This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02019R0942-20240716
Regulation (EU) 2019/942 of the European Parliament and of the Council of 5 June 2019 establishing a European Union Agency for the Cooperation of Energy Regulators (recast) (Text with EEA relevance)
Consolidated text: Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (herschikking) (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2019/942 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (herschikking) (Voor de EER relevante tekst)
02019R0942 — NL — 16.07.2024 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2019/942 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 5 juni 2019 tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (herschikking) (PB L 158 van 14.6.2019, blz. 22) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2022/869 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 30 mei 2022 |
L 152 |
45 |
3.6.2022 |
|
VERORDENING (EU) 2024/1106 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 11 april 2024 |
L 1106 |
1 |
17.4.2024 |
|
VERORDENING (EU) 2024/1747 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 juni 2024 |
L 1747 |
1 |
26.6.2024 |
VERORDENING (EU) 2019/942 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 5 juni 2019
tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators
(herschikking)
(Voor de EER relevante tekst)
Hoofdstuk I
Doelstellingen en taken
Artikel 1
Oprichting en doelstellingen
Artikel 2
Handelingen van ACER
ACER:
brengt advies uit en doet aanbevelingen aan transmissiesysteembeheerders, het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas, de EU DSB-entiteit, regionale coördinatiecentra en benoemde elektriciteitsmarktbeheerders;
brengt advies uit en doet aanbevelingen aan het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 van de Commissie ( 1 ) opgerichte centrale toewijzingsplatform;
brengt advies uit en doet aanbevelingen aan regulerende instanties;
brengt advies uit en doet aanbevelingen aan het Europees Parlement, de Raad of de Commissie;
neemt individuele beslissingen over het verstrekken van informatie overeenkomstig artikel 3, lid 2, artikel 7, lid 2, punt b), en artikel 8, punt c); over goedkeuringen van de methoden en voorwaarden overeenkomstig artikel 4, lid 4, en artikel 5, leden 2, 3 en 4; over de in artikel 5, lid 7, bedoelde herziening van de biedzones; over de in artikel 6, lid 1, bedoelde technische aangelegenheden; over arbitrage tussen regulators overeenkomstig artikel 6, lid 10; over taken in verband met regionale coördinatiecentra zoals bedoeld in artikel 7, lid 2, punt a); over goedkeuringen en wijzigingen van methoden en berekeningen en technische specificaties zoals bedoeld in artikel 9, lid 1; over goedkeuringen en wijzigingen van methoden zoals bedoeld in artikel 9, lid 3; over de in artikel 10 bedoelde vrijstellingen; over infrastructuur zoals bedoeld in artikel 11, punt d); over kwesties ten aanzien van de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt krachtens artikel 12; over goedkeuringen en wijzigingen van het gezamenlijke voorstel van het ENTSB voor elektriciteit en de EU DSB-entiteit in verband met het soort en het formaat van de gegevens en de methode voor de krachtens artikel 5, lid 9, te verstrekken analyses inzake de flexibiliteitsbehoeften;
Artikel 3
Algemene taken
ACER is bevoegd om besluiten te nemen met het oog op de in de eerste alinea bedoelde vragen naar informatie. In zijn besluiten vermeldt ACER het doel van het verzoek, de rechtsgrond op basis waarvan de informatie wordt opgevraagd en de voor de informatieverstrekking vastgestelde termijn. Die termijn moet evenredig zijn met het verzoek.
ACER gebruikt uit hoofde van deze verordening ontvangen vertrouwelijke informatie alleen voor het uitvoeren van de taken die bij deze verordening aan ACER zijn opgedragen. ACER waarborgt een passende gegevensbescherming voor alle informatie overeenkomstig artikel 41.
Dit lid is ook van toepassing op het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform.
Artikel 4
Taken van ACER in verband met de samenwerking van transmissiesysteembeheerders en distributiesysteembeheerders
ACER kan advies uitbrengen aan:
het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 30, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2019/943 en aan het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009, over de netcodes;
het ENTSB voor elektriciteit overeenkomstig artikel 32, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EU) 2019/943, en aan het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 9, lid 2, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 715/2009, over de ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma, het ontwerp van netontwikkelingsplan dat de gehele Unie dekt, en andere relevante documenten als genoemd in artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 8, lid 3, van Verordening (EG) nr. 715/2009, daarbij rekening houdend met de doelstellingen van non-discriminatie, effectieve mededinging en de efficiënte en zekere werking van de interne markten voor elektriciteit en aardgas;
de EU DSB-entiteit over de ontwerpversie van het jaarlijkse werkprogramma en andere relevante documenten die worden genoemd in artikel 55, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943, daarbij rekening houdend met de doelstellingen van non-discriminatie, effectieve mededinging en de efficiënte en zekere werking van de interne markten voor elektriciteit en aardgas.
ACER geeft op verzoek van een of meer regulerende instanties of op eigen initiatief een met redenen omkleed advies en een aanbeveling aan het ENTSB voor elektriciteit, de EU DSB-entiteit of de regionale coördinatiecentra over de naleving van hun verplichtingen.
Artikel 5
Taken van ACER ten aanzien van de totstandbrenging en tenuitvoerlegging van netcodes en richtsnoeren
ACER neemt deel aan de ontwikkeling van netcodes in overeenstemming met artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009, en van richtsnoeren overeenkomstig artikel 61, lid 6, van Verordening (EU) 2019/943. Het moet met name:
niet-bindende kaderrichtsnoeren bij de Commissie indienen wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 4, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009. ACER beziet de kaderrichtsnoeren en dient ze opnieuw bij de Commissie in wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 7, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6, lid 4, van Verordening (EG) nr. 715/2009;
een naar behoren met redenen omkleed advies over de netcode indienen bij het ENTSB voor gas overeenkomstig artikel 6, lid 7, van Verordening (EG) nr. 715/2009;
de netcode herzien overeenkomstig artikel 59, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, lid 9, van Verordening (EG) nr. 715/2009. Bij zijn herziening houdt ACER rekening met de door de betrokken partijen tijdens het opstellen van die herziene netcode onder leiding van het ENTSB voor elektriciteit of de EU DSB-entiteit verstrekte zienswijzen; ACER raadpleegt de relevante belanghebbenden officieel over de aan de Commissie voor te leggen versie. ACER kan daartoe, in voorkomend geval, een beroep doen op het bij de netcodes opgerichte comité. ACER brengt bij de Commissie verslag uit over het resultaat van de raadplegingen. Vervolgens legt ACER de herziene netcode aan de Commissie voor overeenkomstig artikel 59, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, lid 9, van Verordening (EG) nr. 715/2009. Indien het ENTSB voor elektriciteit, het ENTSB voor gas of de EU DSB-entiteit er niet in slaagt een netcode te ontwikkelen, stelt ACER een ontwerpnetcode op en dient deze bij de Commissie in wanneer het hierom wordt verzocht uit hoofde van artikel 59, lid 12, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6, lid 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009;
overeenkomstig artikel 32, lid 1, van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 715/2009 een naar behoren met redenen omkleed advies uitbrengen aan de Commissie wanneer het ENTSB voor elektriciteit of het ENTSB voor gas of de EU DSB-entiteit geen uitvoering heeft gegeven aan een van de netcodes die zijn opgesteld uit hoofde van artikel 30, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 715/2009 of aan een netcode die is vastgesteld overeenkomstig artikel 59, leden 3 tot en met 12, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, leden 1 tot en met 10, van Verordening (EG) nr. 715/2009 maar die door de Commissie niet is aangenomen uit hoofde van artikel 59, lid 13, van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6, lid 11, van Verordening (EG) nr. 715/2009;
toezicht uitoefenen op en de implementatie analyseren van de netcodes die door de Commissie zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 en artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009, en de richtsnoeren die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 61 van Verordening (EU) 2019/943, alsmede de weerslag ervan op de harmonisatie van de toepasselijke voorschriften die gericht zijn op het vergemakkelijken van de marktintegratie, alsmede non-discriminatie, daadwerkelijke mededinging en het efficiënt functioneren van de markt, en verslag uitbrengen aan de Commissie.
Indien een van de volgende rechtshandelingen voorziet in de opstelling van voorstellen voor gemeenschappelijke voorwaarden of methoden voor de uitvoering van netcodes en richtsnoeren die de goedkeuring van alle regulerende instanties vereisen, worden die voorstellen voor gemeenschappelijke voorwaarden of methoden voorgelegd aan ACER ter beoordeling en goedkeuring:
een volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde wetgevingshandeling van de Unie;
netcodes en richtsnoeren vastgesteld vóór 4 juli 2019 en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren, of
netcodes en richtsnoeren vastgesteld als uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ).
Indien een van de volgende rechtshandelingen voorziet in de opstelling van voorstellen voor voorwaarden of methoden voor de uitvoering van netcodes en richtsnoeren die de goedkeuring door alle bevoegde regulerende instanties van de betrokken regio vereisen, besluiten die regulerende instanties met eenparigheid van stemmen over de voorwaarden of methoden die door elk van deze regulerende instanties moeten worden goedgekeurd:
een volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde wetgevingshandeling van de Unie;
netcodes en richtsnoeren vastgesteld vóór 4 juli 2019 en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren, of
netcodes en richtsnoeren vastgesteld als uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad.
De in de eerste alinea bedoelde voorstellen worden aan ACER meegedeeld binnen een week nadat zij aan die bevoegde regulerende instanties zijn voorgelegd. De regulerende instanties kunnen de voorstellen ter goedkeuring aan ACER voorleggen overeenkomstig artikel 6, lid 10, tweede alinea, onder b); indien geen in de eerste alinea bedoeld besluit met eenparigheid van stemmen is genomen, leggen zij het voorstel aan ACER voor overeenkomstig artikel 6, lid 10, onder a).
De directeur of de raad van regulators kan op eigen initiatief of op voorstel van een of meerdere van zijn leden, de regulerende instanties van de betrokken regio verplichten het voorstel ter goedkeuring aan ACER voor te leggen. Die verplichting blijft beperkt tot gevallen waarin het op regionaal niveau overeengekomen voorstel een tastbaar effect op de interne energiemarkt of op voorzieningszekerheid buiten de regio zou hebben.
ACER oefent toezicht uit op het overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1719 opgerichte centrale toewijzingsplatform.
Artikel 6
Taken van ACER in verband met de regulerende instanties
▼M2 —————
ACER is bevoegd om individuele beslissingen te nemen over reguleringskwesties met gevolgen voor de grensoverschrijdende handel of de grensoverschrijdende systeemveiligheid waarvoor een gezamenlijk besluit van ten minste twee regulerende instanties vereist is, wanneer dergelijke bevoegdheden aan de regulerende instanties zijn toegekend op grond van een van de volgende rechtshandelingen:
een volgens de gewone wetgevingsprocedure vastgestelde wetgevingshandeling van de Unie, of
netcodes en richtsnoeren die vóór 4 juli 2019 en latere herzieningen van deze netcodes en richtsnoeren zijn aangenomen, of
netcodes en richtsnoeren die zijn aangenomen als uitvoeringshandelingen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011.
ACER is bevoegd de in de eerste alinea gespecificeerde individuele beslissingen te nemen in de volgende situaties:
indien de bevoegde regulerende instanties niet in staat zijn gebleken overeenstemming te bereiken binnen zes maanden vanaf de datum waarop het geval naar de laatste van deze regulerende instanties is verwezen, of binnen vier maanden vanaf die datum in gevallen bedoeld in artikel 4, lid 7, van deze verordening of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944, of
in reactie op een gezamenlijk verzoek van de bevoegde regulerende instanties.
De bevoegde regulerende instanties kunnen gezamenlijk verzoeken om verlenging van de in de tweede alinea, onder a), van dit lid bedoelde periode met maximaal zes maanden, behalve in gevallen bedoeld in artikel 4, lid 7, van deze verordening of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944.
Wanneer de bevoegdheid om over de in de eerste alinea bedoelde grensoverschrijdende kwesties te beslissen, is overgedragen aan regulerende instanties in nieuwe netcodes of richtsnoeren die na 4 juli 2019 als gedelegeerde handelingen zijn vastgesteld, is ACER enkel bevoegd om beslissingen te nemen op vrijwillige basis overeenkomstig punt b) van de tweede alinea van dit lid, op verzoek van ten minste 60 % meerderheid van de bevoegde regulerende instanties. Indien er slechts twee regulerende instanties bij betrokken zijn, kan een van hen de zaak doorverwijzen naar ACER.
Uiterlijk op 31 oktober 2023 en vervolgens om de drie jaar dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de eventuele noodzaak om de betrokkenheid van ACER verder te versterken bij het oplossen van geschillen tussen regulerende instanties met betrekking tot gezamenlijke besluiten over aangelegenheden waarvoor de bevoegdheden na 4 juli 2019 bij een gedelegeerde handeling aan die regulerende instanties werden verleend. Indien nodig gaat het verslag vergezeld van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van die bevoegdheden of tot overdracht van de nodige bevoegdheden aan ACER.
Indien een geval krachtens lid 10 naar ACER is verwezen:
neemt ACER een besluit binnen zes maanden vanaf de datum van de verwijzing, of binnen vijf maanden vanaf die datum in het geval van artikel 4, lid 7, van deze verordening, of artikel 59, lid 1, onder c), of artikel 62, lid 1, onder f), van Richtlijn (EU) 2019/944, en
kan ACER indien noodzakelijk een voorlopig besluit nemen om de voorzieningszekerheid of de operationele veiligheid te waarborgen.
Artikel 7
Taken van ACER ten aanzien van de regionale coördinatiecentra
Om de in lid 1 bedoelde taken efficiënt en vlot uit te voeren, doet ACER met name het volgende:
besluiten over de configuratie van systeembeheerregio's overeenkomstig artikel 36, leden 3 en 4, en goedkeuringen verlenen overeenkomstig artikel 37, lid 2, van Verordening (EU) 2019/943;
waar nodig informatie vragen van regionale coördinatiecentra overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2019/943;
advies uitbrengen en aanbevelingen doen aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie;
advies uitbrengen en aanbevelingen doen aan regionale coördinatiecentra.
Artikel 8
Taken van ACER ten aanzien van de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders
Om ervoor te zorgen dat de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders hun functies in het kader van Verordening (EU) 2019/943 en Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie ( 5 ) kunnen uitoefenen:
houdt ACER toezicht op de voortgang die de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders maken bij het opzetten van de functies op grond van Verordening (EU) 2015/1222;
doet ACER de Commissie aanbevelingen overeenkomstig artikel 7, lid 5, van Verordening (EU) 2015/1222;
vraagt ACER zo nodig informatie op van de benoemde elektriciteitsmarktbeheerders.
Artikel 9
Taken van ACER ten aanzien van de bevoorradingszekerheid en de risicoparaatheid
ACER keurt de volgende voorstellen goed en wijzigt deze zo nodig:
de voorstellen voor methoden en berekeningen in verband met de Europese beoordeling van de toereikendheid van de elektriciteitsvoorziening overeenkomstig artikel 23, leden 3, 4, 6 en 7 van Verordening (EU) 2019/943;
de voorstellen voor technische specificaties voor grensoverschrijdende deelname aan capaciteitsmechanismen overeenkomstig artikel 26, lid 11, van Verordening (EU) 2019/943.
ACER keurt de volgende methoden goed en wijzigt deze zo nodig:
methoden om elektriciteitscrisisscenario's op regionaal niveau vast te stellen overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EU) 2019/941;
methoden om beoordelingen van kortetermijn- en seizoensgebonden toereikendheid te maken overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EU) 2019/941.
Artikel 10
Taken van ACER ten aanzien van vrijstellings- en ontheffingsbesluiten
ACER mag de vrijstellingen verlenen als bedoeld in artikel 63, lid 5, van Verordening (EU) 2019/943. Het mag ook ontheffingen verlenen als bedoeld in artikel 36, lid 4, van Richtlijn 2009/73/EG wanneer de infrastructuur in kwestie op het grondgebied van meer dan één lidstaat gelegen is.
Artikel 11
Taken van ACER ten aanzien van de infrastructuur
Wat de trans-Europese energie-infrastructuur betreft, moet ACER, in nauwe samenwerking met de regulerende instanties en het ENTSB voor elektriciteit en het ENTSB voor gas:
toezicht houden op de vorderingen bij de uitvoering van projecten om nieuwe interconnectiecapaciteit te scheppen;
toezicht houden op de uitvoering van de netwerkontwikkelingsplannen die de gehele Unie dekken. Indien ACER constateert dat de uitvoering niet strookt met die plannen, onderzoekt het de redenen van deze inconsistenties en doet het aanbevelingen aan de betrokken transmissiesysteembeheerders, de regulerende instanties of andere bevoegde organen met het oog op de uitvoering van de investeringen volgens de netontwikkelingsplannen die de gehele Unie dekken;
uitvoeren van de verplichtingen van artikel 5, artikel 11, lid 3, artikel 11, leden 6 tot en met 9, de artikelen 12, 13 en 17 en bijlage III, afdeling 2, punt 12, bij Verordening (EU) 2022/869 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 );
besluiten nemen ten aanzien van investeringsaanvragen, inclusief de grensoverschrijdende kostentoewijzing, op grond van artikel 16, lid 7, van Verordening (EU) 2022/869.
Artikel 12
Taken van ACER ten aanzien van de integriteit en de transparantie van de groothandelsmarkt
Met het oog op effectief toezicht op de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt moet ACER, in nauwe samenwerking met de regulerende instanties en andere nationale autoriteiten:
toezicht houden op groothandelsmarkten, gegevens verzamelen en delen en een Europees register van marktdeelnemers oprichten overeenkomstig de artikelen 7 tot en met 12 van Verordening (EU) nr. 1227/2011;
de Commissie aanbevelingen doen overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) nr. 1227/2011;
onderzoeken op grond van de artikelen 13 tot en met 13 quater en artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1227/2011 doen en coördineren;
een vergunning verlenen aan platformen voor voorwetenschap en aan geregistreerde rapportagemechanismen op grond van de artikelen 4 bis en 9 bis van Verordening (EU) nr. 1227/2011 en er toezicht op houden;
de bevoegdheid hebben om dwangsommen op te leggen in de in artikel 13 octies van Verordening (EU) nr. 1227/2011 bedoelde gevallen.
Artikel 13
Toekenning van nieuwe taken aan ACER
ACER kan onder duidelijk omschreven voorwaarden, die door de Commissie zijn vastgesteld in netcodes aangenomen krachtens artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 en in richtsnoeren aangenomen krachtens artikel 61 van die verordening of artikel 23 van Verordening (EG) nr. 715/2009, over kwesties in verband met het doel waarvoor het is opgericht, belast worden met aanvullende taken die geen beslissingsbevoegdheden inhouden.
Artikel 14
Raadplegingen, transparantie en procedurele waarborgen
Alle documenten en notulen van raadplegingsvergaderingen die zijn gehouden gedurende de uitwerking van kaderrichtsnoeren overeenkomstig artikel 59 van Verordening (EU) 2019/943 of artikel 6 van Verordening (EG) nr. 715/2009, alsmede gedurende de wijziging van de in lid 1 bedoelde netcodes, worden openbaar gemaakt.
Artikel 15
Toezicht op en verslaglegging inzake de elektriciteits- en aardgassector
ACER brengt na de beoordeling overeenkomstig artikel 7 bis, lid 7, van Verordening (EU) 2019/943 een verslag uit over het effect van het gebruik van peak-shavingproducten op de elektriciteitsmarkt van de Unie tijdens een crisis en na de beoordeling overeenkomstig artikel 7 bis, lid 8, van die verordening een verslag over het effect van peak-shavingproducten op de elektriciteitsmarkt van de Unie onder normale marktomstandigheden.
Hoofdstuk II
Organisatie van ACER
Artikel 16
Juridische status
Artikel 17
Administratieve en beheersstructuur
ACER bestaat uit:
een raad van bestuur, die de in artikel 19 vermelde taken vervult;
een raad van regulators, die de in artikel 22 vermelde taken vervult;
een directeur, die de in artikel 24 vermelde taken vervult, en
een raad van beroep, die de in artikel 28 vermelde taken vervult.
Artikel 18
Samenstelling van de raad van bestuur
In het reglement van orde wordt het volgende nader bepaald:
de regeling voor de stemming, met name de voorwaarden waaronder een lid namens een ander lid kan handelen, alsmede de eventuele voorschriften inzake quorum, en
de regeling betreffende de rotatie die van toepassing is op de door de Raad benoemde leden van de raad van bestuur en die ten doel heeft over langere tijd gezien een evenwichtige deelname door de lidstaten mogelijk te maken.
Artikel 19
Functies van de raad van bestuur
De raad van bestuur vervult de volgende functies:
na de raad van regulators te hebben geraadpleegd en een gunstig advies te hebben verkregen overeenkomstig artikel 22, lid 5, onder c), de directeur benoemen overeenkomstig artikel 23, lid 2, en, in voorkomend geval, zijn ambtstermijn verlengen of hem van zijn functie ontheffen;
formeel de leden van de raad van regulators aanwijzen die worden benoemd overeenkomstig artikel 21, lid 1;
formeel de leden van de raad van beroep aanwijzen overeenkomstig artikel 25, lid 2;
erop toezien dat ACER zijn opdracht vervult en de eraan opgedragen werkzaamheden verricht overeenkomstig de in deze verordening vastgelegde voorwaarden;
het in artikel 20, lid 1, bedoelde programmeringsdocument vaststellen met een meerderheid van twee derde van zijn leden, en het in voorkomend geval wijzigen in overeenstemming met artikel 20, lid 3;
de jaarlijkse begroting van ACER met een tweederdemeerderheid goedkeuren en zijn andere begrotingsfuncties uitoefenen volgens de artikelen 31 tot en met 35;
na akkoord van de Commissie, besluiten over de aanvaarding van alle legaten, schenkingen en subsidies die afkomstig zijn uit andere bronnen van de Unie of een vrijwillige bijdrage van de lidstaten of de regulerende instanties. In het overeenkomstig artikel 35, lid 4, door de raad van bestuur uitgebrachte advies wordt uitdrukkelijk ingegaan op de in de lijst in dit lid genoemde financieringsbronnen;
na overleg met de raad van regulators tuchtrechtelijk gezag uitoefenen over de directeur. Bovendien oefent hij, in overeenstemming met lid 2, ten aanzien van het personeel van ACER, de bevoegdheden uit die bij het statuut aan het tot aanstelling bevoegde gezag en bij de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden aan het tot het aangaan van de overeenkomst bevoegd gezag zijn verleend;
het personeelsbeleid van ACER bepalen ter uitvoering van het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden krachtens artikel 110 van het statuut overeenkomstig artikel 39, lid 2;
de praktische maatregelen vaststellen inzake het recht van toegang tot de documenten van ACER, zulks overeenkomstig artikel 41;
het jaarverslag over de activiteiten van ACER goedkeuren op basis van het in artikel 24, lid 1, onder i), genoemde ontwerpjaarverslag en dit bekendmaken, en dat verslag uiterlijk op 1 juli van elk jaar doen toekomen aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer. Het jaarverslag over de activiteiten van ACER bevat een door de raad van regulators goedgekeurd afzonderlijk hoofdstuk over de reguleringswerkzaamheden van ACER in dat jaar;
zijn reglement van orde vaststellen en bekendmaken;
overeenkomstig artikel 36 de financiële regels vaststellen die van toepassing zijn op ACER;
een fraudebestrijdingsstrategie vaststellen die evenredig is met de frauderisico's en daarbij rekening houden met de kosten en baten van de uit te voeren maatregelen;
regels vaststellen voor de voorkoming en beheersing van belangenconflicten met betrekking tot zijn leden, en met betrekking tot de leden van de raad van beroep;
de in artikel 41 bedoelde communicatie- en verspreidingsplannen vaststellen en ze up-to-date houden;
een rekenplichtige benoemen die onderworpen is aan het statuut en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden, en die volledig onafhankelijk is bij de uitvoering van zijn taken;
voor een passende follow-up zorgen van de resultaten en aanbevelingen in de interne en externe auditverslagen en beoordelingen, alsook van de resultaten en aanbevelingen die voortvloeien uit de onderzoeken van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF);
machtiging geven tot het sluiten van werkovereenkomsten overeenkomstig artikel 43;
op basis van een voorstel van de directeur in overeenstemming met artikel 24, lid 1, onder b), en na de raad van regulators te hebben geraadpleegd en van laatstgenoemde overeenkomstig artikel 22, lid 5, onder f), een gunstig advies te hebben verkregen, het in artikel 14, lid 5, bedoelde reglement van orde vaststellen en bekendmaken.
Artikel 20
Jaarlijkse en meerjarige programmering
De raad van bestuur stelt het ontwerpprogrammeringsdocument vast na van de raad van regulators een gunstig advies te hebben verkregen, en stuurt het ontwerpprogrammeringsdocument uiterlijk op 31 januari door naar het Europees Parlement, de Commissie en de Raad.
Het ontwerpprogrammeringsdocument is in overeenstemming met de overeenkomstig artikel 33, leden 1, 2, en 3, opgestelde voorlopige ontwerpraming.
De raad van bestuur stelt het programmeringsdocument vast met inachtneming van het advies van de Commissie, na van de raad van regulators een gunstig advies te hebben verkregen en nadat de directeur dit document heeft voorgelegd aan het Europees Parlement. De raad van bestuur stuurt het programmeringsdocument uiterlijk op 31 december door naar het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
Het programmeringsdocument wordt vastgesteld onverminderd de jaarlijkse begrotingsprocedure en wordt openbaar gemaakt.
Het programmeringsdocument wordt definitief na de definitieve vaststelling van de algemene begroting en wordt, indien nodig, dienovereenkomstig aangepast.
Iedere wezenlijke verandering van het programmeringsdocument wordt vastgesteld door middel van dezelfde procedure als die welke voor het oorspronkelijke programmeringsdocument geldt. De raad van bestuur kan aan de directeur de bevoegdheid delegeren om niet-wezenlijke veranderingen door te voeren in het programmeringsdocument.
Deze programmering van de middelen wordt jaarlijks bijgewerkt. De strategische programmering wordt in voorkomend geval geactualiseerd, met name om rekening te houden met de resultaten van de in artikel 45 bedoelde evaluatie.
Artikel 21
Samenstelling van de raad van regulators
De raad van regulators bestaat uit:
hooggeplaatste vertegenwoordigers van de regulerende instanties overeenkomstig artikel 57, lid 1, van Richtlijn (EU) 2019/944 en artikel 39, lid 1, van Richtlijn 2009/73/EG, alsmede per lidstaat een plaatsvervanger die thans een hoge functie bij deze instanties vervult, beide benoemd door de regulerende instantie;
een vertegenwoordiger, zonder stemrecht, van de Commissie.
Slechts één vertegenwoordiger per lidstaat van de regulerende instantie mag worden toegelaten tot de raad van regulators.
Artikel 22
Functies van de raad van regulators
De raad van regulators:
verstrekt advies over en in voorkomend geval opmerkingen op en wijzigingen van de tekst van de voorstellen van de directeur voor in artikel 3, lid 1, de artikelen 4 tot en met 8, artikel 9, leden 1 en 3, artikel 10, artikel 11, onder c), artikel 13, artikel 15, lid 4), en de artikelen 30 en 43 bedoelde ontwerpadviezen, aanbevelingen en besluiten waarvan de aanneming wordt overwogen;
geeft, op de gebieden die binnen zijn bevoegdheid vallen, richtsnoeren aan de directeur bij de uitoefening van zijn taken, met uitzondering van de activiteiten van ACER uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1227/2011, en richtsnoeren aan de krachtens artikel 30 opgerichte werkgroepen van ACER;
brengt overeenkomstig artikel 19, lid 1, onder a), en artikel 23, lid 2, advies uit bij de raad van bestuur over de kandidaat die voorgedragen wordt als directeur;
keurt het programmeringsdocument overeenkomstig artikel 20, lid 1, goed;
keurt het afzonderlijke hoofdstuk over de reguleringswerkzaamheden in het jaarverslag goed, in overeenstemming met artikel 19, lid 1, onder k), en artikel 24, lid 1, onder i);
brengt aan de raad van bestuur advies uit over het in artikel 14, lid 5, en artikel 30, lid 3, bedoelde reglement van orde;
brengt aan de raad van bestuur advies uit over de in artikel 41 bedoelde communicatie- en verspreidingsplannen;
brengt aan de raad van bestuur advies uit over het in artikel 43 bedoelde reglement van orde voor betrekkingen met derde landen of internationale organisaties.
Artikel 23
De directeur
De ambtstermijn van de directeur bedraagt vijf jaar. In de loop van de negen maanden voordat deze periode afloopt, verricht de Commissie een beoordeling. Daarin kijkt de Commissie met name naar:
de prestaties van de directeur;
de taken en verplichtingen van ACER in de volgende jaren.
Artikel 24
Taken van de directeur
De directeur:
is de wettelijke vertegenwoordiger van ACER en is met de dagelijkse leiding ervan belast;
bereidt de werkzaamheden van de raad van bestuur voor, neemt — zonder stemrecht — deel aan de werkzaamheden van de raad van bestuur en is verantwoordelijk voor de uitvoering van de door de raad van bestuur genomen besluiten;
stelt adviezen, aanbevelingen en besluiten op, pleegt er overleg over, neemt deze aan en maakt deze bekend;
zorgt voor de tenuitvoerlegging van het jaarlijkse werkprogramma van ACER, zulks volgens de aanwijzingen van de raad van regulators en onder het administratief toezicht van de raad van bestuur;
neemt de nodige maatregelen, met name met betrekking tot de vaststelling van interne administratieve instructies en de publicatie van nota's, om ervoor te zorgen dat ACER werkt overeenkomstig deze verordening;
stelt jaarlijks een ontwerpwerkprogramma van ACER voor het volgende jaar op en dient het, na goedkeuring van het ontwerp door de raad van bestuur, elk jaar op 31 januari in bij de raad van regulators, het Europees Parlement en de Commissie.
is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programmeringsdocument en voor de rapportage aan de raad van bestuur;
stelt een voorlopige ontwerpraming van ACER op ingevolge artikel 33, lid 1, en voert de begroting van ACER uit overeenkomstig de artikelen 34 en 35;
stelt jaarlijks een ontwerpjaarverslag op waarin een apart hoofdstuk over de reguleringswerkzaamheden van ACER en een hoofdstuk over financiële en administratieve aangelegenheden is opgenomen, en legt dit voor aan de raad van bestuur;
stelt een actieplan op voor de follow-up van de conclusies van interne of externe auditverslagen en evaluaties, alsmede onderzoeken van OLAF, en rapporteert tweemaal per jaar aan de Commissie en regelmatig aan de raad van bestuur over de geboekte vooruitgang;
is verantwoordelijk voor het besluit of het, om de taken van ACER op een efficiënte en effectieve manier uit te voeren, nodig is een of meer personeelsleden in een of meer lidstaten te vestigen.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder k), wint de directeur, alvorens te besluiten een plaatselijk kantoor op te zetten, het advies in van de betrokken lidstaten, met inbegrip van de lidstaat waar ACER zijn zetel heeft, en verkrijgt hij de voorafgaande toestemming van de Commissie en de raad van bestuur. In het besluit, dat gebaseerd is op een passende kosten-batenanalyse, wordt het toepassingsgebied gespecificeerd van de activiteiten die in dat lokale kantoor moeten worden uitgevoerd, op zodanige wijze dat onnodige kosten en verdubbeling van administratieve functies van ACER worden vermeden.
De directeur zendt de ontwerpadviezen, -aanbevelingen, of -besluiten, voordat ze ter stemming aan de raad van regulators worden voorgelegd, tijdig ter raadpleging toe aan de bevoegde werkgroep.
De directeur:
neemt de opmerkingen en wijzigingen van de raad van regulators in aanmerking en dient het herziene ontwerp van advies, aanbeveling of besluit opnieuw in bij de raad van regulators om een advies te verkrijgen;
kan de ingediende ontwerpadviezen, -aanbevelingen en -besluiten intrekken op voorwaarde dat hij een naar behoren onderbouwde schriftelijke motivering indient wanneer hij niet instemt met de door de raad van regulators ingediende wijzigingen;
In geval van intrekking van een ontwerpadvies, -aanbeveling of -besluit kan de directeur een nieuw ontwerp van advies, aanbeveling of besluit uitbrengen volgens de procedure als beschreven in artikel 22, lid 5, onder a), en in de tweede alinea van het onderhavige lid. Voor de toepassing van de derde alinea, onder a), van dit lid verstrekt de directeur, daar waar hij afwijkt van de door de raad van regulators ingediende opmerkingen en wijzigingen of deze verwerpt, tevens een naar behoren onderbouwde schriftelijke uitleg hieromtrent.
Indien de raad van regulators geen gunstig advies uitbrengt over de opnieuw voorgelegde tekst van het ontwerp van advies, aanbeveling of besluit omdat met zijn opmerkingen en wijzigingen onvoldoende rekening is gehouden in die tekst, kan de directeur de tekst van het ontwerp van advies, aanbeveling of besluit verder aanpassen in overeenstemming met de door de raad van regulators voorgestelde wijzigingen en opmerkingen teneinde zijn gunstig advies te verkrijgen, zonder dat hij hierbij de bevoegde werkgroep opnieuw hoeft te raadplegen of een aanvullende schriftelijke motivering moet verstrekken.
Artikel 25
Instelling en samenstelling van de raad van beroep
Na een openbare oproep tot het indienen van blijken van belangstelling benoemt de raad van bestuur formeel de leden van de raad van beroep op voorstel van de Commissie en na raadpleging van de raad van regulators.
De begroting van ACER omvat een aparte begrotingslijn voor de financiering van de griffie van de raad van beroep.
Artikel 26
Leden van de raad van beroep
Artikel 27
Uitsluiting en bezwaar in de raad van beroep
Artikel 28
Besluiten waartegen beroep kan worden ingesteld
Artikel 29
Beroep bij het Hof van Justitie
Een beroep tot nietigverklaring van een besluit dat ACER uit hoofde van deze verordening heeft genomen of een beroep wegens nalaten te handelen binnen de gestelde termijnen, kan pas bij het Hof van Justitie van de Europese Unie worden ingeleid nadat de in artikel 28 bedoelde beroepsprocedure is uitgeput. ACER treft alle maatregelen die nodig zijn om te voldoen aan de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Artikel 30
Werkgroepen
Voor de instelling en schrapping van een werkgroep is een gunstig advies van de raad van regulators nodig.
Hoofdstuk III
Opstelling en structuur van de begroting
Artikel 31
Structuur van de begroting
Onverminderd eventuele andere middelen bestaan de ontvangsten van ACER uit:
een bijdrage van de Unie;
vergoedingen die overeenkomstig artikel 32 aan ACER betaald worden;
vrijwillige bijdragen van de lidstaten of de regulerende instanties, uit hoofde van artikel 19, lid 1, onder g);
legaten, schenkingen of subsidies uit hoofde van artikel 19, lid 1, onder g).
Artikel 32
Vergoedingen
De Commissie onderzoekt geregeld de hoogte van die vergoedingen op basis van een evaluatie en past zo nodig de hoogte van die vergoedingen en de wijze van betaling aan.
Artikel 33
Opstelling van de begroting
Artikel 34
Uitvoering van en toezicht op de begroting
Artikel 35
Indiening van de rekeningen en kwijting
Uiterlijk op 31 maart van het jaar N+1 zendt de rekenplichtige van de Commissie de voorlopige rekeningen van ACER toe aan de Rekenkamer. De Commissie zendt het verslag over het financieel en begrotingsbeheer tijdens het boekjaar ook toe aan het Europees Parlement en de Raad.
Artikel 36
Financiële voorschriften
Na raadpleging van de Commissie stelt de raad van bestuur de financiële voorschriften vast die van toepassing zijn op ACER. Deze voorschriften mogen afwijken van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 indien de specifieke eisen van de werking van ACER dit noodzakelijk maken en de Commissie vooraf toestemming heeft verleend.
Artikel 37
Fraudebestrijding
Hoofdstuk IV
Algemene bepalingen en slotbepalingen
Artikel 38
Voorrechten en immuniteiten en zetelovereenkomst
Artikel 39
Personeel
Artikel 40
Aansprakelijkheid van ACER
Arbitrageclausules in een door ACER gesloten contract zijn onderworpen aan de jurisdictie van het Hof van Justitie.
Artikel 41
Transparantie en communicatie
Artikel 42
Bescherming van gerubriceerde gegevens en gevoelige niet-gerubriceerde gegevens
Artikel 43
Samenwerkingsovereenkomsten
Artikel 44
Talenregeling
Artikel 45
Beoordeling
De Commissie doet haar verslag in voorkomend geval vergezeld gaan van een wetgevingsvoorstel.
Artikel 46
Intrekking
Verordening (EG) nr. 713/2009 wordt ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en moeten worden gelezen volgens de in bijlage II opgenomen concordantietabel.
Artikel 47
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
Ingetrokken verordening met de wijziging ervan
Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1). |
|
Verordening (EU) nr. 347/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2013 betreffende richtsnoeren voor de trans-Europese energie-infrastructuur en tot intrekking van Beschikking nr. 1364/2006/EG en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 713/2009, (EG) nr. 714/2009 en (EG) nr. 715/2009 |
Alleen de verwijzing in artikel 20 van Verordening (EU) nr. 347/2013 naar artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 713/2009. |
BIJLAGE II
Concordantietabel
Verordening (EG) nr. 713/2009 |
Deze verordening |
Artikel 1 |
Artikel 1 |
Artikel 4 |
Artikel 2 |
Artikel 5 |
Artikel 3 |
Artikel 6, leden 1, 2 en 3, en lid 4, eerste alinea |
Artikel 4 |
Artikel 6, lid 4, tweede tot en met vijfde alinea, tot en de leden 5, 6 en 9 |
Artikel 5 |
Artikelen 7 en 8 |
Artikel 6 |
— |
Artikel 7 |
— |
Artikel 8 |
— |
Artikel 9 |
Artikel 9, leden 1 en 2, eerste alinea |
Artikel 10 |
Artikel 6, leden 7 en 8 |
Artikel 11 |
— |
Artikel 12 |
Artikel 9, lid 2, tweede alinea |
Artikel 13 |
Artikel 10 |
Artikel 14 |
Artikel 11 |
Artikel 15 |
Artikel 2 |
Artikel 16 |
Artikel 3 |
Artikel 17 |
Artikel 12 |
Artikel 18 |
Artikel 13 |
Artikel 19 |
— |
Artikel 20 |
Artikel 14, leden 1 en 2 |
Artikel 21 |
Artikel 14, leden 3 tot en met 6 |
Artikel 22, leden 1 tot en met 4 |
Artikel 15 |
Artikel 22, leden 5 en 6 |
Artikel 16 |
Artikel 23 |
Artikel 17 |
Artikel 24 |
Artikel 18, leden 1 en 2 |
Artikel 25, leden 1 en 2, en lid 4 |
Artikel 19, lid 6 |
Artikel 25, lid 3 |
Artikel 18, lid 3 |
Artikel 26 |
Artikel 18, leden 4 tot en met 7 |
Artikel 27 |
Artikel 19, leden 1 tot en met 5 en lid 7 |
Artikel 28 |
Artikel 20 |
— |
— |
Artikel 29 |
— |
Artikel 30 |
Artikel 21 |
Artikel 31 |
Artikel 22 |
Artikel 32 |
Artikel 23 |
Artikel 33 |
Artikel 24, leden 1 en 2 |
Artikel 34 |
Artikel 24, lid 3 en de volgende leden |
Artikel 35 |
Artikel 25 |
Artikel 36 |
— |
Artikel 37 |
Artikel 27 |
Artikel 38 |
Artikel 28 |
Artikel 39 |
Artikel 29 |
Artikel 40 |
Artikel 30 |
Artikel 41, leden 1 tot en met 3 |
— |
Artikel 42 |
Artikel 31 |
Artikel 43 |
Artikel 33 |
Artikel 44 |
Artikel 34 |
Artikel 45 |
— |
Artikel 46 |
Artikel 35 |
Artikel 47 |
( 1 ) Verordening (EU) 2016/1719 van de Commissie van 26 september 2016 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing op de langere termijn (PB L 259 van 27.9.2016, blz. 42).
( 2 ) Verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (zie bladzijde 54 van dit Publicatieblad).
( 3 ) Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).
( 4 ) Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
( 5 ) Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).
( 6 ) Verordening (EU) 2022/869 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2022 betreffende richtsnoeren voor trans-Europese energie-infrastructuur, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2009, (EU) 2019/942 en (EU) 2019/943 en Richtlijnen 2009/73/EG en (EU) 2019/944, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 347/2013 (PB L 152 van 3.6.2022, blz. 45).
( 7 ) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
( 8 ) Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
( 9 ) PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15.
( 10 ) Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).
( 11 ) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
( 12 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
( 13 ) Besluit (EU, Euratom) 2015/443 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende veiligheid binnen de Commissie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 41).
( 14 ) Besluit (EU, Euratom) 2015/444 van de Commissie van 13 maart 2015 betreffende de veiligheidsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 72 van 17.3.2015, blz. 53).
( 15 ) Verordening nr. 1 van de Raad tot regeling van het taalgebruik in de Europese Economische Gemeenschap (PB 17 van 6.10.1958, blz. 385).