt niet voor gevallen waarin lidstaten met redenen hebben omkleed waarom ze een traceringsverzoek niet onmiddellijk of volledig kunnen beantwoorden), en
bij de EDEO een rapport in te dienen met daarin alle gevallen waarin landen hebben nagelaten om binnen 28 dagen nadat ze een traceringsverzoek hadden ontvangen, de ontvangst daarvan aan CAR te bevestigen. CAR houdt alle ontvangstbevestigingen bij die het per brief, fax, e-mail of telefoon ontvangt.
8.3. Het traceringsproces
De lidstaten en niet-gouvernementele entiteiten beantwoorden traceringsverzoeken die CAR in het kader van het iTrace-project tot hen richt geheel naar eigen goeddunken, in overeenstemming met hun nationale wetgeving inzake uitvoercontroles en vertrouwelijkheid van gegevens.
CAR zendt de traceringsverzoeken voor items waarvoor een uitvoercontrole geldt in eerste instantie elektronisch toe aan de permanente vertegenwoordiging van de regering bij de Verenigde Naties in New York, maar moedigt nationale overheden (om administratieve redenen) aan om voor de toekomstige communicatie met de iTrace-actie een contactpunt in hun hoofdstad aan te wijzen. Bij items waarvoor geen controle geldt, stuurt CAR traceringsverzoeken elektronisch naar de productie- of uitvoerende entiteiten.
Het traceringsproces verloopt volgens de interne standaardprocedure (SOP 02.02) en behelst de volgende stappen:
bij het verzamelen van gegevens zullen veldonderzoekteams die conventionele wapens en munitie daarvoor moeten traceren, deze in het Global Weapon Reporting System van iTrace als „te traceren” aanmerken;
de traceringseenheid van CAR controleert alle andere gegevens die ter plaatse zijn verzameld en stuurt, in overleg met de analyse-eenheid van CAR, bijkomende traceringsverzoeken uit die ze nodig acht;
Als er items als te traceren zijn aangemerkt, zal het systeem automatisch: i) aan elk item een traceringsverzoeknummer toekennen; ii) traceringsverzoeken voor één of meer items die uit één land afkomstig zijn, samenvoegen in één traceringsbericht; en iii) aan elk traceringsbericht een correspondentienummer toekennen;
bij het versturen van een traceringsbericht gaat een wachttermijn van 28 dagen in, rekening houdend met de nationale procedures van bijvoorbeeld lidstaten. Tijdens die wachttermijn mag het item niet door CAR worden gepubliceerd of anderszins vermeld;
als de traceringseenheid na 28 dagen geen antwoord op het traceringsverzoek heeft ontvangen, kan het overgaan tot een herinnering (per e-mail of telefoon, waarbij alle communicatie wordt bijgehouden). Na de herinnering volgt geen nieuwe termijn van 28 dagen;
als de traceringseenheid een antwoord op een traceringsverzoek ontvangt, stelt zij alle betrokken personeelsleden daarvan in kennis. De betrokken personeelsleden bespreken vervolgens het antwoord met de traceringseenheid en bepalen wat er moet gebeuren (m.a.w. heeft de antwoordende partij de vragen van CAR beantwoord? Moet CAR een vervolgonderzoek instellen of om verduidelijking vragen? Kan CAR een kennisgeving van het recht van weerwoord uitbrengen?);
zodra alle verduidelijkingen zijn ontvangen, stelt de traceringseenheid een kennisgeving van het recht van weerwoord op. Het gaat om een beknopte samenvatting van de informatie die naar aanleiding van het verzoek van CAR is verstrekt en bevat punten van voorbehoud naar aanleiding van ontbrekende of onduidelijke informatie. De tekst is bedoeld om letterlijk in iTrace en bij de werkzaamheden van CAR te worden overgenomen en moet de informatie die de antwoordende partij in het kader van het traceringsverzoek heeft verstrekt, zo volledig mogelijk weergeven. De traceringseenheid stuurt de ontwerptekst ter beoordeling naar het team dat voor het instellen van het traceringsverzoek verantwoordelijk was. Als de tekst wordt aanvaard, stelt het team de traceringseenheid daarvan schriftelijk in kennis, en verstuurt de traceringseenheid de kennisgeving van het recht van weerwoord;
bij het versturen van een kennisgeving van het recht van weerwoord gaat een wachttermijn van 28 dagen in tijdens dewelke CAR de antwoordende partij verzoekt om toevoegingen of wijzigingen aan de tekst voor te stellen;
als de antwoordende partij wijzigingen aan de tekst voorstelt, dan zal CAR deze wijzigingen aanbrengen en een nieuwe tekst uitbrengen waarop een recht van weerwoord berust. Telkens als de traceringseenheid een herwerkte kennisgeving van het recht van weerwoord uitbrengt, gaat er een nieuwe wachttermijn van 28 dagen in. Deze werkwijze kan worden herhaald tot CAR van oordeel is dat de constructieve dialoog is afgerond. CAR is niet verplicht om ad infinitum wijzigingen aan de tekst met recht van weerwoord te aanvaarden;
het weerwoordproces eindigt ofwel als de betrokken overheid of entiteit aan CAR laat weten dat de tekst kan worden aanvaard, ofwel als CAR meent dat verdere door de betrokken overheid of entiteit voorgestelde wijzigingen ongeldig of overbodig zijn. Als de overheid aan CAR meedeelt het niet eens te zijn, en als CAR de aangevoerde argumenten ongeldig of overbodig acht, dan moet CAR in de kennisgeving van het recht van weerwoord naar deze bezwaren verwijzen;
in gevallen waarin het weerwoordproces nog aan de gang is en de publicatie nadert, deelt CAR twee weken voor de „lock text”-datum aan de antwoordende partij mee dat er na die datum geen wijzigingen meer aan de te publiceren tekst worden aangebracht;
als de traceringseenheid alle toevoegingen en wijzigingen in de kennisgeving van het recht van weerwoord heeft aangebracht, stuurt zij de ontwerptekst naar het team dat voor het instellen van het traceringsverzoek verantwoordelijk was. Als de tekst is aanvaard, stelt het CAR-team de traceringseenheid hiervan schriftelijk in kennis. Na de goedkeuring ervan wordt de kennisgeving van het recht van weerwoord als „locked” aangemerkt en kan deze niet meer worden gewijzigd. Vanaf dat moment moet de tekst in alle openbare of niet-openbare documenten waarin hiernaar wordt verwezen, letterlijk worden overgenomen. Het is daarom absoluut noodzakelijk dat de traceringseenheid en de betrokken teams het eens worden over de volledige, letterlijke tekst alvorens een kennisgeving van het recht van weerwoord uit te brengen, en
als een overheid of entiteit in haar antwoord op traceringsverzoeken van CAR het volgende punt in de toeleveringsketen aanwijst, richt CAR een nieuw traceringsverzoek aan die partij en begint het traceringsproces opnieuw bij punt a) hierboven.
8.4. Voorafgaande kennisgeving
CAR stelt alle partijen waarnaar in iTrace-publicaties wordt verwezen, hiervan vooraf in kennis. Dit gebeurt in de vorm van een formele kennisgeving die wordt opgesteld door de auteur van de verwachte publicatie en wordt verstuurd door de traceringseenheid. De voorafgaande kennisgeving beschrijft hoe de relatie tussen de overheid of andere entiteit en de zaak in kwestie in het rapport zal worden vermeld, en is bedoeld om te waarborgen dat:
CAR de nodige zorgvuldigheid heeft betracht als het in zijn documenten of werkzaamheden beweringen over een entiteit doet of ernaar verwijst, en
dat de informatie in de documenten van CAR juist en redelijk is.
Bij het versturen van een voorafgaande kennisgeving gaat een wachttermijn van 14 dagen in tijdens dewelke CAR de ontvangers verzoekt om te controleren of de informatie klopt en om eventuele bezwaren kenbaar te maken. Het item mag tijdens die termijn van 14 dagen niet door CAR worden gepubliceerd of anderszins vermeld.
9. Rapportage
Conflict Armament Research zal verhalende kwartaaldocumenten opstellen. Deze bevatten onder meer gedetailleerde informatie over de werkzaamheden die gedurende de verslagperiode voor elk project hebben plaatsgevonden, met inbegrip van data en nationale instellingen. De rapportage heeft ook betrekking op het aantal raadplegingen dat iTrace met de lidstaten heeft gehad.
De geografische reikwijdte van de onderzoeksactiviteiten, het aantal en de categorie van de bevindingen, alsmede de oorsprong ervan, zullen beschikbaar zijn op het online-, realtime-iTrace-dashboard.
( 1 ) Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad van 8 december 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 335 van 13.12.2008, blz. 99).
( 2 ) Besluit (GBVB) 2019/1560 van de Raad van 16 september 2019 tot wijziging van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie (PB L 239 van 17.9.2019, blz. 16).