This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02018R1240-20210803
Regulation (EU) 2018/1240 of the European Parliament and of the Council of 12 September 2018 establishing a European Travel Information and Authorisation System (ETIAS) and amending Regulations (EU) No 1077/2011, (EU) No 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 and (EU) 2017/2226
Consolidated text: Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226
Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226
In force
)
In deze geconsolideerde tekst zijn de volgende wijzigingen mogelijk nog niet verwerkt:
Wijzigingsbesluit | Soort wijziging | Betrokken onderverdeling | Datum inwerkingtreding |
---|---|---|---|
32024R1356 | gewijzigd door | artikel 13 lid 4a | 12/06/2026 |
32024R1356 | gewijzigd door | artikel 4 punt (eb) | 12/06/2026 |
32024R1356 | gewijzigd door | artikel 69 lid 1 punt (ea) | 12/06/2026 |
32024R1356 | gewijzigd door | artikel 13 lid 5 | 12/06/2026 |
32024R1356 | gewijzigd door | artikel 13 lid 4b | 12/06/2026 |
32024R1356 | gewijzigd door | artikel 8 lid 2 punt (i) | 12/06/2026 |
32024R1356 | gewijzigd door | artikel 35a | 12/06/2026 |
32024R1358 | gewijzigd door | artikel 25a lid 1 punt (f) | 12/06/2026 |
32024R1358 | gewijzigd door | artikel 11 lid 6a | 12/06/2026 |
32024R1358 | gewijzigd door | artikel 88 lid 6 | 12/06/2026 |
02018R1240 — NL — 03.08.2021 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2018/1240 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 september 2018 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2019/817 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 mei 2019 |
L 135 |
27 |
22.5.2019 |
|
VERORDENING (EU) 2021/1152 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 juli 2021 |
L 249 |
15 |
14.7.2021 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2018/1240 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 12 september 2018
tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Artikel 2
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op de volgende categorieën onderdanen van derde landen:
onderdanen van de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad ( 2 ) vermelde derde landen die zijn vrijgesteld van de visumplicht voor een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen;
Personen die op grond van artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 539/2001 zijn vrijgesteld van de visumplicht voor een voorgenomen verblijf op het grondgebied van de lidstaten van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen;
onderdanen van derde landen die zijn vrijgesteld van de visumplicht en die aan de volgende voorwaarden voldoen:
zij zijn familielid van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is of van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan het recht van vrij verkeer voor burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, en
zij zijn niet in het bezit van een verblijfskaart uit hoofde van Richtlijn 2004/38/EG of van een verblijfsvergunning uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1030/2002.
Deze verordening is niet van toepassing op:
vluchtelingen, staatlozen en andere personen zonder nationaliteit van een land die in een lidstaat verblijven en houder zijn van een door die lidstaat afgegeven reisdocument;
onderdanen van derde landen die familielid zijn van een burger van de Unie op wie Richtlijn 2004/38/EG van toepassing is en die in het bezit zijn van een verblijfskaart uit hoofde van die richtlijn;
onderdanen van derde landen die familielid zijn van een onderdaan van een derde land die een recht van vrij verkeer geniet dat gelijkwaardig is aan dat van de burgers van de Unie op grond van een overeenkomst tussen de Unie en haar lidstaten, enerzijds, en een derde land, anderzijds, en die in het bezit zijn van een verblijfskaart overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG of een verblijfsvergunning overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1030/2002;
houders van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 2, punt 16, van Verordening (EU) 2016/399;
houders van een uniform visum;
houders van een nationaal visum voor verblijf van langere duur;
onderdanen van Andorra, Monaco en San Marino, en houders van een door Vaticaanstad of de Heilige Stoel afgegeven paspoort;
onderdanen van derde landen die houder zijn van een door de lidstaten op grond van Verordening (EG) nr. 1931/2006 van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ) afgegeven vergunning voor klein grensverkeer, wanneer die houders hun recht uitoefenen in het kader van de regeling inzake klein grensverkeer;
personen of categorieën personen als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a) tot en met f), van Verordening (EG) nr. 539/2001;
onderdanen van derde landen die houder zijn van een diplomatiek paspoort of een dienstpaspoort en die zijn vrijgesteld van de visumplicht uit hoofde van een internationale overeenkomst die de Unie en een derde land hebben gesloten;
personen voor wie een visumplicht geldt op grond van artikel 4, lid 3, van Verordening (EG) nr. 539/2001;
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
„buitengrenzen” : de buitengrenzen zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 2, van Verordening (EU) 2016/399; |
2. |
„rechtshandhaving” : het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten; |
3. |
„tweedelijnscontrole” : een tweedelijnscontrole zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 13, van Verordening (EU) 2016/399; |
4. |
„grensautoriteit” : de grenswachter die overeenkomstig het nationale recht is aangewezen voor het verrichten van grenscontroles zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EU) 2016/399; |
5. |
„reisautorisatie” : een overeenkomstig deze verordening afgegeven beslissing dat is vereist voor onderdanen van derde landen als bedoeld in artikel 2, lid 1, van deze verordening om te voldoen aan de toegangsvoorwaarde van artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EU) 2016/399 en waarin is aangegeven:
a)
dat er geen feitelijke aanwijzingen of redelijke vermoedens op basis van feitelijke aanwijzingen bestaan om aan te nemen dat de aanwezigheid van de persoon op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico, een risico op het gebied van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico vormt;
b)
dat er geen feitelijke aanwijzingen of redelijke vermoedens op basis van feitelijke aanwijzingen bestaan om aan te nemen dat de aanwezigheid van de persoon op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico, een risico op het gebied van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico vormt of zal vormen, hoewel er twijfel over blijft bestaan of er voldoende reden is om de reisautorisatie te weigeren, overeenkomstig met artikel 36, lid 2;
c)
indien er feitelijke aanwijzingen bestaan om aan te nemen dat de aanwezigheid van de persoon op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico, een risico op het gebied van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico vormt of zal vormen, dat de territoriale geldigheid van de autorisatie overeenkomstig artikel 44 is beperkt; of
d)
indien er feitelijke aanwijzingen bestaan om aan te nemen dat de aanwezigheid van de persoon op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico vormt of zal vormen, dat de reiziger in SIS onderwerp is van een signalering betreffende personen die aan een discrete of gerichte controle moeten worden onderworpen of betreffende personen die worden gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel of die worden gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van uitlevering, ter ondersteuning van de SIS-doelstellingen als bedoeld in artikel 4, onder e); |
6. |
„veiligheidsrisico” : het risico van een dreiging voor de openbare orde, de interne veiligheid of de internationale betrekkingen van een van de lidstaten; |
7. |
„risico op het gebied van illegale immigratie” : het risico dat een onderdaan van een derde land niet voldoet aan de voorwaarden voor toegang en verblijf als bepaald in artikel 6 van Verordening (EU) 2016/399; |
8. |
„hoog epidemiologisch risico” : elke potentieel epidemische ziekte als omschreven in de internationale gezondheidsregelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie of het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) en andere infectieziekten of besmettelijke parasitaire ziekten indien voor die ziekten voorzien is in beschermende regelingen die van toepassing zijn op de onderdanen van de lidstaten; |
9. |
„aanvrager” : een onderdaan van een derde land als bedoeld in artikel 2 die een reisautorisatieaanvraag heeft ingediend; |
10. |
„reisdocument” : een paspoort of een ander gelijkwaardig document dat de houder ervan het recht geeft de buitengrenzen te overschrijden en waarin een visum kan worden aangebracht; |
11. |
„kort verblijf” : een verblijf op het grondgebied van de lidstaten in de zin van artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/399; |
12. |
„persoon die zijn toegestane verblijfsduur overschrijdt” : een onderdaan van een derde land die niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden betreffende de duur van een kort verblijf op het grondgebied van de lidstaten; |
13. |
„app voor mobiele apparaten” : een softwaretoepassing voor gebruik op mobiele apparaten zoals smartphones en tablets; |
14. |
„hit” : het bestaan van een overeenstemming die wordt geconstateerd door vergelijking van de in een aanvraagdossier van het centrale Etias-systeem opgenomen persoonsgegevens met de in artikel 33 vermelde specifieke risico-indicatoren of met de persoonsgegevens in een notitie, dossier of signalering in het centrale Etias-systeem, in een ander informatiesysteem van de Unie of in een in artikel 20, lid 2, vermelde databank („EU-informatiesystemen”), in Europol-gegevens of in een Interpol-databank die worden doorzocht door het centrale Etias-systeem; |
15. |
„terroristische misdrijf” : strafbaar feit dat overeenkomt met of gelijkwaardig is aan een van de in Richtlijn (EU) 2017/541 bedoelde misdrijven; |
16. |
„ernstige strafbaar feit” : strafbaar feit dat overeenkomt met of gelijkwaardig zijn aan een van de in artikel 2, lid 2, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ bedoelde strafbare feiten, indien het naar nationaal recht strafbaar is gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximumduur van ten minste drie jaar; |
17. |
„Europol-gegevens” : persoonsgegevens die door Europol worden verwerkt voor het in artikel 18, lid 2, onder a), van Verordening (EU) 2016/794 vermelde doel; |
18. |
„elektronisch ondertekend” : de bevestiging van de overeenkomst door het aanvinken van het overeenkomstige veld van het aanvraagformulier of het verzoek om toestemming; |
19. |
„minderjarige” : een onderdaan van een derde land of een staatloze die jonger is dan 18 jaar; |
20. |
„consulaat” : een diplomatieke missie of consulaire post van een lidstaat in de zin van het Verdrag van Wenen van 24 april 1963 inzake consulaire betrekkingen; |
21. |
„aangewezen autoriteit” : een autoriteit die overeenkomstig artikel 50 door een lidstaat is aangewezen als verantwoordelijk voor het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten; |
22. |
„immigratieautoriteit” : de bevoegde autoriteit die op grond van het nationale recht met een of meer van de volgende taken is belast:
a)
op het grondgebied van de lidstaten controleren of de voorwaarden voor toegang tot of verblijf op dat grondgebied zijn vervuld;
b)
de voorwaarden voor de vestiging van onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten onderzoeken en beslissingen nemen met betrekking tot die vestiging, voor zover deze autoriteit geen „beslissingsautoriteit” als gedefinieerd in artikel 2, onder f), van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ) is, en, in voorkomend geval, advies verstrekken overeenkomstig Verordening (EG) nr. 377/2004 van de Raad ( 7 );
c)
de terugkeer van onderdanen van derde landen naar een derde land van herkomst of doorreis; |
23. |
„CIR” : het gemeenschappelijke identiteitsregister ingesteld bij artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) 2019/817; |
24. |
„ESP” : het Europees onderzoeksportaal ingesteld bij artikel 6, lid 1 van Verordening (EU) 2019/817; |
25. |
„centraal ETIAS-systeem” : het centrale systeem bedoeld in artikel 6, lid 2, onder a bis), samen met het CIR voor zover het CIR de in artikel 6, lid 2 bis, bedoelde gegevens bevat; |
26. |
„dentiteitsgegevens” : de gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, onder a), b) en c); |
27. |
„reisdocumentgegevens” : de gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, onder d) en e), en de drielettercode van het land dat het reisdocument heeft afgegeven als bedoeld in artikel 19, lid 3, onder c); |
28. |
„andere EU-informatiesystemen” : het inreis-uitreissysteem (EES), ingesteld bij Verordening (EU) 2017/2226, het Visuminformatiesysteem (VIS), ingesteld bij Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad ( 8 ), het Schengeninformatiesysteem (SIS), ingesteld bij Verordeningen (EU) 2018/1860 ( 9 ), (EU) 2018/1861 ( 10 ) en (EU) 2018/1862 ( 11 ) van het Europees Parlement en de Raad, Eurodac, ingesteld bij Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 12 ) en het Europees Strafregister Informatiesysteem — Onderdanen van derde landen (Ecris-TCN), ingesteld bij Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad ( 13 ). |
Artikel 4
Doelstellingen van Etias
Door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten te ondersteunen, zal Etias:
bijdragen aan een hoog niveau van veiligheid door grondig te beoordelen of aanvragers een veiligheidsrisico vormen, zulks voorafgaand aan hun aankomst bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen, teneinde te bepalen of er feitelijke aanwijzingen of redelijke vermoedens op basis van feitelijke aanwijzingen bestaan om te besluiten dat hun aanwezigheid op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico vormt;
bijdragen aan het voorkomen van illegale immigratie door te beoordelen of aanvragers een risico op het gebied van illegale immigratie vormen, zulks voorafgaand aan hun aankomst bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen;
bijdragen aan de bescherming van de volksgezondheid door te beoordelen of de aanvrager een hoog epidemiologisch risico in de zin van artikel 3, lid 1, onder 8), vormt, zulks voorafgaand aan zijn of haar aankomst bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen;
de doeltreffendheid van grenscontroles verhogen;
de SIS-doelstellingen ondersteunen die betrekking hebben op signaleringen van onderdanen van derde landen aan wie de inreis en het verblijf is geweigerd, signaleringen van personen die met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering of uitlevering worden gezocht, signaleringen van vermiste personen, signaleringen van personen die worden gezocht met het oog op hun medewerking in het kader van een gerechtelijke procedure, signaleringen van personen die discreet of gericht moeten worden gecontroleerd en signaleringen van onderdanen van derde landen jegens wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd;
de doelstellingen van het EES ondersteunen;
bijdragen aan het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten;
bijdragen tot de correcte identificatie van personen.
Artikel 5
Algemene structuur van Etias
Etias bestaat uit:
het in artikel 6 bedoelde Etias-informatiesysteem;
de in artikel 7 bedoelde centrale Etias-eenheid;
de in artikel 8 bedoelde nationale Etias-eenheden.
Artikel 6
Oprichting en technische architectuur van het Etias-informatiesysteem
Het Etias-informatiesysteem bestaat uit:
een centraal systeem, waarin de in artikel 34 bedoelde Etias-observatielijst is opgenomen;
het CIR;
een op gemeenschappelijke technische specificaties gebaseerde en voor alle lidstaten identieke nationale uniforme interface (NUI) in elke lidstaat, waarmee een beveiligde aansluiting tussen het centrale Etias-systeem en de nationale grensinfrastructuur en de in artikel 50, lid 2, bedoelde centrale toegangspunten in de lidstaten tot stand kan worden gebracht;
een beveiligde en versleutelde communicatie-infrastructuur tussen het centrale Etias-systeem en de NUI’s;
een beveiligde communicatie-infrastructuur tussen het centrale systeem en de centrale infrastructuur van het ESP en het CIR;
een beveiligd communicatiekanaal tussen het centrale Etias-systeem en het centrale systeem van het EES;
een openbare website en een app voor mobiele apparaten;
een e-maildienst;
een beveiligdeaccountdienst die aanvragers kunnen gebruiken om vereiste aanvullende informatie of documentatie te verstrekken;
een verificatie-instrument voor aanvragers;
een instrument waarmee aanvragers ermee kunnen instemmen of kunnen weigeren dat hun aanvraagdossier een bewaartermijn langer wordt opgeslagen;
een instrument waarmee Europol en lidstaten kunnen beoordelen welke gevolgen het invoeren van nieuwe gegevens in de Etias-observatielijst mogelijk heeft voor het aandeel handmatig verwerkte aanvragen;
een toegangsportaal voor vervoerders;
een beveiligde webdienst die communicatie mogelijk maakt tussen het centrale Etias-systeem en de openbare website, de app voor mobiele apparaten, de e-maildienst, de beveiligdeaccountdienst, het toegangsportaal voor vervoerders, het verificatie-instrument voor aanvragers, het instemmingsinstrument voor aanvragers, de betalingsintermediair en Interpoldatabanken;
software die de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden in staat stelt de aanvragen te verwerken en de raadpleging van andere nationale Etias-eenheden als bedoeld in artikel 28 en met Europol als bedoeld in artikel 29 te beheren;
een centrale gegevensopslagplaats ten behoeve van rapportage en statistieken.
Artikel 7
De centrale Etias-eenheid
De centrale Etias-eenheid is 24 uur per dag en zeven dagen per week operationeel en is verantwoordelijk voor het volgende:
in gevallen waarin de geautomatiseerde aanvraagprocedure een hit oplevert, overeenkomstig artikel 22 verifiëren of de persoonsgegevens van de aanvrager overeenstemmen met de persoonsgegevens van de persoon op wie die hit betrekking heeft in het centrale Etias-systeem, in een van de geraadpleegde EU-informatiesystemen, met de Europol-gegevens, in een van de Interpol-databanken als bedoeld in artikel 12 of met de in artikel 33 vermelde specifieke risico-indicatoren, en, in een geval waarbij een overeenstemming is bevestigd of waarbij na een dergelijke verificatie twijfels overblijven, beginnen met de handmatige verwerking van de aanvraag als bedoeld in artikel 26;
ervoor zorgen dat de door haar in de aanvraagdossiers ingevoerde gegevens actueel zijn overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de artikelen 55 en 64;
definiëren, vaststellen, vooraf beoordelen, implementeren, achteraf evalueren, herzien, en wissen van de in artikel 33 bedoelde specifieke risico-indicatoren, na raadpleging van de Etias-screeningsraad;
ervoor zorgen dat de overeenkomstig artikel 22 uitgevoerde verificaties en de bijbehorende resultaten in de aanvraagdossiers worden opgenomen;
regelmatig de verwerking van de aanvragen en de toepassing van artikel 33 controleren door het regelmatig beoordelen van de gevolgen daarvan voor de grondrechten, met name wat betreft privacy en bescherming van persoonsgegevens;
indien nodig, de lidstaat aanwijzen die verantwoordelijk is voor de handmatige verwerking van aanvragen als bedoeld in artikel 25, lid 2;
bij technische problemen of onvoorziene omstandigheden, indien nodig, de raadplegingen tussen de lidstaten onderling als bedoeld in artikel 28 en de raadplegingen tussen de verantwoordelijke lidstaat en Europol als bedoeld in artikel 29 faciliteren;
vervoerders in kennis stellen van gevallen van storing van het Etias-informatiesysteem als bedoeld in artikel 46, lid 1;
de nationale Etias-eenheden van de lidstaten in kennis stellen van een storing van het Etias-informatiesysteem als bedoeld in artikel 48, lid 1;
verzoeken van Europol om raadpleging van in het centrale Etias-systeem opgeslagen gegevens als bedoeld in artikel 53 behandelen;
het grote publiek voorzien van alle relevante informatie met betrekking tot het aanvragen van een reisautorisatie als bedoeld in artikel 71;
samenwerken met de Commissie in verband met de voorlichtingscampagne als bedoeld in artikel 72;
schriftelijk bijstand verlenen aan reizigers die problemen ondervinden bij het invullen van het aanvraagformulier en die daarom door middel van een standaardcontactformulier hebben verzocht; online een lijst van veelgestelde vragen en antwoorden bijhouden;
zorgen voor follow-up en regelmatige rapportage aan de Commissie over gemelde misbruiken door commerciële tussenpersonen als bedoeld in artikel 15, lid 5.
De centrale Etias-eenheid publiceert jaarlijks een activiteitenverslag. Het verslag bevat:
statistieken over:
het aantal reisautorisaties dat automatisch door het centrale Etias-systeem is afgegeven;
het aantal aanvragen dat door de centrale Etias-eenheid is geverifieerd;
het aantal aanvragen per lidstaat dat handmatig is verwerkt;
het aantal aanvragen per derde land dat is geweigerd en de gronden voor de weigering;
de mate waarin de in artikel 22, lid 6, en in de artikelen 27, 30 en 32 bedoelde uiterste termijnen in acht zijn genomen;
algemene informatie over de werking van de centrale Etias-eenheid, haar activiteiten zoals uiteengezet in dit artikel en informatie over actuele ontwikkelingen en uitdagingen die van invloed zijn op de uitoefening van haar taken.
Het jaarlijkse activiteitenverslag wordt uiterlijk op 31 maart van het volgende jaar toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.
Artikel 8
Nationale Etias-eenheden
De nationale Etias-eenheden zijn verantwoordelijk voor het volgende:
onderzoeken van en beslissen over reisautorisatieaanvragen wanneer de geautomatiseerde aanvraagprocedure een hit heeft opgeleverd en de handmatige verwerking van de aanvraag door de centrale Etias-eenheid is geïnitieerd;
ervoor zorgen dat de onder a) uitgevoerde taken en de bijbehorende resultaten in de aanvraagdossiers worden opgenomen;
ervoor zorgen dat de door haar in de aanvraagdossiers ingevoerde gegevens actueel zijn overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van de artikelen 55 en 64;
beslissen tot afgifte van reisautorisaties met beperkte territoriale geldigheid als bedoeld in artikel 44;
zorgen voor de coördinatie met andere nationale Etias-eenheden en Europol met betrekking tot de in de artikelen 28 en 29 bedoelde raadplegingen;
aanvragers informatie verstrekken over de procedure die moet worden gevolgd in geval van een beroep uit hoofde van artikel 37, lid 3;
een reisautorisatie nietig verklaren en intrekken, als bedoeld in de artikelen 40 en 41.
Artikel 9
Etias-screeningsraad
De Etias-screeningsraad wordt geraadpleegd:
door de centrale Etias-eenheid, over de definitie, vaststelling, beoordeling vooraf, implementatie, evaluatie achteraf, en herziening en schrapping van de in artikel 33 bedoelde specifieke risico-indicatoren;
door de lidstaten, over de toepassing van de in artikel 34 bedoelde Etias-observatielijst;
door Europol over de toepassing van de in artikel 34 bedoelde Etias-observatielijst.
Artikel 10
Etias-sturingsraad voor de grondrechten
Tevens staat de Etias-sturingsraad voor de grondrechten de Etias-screeningsraad bij in de uitvoering van zijn taken indien hij door de Etias-screeningsraad wordt geraadpleegd over specifieke aangelegenheden in verband met grondrechten, met name wat betreft privacy, bescherming van persoonsgegevens en non-discriminatie.
De Etias-sturingsraad voor de grondrechten heeft toegang tot de in artikel 7, lid 2, onder e), bedoelde controles.
Artikel 11
Interoperabiliteit met andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens
Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt i), bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), het centrale Etias-systeem in staat om VIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a), a bis), c) en d), worden verstrekt:
achternaam (familienaam),
achternaam bij geboorte,
voornaam(-namen),
geboortedatum,
geboorteplaats,
geboorteland,
geslacht,
huidige nationaliteit,
overige nationaliteiten (indien van toepassing),
soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument.
Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punten g) en h), bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), het centrale Etias-systeem in staat om VIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d), worden verstrekt:
achternaam (familienaam),
achternaam bij geboorte,
voornaam(-namen),
geboortedatum,
geslacht,
huidige nationaliteit,
andere namen (alias(sen),
artiestennaam(-namen),
roepnaam(-namen),
overige nationaliteiten (indien van toepassing),
soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument.
Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt c), punt m), ii), en punt o), en in artikel 23 van deze verordening bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van deze verordening het centrale Etias-systeem in staat om het bij Verordeningen (EU) 2018/1860 en (EU) 2018/1861 ingestelde SIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d) en punt k), van deze verordening worden verstrekt:
achternaam (familienaam),
achternaam bij geboorte,
voornaam(-namen),
geboortedatum,
geboorteplaats,
geslacht,
huidige nationaliteit,
andere namen (alias(sen)),
artiestennaam(-namen),
roepnaam(-namen),
overige nationaliteiten (indien van toepassing),
soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument,
voor minderjarigen: achternaam en voornaam(-namen) van de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij over de aanvrager uitoefent.
Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punten a) en d) en punt m), i), en in artikel 23, lid 1, van deze verordening bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van deze verordening het centrale Etias-systeem in staat om het bij Verordening (EU) 2018/1862 ingestelde SIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d) en punt k), van deze verordening worden verstrekt:
achternaam (familienaam),
achternaam bij geboorte,
voornaam(-namen),
geboortedatum,
geboorteplaats,
geslacht,
huidige nationaliteit,
andere namen (alias(sen)),
artiestennaam(-namen),
roepnaam(-namen),
overige nationaliteiten (indien van toepassing),
soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument,
voor minderjarigen: achternaam en voornaam(-namen) van de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij over de aanvrager uitoefent.
Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt n), bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), het centrale Etias-systeem in staat om Ecris-TCN te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d), worden verstrekt:
achternaam (familienaam),
achternaam bij geboorte,
voornaam(-namen),
geboortedatum,
geboorteplaats,
geboorteland,
geslacht,
huidige nationaliteit,
andere namen (alias(sen)),
artiestennaam(-namen),
roepnaam(-namen),
overige nationaliteiten (indien van toepassing),
soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument.
Wanneer de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20 een hit vaststellen, ontvangen die geautomatiseerde verificaties de passende kennisgeving overeenkomstig artikel 21, lid 1 bis, van Verordening (EU) 2016/794.
Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, artikel 28, lid 8, en artikel 29, lid 9, wordt bij de registratie van de gegevens in verband met hits in het aanvraagdossier, de herkomst van de gegevens aangeduid met de volgende gegevens:
het soort signalering, met uitzondering van signaleringen bedoeld in artikel 23, lid 1;
de bron van de gegevens, namelijk, in voorkomend geval, de andere EU-informatiesystemen waarvan de gegevens afkomstig zijn of Europol-gegevens);
het referentienummer in het doorzochte EU-informatiesysteem van de notitie die tot de hit heeft geleid en de lidstaat die de gegevens die tot de hit hebben geleid, heeft ingevoerd of aangeleverd, en
indien beschikbaar, de datum en het tijdstip waarop de gegevens in de andere EU-informatiesystemen of de Europol-gegevensbestanden werden opgenomen.
De in de eerste alinea, punten a) tot en met d), bedoelde gegevens zijn alleen toegankelijk en zichtbaar voor de centrale Etias-eenheid indien de centrale Etias-eenheid de verantwoordelijke lidstaat niet kan identificeren.
Artikel 11 ter
Ondersteuning van de EES-doelstellingen
Voor de toepassing van de artikelen 6, 14, 17 en 18 van Verordening (EU) 2017/2226 wordt door middel van een geautomatiseerd proces waarbij gebruik wordt gemaakt van het beveiligde communicatiekanaal vermeld in artikel 6, lid 2, punt d bis), van deze verordening, de informatie bedoeld in artikel 47, lid 2, van deze verordening opgezocht en geïmporteerd uit het centrale Etias-systeem, evenals het aanvraagnummer en de datum van verstrijken van de Etias-reisautorisatie, en wordt de inreis-uitreisnotitie of de weigering van inreisnotitie in het EES dienovereenkomstig gegenereerd of bijgewerkt.
Artikel 11 quater
Interoperabiliteit tussen Etias en het EES met het oog op intrekking van een Etias-reisautorisatie op verzoek van een aanvrager
Artikel 12
Raadpleging van de Interpol-databanken
Artikel 13
Toegang tot in Etias opgeslagen gegevens
Wanneer, in uitzonderlijke gevallen, volgens een markering een tweedelijnscontrole aan de grens wordt aanbevolen of voor die controle aanvullende verificaties nodig zijn, hebben de grensautoriteiten toegang tot het centrale Etias-systeem om de aanvullende informatie als bedoeld in artikel 39, lid 1, onder e), of artikel 44, lid 6, onder f), te verkrijgen.
De toegang tot het centrale Etias-systeem die immigratieautoriteiten overeenkomstig artikel 65, lid 3 hebben, wordt beperkt tot de in dat artikel genoemde gegevens.
Artikel 14
Non-discriminatie en grondrechten
De verwerking van persoonsgegevens in het Etias-informatiesysteem door eender welke gebruiker mag niet leiden tot discriminatie van onderdanen van derde landen op grond van geslacht, ras, huidskleur, etnische of sociale afkomst, genetische kenmerken, taal, godsdienst of overtuiging, politieke of andere denkbeelden, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid. Bij de verwerking worden de menselijke waardigheid, integriteit en grondrechten ten volle gerespecteerd, met inbegrip van het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en bescherming van persoonsgegevens. Bijzondere aandacht wordt geschonken aan kinderen, ouderen en personen met een handicap. Het belang van het kind komt op de eerste plaats.
HOOFDSTUK II
AANVRAGEN
Artikel 15
Praktische regelingen voor de indiening van een aanvraag
120 dagen voordat de reisautorisatie vervalt, wordt de houder van die reisautorisatie door het centrale Etias-systeem automatisch geïnformeerd via de e-maildienst over:
de datum van verstrijken van de reisautorisatie;
de mogelijkheid om een aanvraag voor een nieuwe reisautorisatie in te dienen;
de verplichting om gedurende de volledige duur van een kort verblijf op het grondgebied van de lidstaten in het bezit te zijn van een geldige reisautorisatie.
Artikel 16
De openbare website en de app voor mobiele apparaten
Artikel 17
Aanvraagformulier en persoonsgegevens van de aanvrager
De aanvrager verstrekt in het aanvraagformulier de volgende persoonsgegevens:
achternaam (familienaam), voornaam(-namen), achternaam bij geboorte; geboortedatum, geboorteplaats, geslacht, huidige nationaliteit;
geboorteland, voornaam (-namen) van de ouders van de aanvrager;
andere namen (alias(sen), artiestennaam(-namen), roepnaam(-namen)) indien van toepassing;
overige nationaliteiten indien van toepassing;
soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument;
de datum van afgifte en de uiterste geldigheidsdatum van het reisdocument;
het woonadres van de aanvrager of, indien niet beschikbaar, de plaats en het land van verblijf;
e-mailadres en, indien beschikbaar, telefoonnummer;
opleiding (basisonderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs of geen opleiding);
huidig beroep (beroepsgroep); indien de aanvraag onderworpen is aan de handmatige verwerking overeenkomstig de in artikel 26 bepaalde procedure, kan de verantwoordelijke lidstaat de aanvrager overeenkomstig artikel 27 verzoeken aanvullende informatie te verstrekken over de exacte benaming van zijn beroep en werkgever, of, in het geval van studenten, de naam van de onderwijsinstelling;
lidstaat van het eerste voorgenomen verblijf en, facultatief, het adres van het eerste voorgenomen verblijf;
voor minderjarigen: achternaam en voornaam(-namen), woonadres, e-mailadres en, indien beschikbaar, telefoonnummer van de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij over de aanvrager uitoefent;
wanneer hij aanspraak maakt op de in artikel 2, lid 1, onder c), bedoelde status van familielid:
zijn status van familielid;
achternaam, voornaam(-namen), geboortedatum, geboorteplaats, geboorteland, huidige nationaliteit, woonadres, e-mailadres en, indien beschikbaar, telefoonnummer van het familielid met wie de aanvrager een familieband heeft;
zijn familieband met dat familielid overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Richtlijn 2004/38/EG;
bij door iemand anders dan de aanvrager ingevulde aanvragen: achternaam, voornaam(-namen), bedrijfsnaam, organisatie (indien van toepassing), e-mailadres, postadres en telefoonnummer (indien beschikbaar) van die persoon; de relatie met de aanvrager en een ondertekende volmacht.
Voorts beantwoordt de aanvrager de volgende vragen:
of de aanvrager gedurende de voorbije 25 jaar veroordeeld is voor een terroristisch misdrijf of gedurende de voorbije vijftien jaar voor een in de bijlage genoemd ander strafbaar feit, en zo ja, wanneer en in welk land;
Heeft de aanvrager de voorbije tien jaar ooit in een specifiek oorlogs- of conflictgebied verbleven en, zo ja, waarom?
Is er ten aanzien van de aanvrager in de voorbije tien jaar een beslissing die hem verplichtte het grondgebied van een lidstaat of van een in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen derde land te verlaten, dan wel een terugkeerbesluit genomen?
Artikel 18
Reisautorisatievergoeding
HOOFDSTUK III
AANMAAK VAN HET AANVRAAGDOSSIER EN ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG DOOR HET CENTRALE ETIAS-SYSTEEM
Artikel 19
Ontvankelijkheid en aanmaak van het aanvraagdossier
Na de indiening van een aanvraag verifieert het Etias-informatiesysteem op geautomatiseerde wijze of:
alle velden van het aanvraagformulier zijn ingevuld en alle in artikel 17, leden 2 en 4, bedoelde gegevens bevatten,
de reisautorisatievergoeding is geïnd.
Bij de aanmaak van het aanvraagdossier worden de volgende gegevens in het centrale Etias-systeem geregistreerd en opgeslagen:
het aanvraagnummer;
informatie over de status, waaruit blijkt dat een reisautorisatie is aangevraagd;
de in artikel 17, lid 2, en, indien van toepassing, artikel 17, leden 4 en 6, bedoelde persoonsgegevens, met inbegrip van de drielettercode van het land dat het reisdocument heeft afgegeven;
de in artikel 17, lid 8, bedoelde gegevens;
de datum en het tijdstip waarop het aanvraagformulier is ingediend, alsmede een aantekening dat de reisautorisatievergoeding is betaald, en het unieke referentienummer van die betaling.
Na de aanmaak van het aanvraagdossier wordt de aanvrager via de e-maildienst onmiddellijk ervan in kennis gesteld dat hem tijdens de verwerking van zijn aanvraag kan worden gevraagd aanvullende informatie of documentatie te verstrekken of dat hij, in uitzonderlijke omstandigheden, kan worden uitgenodigd voor een gesprek. Die kennisgeving omvat:
informatie over de status, waarbij wordt bevestigd dat een reisautorisatieaanvraag is ingediend; en
het aanvraagnummer.
De kennisgeving stelt de aanvrager in staat gebruik te maken van het verificatie-instrument als bedoeld in artikel 6, lid 2, onder h).
Artikel 20
Geautomatiseerde verwerking
Het centrale Etias-systeem geeft een zoekopdracht door het ESP te gebruiken om de relevante gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, punten a), a bis), b), c), d), f), g), j), k) en m), en in artikel 17, lid 8, te vergelijken met de gegevens in een notitie, dossier of signalering in een aanvraagdossier dat is opgeslagen in het centrale Etias-systeem, SIS, het EES, het VIS, Eurodac, Ecris-TCN, Europol-gegevens en in de Interpol-databanken SLTD en TDAWN. Het centrale Etias-systeem verifieert met name of:
het voor de aanvraag gebruikte reisdocument overeenkomt met een reisdocument dat in SIS staat geregistreerd als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard;
het voor de aanvraag gebruikte reisdocument overeenkomt met een reisdocument dat in de SLTD staat geregistreerd als verloren, gestolen of ongeldig verklaard;
de aanvrager in SIS is gesignaleerd met het oog op weigering van inreis en verblijf;
de aanvrager in SIS is gesignaleerd omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel of omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van uitlevering;
de aanvrager en het reisdocument gerelateerd zijn aan een geweigerde, ingetrokken of nietig verklaarde reisautorisatie in het centrale Etias-systeem;
de in de aanvraag verstrekte gegevens over het reisdocument gerelateerd zijn aan een andere reisautorisatieaanvraag die samenhangt met andere identiteitsgegevens als bedoeld in artikel 17, lid 2, punt a), in het centrale Etias-systeem;
de aanvrager momenteel in het EES geregistreerd staat als een persoon die zijn toegestane verblijfsduur overschrijdt dan wel of de aanvrager in het verleden als zodanig geregistreerd is geweest;
de aanvrager in het EES geregistreerd staat als een persoon wiens toegang is geweigerd;
er ten aanzien van de aanvrager in VIS een beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van een visum voor kort verblijf is geregistreerd;
de in de aanvraag verstrekte gegevens overeenstemmen met Europol-gegevens;
de aanvrager in Eurodac geregistreerd staat;
het voor de aanvraag gebruikte reisdocument overeenkomt met een reisdocument dat in een dossier in TDAWN staat geregistreerd;
de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij uitoefent, ingeval de aanvrager minderjarig is:
in SIS is gesignaleerd omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel of omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van uitlevering;
in SIS staat gesignaleerd met het oog op weigering van toegang en verblijf;
of de aanvrager een persoon is wiens gegevens worden geregistreerd in Ecris-TCN en gemarkeerd overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2019/816; die gegevens worden alleen gebruikt voor de verificatie door de centrale Etias-eenheid op grond van artikel 22 van deze verordening en voor de raadpleging van de nationale strafregisters door de nationale Etias-eenheden op grond van artikel 25 bis, lid 2, van deze verordening; de nationale strafregisters worden geraadpleegd door de nationale Etias-eenheden voorafgaand aan de beoordelingen en de adviezen op grond van artikel 26 van deze verordening en, in voorkomend geval, voorafgaand aan de beoordeling en het advies als bedoeld in artikel 28 van deze verordening;
of er ten aanzien van de aanvrager in SIS een signalering inzake terugkeer is ingevoerd.
Artikel 21
Resultaten van de geautomatiseerde verwerking
Artikel 22
Verificatie door de centrale Etias-eenheid
Wanneer zij wordt geraadpleegd, heeft de centrale Etias-eenheid toegang tot het aanvraagdossier en de eventueel daaraan verbonden aanvraagdossiers, evenals tot alle hits die de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, leden 2, 3 en 5, heeft opgeleverd en tot de informatie die door het centrale Etias-systeem uit hoofde van artikel 20, leden 7 en 8, is geïdentificeerd.
De centrale Etias-eenheid verifieert of de in het aanvraagdossier geregistreerde gegevens overeenstemmen met:
de in artikel 33 bedoelde specifieke risico-indicatoren;
de gegevens in het centrale Etias-systeem;
de gegevens in een van de geraadpleegde EU-informatiesystemen;
Europol-gegevens;
de gegevens in de Interpol-databanken STLD of TDAWN.
Artikel 23
Ondersteuning van de SIS-doelstellingen
Het centrale Etias-systeem geeft een zoekopdracht door het ESP te gebruiken om de relevante gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, onder a), a bis), b) en d), te vergelijken met de gegevens in het SIS teneinde vast te stellen of ten aanzien van de aanvrager een van de volgende signaleringen is uitgevaardigd:
een signalering van vermiste personen;
een signalering van personen die worden gezocht met het oog op een gerechtelijke procedure;
een signalering van personen met het oog op onopvallende controles, vraagcontroles of gerichte controles.
Het centrale Etias-systeem zendt ook een geautomatiseerde kennisgeving aan het Sirene-bureau van de lidstaat die de signalering die de hit bij SIS heeft gegenereerd, heeft ingevoerd tijdens de geautomatiseerde verwerking als bedoeld in artikel 20, indien die signalering na verificatie door de centrale Etias-eenheid als bedoeld in artikel 22 heeft geleid tot handmatige verwerking van de aanvraag overeenkomstig artikel 26.
Indien de hit betrekking heeft op een signalering inzake terugkeer, verifieert het Sirene-bureau van de lidstaat die de signalering heeft ingevoerd, in samenwerking met de nationale Etias-eenheid, of de wissing van de signalering inzake terugkeer overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1860 en de registratie van een signalering inzake weigering van toegang of verblijf overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1861 vereist is.
De kennisgeving aan het Sirene-bureau van de lidstaat die de signalering heeft ingevoerd, bevat de volgende gegevens:
familienaam(-namen), voornaam(-namen) en, indien van toepassing, alias(sen);
geboorteplaats en -datum;
geslacht;
nationaliteit en eventuele andere nationaliteiten;
de lidstaat van het eerste voorgenomen verblijf en, indien beschikbaar, het adres van het eerste voorgenomen verblijf;
het woonadres van de aanvrager en, indien niet beschikbaar, zijn plaats en land van verblijf;
informatie over de reisautorisatiestatus, waaruit blijkt dat een reisautorisatie is afgegeven of geweigerd, of dat de aanvraag handmatig wordt verwerkt overeenkomstig artikel 26;
een verwijzing naar eventuele hits die overeenkomstig de leden 1 en 2 zijn gegenereerd, met inbegrip van de datum en het tijdstip van de hits.
Artikel 24
Specifieke regels voor familieleden van burgers van de Unie of van andere onderdanen van derde landen die op grond van het Unierecht het recht van vrij verkeer genieten
Wanneer een in artikel 2, lid 1, onder c), bedoelde onderdaan van een derde land een reisautorisatie aanvraagt, gelden de volgende specifieke regels:
de aanvrager hoeft de in artikel 17, lid 4, onder c), bedoelde vraag niet te beantwoorden;
er wordt vrijstelling verleend van de in artikel 18 bedoelde vergoeding.
Bij de verwerking van een reisautorisatieaanvraag voor een in artikel 2, lid 1, onder c), bedoelde onderdaan van een derde land verifieert het centrale Etias-systeem niet of:
de aanvrager momenteel geregistreerd staat als een persoon die zijn toegestane verblijfsduur overschrijdt, dan wel of de aanvrager in het verleden als zodanig geregistreerd is geweest, door raadpleging van het EES als bedoeld in artikel 20, lid 2, onder g);
de aanvrager overeenkomt met een persoon wiens gegevens zijn geregistreerd in Eurodac als bedoeld in artikel 20, lid 2, onder k).
De overeenkomstig artikel 33 bepaalde specifieke risico-indicatoren die zijn gebaseerd op risico’s op het gebied van illegale immigratie zijn niet van toepassing.
De volgende regels zijn eveneens van toepassing:
in de kennisgeving als bedoeld in artikel 38, lid 1, ontvangt de aanvrager informatie over het feit dat hij bij het overschrijden van de buitengrenzen zijn status van familielid als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder c), moet kunnen bewijzen; deze informatie bevat tevens een herinnering dat familieleden van een burger die zijn recht van vrij verkeer uitoefent, indien zij beschikken over een reisautorisatie, slechts recht op binnenkomst hebben indien zij de burger van de Unie of de onderdaan van het derde land die zijn recht van vrij verkeer uitoefent, vergezellen of zich bij hem voegen;
een beroep als bedoeld in artikel 37, lid 3, wordt ingesteld overeenkomstig Richtlijn 2004/38/EG;
de bewaringstermijn van het aanvraagdossier als bedoeld in artikel 54, lid 1, is:
de geldigheidsduur van de reisautorisatie;
vijf jaar vanaf de laatste beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van de reisautorisatie overeenkomstig de artikelen 37, 40 en 41. Indien de gegevens van een notitie, dossier of signalering in een van de EU-informatiesystemen, in de Europol-gegevens, de Interpol-databanken SLTD of TDAWN, de Etias-observatielijst of de Etias-screeningsregels die aanleiding geven tot een beslissing, worden gewist voordat de onder b), bedoelde periode verstrijkt, wordt het aanvraagdossier gewist binnen zeven dagen vanaf de datum van de wissing van de gegevens in die notitie, dat dossier of die signalering. Daartoe verifieert het centrale Etias-systeem regelmatig en automatisch of nog steeds is voldaan aan de voorwaarden voor het bewaren van de in dit punt bedoelde aanvraagdossiers. Het centrale Etias-systeem wist het aanvraagdossier automatisch indien zulks niet langer het geval is.
Met het oog op het faciliteren van een nieuwe aanvraag na het verstrijken van de geldigheidsduur van een Etias-reisautorisatie kan het aanvraagdossier in het centrale Etias-systeem voor een extra periode van niet meer dan drie jaar na het einde van de geldigheidsduur van de reisautorisatie worden opgeslagen, en op voorwaarde dat de aanvrager daarvoor, na een daartoe strekkend verzoek, vrijelijk en uitdrukkelijk toestemming verleent door middel van een elektronisch ondertekende verklaring. Verzoeken om toestemming worden in een begrijpelijke en gemakkelijk toegankelijke vorm en in duidelijke en eenvoudige taal zodanig gepresenteerd dat een duidelijk onderscheid kan worden gemaakt met de andere aangelegenheden, overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2016/679.
Toestemming wordt aangevraagd na de automatische informatieverstrekking overeenkomstig artikel 15, lid 2. In de automatisch verstrekte informatie wordt de aanvrager gewezen op het doel van de bewaring van gegevens op grond van de informatie zoals bedoeld in artikel 71, onder o).
HOOFDSTUK IV
ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG DOOR DE NATIONALE ETIAS-EENHEDEN
Artikel 25
Verantwoordelijke lidstaat
De lidstaat die op grond van artikel 26 verantwoordelijk is voor de handmatige verwerking van aanvragen („de verantwoordelijke lidstaat”) wordt door het centrale Etias-systeem als volgt bepaald:
indien blijkt dat slechts één lidstaat de gegevens heeft ingevoerd of aangeleverd die de hit ingevolge artikel 20 hebben gegenereerd, wordt die lidstaat aangemerkt als de verantwoordelijke lidstaat;
indien blijkt dat meerdere lidstaten de gegevens hebben ingevoerd of aangeleverd die de hits ingevolge artikel 20 hebben gegenereerd, wordt als de verantwoordelijke lidstaat aangemerkt:
de lidstaat die de meest recente gegevens inzake een in artikel 20, lid 2, onder d), bedoelde signalering heeft ingevoerd of aangeleverd, of
indien geen van die gegevens overeenstemt met een in artikel 20, lid 2, onder d), bedoelde signalering, de lidstaat die de meest recente gegevens inzake een in artikel 20, lid 2, onder c), bedoelde signalering heeft ingevoerd of aangeleverd, of
indien geen van die gegevens overeenstemt met een in artikel 20, lid 2, onder c) of d), bedoelde signalering, de lidstaat die de meest recente gegevens inzake een in artikel 20, lid 2, onder a), bedoelde signalering heeft ingevoerd of aangeleverd;
indien blijkt dat meerdere lidstaten de gegevens hebben ingevoerd of aangeleverd die de hits ingevolge artikel 20 hebben gegenereerd, maar geen van die gegevens overeenstemt met in artikel 20, lid 2, onder a), c) en d), bedoelde signaleringen wordt de lidstaat die de meest recente gegevens heeft ingevoerd of aangeleverd, aangemerkt als de verantwoordelijke lidstaat.
Voor de toepassing van de punten a) en c) van de eerste alinea worden hits op grond van gegevens die niet door een lidstaat zijn ingevoerd of aangeleverd, niet in aanmerking genomen voor het bepalen van de verantwoordelijke lidstaat. Indien de handmatige verwerking van een aanvraag geen gevolg is van gegevens die door een lidstaat zijn ingevoerd of aangeleverd, is de verantwoordelijke lidstaat de lidstaat van het eerste voorgenomen verblijf.
Artikel 25 bis
Gebruik van andere EU-informatiesystemen voor de handmatige verwerking van aanvragen door de nationale Etias-eenheden
Onverminderd artikel 13, lid 1, hebben de naar behoren gemachtigde personeelsleden van de nationale Etias-eenheden rechtstreeks toegang tot de andere EU-informatiesystemen en mogen zij deze in een read-onlyformaat raadplegen ten behoeve van het onderzoeken van reisautorisatieaanvragen en het vaststellen van besluiten inzake die aanvragen overeenkomstig artikel 26. De nationale Etias-eenheden kunnen de volgende gegevens raadplegen:
de gegevens bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 van Verordening (EU) 2017/2226;
de gegevens bedoeld in de artikelen 9 tot en met 14 van Verordening (EG) nr. 767/2008;
de gegevens bedoeld in artikel 20 van Verordening (EU) 2018/1861 verwerkt voor de doeleinden van de artikelen 24, 25 en 26 van die verordening;
de gegevens bedoeld in artikel 20 van Verordening (EU) 2018/1862 verwerkt voor de doeleinden van artikel 26 en artikel 38, lid 2, punten k) en l), van die verordening;
de gegevens bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2018/1860 verwerkt voor de doeleinden van artikel 3 van die verordening.
Artikel 26
Handmatige verwerking van aanvragen door de nationale Etias-eenheden
Na de handmatige verwerking van de aanvraag gaat de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat over tot:
afgifte van een reisautorisatie, of
weigering van een reisautorisatie.
Indien de geautomatiseerde verwerking als bepaald in artikel 20, lid 2, een hit oplevert, gaat de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat over tot:
weigering van een reisautorisatie indien de hit overeenkomt met een of meer van de verificaties als bedoeld in artikel 20, lid 2, onder a) en c);
beoordeling van het veiligheidsrisico of het risico op het gebied van illegale immigratie en een beslissing tot afgifte dan wel weigering van een reisautorisatie indien de hit overeenstemt met enige verificatie bedoeld in artikel 20, lid 2, punt b) en punten d) tot en met o).
Indien de geautomatiseerde verwerking uit hoofde van artikel 20, lid 2, punt o), een hit heeft opgeleverd, gaat de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat over tot:
weigering van een reisautorisatie van de aanvrager indien de verificatie op grond van artikel 23, lid 2, derde alinea, heeft geresulteerd in de wissing van de signalering inzake terugkeer en de registratie van een signalering inzake weigering van toegang of verblijf;
beoordeling van de veiligheid of het risico van illegale immigratie, en een besluit betreffende de afgifte of weigering van een reisautorisatie in alle andere gevallen.
De nationale Etias-eenheid van de lidstaat die de gegevens heeft geregistreerd, raadpleegt het Sirene-bureau om te verifiëren of de wissing van de signalering inzake terugkeer overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1860 en, in voorkomend geval, de registratie van een signalering inzake weigering van toegang of verblijf overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1861 vereist is.
Indien de geautomatiseerde verwerking uit hoofde van artikel 20, lid 2, punt n), een hit heeft opgeleverd, maar geen hit heeft opgeleverd uit hoofde van punt c) van dit lid, houdt de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat in het bijzonder rekening met het ontbreken van een dergelijke hit bij haar beoordeling van het veiligheidsrisico met het oog op het besluit om een reisautorisatie te verstrekken of te weigeren.
De resultaten van de beoordeling van het veiligheidsrisico, het risico op het gebied van illegale immigratie of het hoge epidemiologische risico en de verantwoording van de beslissing tot afgifte dan wel weigering van een reisautorisatie, wordt in het aanvraagdossier opgenomen door het personeelslid dat de risicobeoordeling heeft uitgevoerd.
Artikel 27
Verzoek aan de aanvrager om aanvullende informatie of documentatie
Indien het consulaat dat zich het dichtst bij de verblijfplaats van de aanvrager bevindt, op een afstand van meer dan 500 km is gelegen, wordt de aanvrager de mogelijkheid geboden dit gesprek met audio- en videocommunicatiemiddelen te voeren, waarbij een gepast niveau van beveiliging en vertrouwelijkheid wordt gewaarborgd. Als de afstand minder dan 500 km bedraagt, kunnen de aanvrager en de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat overeenkomen gebruik te maken van dergelijke audio- en videocommunicatiemiddelen. Wanneer dergelijke audio- en videocommunicatiemiddelen worden gebruikt wordt het gesprek gevoerd door de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat of, uitzonderlijk, door een van de consulaten van die lidstaat. De audio- en videocommunicatiemiddelen op afstand waarborgen een gepast niveau van beveiliging en vertrouwelijkheid.
De reden voor een gesprek wordt in het aanvraagdossier vermeld.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
De uitnodiging voor het gesprek wordt door het centrale Etias-systeem geregistreerd in het aanvraagdossier.
Het gesprek met behulp van audio- en videocommunicatiemiddelen, wordt gevoerd in de taal van de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat die om het gesprek heeft gevraagd of in de taal die zij heeft gekozen voor de indiening van aanvullende informatie of documentatie.
Het gesprek dat in een consulaat plaatsvindt, wordt gevoerd in een officiële taal van het derde land waarin het consulaat zich bevindt of in een andere door de aanvrager en het consulaat overeengekomen taal.
Na het gesprek brengt de interviewer een advies uit met de gronden voor zijn of haar aanbevelingen.
De beoordeelde elementen en het advies worden opgenomen in een formulier dat in het aanvraagdossier wordt geregistreerd op de dag van het gesprek.
Het formulier dat voor het gesprek is gebruikt en de bijkomende informatie of documentatie die in het aanvraagdossier is opgenomen, worden uitsluitend geraadpleegd om de aanvraag te beoordelen of om hierover een beslissing te nemen, om een beroepsprocedure te beheren en om een nieuwe aanvraag van dezelfde aanvrager te verwerken.
Artikel 28
Raadpleging van andere lidstaten
De nationale Etias-eenheid van de geraadpleegde lidstaten:
geeft een met redenen omkleed positief advies over de aanvraag; of
geeft een met redenen omkleed negatief advies over de aanvraag.
Het positieve of het negatieve advies wordt door de nationale Etias-eenheid van de geraadpleegde lidstaat geregistreerd in het aanvraagdossier.
Met het oog op de handmatige verwerking als bedoeld in artikel 26 is het met redenen omkleed positief of negatief advies alleen zichtbaar voor de nationale Etias-eenheid van de geraadpleegde lidstaat en door de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat.
Artikel 29
Raadpleging van Europol
Artikel 30
Termijnen voor kennisgeving aan de aanvrager
Binnen 96 uur na de indiening van een overeenkomstig artikel 19 ontvankelijke aanvraag ontvangt de aanvrager een kennisgeving waarin staat:
of zijn reisautorisatie is afgegeven of geweigerd; dan wel
dat om aanvullende informatie of documentatie wordt verzocht en dat de aanvrager voor een gesprek kan worden uitgenodigd, met vermelding van de maximale verwerkingstermijnen overeenkomstig artikel 32, lid 2.
Artikel 31
Verificatie-instrument
De Commissie zorgt voor een verificatie-instrument aan de hand waarvan de aanvrager de stand van zaken betreffende zijn aanvraag, de geldigheidsduur en de status van zijn reisautorisatie kan nagaan (geldig, geweigerd, nietig verklaard of ingetrokken). Dat instrument wordt ter beschikking gesteld via de specifieke openbare website of de app voor mobiele apparaten als bedoeld in artikel 16.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast om het verificatie-instrument nader te omschrijven.
Artikel 32
Beslissing over de aanvraag
Voordat de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde uiterste termijnen verstrijken, wordt beslist tot:
afgifte van een reisautorisatie overeenkomstig artikel 36; of
weigering van een reisautorisatie overeenkomstig artikel 37.
HOOFDSTUK V
DE ETIAS-SCREENINGSREGELS EN DE ETIAS-OBSERVATIELIJST
Artikel 33
De Etias-screeningsregels
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 89 een uitvoeringshandeling vast tot nadere omschrijving van het veiligheidsrisico, het risico op het gebied van illegale immigratie of hoog epidemiologisch risico, op basis van:
door het EES gegenereerde statistieken die voor een specifieke groep reizigers wijzen op buitengewone percentages personen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden of aan wie de toegang is geweigerd;
door Etias overeenkomstig artikel 84 gegenereerde statistieken die voor een specifieke groep reizigers wijzen op buitengewone percentages personen aan wie een reisautorisatie is geweigerd wegens een veiligheidsrisico, een risico op het gebied van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico;
door Etias overeenkomstig artikel 84 en door het EES gegenereerde statistieken die wijzen op verbanden tussen aan de hand van het aanvraagformulier verzamelde informatie en de overschrijding van de toegestane verblijfsduur door reizigers of toegangsweigeringen;
door de lidstaten verstrekte informatie, onderbouwd met feitelijke en op bewijs gebaseerde elementen, over specifieke veiligheidsrisico-indicatoren of door die lidstaat geconstateerde veiligheidsdreigingen;
door de lidstaten verstrekte informatie, onderbouwd met feitelijke en op bewijs gebaseerde elementen, die, voor een specifieke groep reizigers met die lidstaat als bestemming, wijst op buitengewone percentages personen die de toegestane verblijfsduur hebben overschreden of aan wie de toegang is geweigerd;
door de lidstaten verstrekte informatie over een specifiek hoog epidemiologisch risico, evenals door het ECDC verstrekte informatie, gebaseerd op epidemiologisch toezicht en risicobeoordelingen, en door de WHO gemelde uitbraken van ziekte.
De specifieke risico’s worden ten minste elke zes maanden geëvalueerd en door de Commissie wordt, waar nodig, een nieuwe uitvoeringshandeling vastgesteld volgens de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Op basis van de overeenkomstig lid 3 bepaalde specifieke risico’s stelt de centrale Etias-eenheid een aantal specifieke risico-indicatoren vast, die bestaan uit een combinatie van gegevens, waaronder een of meer van de volgende:
leeftijdsgroep, geslacht, nationaliteit;
land en plaats van verblijf;
niveau van opleiding (basisonderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs of geen opleiding);
huidig beroep (beroepsgroep).
Artikel 34
De Etias-observatielijst
Op basis van de in lid 2 bedoelde informatie bestaat de Etias-observatielijst uit gegevens die een of meer van de volgende bestanddelen omvat:
achternaam;
achternaam bij geboorte;
geboortedatum;
overige namen (alias(sen), artiestennaam(-namen), roepnaam(-namen));
reisdocument(en) (soort, nummer en land van afgifte van het/de reisdocument(en));
woonadres;
e-mailadres;
telefoonnummer;
naam, e-mailadres, postadres, telefoonnummer van een bedrijf of organisatie;
IP-adres.
Voor zover beschikbaar worden de volgende gegevensbestanddelen toegevoegd aan het betreffende bestanddelen die ten minste uit een van de hierboven genoemde gegevensbestanddelen bestaan: voornaam(-namen), geboorteplaats, geboorteland, geslacht en nationaliteit.
Artikel 35
Verantwoordelijkheden en taken met betrekking tot de Etias-observatielijst
Vooraleer Europol of een lidstaat gegevens invoert in de Etias-observatielijst, doet Europol of de lidstaat het volgende:
bepalen of de informatie toereikend, nauwkeurig en belangrijk genoeg is om in de Etias-observatielijst te worden opgenomen;
een beoordeling verrichten van het mogelijke effect van de gegevens op het aantal handmatig verwerkte aanvragen;
verifiëren of de gegevens overeenstemmen met een in SIS ingevoerde signalering.
HOOFDSTUK VI
AFGIFTE, WEIGERING, NIETIGVERKLARING OF INTREKKING VAN EEN REISAUTORISATIE
Artikel 36
Afgifte van een reisautorisatie
De nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat kan die markering eveneens aanbrengen op verzoek van een geraadpleegde lidstaat. Die markering mag enkel zichtbaar zijn voor de grensautoriteiten.
De markering wordt automatisch verwijderd zodra de grensautoriteiten de controle hebben uitgevoerd en de inreisnotitie in het EES hebben opgenomen.
Artikel 37
Weigering van een reisautorisatie
Een reisautorisatie wordt geweigerd indien de aanvrager:
een reisdocument heeft gebruikt dat is geregistreerd als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard in SIS;
een veiligheidsrisico vormt;
een risico op het gebied van illegale immigratie vormt;
een hoog epidemiologisch risico vormt;
met het oog op weigering van toegang en verblijf in SIS gesignaleerd staat;
een verzoek om aanvullende informatie of documentatie niet beantwoordt binnen de in artikel 27 bedoelde uiterste termijn;
zich niet meldt voor het gesprek als bedoeld in artikel 27, lid 4.
Artikel 38
Kennisgeving van de afgifte of weigering van een reisautorisatie
Zodra een reisautorisatie is afgegeven, ontvangt de aanvrager onmiddellijk een kennisgeving via de e-maildienst, met onder meer:
een duidelijke vermelding dat de reisautorisatie is afgegeven en het nummer van de aanvraag voor een reisautorisatie;
de datum van aanvang en verstrijken van de reisautorisatie;
een duidelijke vermelding dat de aanvrager bij binnenkomst hetzelfde reisdocument moet overleggen als vermeld op het aanvraagformulier en dat voor elke wijziging van het reisdocument een nieuwe aanvraag voor een reisautorisatie moet worden ingediend;
een herinnering van de toegangsvoorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 6 van Verordening (EU) 2016/399 en van het gegeven dat een kort verblijf slechts mogelijk is voor een periode van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen;
een herinnering dat aan het loutere bezit van een geldige reisautorisatie geen automatisch recht op binnenkomst mag worden ontleend;
een herinnering dat de grensautoriteiten van de betrokken onderdaan van een derde land bewijsstukken kunnen verlangen om na te gaan of aan de toegangs- en verblijfsvoorwaarden is voldaan;
een herinnering dat het bezit van een geldige reisautorisatie een verblijfsvoorwaarde is waaraan moet worden voldaan gedurende de volledige duur van een kort verblijf op het grondgebied van de lidstaten;
een link naar de webdienst als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) 2017/2226, waarmee onderdanen van derde landen op ieder moment hun resterende duur van hun toegestane verblijf kunnen nagaan;
in voorkomend geval, de lidstaten waar de aanvrager naartoe mag reizen;
een link naar de openbare website van Etias met informatie over de mogelijkheid voor de aanvrager om de intrekking van de reisautorisatie te vragen, de mogelijkheid tot intrekking van de reisautorisatie indien niet langer aan de voorwaarden voor afgifte ervan wordt voldaan en de mogelijkheid tot nietigverklaring ervan indien blijkt dat op het moment van afgifte niet aan de voorwaarden voor afgifte was voldaan;
informatie over procedures voor het uitoefenen van de rechten krachtens de artikelen 13 tot en met 16 van Verordening (EG) nr. 45/2001 en de artikelen 15 tot en met 18 van Verordening (EU) 2016/679; de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en van de nationale toezichthoudende autoriteit van de lidstaat van het eerste voorgenomen verblijf wanneer de reisautorisatie is afgegeven door het centrale Etias-systeem, of van de verantwoordelijke lidstaat wanneer de reisautorisatie is afgegeven door een nationale Etias-eenheid.
Indien een reisautorisatie wordt geweigerd, ontvangt de aanvrager onmiddellijk een kennisgeving via de e-maildienst, met onder meer:
een duidelijke vermelding dat de reisautorisatie is geweigerd en het nummer van de aanvraag voor een reisautorisatie;
een verwijzing naar de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat die de reisautorisatie heeft geweigerd en het adres van die eenheid;
de vermelding van de gronden voor de weigering van de reisautorisatie, met opgave van de toepasselijke gronden uit de lijst in artikel 37, leden 1 en 2, zodat de aanvrager beroep kan instellen;
informatie over het recht en de termijn om beroep in te stellen en een link naar de in artikel 16, lid 7 bedoelde informatie op de website;
informatie over de procedures voor het uitoefenen van de rechten krachtens de artikelen 13 tot en met 16 van Verordening (EG) nr. 45/2001 en de artikelen 15 tot en met 18 van Verordening (EU) 2016/679; de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en van de nationale toezichthoudende autoriteit van de verantwoordelijke lidstaat.
Artikel 39
Gegevens die moeten worden toegevoegd aan het aanvraagdossier na de beslissing tot afgifte of tot weigering van een reisautorisatie
Indien is beslist tot afgifte van een reisautorisatie, worden door het centrale Etias-systeem of, indien de beslissing is genomen na handmatige verwerking als bedoeld in hoofdstuk IV, door de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat onverwijld de volgende gegevens aan het aanvraagdossier toegevoegd:
statusinformatie waaruit blijkt dat de reisautorisatie is afgegeven;
een verwijzing waaruit blijkt dat de reisautorisatie door het centrale ETIAS-systeem of na handmatige verwerking is afgegeven; in laatstgenoemd geval, een verwijzing naar de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat die de beslissing heeft genomen, met vermelding van het adres van die eenheid;
de datum van de beslissing tot afgifte van de reisautorisatie;
de datum van aanvang en verstrijken van de reisautorisatie;
eventuele markeringen op de reisautorisatie als bepaald in artikel 36, leden 2 en 3, met opgave van de redenen van die markeringen, en aanvullende informatie die relevant is voor respectievelijk tweedelijnscontroles in het geval van artikel 36, lid 2, en voor de grensautoriteiten in het geval van artikel 36, lid 3.
Indien is beslist tot weigering van een reisautorisatie, worden door de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat de volgende gegevens aan het aanvraagdossier toegevoegd:
statusinformatie waaruit blijkt dat de reisautorisatie is geweigerd;
een verwijzing naar de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat die de reisautorisatie heeft geweigerd en het adres van die eenheid;
datum van de beslissing tot weigering van de reisautorisatie;
de gronden voor weigering van de reisautorisatie, door opgave van de gronden uit de lijst in artikel 37, leden 1 en 2.
Artikel 40
Nietigverklaring van een reisautorisatie
Artikel 41
Intrekking van een reisautorisatie
Artikel 42
Kennisgeving van de nietigverklaring of intrekking van een reisautorisatie
Indien een reisautorisatie nietig is verklaard of is ingetrokken, ontvangt de aanvrager onmiddellijk een kennisgeving via de e-maildienst, met daarin onder meer:
een duidelijke vermelding dat de reisautorisatie nietig is verklaard of is ingetrokken en het nummer van de aanvraag voor een reisautorisatie;
een verwijzing naar de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat die de reisautorisatie nietig heeft verklaard of heeft ingetrokken en het adres van die eenheid;
een vermelding van de gronden voor de nietigverklaring of intrekking van de reisautorisatie, met opgave van de toepasselijke gronden uit de lijst in artikel 37, leden 1 en 2, zodat de aanvrager beroep kan instellen;
informatie over het recht en de termijn om beroep in te stellen; een link naar de in artikel 16, lid 7, bedoelde informatie op de website;
een duidelijke vermelding dat het bezit van een geldige reisautorisatie een voorwaarde voor verblijf is waaraan moet worden voldaan gedurende de volledige duur van een kort verblijf op het grondgebied van de lidstaten;
informatie over de procedures voor het uitoefenen van de rechten krachtens de artikelen 13 tot en met 16 van Verordening (EG) nr. 45/2001 en de artikelen 15 tot en met 18 van Verordening (EU) 2016/679; de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming van het Europees Grens- en kustwachtagentschap, van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en van de nationale toezichthoudende autoriteit van de verantwoordelijke lidstaat.
Artikel 43
Gegevens die moeten worden toegevoegd aan het aanvraagdossier na de beslissing tot nietigverklaring of intrekking van een reisautorisatie
Indien is beslist tot nietigverklaring of intrekking van een reisautorisatie, worden door de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat die de reisautorisatie nietig heeft verklaard of heeft ingetrokken, onverwijld de volgende gegevens aan het aanvraagdossier toegevoegd:
statusinformatie waaruit blijkt dat de reisautorisatie nietig is verklaard of is ingetrokken;
een verwijzing naar de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat die de reisautorisatie heeft ingetrokken of nietig heeft verklaard en het adres van die eenheid, en
de datum van de beslissing tot nietigverklaring of intrekking van de reisautorisatie.
Artikel 44
Afgifte van een reisautorisatie met een beperkte territoriale geldigheid op humanitaire gronden, om redenen van nationaal belang of op grond van internationale verplichtingen
Indien een aanvraag overeenkomstig artikel 19 ontvankelijk is bevonden, kan de lidstaat waarnaar de betrokken onderdaan van een derde land voornemens is te reizen, bij wijze van uitzondering een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid afgeven, indien die lidstaat dat noodzakelijk acht op humanitaire gronden overeenkomstig zijn nationale recht, om redenen van nationaal belang of op grond van internationale verplichtingen, niettegenstaande het feit dat:
de handmatige verwerking krachtens artikel 26 nog niet is voltooid; of
een reisautorisatie is geweigerd, nietig is verklaard of is ingetrokken.
Dergelijke autorisaties zijn doorgaans enkel geldig op het grondgebied van de lidstaat van afgifte. Bij wijze van uitzondering kunnen zij echter ook worden afgegeven met een territoriale geldigheid voor het grondgebied van meer dan één lidstaat, onder voorbehoud van toestemming van elk van die lidstaten via hun nationale Etias-eenheden. Als een nationale Etias-eenheid overweegt een reisautorisatie af te geven met beperkte territoriale geldigheid voor meerdere lidstaten, raadpleegt de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat deze lidstaten.
Indien een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid is aangevraagd of afgegeven in de in onder a) van de eerste alinea van dit lid bedoelde omstandigheden, leidt dat niet tot een onderbreking van de handmatige verwerking van de aanvraag die de mogelijkheid biedt tot afgifte van een reisautorisatie zonder beperkte territoriale geldigheid.
Indien een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid wordt afgegeven, worden door de nationale Etias-eenheid die de autorisatie heeft afgegeven, de volgende gegevens aan het aanvraagdossier toegevoegd:
statusinformatie waaruit blijkt dat een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid is afgegeven;
de lidstaat of lidstaten waarnaar de houder van de reisautorisatie mag reizen en de geldigheidsduur van die reisautorisatie;
de nationale Etias-eenheid van de lidstaat die de reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid heeft afgegeven en het adres van die eenheid;
de datum van de beslissing tot afgifte van de reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid;
een vermelding van de aangevoerde humanitaire gronden, de redenen van nationaal belang of de internationale verplichtingen;
markeringen van de reisautorisatie als bepaald in artikel 36, leden 2 en 3, met opgave van de redenen van die markering(en), en aanvullende informatie die relevant is voor respectievelijk tweedelijnscontroles in het geval van artikel 36, lid 2, en voor de grensautoriteiten in het geval van artikel 36, lid 3.
Indien een nationale Etias-eenheid een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid afgeeft zonder dat de aanvrager informatie of documentatie heeft ingediend, wordt passende informatie of documentatie ter verantwoording van die beslissing door de nationale Etias-eenheid in het aanvraagdossier geregistreerd en opgeslagen.
Indien een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid is afgegeven, ontvangt de aanvrager een kennisgeving via de e-maildienst, met onder meer:
een duidelijke vermelding dat een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid is afgegeven en het nummer van de aanvraag voor een reisautorisatie;
de datum van aanvang en verstrijken van de reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid;
een duidelijke vermelding van de lidstaten waarnaar de houder van die autorisatie mag reizen en dat hij enkel binnen het grondgebied van die lidstaten mag reizen;
een herinnering dat het bezit van een geldige reisautorisatie een voorwaarde voor verblijf is waaraan moet worden voldaan gedurende de volledige duur van een kort verblijf op het grondgebied van de lidstaat waarvoor de reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid is afgegeven;
een link naar de webdienst als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) 2017/2226, waarmee onderdanen van derde landen op ieder moment hun resterende duur van het toegestane verblijf kunnen nagaan.
HOOFDSTUK VII
GEBRUIK VAN ETIAS DOOR VERVOERDERS
Artikel 45
Toegang tot gegevens voor verificatie door vervoerders
Het Etias-informatiesysteem bezorgt de vervoerders door middel van het toegangsportaal een respons „OK/NIET OK”, waarbij wordt vermeld of de persoon al dan niet een geldige reisautorisatie heeft. Indien er een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid is afgegeven overeenkomstig artikel 44, wordt in het antwoord van het centrale Etias-systeem rekening gehouden met de betrokken lidstaat of lidstaten waarvoor de autorisatie geldt en met de lidstaat van binnenkomst die door de vervoerder is vermeld. Vervoerders mogen de door hen verstuurde informatie en het door hen ontvangen antwoord opslaan overeenkomstig het toepasselijke recht. Het antwoord „OK/NIET OK” kan niet worden beschouwd als een beslissing om toegang te verlenen of te weigeren overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399.
De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, nadere regels vast met betrekking tot de voorwaarden voor de werking van het toegangsportaal voor vervoerders en de toepasselijke regels inzake gegevensbescherming en -beveiliging. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Logbestanden worden gedurende een periode van twee jaar opgeslagen. Logbestanden worden door passende maatregelen beschermd tegen ongeoorloofde toegang.
Artikel 46
Vangnetprocedures wanneer het technisch onmogelijk is voor vervoerders om toegang tot gegevens te verkrijgen
HOOFDSTUK VIII
GEBRUIK VAN ETIAS DOOR GRENSAUTORITEITEN AAN DE BUITENGRENZEN
Artikel 47
Toegang tot gegevens voor verificatie aan de buitengrenzen
Het centrale Etias-systeem reageert met de vermelding:
of deze persoon al dan niet een geldige reisautorisatie heeft, inclusief of de status van de persoon overeenkomt met de in artikel 2, lid 1, punt c), bedoelde status, en, in het geval van een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid afgegeven op grond van artikel 44, voor welke lidstaat of lidstaten deze autorisatie geldig is;
van elke overeenkomstig artikel 36, leden 2 en 3, aan de reisautorisatie verbonden markering;
of de reisautorisatie zal verstrijken binnen de volgende 90 dagen, en wat de resterende geldigheidsduur is;
van de in artikel 17, lid 2, onder k) en l), bedoelde gegevens.
Indien het centrale Etias-systeem een in artikel 36, lid 3, bedoelde markering meldt en er aanvullende verificaties nodig zijn, krijgen de grensautoriteiten toegang tot het centrale Etias-systeem om de aanvullende informatie als bedoeld in artikel 39, lid 1, onder e), of artikel 44, lid 6, onder f), te verkrijgen.
Artikel 48
Vangnetprocedures wanneer het technisch onmogelijk is toegang tot gegevens te verkrijgen aan de buitengrenzen
HOOFDSTUK IX
GEBRUIK VAN ETIAS DOOR IMMIGRATIEAUTORITEITEN
Artikel 49
Toegang tot gegevens voor immigratieautoriteiten
Toegang tot het centrale Etias-systeem overeenkomstig lid 1 van dit artikel wordt alleen toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
in het EES is overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2017/2226 een voorafgaande zoekopdracht uitgevoerd; en
het resultaat van de zoekopdracht wijst uit dat het EES geen gegevens met betrekking tot binnenkomst bevat die verband houden met de aanwezigheid van de onderdaan van een derde land op het grondgebied van lidstaten.
Indien nodig wordt de naleving van de in de onder a) en b), van de eerste alinea van dit lid genoemde voorwaarden gecontroleerd door raadpleging van de logbestanden in het EES, die betrekking hebben tot de in punt a) van de eerste alinea van dit lid bedoelde zoekopdracht en tot de in punt b) van die alinea bedoelde respons, overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2017/2226.
In het geval van minderjarigen krijgen de immigratieautoriteiten ook toegang tot de informatie met betrekking tot het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij van de reiziger als bedoeld in artikel 17, lid 2, onder k).
HOOFDSTUK X
PROCEDURE EN VOORWAARDEN VOOR TOEGANG TOT HET CENTRALE ETIAS-SYSTEEM VOOR RECHTSHANDHAVINGSDOELEINDEN
Artikel 50
Aangewezen autoriteiten van de lidstaten
Indien het nationale recht dit toestaat, kunnen de aangewezen autoriteit en het centrale toegangspunt deel uitmaken van dezelfde organisatie, maar het centrale toegangspunt treedt bij de uitvoering van zijn taken op grond van deze verordening volledig onafhankelijk van de aangewezen autoriteiten op. Het centrale toegangspunt staat los van de aangewezen autoriteiten en ontvangt van dezen geen instructies met betrekking tot de resultaten van de verificatie, die het onafhankelijk verricht.
De lidstaten kunnen, afhankelijk van hun organisatorische en bestuurlijke structuur, meer dan één centraal toegangspunt aanwijzen om hun grondwettelijke of andere wettelijke vereisten na te komen.
De lidstaten geven eu-LISA en de Commissie kennis van hun aangewezen autoriteiten en centrale toegangspunten, en kunnen hun kennisgevingen te allen tijde wijzigen of vervangen.
Artikel 51
Procedure voor toegang tot het centrale Etias-systeem voor rechtshandhavingsdoeleinden
Indien uit een verificatie achteraf blijkt dat de raadpleging van of toegang tot in het centrale Etias-systeem opgeslagen gegevens niet gerechtvaardigd was, wissen alle autoriteiten die toegang tot die gegevens hebben gehad, de gegevens waartoe via het centrale Etias-systeem toegang hebben verworven. De autoriteiten brengen het betrokken centraal toegangspunt van de lidstaat waar het verzoek was gedaan, daarvan op de hoogte.
Artikel 52
Voorwaarden voor toegang tot in het centrale Etias-systeem geregistreerde gegevens door aangewezen autoriteiten van lidstaten
Aangewezen autoriteiten kunnen verzoeken om raadpleging van in het centrale Etias-systeem opgeslagen gegevens indien aan alle navolgende voorwaarden wordt voldaan:
toegang voor raadpleging is noodzakelijk met het oog op het voorkomen, opsporen of onderzoeken van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit;
toegang voor raadpleging is noodzakelijk en evenredig in een specifiek geval; en
er is bewijs of er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat de raadpleging van in het centrale Etias-systeem opgeslagen gegevens zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van de desbetreffende strafbare feiten, met name wanneer er een gegrond vermoeden bestaat dat de verdachte, de dader of het slachtoffer van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit behoort tot een reizigerscategorie waarop deze verordening van toepassing is.
Bij raadpleging van het centrale Etias-systeem wordt uitsluitend gezocht aan de hand van een of meer van de volgende in het aanvraagdossier geregistreerde gegevensbestanddelen:
achternaam (familienaam) en, indien beschikbaar, voornaam(-namen);
overige namen (alias(sen), artiestennaam(-namen), roepnaam(-namen));
nummer van het reisdocument;
woonadres;
e-mailadres;
telefoonnummers;
IP-adres.
Raadpleging van het centrale Etias-systeem aan de hand van de in lid 2 vermelde gegevens kan worden gecombineerd met de volgende gegevens uit het aanvraagdossier, teneinde gerichter te kunnen zoeken:
nationaliteit(en);
geslacht;
geboortedatum of leeftijdsgroep.
Artikel 53
Procedure en voorwaarden voor toegang tot in het centrale Etias-systeem geregistreerde gegevens door Europol
Het gemotiveerde verzoek bevat bewijs dat aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
de raadpleging is noodzakelijk om het optreden van de lidstaten bij het voorkomen, opsporen of onderzoeken van onder het mandaat van Europol vallende terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten te ondersteunen en te versterken;
de raadpleging is noodzakelijk en evenredig in een specifiek geval;
bij de raadpleging wordt enkel gezocht aan de hand van de in artikel 52, lid 2, bedoelde gegevens, gecombineerd met de in artikel 52, lid 3, bedoelde gegevens indien nodig, en
er is bewijs of er zijn gegronde redenen om aan te nemen dat de raadpleging zal bijdragen tot het voorkomen, opsporen of onderzoeken van de desbetreffende strafbare feiten, met name wanneer er een gegrond vermoeden bestaat dat de verdachte, de dader of het slachtoffer van een terroristisch misdrijf of een ander ernstig strafbaar feit behoort tot een reizigerscategorie waarop deze verordening van toepassing is.
HOOFDSTUK XI
BEWARING EN WIJZIGING VAN GEGEVENS
Artikel 54
Bewaring van gegevens
Elk aanvraagdossier wordt in het centrale Etias-systeem opgeslagen gedurende:
de geldigheidsduur van de reisautorisatie;
vijf jaar vanaf de laatste beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van de reisautorisatie overeenkomstig de artikelen 37, 40 en 41. Indien de gegevens van een notitie, dossier of signalering in een van de EU-informatiesystemen, Europol-gegevens, de Interpol-databanken SLTD of TDAWN, de Etias-observatielijst of de Etias-screeningsregels die aanleiding geven tot een dergelijke beslissing worden gewist voor het verstrijken van de onder b) bedoelde periode, wordt het aanvraagdossier gewist binnen zeven dagen vanaf de datum van die wissing. Het centrale Etias-systeem verifieert daartoe regelmatig en automatisch of nog is voldaan aan de voorwaarden voor het bewaren van de in dit punt bedoelde aanvraagdossiers. Het centrale Etias-systeem wist het aanvraagdossier automatisch indien niet langer is voldaan aan die voorwaarden.
Toestemming wordt aangevraagd na het automatisch verstrekken van informatie overeenkomstig artikel 15, lid 2. Bij de automatisch verstrekte informatie wordt de aanvrager gewezen op het doel van de bewaring van gegevens op grond van de informatie zoals bedoeld in artikel 71, onder o), en op de mogelijkheid om te allen tijde een gegeven toestemming in te trekken.
De aanvrager kan overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EU) 2016/679 zijn toestemming te allen tijde intrekken. Indien de aanvrager zijn toestemming intrekt, wordt het aanvraagdossier automatisch uit het centrale Etias-systeem gewist.
eu-LISA ontwikkelt een instrument waarmee aanvragers hun toestemming kunnen geven of intrekken. Dat instrument wordt ter beschikking gesteld via de specifieke openbare website of de app voor mobiele apparaten.
De Commissie stelt overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast ter nadere omschrijving van het instrument waarmee aanvragers hun toestemming kunnen geven of intrekken.
Artikel 55
Wijziging van gegevens en vervroegd wissen van gegevens
Wanneer een onderdaan van een derde land de nationaliteit van een lidstaat heeft verworven of onder artikel 2, lid 2, onder a) tot en met c), is komen te vallen, verifiëren de autoriteiten van die lidstaat of de betrokkene over een geldige reisautorisatie beschikt en wissen zij het aanvraagdossier zo nodig onverwijld uit het centrale Etias-systeem. De voor het wissen van de aanvraag verantwoordelijke autoriteit is:
de nationale Etias-eenheid van de lidstaat die het in artikel 2, lid 2, onder a), bedoelde reisdocument heeft afgegeven;
de nationale Etias-eenheid van de lidstaat waarvan hij de nationaliteit heeft verworven;
de nationale Etias-eenheid van de lidstaat die de verblijfskaart of verblijfsvergunning heeft afgegeven.
HOOFDSTUK XII
GEGEVENSBESCHERMING
Artikel 56
Gegevensbescherming
Wanneer de verwerking van persoonsgegevens door de nationale Etias-eenheden wordt uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten die de aanvragen beoordelen met het oog op het voorkomen, opsporen of onderzoeken van terroristische misdrijven of van andere ernstige strafbare feiten, is Richtlijn (EU) 2016/680 van toepassing.
Wanneer de nationale Etias-eenheid beslist over de afgifte, weigering, intrekking of nietigverklaring van een reisautorisatie, is Verordening (EU) 2016/679 van toepassing.
Artikel 57
Verwerkingsverantwoordelijke
Artikel 58
Verwerker
Artikel 59
Beveiliging van de verwerking
Onverminderd artikel 22 van Verordening (EG) nr. 45/2001 en de artikelen 32 en 34 van Verordening (EU) 2016/679 stellen eu-LISA, de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden de nodige maatregelen vast, met inbegrip van een beveiligingsplan en een bedrijfscontinuïteits- en uitwijkplan, teneinde:
de gegevens fysiek te beschermen, onder meer met noodplannen voor de bescherming van kritieke infrastructuur;
te verhinderen dat onbevoegden toegang krijgen tot de beveiligde webdienst, de e-maildienst, de beveiligdeaccountdienst, het toegangsportaal voor vervoerders, het verificatie-instrument voor aanvragers en het instemmingsinstrument voor aanvragers;
te verhinderen dat onbevoegden toegang krijgen tot gegevensverwerkende apparatuur en nationale installaties, in overeenstemming met de doeleinden van Etias;
te voorkomen dat gegevensdragers onrechtmatig worden gelezen, gekopieerd, gewijzigd of verwijderd;
te voorkomen dat gegevens onrechtmatig worden ingevoerd en geregistreerde persoonsgegevens onrechtmatig worden geïnspecteerd, gewijzigd of gewist;
te verhinderen dat onbevoegden de systemen voor geautomatiseerde gegevensverwerking gebruiken met behulp van gegevenscommunicatieapparatuur;
te voorkomen dat gegevens onrechtmatig in het centrale Etias-systeem worden verwerkt en in het centrale Etias-systeem verwerkte gegevens onrechtmatig worden gewijzigd of gewist;
door middel van persoonlijke en unieke gebruikersidentiteiten en vertrouwelijke toegangsprocedures te waarborgen dat personen met toegangsrecht tot het Etias-informatiesysteem uitsluitend toegang hebben tot de gegevens waarop hun toegangsbevoegdheid betrekking heeft;
te waarborgen dat alle autoriteiten met toegangsrecht tot het Etias-informatiesysteem profielen opstellen waarin de taken en verantwoordelijkheden worden omschreven van de personen die bevoegd zijn om gegevens te raadplegen, en deze profielen ter beschikking stellen aan de toezichthoudende autoriteiten;
te waarborgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld aan welke instanties persoonsgegevens mogen worden doorgegeven door middel van gegevenscommunicatieapparatuur;
te waarborgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld welke gegevens wanneer, door wie en met welk doel in het Etias-informatiesysteem zijn verwerkt;
in het bijzonder door middel van passende versleutelingstechnieken te voorkomen dat persoonsgegevens bij hun doorgifte vanuit en naar het centrale Etias-systeem of gedurende het vervoer van gegevensdragers onrechtmatig worden gelezen, gekopieerd, gewijzigd of gewist;
ervoor te zorgen dat de normale werking van de gebruikte systemen in geval van storing kan worden hersteld;
de betrouwbaarheid te verzekeren door ervoor te zorgen dat eventuele functiestoringen in Etias correct worden gesignaleerd en dat de nodige technische maatregelen worden getroffen om ervoor te zorgen dat persoonsgegevens kunnen worden hersteld wanneer zij beschadigd worden door een slechte werking van Etias;
de doeltreffendheid van de in dit lid bedoelde beveiligingsmaatregelen te monitoren, en met betrekking tot de interne controle de nodige organisatorische maatregelen te nemen om te waarborgen dat deze verordening wordt nageleefd.
Artikel 60
Beveiligingsincidenten
Artikel 61
Interne controle
Het Europees Grens- en kustwachtagentschap, Europol en de lidstaten zorgen ervoor dat elke instantie met toegangsrecht tot het Etias-informatiesysteem de nodige maatregelen neemt met het oog op de naleving van deze verordening en, waar nodig, medewerking verleent aan de toezichthoudende autoriteit.
Artikel 62
Sancties
De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op deze verordening en nemen alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de regels worden uitgevoerd. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
Artikel 63
Aansprakelijkheid
Onverminderd het recht op schadevergoeding door, en de aansprakelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker op grond van Verordening (EU) 2016/679, Richtlijn (EU) 2016/680 en Verordening (EG) nr. 45/2001, geldt het volgende:
iedere persoon of lidstaat die als gevolg van onrechtmatige gegevensverwerking of een andere met deze verordening strijdige handeling vanwege een lidstaat materiële of immateriële schade heeft geleden, is gerechtigd om van die lidstaat schadevergoeding te ontvangen;
iedere persoon of lidstaat die als gevolg van een met deze verordening strijdige handeling vanwege eu-LISA materiële of immateriële schade heeft geleden, is gerechtigd om van dat agentschap schadevergoeding te ontvangen. eu-LISA is aansprakelijk voor onrechtmatige gegevensverwerking, overeenkomstig zijn rol als verwerker of, naargelang het geval, verwerkingsverantwoordelijke.
Een lidstaat of eu-LISA wordt geheel of gedeeltelijk van aansprakelijkheid op grond van de eerste alinea ontheven indien hij of het kan aantonen niet verantwoordelijk te zijn voor het feit dat de schade heeft veroorzaakt.
Artikel 64
Recht op toegang tot, rectificatie, aanvulling en wissing van persoonsgegevens en op beperking van de verwerking
Indien in antwoord op een verzoek blijkt dat de gegevens in het centrale Etias-systeem feitelijk onnauwkeurig zijn of onrechtmatig zijn geregistreerd, worden die gegevens in het centrale Etias-systeem onverwijld gerectificeerd of gewist door de centrale Etias-eenheid of door de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat.
Als een reisautorisatie gedurende haar geldigheidsduur in antwoord op een aanvraag op grond van dit lid wordt gewijzigd door de centrale Etias-eenheid of een nationale Etias-eenheid, verricht het centrale Etias-systeem de in artikel 20 bedoelde geautomatiseerde verwerking teneinde vast te stellen of het gewijzigde aanvraagdossier een hit oplevert op grond van artikel 20, leden 2 tot en met 5. Indien de geautomatiseerde verwerking geen hit oplevert, geeft het centrale Etias-systeem een gewijzigde reisautorisatie af met dezelfde geldigheidsduur als het origineel en stelt het de aanvrager daarvan in kennis. Indien de geautomatiseerde verwerking een of meer hits oplevert, beoordeelt de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat het veiligheidsrisico, het risico op het gebied van illegale immigratie of het hoge epidemiologische risico overeenkomstig artikel 26. Zij beslist dan om een gewijzigde reisautorisatie af te geven dan wel, indien deze eenheid besluit dat niet meer aan de voorwaarden voor afgifte voor de reisautorisatie wordt voldaan, om de reisautorisatie in te trekken.
Artikel 65
Mededeling van persoonsgegevens aan derde landen, internationale organisaties en particuliere partijen
In afwijking van artikel 49 van deze verordening kunnen de immigratieautoriteiten, indien zulks nodig is met het oog op terugkeer, toegang krijgen tot het centrale Etias-systeem om in individuele gevallen gegevens op te vragen om aan een derde land door te geven, maar uitsluitend indien aan elk van de onderstaande voorwaarden is voldaan:
in het EES is overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EU) 2017/2226 een voorafgaande zoekopdracht uitgevoerd; en
het resultaat van de zoekopdracht wijst uit dat het EES geen gegevens bevat over de terug te zenden onderdaan van een derde land.
Indien nodig wordt de naleving van die voorwaarden gecontroleerd door raadpleging van de logbestanden in het EES, die betrekking hebben tot de in punt a) van de eerste alinea van dit artikel bedoelde zoekopdracht en tot de in punt b) van die alinea bedoelde respons, overeenkomstig artikel 46 van Verordening (EU) 2017/2226.
Indien aan die voorwaarden is voldaan, krijgen de immigratieautoriteiten toegang tot het centrale Etias-systeem voor het verrichten van zoekopdrachten aan de hand van alle of een deel van de in artikel 17, lid 2, onder a) tot en met e), van deze verordening genoemde gegevens. Indien een Etias-aanvraagformulier met die gegevens overeenstemt, krijgen de immigratieautoriteiten toegang tot in artikel 17, lid 2, onder a) tot en met g), van deze verordening en, in het geval van minderjarigen, in artikel 17, lid 2, onder k), genoemde gegevens.
In afwijking van lid 1 van dit artikel kunnen gegevens waartoe de immigratieautoriteiten toegang hebben gekregen, in individuele gevallen aan een derde land worden doorgegeven, voor zover dat noodzakelijk is om met het loutere oog op terugkeer de identiteit van de onderdaan van een derde land te bewijzen, en dit enkel op voorwaarde dat aan een van de volgende voorwaarden is voldaan:
de Commissie heeft een besluit genomen over de passend niveau van bescherming van persoonsgegevens in dat derde land overeenkomstig artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) 2016/679;
er is voorzien in passende waarborgen als bedoeld in artikel 46 van Verordening (EU) 2016/679, bijvoorbeeld door middel van een van kracht zijnde overnameovereenkomst tussen de Unie of een lidstaat en het betrokken derde land; of
artikel 49, lid 1, onder d), van Verordening (EU) 2016/679 is van toepassing.
De in ►M1 artikel 17, lid 2, onder a), a bis), b), d), e) en f) ◄ , van deze verordening bedoelde gegevens mogen alleen worden doorgegeven indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:
de gegevens worden doorgegeven overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het Unierecht, met name de bepalingen inzake gegevensbescherming, waaronder hoofdstuk V van Verordening (EU) 2016/679, overnameovereenkomsten en het nationale recht van de lidstaat die de gegevens heeft doorgegeven;
het derde land stemt ermee in de gegevens uitsluitend voor de doeleinden waarvoor zij zijn verstrekt, te verwerken; en
er is ten aanzien van de betrokken onderdaan van een derde land een uit hoofde van Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 17 ) vastgesteld terugkeerbesluit uitgevaardigd, en de tenuitvoerlegging van dit terugkeerbesluit is niet geschorst en er is geen hoger beroep ingesteld dat tot schorsing van de tenuitvoerlegging ervan kan leiden.
In afwijking van lid 2 van dit artikel kunnen de in artikel 52, lid 4, bedoelde gegevens die aangewezen autoriteiten voor de in artikel 1, lid 2, genoemde doeleinden uit het centrale Etias-systeem hebben gehaald, door de aangewezen autoriteit in individuele gevallen worden doorgegeven of beschikbaar gesteld aan een derde land, indien aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
er is sprake van een uitzonderlijk dringend geval met:
een dreigend gevaar in verband met een terroristisch misdrijf; of
een dreigend gevaar voor het leven van een persoon in verband met een ernstig strafbaar feit;
de doorgifte van de gegevens is noodzakelijk voor het voorkomen, opsporen of onderzoeken, op het grondgebied van de lidstaten of in het betrokken derde land, van een dergelijk terroristisch misdrijf of ernstig strafbaar feit;
de aangewezen autoriteit heeft toegang tot deze gegevens volgens de in de artikelen 51 en 52 bedoelde procedure en voorwaarden;
de doorgifte geschiedt overeenkomstig de toepasselijke voorwaarden van Richtlijn (EU) 2016/680, met name hoofdstuk V ervan;
het derde land heeft een naar behoren gemotiveerd schriftelijk of elektronisch verzoek ingediend;
er wordt gewaarborgd dat het verzoekende derde land op basis van wederkerigheid alle in zijn bezit zijnde informatie in systemen voor reisautorisatie zal verstrekken aan de lidstaten die Etias gebruiken.
Indien een doorgifte is geschied op grond van de eerste alinea van dit lid, wordt deze gedocumenteerd en wordt de documentatie desgevraagd ter beschikking gesteld van de overeenkomstig artikel 41, lid 1, van Richtlijn (EU) 2016/680 ingestelde toezichthoudende autoriteit, met inbegrip van de datum en het tijdstip van doorgifte, informatie over de ontvangende bevoegde autoriteit, de reden voor de doorgifte en de doorgegeven persoonsgegevens zelf.
Artikel 66
Toezicht door de toezichthoudende autoriteit
Artikel 67
Toezicht door de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
Artikel 68
Samenwerking tussen de toezichthoudende autoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
Artikel 69
Bijhouden van logbestanden
eu-LISA houdt logbestanden bij van alle gegevensverwerkingsverrichtingen in het Etias-informatiesysteem. Deze logbestanden bevatten het volgende:
het doel van de toegang;
de datum en het tijdstip van elke verrichting;
de gegevens die voor de geautomatiseerde verwerking van de aanvragen worden gebruikt;
waar van toepassing, een verwijzing naar het gebruik van het ESP voor het doorzoeken van het centrale Etias-systeem als bedoeld in artikel 7, lid 2, van Verordening (EU) 2019/817;
de hits die tijdens de geautomatiseerde verwerking als bedoeld in artikel 20 zijn gegenereerd;
de in het centrale Etias-systeem of andere informatiesystemen en databanken opgeslagen gegevens die zijn gebruikt voor de verificatie van de identiteit;
de resultaten van de verificatieprocedure als bedoeld in artikel 22; en
de naam van de medewerker die deze procedure uitvoert.
De nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat houdt een register bij van de personeelsleden die naar behoren zijn gemachtigd om de gegevens in te voeren of op te vragen.
Voorts houden de bevoegde autoriteiten een register bij van de personeelsleden die naar behoren zijn gemachtigd om de gegevens in te voeren of op te vragen.
eu-LISA en de nationale Etias-eenheden stellen de logbestanden op verzoek beschikbaar aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en aan de bevoegde toezichthoudende autoriteiten.
Artikel 70
Bijhouden van logbestanden voor verzoeken om raadpleging van gegevens met het oog op voorkoming, opsporing en onderzoek van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten.
In de in lid 2 bedoelde logbestanden wordt het volgende vermeld:
het exacte doel van het verzoek om raadpleging van en toegang tot in het centrale Etias-systeem opgeslagen gegevens, met inbegrip van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten, en, wat Europol betreft, het exacte doel van het verzoek om raadpleging;
de beslissing die is genomen over de ontvankelijkheid van het verzoek;
het nummer van het nationale dossier;
de datum en het precieze tijdstip van het verzoek om toegang van het centrale toegangspunt aan het centrale Etias-systeem;
in voorkomend geval, het gebruik van de in artikel 51, lid 4, bedoelde procedure voor dringende gevallen en het resultaat van de verificatie achteraf;
welke van de in artikel 52, leden 2 en 3, bedoelde gegevens of reeksen gegevens zijn gebruikt voor raadpleging; en
overeenkomstig nationale regelgeving of Verordening (EU) 2016/794, het kenmerk van de functionaris die de zoekopdracht heeft uitgevoerd en van de functionaris die tot de zoekopdracht of doorgifte opdracht heeft gegeven.
HOOFDSTUK XIII
PUBLIEKSVOORLICHTING
Artikel 71
Voorlichting van het algemene publiek
Na raadpleging van de Commissie en de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming voorziet de centrale Etias-eenheid het algemene publiek van alle relevante informatie inzake het aanvragen van een reisautorisatie. Die informatie wordt beschikbaar gesteld op de openbare website, en omvat:
de criteria, voorwaarden en procedures voor het aanvragen van een reisautorisatie;
informatie over de website en de app voor mobiele apparaten waar de aanvraag kan worden ingediend;
informatie over de mogelijkheid om een aanvraag in te dienen via een andere persoon of via een commercieel tussenpersoon;
informatie over de mogelijkheid om met het in artikel 15, lid 5, bedoelde formulier misbruiken door commerciële tussenpersonen te melden;
de uiterste termijnen voor het nemen van een beslissing over een aanvraag in de zin van artikel 32;
het gegeven dat een reisautorisatie gekoppeld is aan het reisdocument dat op het aanvraagformulier is vermeld en dat het verlopen van of eventuele wijzigingen in het reisdocument ertoe zullen leiden dat de reisautorisatie ongeldig verklaard zal worden of ertoe zullen leiden dat de reisautorisatie niet langer wordt erkend bij het overschrijden van de grens;
het gegeven dat aanvragers verantwoordelijk zijn voor de authenticiteit, volledigheid, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van de door hen verstrekte gegevens en van de waarachtigheid en betrouwbaarheid van de door hen afgelegde verklaringen;
het gegeven dat beslissingen over aanvragen moeten worden meegedeeld aan de aanvrager, dat dergelijke beslissingen bij weigering van een reisautorisatie de weigeringsgronden moeten vermelden en dat aanvragers wier aanvraag is afgewezen het recht hebben beroep in te stellen, alsmede informatie over de beroepsprocedure met inbegrip van nadere gegevens over de bevoegde autoriteit, alsook de uiterste termijn voor het instellen van beroep;
het gegeven dat aanvragers de mogelijkheid hebben om aan de centrale Etias-eenheid te melden dat het doel van hun reis gebaseerd is op humanitaire gronden of verband houdt met internationale verplichtingen, en de voorwaarden en procedures daarvoor;
de toegangsvoorwaarden die zijn vastgesteld in artikel 6 van Verordening (EU) 2016/399 en het gegeven dat een kort verblijf slechts mogelijk is voor een periode van maximaal 90 dagen binnen een periode van 180 dagen, uitgezonderd voor onderdanen van derde landen voor wie gunstigere bepalingen van een bilaterale overeenkomst gelden die van kracht was voor de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen;
het gegeven dat aan het loutere bezit van een geldige reisautorisatie geen automatisch recht op binnenkomst kan worden ontleend;
het gegeven dat de grensautoriteiten van de betrokken onderdaan van een derde land bewijsstukken kunnen verlangen om na te gaan of aan de toegangsvoorwaarden is voldaan;
het gegeven dat het bezit van een geldige reisautorisatie een voorwaarde voor verblijf is waaraan moet worden voldaan gedurende de volledige duur van een kort verblijf op het grondgebied van de lidstaten;
een link naar de webdienst als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) 2017/2226, waarmee onderdanen van derde landen op ieder moment hun resterende toegestane verblijfsduur kunnen nagaan;
het gegeven dat de gegevens in het Etias-informatiesysteem worden gebruikt ten behoeve van het grensbeheer, onder meer voor controles in gegevensbanken, en dat de lidstaten en Europol toegang mogen hebben tot die gegevens met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten, volgens de in hoofdstuk X bedoelde procedures en voorwaarden;
informatie over de periode gedurende welke de gegevens worden opgeslagen;
de rechten van betrokken personen krachtens Verordeningen (EG) nr. 45/2001, (EU) 2016/679 en (EU) 2016/794, en Richtlijn (EU) 2016/680;
de mogelijkheid voor reizigers om bijstand te ontvangen als voorzien in artikel 7, lid 2, onder m).
Artikel 72
Voorlichtingscampagne
De Commissie organiseert, in samenwerking met de Europese Dienst voor extern optreden, de centrale Etias-eenheid en de lidstaten, met inbegrip van hun consulaten in de betrokken derde landen, bij de ingebruikneming van Etias een voorlichtingscampagne om onderdanen van derde landen die onder deze verordening vallen, erop te wijzen dat zij zowel voor het overschrijden van de buitengrenzen als voor de volledige duur van een kort verblijf op het grondgebied van de lidstaten in het bezit moeten zijn van een geldige reisautorisatie.
De voorlichtingscampagne wordt regelmatig gevoerd en in ten minste een van de officiële talen van de landen waarvan de onderdanen onder deze verordening vallen.
HOOFDSTUK XIV
VERANTWOORDELIJKHEDEN
Artikel 73
Verantwoordelijkheden van eu-LISA gedurende de ontwerp- en ontwikkelingsfase
eu-LISA bepaalt het ontwerp van de fysieke architectuur van het systeem, met inbegrip van de communicatie-infrastructuur alsmede de technische specificaties ervan en de evolutie daarvan en de NUI’s. Die technische specificaties worden vastgesteld door de raad van bestuur van eu-LISA, na een gunstig advies van de Commissie. eu-LISA verricht ook de nodige aanpassingen van het EES, SIS, Eurodac of VIS die voortvloeien uit de totstandbrenging van de interoperabiliteit met Etias.
eu-LISA ontwikkelt en implementeert het centrale Etias-systeem, met inbegrip van de Etias-observatielijst, de NUI’s, de communicatie-infrastructuur, en het beveiligde communicatiekanaal tussen het centrale Etias-systeem en het centrale systeem van het EES, en dit zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van de verordening en de vaststelling door de Commissie van:
de maatregelen voorzien in artikel 6, lid 4, artikel 16, lid 10, artikel 17, lid 9, artikel 31, artikel 35, lid 7, artikel 45, lid 2, artikel 54, lid 2, artikel 74, lid 5, artikel 84, lid 2, en artikel 92, lid 8, en
de overeenkomstige de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgestelde maatregelen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en de technische implementatie van het centrale Etias-systeem, de NUI’s, de communicatie-infrastructuur, het beveiligde communicatiekanaal tussen het centrale Etias-systeem en het centrale systeem van het EES en het toegangsportaal voor vervoerders, met name uitvoeringshandelingen betreffende:
de gegevenstoegang overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 29 en de artikelen 33 tot en met 53;
de wijziging, wissing en vervroegde wissing van gegevens overeenkomstig artikel 55;
het bijhouden van en de toegang tot de logbestanden overeenkomstig artikel 45 en artikel 69;
prestatievoorschriften;
specificaties voor technische oplossingen om centrale toegangspunten te verbinden overeenkomstig de artikelen 51, 52 en 53.
De ontwikkeling omvat de uitwerking en tenuitvoerlegging van de technische specificaties, het testen en de algehele projectcoördinatie. In dat verband bestaan de taken van eu-LISA ook in:
het verrichten van een beveiligingsrisicobeoordeling;
het naleven van de beginselen van privacy door ontwerp en door standaardinstellingen in alle fasen van de ontwikkeling van Etias; en
het verrichten van een beveiligingsrisicobeoordeling inzake de interoperabiliteit van Etias met de in artikel 11 bedoelde EU-informatiesystemen en Europol-gegevens.
De raad van bestuur van eu-LISA stelt het reglement van orde van de programmabestuursraad vast, met daarin met name regels inzake:
het voorzitterschap;
de plaats van vergadering;
de voorbereiding van vergaderingen;
de toelating van deskundigen tot de vergaderingen;
communicatieplannen om ervoor te zorgen dat de niet-deelnemende leden van de raad van bestuur van eu-LISA volledig worden geïnformeerd.
Het voorzitterschap wordt bekleed door een lidstaat die geheel aan de Uniewetgeving inzake ontwikkeling, oprichting, exploitatie en gebruik van de door eu-LISA beheerde grootschalige IT-systemen is gebonden.
Alle door de leden van de programmabestuursraad gemaakte reis- en verblijfkosten worden betaald door eu-LISA. Artikel 10 van het reglement van orde van eu-LISA is van overeenkomstige toepassing. Het secretariaat van de programmabestuursraad wordt verzorgd door eu-LISA.
De EES/Etias-adviesgroep komt tot de ingebruikneming van Etias regelmatig bijeen. De adviesgroep brengt na elke bijeenkomst verslag uit aan de programmabestuursraad. De groep voorziet in de technische deskundigheid ter ondersteuning van de taken van de programmabestuursraad en houdt de voorbereidingen van de lidstaten bij.
Artikel 74
Verantwoordelijkheden van eu-LISA na de ingebruikneming van Etias
Het technisch beheer van Etias omvat alle taken die nodig zijn om het Etias-informatiesysteem zeven dagen per week, 24 uur per dag overeenkomstig deze verordening te laten functioneren, met name de onderhoudswerkzaamheden en technische ontwikkelingen die nodig zijn voor een bevredigende technische kwaliteit van het systeem, in het bijzonder wat betreft de responstijd bij raadpleging van het centrale Etias-systeem overeenkomstig de technische specificaties.
Artikel 75
Verantwoordelijkheden van het Europees Grens- en kustwachtagentschap
Het Europees Grens- en kustwachtagentschap is verantwoordelijk voor:
de oprichting en werking van de centrale Etias-eenheid en het zorgen voor de omstandigheden voor een veilig beheer van in Etias opgeslagen gegevens;
de geautomatiseerde verwerking van aanvragen; en
de Etias-screeningsregels.
Artikel 76
Verantwoordelijkheden van de lidstaten
Elke lidstaat is verantwoordelijk voor:
de verbinding met de NUI;
de organisatie, het beheer, de werking en het onderhoud van de nationale Etias-eenheden voor de handmatige verwerking van reisautorisatieaanvragen wanneer de geautomatiseerde verwerking een hit heeft opgeleverd als bedoeld in artikel 26;
de organisatie van de centrale toegangspunten en de verbinding daarvan met de NUI voor het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten;
het beheer en de regelingen op grond waarvan naar behoren gemachtigde personeelsleden van de bevoegde nationale autoriteiten overeenkomstig deze verordening toegang hebben tot het Etias-informatiesysteem, en de opstelling en regelmatige actualisering van de lijst van de betrokken personeelsleden en hun profiel;
de oprichting en werking van de nationale Etias-eenheden;
het opnemen van gegevens in de Etias-observatielijst over terroristische misdrijven of andere ernstige strafbare feiten overeenkomstig artikel 34, leden 2 en 3; en
het verzekeren dat elk van zijn autoriteiten met recht van toegang tot het Etias-informatiesysteem de nodige maatregelen treft met het oog op de naleving van deze verordening, met inbegrip van de maatregelen die noodzakelijk zijn om de inachtneming van de grondrechten en gegevensbeveiliging te waarborgen.
Zij volgen ook door eu-LISA aangeboden opleidingen over het technische gebruik van het Etias-informatiesysteem en over gegevenskwaliteit.
Artikel 77
Verantwoordelijkheden van Europol
HOOFDSTUK XV
WIJZIGINGEN VAN ANDERE UNIE-INSTRUMENTEN
Artikel 78
Wijziging in Verordening (EU) nr. 1077/2011
Het volgende artikel wordt in Verordening (EU) nr. 1077/2011 ingevoegd:
„Artikel 5 ter
Taken in verband met Etias
Het Agentschap verricht met betrekking tot Etias de taken die het Agentschap zijn toegekend bij artikel 73 van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad ( *1 ).
Artikel 79
Wijziging van Verordening (EU) nr. 515/2014
In artikel 6 van Verordening (EU) nr. 515/2014 wordt het volgende lid ingevoegd:
Artikel 80
Wijzigingen van Verordening (EU) 2016/399
Verordening (EU) 2016/399 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 6 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:
punt b) wordt vervangen door:
in het bezit zijn van een geldig visum, indien vereist op grond van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad ( *3 ), of van een geldige reisautorisatie, indien vereist op grond van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad ( *4 ), behalve indien zij houder zijn van een geldige verblijfsvergunning of een geldig visum voor verblijf van langere duur;
de volgende alinea’s worden toegevoegd:
„Gedurende een overgangsperiode als bepaald in artikel 83, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2018/1240 is het gebruik van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) facultatief en geldt de verplichting om in het bezit te zijn van een geldige reisautorisatie als bedoeld in punt b) van de eerste alinea van dit lid niet. De lidstaten delen de aan de reisautorisatieplicht onderworpen onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden mee dat zij na het verstrijken van de overgangsperiode in het bezit moeten zijn van een geldige reisautorisatie. Hiertoe delen de lidstaten aan deze categorie reizigers een gemeenschappelijke brochure uit als bedoeld in artikel 83, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240.
Gedurende een respijtperiode als bepaald in artikel 83, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1240 verlenen de grensautoriteiten de aan de reisautorisatieplicht onderworpen onderdanen van derde landen die niet in het bezit zijn van een reisautorisatie, bij uitzondering toestemming om de buitengrenzen te overschrijden indien zij aan alle overige voorwaarden van dit artikel voldoen, en op voorwaarde dat het de eerste keer is dat zij de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden sinds het einde van de in artikel 83, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde overgangsperiode. De grensautoriteiten informeren die onderdanen van derde landen dat zij in het bezit moeten zijn van een geldige reisautorisatie overeenkomstig dit artikel. Hiertoe delen de grensautoriteiten aan die reizigers een gemeenschappelijke brochure uit als bedoeld in artikel 83, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1240, waarin hen wordt meegedeeld dat zij bij wijze van uitzondering de buitengrenzen mogen overschrijden zonder te voldoen aan de verplichting over een geldige reisautorisatie te beschikken, en waarin die verplichting wordt toegelicht.”.
In artikel 8 wordt lid 3 als volgt gewijzigd:
onder a) wordt punt ii) vervangen door:
of het reisdocument, waar van toepassing, vergezeld gaat van het vereiste visum, de vereiste reisautorisatie of de vereiste verblijfsvergunning;”
het volgende punt wordt ingevoegd:
„b bis) indien de onderdaan van het derde land beschikt over een reisautorisatie als bedoeld in artikel 6, lid 1, onder b), van deze verordening omvatten de grondige controles bij inreis ook de verificatie van de authenticiteit, geldigheid en status van de reisautorisatie, en, in voorkomend geval, van de identiteit van de houder van de reisautorisatie door raadpleging van Etias overeenkomstig artikel 47 van Verordening (EU) 2018/1240. Indien het technisch onmogelijk is de raadpleging te verrichten of de zoekopdracht uit te voeren als bedoeld in artikel 47, leden 1 en 2, van Verordening (EU) 2018/1240, is artikel 48, lid 3, van die verordening van toepassing.”.
In bijlage V, deel B, wordt in het standaardformulier voor weigering van toegang aan de grens punt (C) in de lijst van redenen tot weigering vervangen door:
niet in het bezit van een geldig visum, een geldige reisautorisatie of een geldige verblijfsvergunning.”.
Artikel 81
Wijzigingen van Verordening (EU) 2016/1624
Verordening (EU) 2016/1624 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 8, lid 1, wordt het volgende punt ingevoegd:
„q bis) het vervult de in de Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad ( *5 ) bedoelde taken en verplichtingen waarmee het Europees Grens- en kustwachtagentschap is belast en zorgt ervoor dat de centrale Etias-eenheid wordt opgezet en geëxploiteerd overeenkomstig artikel 7 van die verordening.
Aan hoofdstuk II wordt de volgende afdeling toegevoegd:
„
Artikel 33 bis
Oprichting van de centrale Etias-eenheid
Artikel 82
Wijziging van Verordening (EU) 2017/2226
Aan artikel 64 van Verordening (EU) 2017/2226 wordt het volgende lid toegevoegd:
HOOFDSTUK XVI
SLOTBEPALINGEN
Artikel 83
Overgangsperiode en overgangsmaatregelen
Gedurende de respijtperiode worden binnenkomsten op het grondgebied van de lidstaten die het EES niet gebruiken, niet in aanmerking genomen.
Artikel 84
Gebruik van gegevens voor verslagen en statistieken
De naar behoren gemachtigde personeelsleden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de Commissie, eu-LISA en de centrale Etias-eenheid hebben, uitsluitend met het oog op het opstellen van verslagen en statistieken, zonder dat daarbij personen kunnen worden geïdentificeerd en overeenkomstig de in artikel 14 bedoelde waarborgen in verband met non-discriminatie, toegang om de volgende gegevens te raadplegen:
informatie over de aanvraagstatus;
nationaliteit, geslacht en geboortejaar van de aanvrager;
land van verblijf;
opleiding (basisonderwijs, middelbaar onderwijs, hoger onderwijs of geen opleiding);
huidig beroep (beroepsgroep);
het soort reisdocument en de drielettercode van het land van afgifte;
het soort reisautorisatie en, voor een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid als bedoeld in artikel 44, een vermelding van de lidstaat of lidstaten waardoor de reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid is afgegeven;
de geldigheidsduur van de reisautorisatie; en
de gronden voor weigering, intrekking of nietigverklaring van een reisautorisatie.
De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, nadere bepalingen vast voor de exploitatie van de centrale opslagplaats, alsook voorschriften voor gegevensbescherming en -beveiliging die voor de opslagplaats gelden. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
De dagelijkse statistieken worden opgeslagen in het centrale register voor rapportage en statistieken als bedoeld in artikel 39 van Verordening (EU) 2019/817.
Artikel 85
Kosten
eu-LISA besteedt bijzondere aandacht aan het risico van kostenstijgingen en zorgt voor voldoende toezicht op contractanten.
De volgende kosten komen niet in aanmerking:
projectbeheer van de lidstaten (vergaderingen, missies, kantoren);
hosten van nationale IT-systemen (ruimte, implementatie, elektriciteit, koeling);
exploitatie van nationale IT-systemen (exploitanten en contracten voor ondersteuning);
ontwerp, ontwikkeling, implementatie, exploitatie en onderhoud van nationale communicatienetwerken.
Artikel 86
Ontvangsten
De ontvangsten uit Etias vormen interne bestemmingsontvangsten overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad ( 20 ). Zij zijn bestemd ter dekking van de exploitatie- en onderhoudskosten van Etias. Resterende inkomsten na aftrek van deze kosten worden opgenomen in de begroting van de Unie.
Artikel 87
Kennisgevingen
Drie maanden nadat Etias overeenkomstig artikel 88 in gebruik is genomen, maakt eu-LISA een geconsolideerde lijst van die autoriteiten bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. De lidstaten geven de Commissie en eu-LISA tevens onverwijld kennis van wijzigingen van die autoriteiten. Bij eventuele wijzigingen maakt eu-LISA die informatie eenmaal per jaar in de vorm van een bijgewerkte geconsolideerde versie bekend. eu-LISA houdt een voortdurend bijgewerkte openbare website bij waarop die informatie beschikbaar is.
De Commissie maakt de in de leden 1 en 3 bedoelde informatie bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Eventuele wijzigingen van die informatie worden door de Commissie eenmaal per jaar in de vorm van een bijgewerkte geconsolideerde versie daarvan bekendgemaakt. De Commissie houdt een voortdurend bijgewerkte openbare website bij waarop de informatie beschikbaar is.
Artikel 88
Ingebruikneming
De Commissie stelt de datum vast waarop Etias in gebruik wordt genomen, nadat aan de volgende voorwaarden is voldaan:
de nodige wijzigingen van de rechtshandelingen tot instelling van de andere EU-informatiesystemen waarmee moet worden gezorgd voor interoperabiliteit, in de zin van artikel 11 van deze verordening, met het Etias-informatiesysteem, zijn in werking getreden, met uitzondering van de herschikking van Verordening (EU) nr. 603/2013;
de verordening waarbij eu-LISA wordt belast met het operationeel beheer van Etias is in werking getreden;
de nodige wijzigingen van de rechtshandelingen tot instelling van de in artikel 20, lid 2, bedoelde EU-informatiesystemen waardoor aan de centrale Etias-eenheid toegang wordt verleend tot deze databanken, zijn in werking getreden;
de maatregelen bedoeld in artikel 11, leden 9 en 10, artikel 15, lid 5, artikel 17, leden 3, 5 en 6, artikel 18, lid 4, artikel 27, leden 3 en 5, artikel 33, leden 2 en 3, artikel 36, lid 3, artikel 38, lid 3, artikel 39, lid 2, artikel 45, lid 3, artikel 46, lid 4, artikel 48, lid 4, artikel 59, lid 4, artikel 73, lid 3, punt b), artikel 83, leden 1, 3 en 4, en artikel 85, lid 3, zijn vastgesteld;
eu-LISA heeft verklaard dat een uitgebreide test van Etias met succes is afgesloten;
eu-LISA en de centrale Etias-eenheid hebben de technische en wettelijke regelingen om de in de artikel 17 bedoelde gegevens te verzamelen en aan de centrale Etias-eenheid door te geven, gevalideerd en aan de Commissie meegedeeld;
de lidstaten en de centrale Etias-eenheid hebben de Commissie de gegevens over de diverse in artikel 87, leden 1 en 3, bedoelde autoriteiten meegedeeld.
Artikel 89
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 90
Comitéprocedure
Artikel 91
Adviesgroep
De verantwoordelijkheden van de EES-adviesgroep van eu-LISA worden uitgebreid met de verantwoordelijkheid voor Etias. Die EES/Etias-adviesgroep levert eu-LISA expertise met betrekking tot Etias, in het bijzonder bij de opstelling van het jaarlijkse werkprogramma en het jaarlijkse activiteitenverslag.
Artikel 92
Monitoring en evaluatie
Uiterlijk op 10 april 2019 en vervolgens om de zes maanden tijdens de ontwikkelingsfase van het Etias-informatiesysteem leggen Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap het Europees Parlement en aan de Raad een verslag voor over de stand van zaken bij de voorbereiding van de uitvoering van deze verordening, met inbegrip van gedetailleerde informatie over de gemaakte kosten en informatie over mogelijke risico’s die van invloed kunnen zijn op de algemene kosten van het systeem die ten laste komen van de algemene begroting van de Unie in overeenstemming met artikel 85.
Wanneer de ontwikkeling is afgerond, dient eu-LISA bij het Europees Parlement en aan de Raad een verslag in waarin uitvoerig wordt uiteengezet hoe de doelstellingen, met name die welke betrekking hebben op planning en kosten, zijn bereikt en waarin eventuele afwijkingen worden gerechtvaardigd.
Drie jaar na de ingebruikneming van Etias en vervolgens om de vier jaar zal de Commissie Etias evalueren en de noodzakelijke aanbevelingen doen aan het Europees Parlement en aan de Raad. Deze evaluatie heeft betrekking op:
het via Etias raadplegen van de Interpol-databanken SLTD en TDAWN, onder meer wat betreft informatie over het aantal hits met die Interpol-databanken, het aantal op basis van die hits geweigerde reisautorisaties en informatie over alle eventuele problemen, alsook, in voorkomend geval, een beoordeling van de noodzaak van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening;
de door Etias bereikte resultaten in het licht van zijn doelstellingen, mandaat en taken;
het effect, de doeltreffendheid en de efficiëntie van de activiteiten en werkmethoden van Etias in het licht van zijn doelstellingen, mandaat en taken;
een beoordeling van de beveiliging van Etias;
de voor de risicobeoordeling gebruikte Etias-screeningsregels;
de gevolgen van de Etias-observatielijst, met inbegrip van het aantal reisautorisatieaanvragen dat werd geweigerd op grond van een hit met de Etias-observatielijst;
de eventuele noodzaak mandaat van de centrale Etias-eenheid te wijzigen en de financiële gevolgen van een dergelijke wijziging;
de gevolgen voor de grondrechten;
de gevolgen voor de diplomatieke betrekkingen tussen de Unie en de betrokken derde landen;
de inkomsten uit de reisautorisatievergoedingen, de kosten die zijn gemaakt met betrekking tot de ontwikkeling van het Etias, de kosten voor de exploitatie van Etias, de door eu-LISA, Europol en het Europees Grens- en kustwachtagentschap gemaakte kosten met betrekking tot hun taken overeenkomstig deze verordening, evenals alle overeenkomstig artikel 86 toegewezen inkomsten;
het gebruik van Etias voor rechtshandhavingsdoeleinden op grond van de informatie bedoeld in lid 8 van dit artikel;
het aantal aanvragers dat voor een gesprek wordt uitgenodigd en het percentage dat dit aantal van het totale aantal aanvragers vertegenwoordigt, de redenen dat om een gesprek werd verzocht, het aantal gesprekken op afstand, het aantal beslissingen waarbij de reisautorisatie is verleend, is verleend met een markering of is geweigerd, het aantal aanvragers dat voor een gesprek werd uitgenodigd maar niet is verschenen en, indien van toepassing, een beoordeling van de noodzaak van een wetgevingsvoorstel tot wijziging van deze verordening.
De Commissie zendt het evaluatieverslag toe aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten.
Teneinde te beoordelen in welke mate het doorzoeken van Ecris-TCN via het centrale Etias-systeem heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstelling van Etias, omvatten de in de eerste alinea bedoelde evaluaties het volgende:
een vergelijking van het aantal gelijktijdige hits, voor dezelfde aanvraag, in Ecris-TCN met betrekking tot veroordelingen wegens in de bijlage bij deze verordening opgenomen terroristische misdrijven en in SIS met betrekking tot signaleringen voor weigering van toegang of verblijf;
een vergelijking van het aantal gelijktijdige hits, voor dezelfde aanvraag, in Ecris-TCN met betrekking tot veroordelingen wegens in de bijlage bij deze verordening opgenomen andere strafbare feiten en in SIS met betrekking tot signaleringen voor weigering van toegang of verblijf;
voor aanvragen waarbij er alleen in Ecris-TCN een hit is, een vergelijking van het aantal weigeringen van reisautorisatie met het totale aantal hits dat de zoekopdracht in Ecris-TCN heeft vastgesteld.
De Etias-sturingsraad voor de grondrechten brengt adviezen uit over de in dit lid bedoelde evaluatie.
De evaluaties kunnen indien nodig vergezeld gaan van wetgevingsvoorstellen.
Elke lidstaat en Europol stellen met inachtneming van de bepalingen van nationaal recht inzake de bekendmaking van gevoelige informatie jaarlijkse verslagen op over de doeltreffendheid van de toegang tot gegevens in het centrale Etias-systeem voor rechtshandhavingsdoeleinden, waarin informatie en statistieken zijn opgenomen over:
het exacte doel van de raadpleging, met inbegrip van het soort terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit;
redelijke gronden voor het onderbouwde vermoeden dat de verdachte, de overtreder of het slachtoffer onder deze verordening valt;
het aantal verzoeken om toegang tot het centrale Etias-systeem voor rechtshandhavingsdoeleinden;
het aantal en het soort gevallen die tot hits hebben geleid;
het aantal en het soort gevallen waarin de spoedprocedure bedoeld in artikel 51, lid 4, is gebruikt, met inbegrip van de gevallen waarin dat dringend karakter door het centrale toegangspunt niet werd aanvaard bij de verificatie achteraf.
Een technische oplossing wordt aan de lidstaten beschikbaar gesteld om het hen gemakkelijker te maken ingevolge hoofdstuk X die gegevens te verzamelen met het oog op het genereren van de in dit lid bedoelde statistieken. De Commissie stelt, door middel van uitvoeringshandelingen, specificaties vast betreffende de technische oplossing. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 93
Praktisch handboek
De Commissie stelt, in nauwe samenwerking met de lidstaten en de desbetreffende agentschappen van de Unie een praktisch handboek, met richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken voor de uitvoering van deze verordening beschikbaar. Het praktisch handboek houdt mede rekening met de relevante bestaande handboeken. Het praktisch handboek wordt door de Commissie in de vorm van een aanbeveling goedgekeurd.
Artikel 94
Ceuta en Melilla
Deze verordening laat de specifieke regeling die van toepassing is op de steden Ceuta en Melilla, zoals beschreven in de Verklaring van het Koninkrijk Spanje betreffende de steden Ceuta en Melilla in de Slotakte van de Overeenkomst betreffende de toetreding van het Koninkrijk Spanje tot de overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985, onverlet.
Artikel 95
Financiële bijdrage van de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis
In het kader van de toepasselijke bepalingen van hun associatieovereenkomsten worden regelingen getroffen voor de financiële bijdragen van de landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis.
Artikel 96
Inwerkingtreding en toepasselijkheid
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing vanaf de door de Commissie overeenkomstig artikel 88 vastgestelde datum, met uitzondering van de artikelen 6, 11, 12, 33, 34, 35, 59, 71, 72, 73, de artikelen 75 tot en met 79, de artikelen 82, 85, 87, 89, 90, 91, artikel 92, leden 1 en 2, en de artikelen 93 en 95, en van de bepalingen in verband met de in artikel 88, lid 1, onder d), bedoelde maatregelen, die van toepassing zijn vanaf 9 oktober 2018.
Artikel 11 ter is van toepassing met ingang van 3 augustus 2021.
De bepalingen in verband met het raadplegen van Eurodac zijn van toepassing vanaf de datum waarop de herschikking van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 21 ) is van toepassing wordt.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
BIJLAGE
Lijst van strafbare feiten als bedoeld in artikel 17, lid 4, onder a)
terroristische misdrijven,
deelneming aan een criminele organisatie,
mensenhandel,
seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie,
illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen,
illegale handel in wapens, munitie en explosieven,
corruptie,
fraude, met inbegrip van fraude ten nadele van de financiële belangen van de Unie,
witwassen van opbrengsten van criminaliteit en valsemunterij, met inbegrip van namaak van de euro,
computercriminaliteit/cybercriminaliteit,
milieucriminaliteit, met inbegrip van de illegale handel in bedreigde diersoorten en de illegale handel in bedreigde planten- en boomsoorten,
hulp bij irreguliere binnenkomst en irregulier verblijf,
moord, zware mishandeling,
illegale handel in menselijke organen en weefsels,
ontvoering, wederrechtelijke vrijheidsberoving en gijzeling,
georganiseerde en gewapende diefstal,
illegale handel in cultuurgoederen, waaronder antiquiteiten en kunstvoorwerpen,
namaak van producten en productpiraterij,
vervalsing van administratieve documenten en handel in valse documenten,
illegale handel in hormonale stoffen en andere groeibevorderaars,
illegale handel in nucleaire of radioactieve stoffen,
verkrachting,
misdrijven die onder de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof vallen,
kaping van vliegtuigen of schepen,
sabotage,
handel in gestolen voertuigen,
industriële spionage,
brandstichting,
racisme en vreemdelingenhaat.
( 1 ) Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22 mei 2019, blz. 27).
( 2 ) Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).
( 3 ) Verordening (EG) nr. 1931/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (PB L 405 van 30.12.2006, blz. 1).
( 4 ) Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming (PB L 157 van 27.5.2014, blz. 1).
( 5 ) Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 21).
( 6 ) Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60).
( 7 ) Verordening (EG) nr. 377/2004 van de Raad van 19 februari 2004 betreffende de oprichting van een netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen (PB L 64 van 2.3.2004, blz. 1).
( 8 ) Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).
( 9 ) Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1).
( 10 ) Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).
( 11 ) Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56).
( 12 ) Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).
( 13 ) Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1).
( 14 ) Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).
( 15 ) Verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 381 van 28.12.2006, blz. 4).
( 16 ) Richtlijn 2001/51/EG van de Raad van 28 juni 2001 tot aanvulling van het bepaalde in artikel 26 van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen van 14 juni 1985 (PB L 187 van 10.7.2001, blz. 45).
( 17 ) Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98).
( 18 ) Verordening (EU) nr. 1053/2013 van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende de instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis en houdende intrekking van het Besluit van 16 september 1998 tot oprichting van de Permanente Schengenbeoordelings- en toepassingscommissie (PB L 295 van 6.11.2013, blz. 27).
( 19 ) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1.
( *1 ) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”.
( *2 ) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”.
( *3 ) Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).
( *4 ) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”;
( *5 ) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”.
( *6 ) Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”.
( 20 ) Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).
( 21 ) Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van „Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1).