Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02012R1024-20220221

Consolidated text: Verordening (EU) nr. 1024/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie (de IMI-verordening) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/1024/2022-02-21

02012R1024 — NL — 21.02.2022 — 007.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) Nr. 1024/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 25 oktober 2012

betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie („de IMI-verordening”)

(Voor de EER relevante tekst)

(PB L 316 van 14.11.2012, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

RICHTLIJN 2013/55/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 november 2013

  L 354

132

28.12.2013

►M2

RICHTLIJN 2014/60/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 mei 2014

  L 159

1

28.5.2014

►M3

RICHTLIJN 2014/67/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 mei 2014

  L 159

11

28.5.2014

►M4

VERORDENING (EU) 2016/1191 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 6 juli 2016

  L 200

1

26.7.2016

 M5

VERORDENING (EU) 2016/1628 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 september 2016

  L 252

53

16.9.2016

►M6

VERORDENING (EU) 2018/1724 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 2 oktober 2018

  L 295

1

21.11.2018

►M7

RICHTLIJN (EU) 2020/1057 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 juli 2020

  L 249

49

31.7.2020

►M8

VERORDENING (EU) 2020/1055 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 15 juli 2020

  L 249

17

31.7.2020


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 231, 6.9.2019, blz.  29 (2016/1628)




▼B

VERORDENING (EU) Nr. 1024/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 25 oktober 2012

betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt en tot intrekking van Beschikking 2008/49/EG van de Commissie („de IMI-verordening”)

(Voor de EER relevante tekst)



HOOFDSTUK I

ALGEMENE BEPALINGEN

▼M6

Artikel 1

Onderwerp

Deze verordening bepaalt de regels voor het gebruik van het Informatiesysteem interne markt („IMI”) ten behoeve van de administratieve samenwerking tussen de IMI-actoren, met inbegrip van de verwerking van persoonsgegevens.

▼B

Artikel 2

Instelling van IMI

IMI wordt hierbij formeel ingesteld.

Artikel 3

Toepassingsgebied

▼M6

1.  

IMI wordt gebruikt voor de uitwisseling tussen de IMI-actoren van informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, en voor de verwerking van die informatie voor een van de volgende doeleinden:

a) 

administratieve samenwerking die ingevolge de in de bijlage vermelde handelingen vereist is;

b) 

administratieve samenwerking die is opgenomen in een overeenkomstig artikel 4 uitgevoerd proefproject.

▼B

2.  
Deze verordening mag in geen geval tot gevolg hebben dat niet-bindende bepalingen van de handelingen van de Unie dwingend worden.

Artikel 4

Uitbreiding van IMI

1.  
De Commissie kan proefprojecten uitvoeren om na te gaan of IMI mogelijkerwijs een effectief instrument is voor de uitvoering van bepalingen voor administratieve samenwerking van niet in de bijlage opgenomen handelingen van de Unie. De Commissie stelt een uitvoeringshandeling vast om te bepalen welke bepalingen van handelingen van de Unie in een proefproject worden opgenomen en om de praktische regelingen van elk proefproject vast te leggen, inzonderheid de essentiële technische functionaliteit en procedurele regelingen die vereist zijn om de relevante bepalingen voor administratieve samenwerking uit te voeren. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld in overeenstemming met de onderzoeksprocedure als bedoeld in artikel 24, lid 3.
2.  
De Commissie legt aan het Europees Parlement en de Raad een evaluatie van de resultaten van het proefproject voor, inclusief aangelegenheden in verband met gegevensbescherming en effectieve vertaalfaciliteiten. Indien passend gaat die evaluatie vergezeld van een wetgevingsvoorstel om de bijlage zodanig te wijzigen dat het gebruik van IMI wordt uitgebreid tot de desbetreffende bepalingen van handelingen van de Unie.

Artikel 5

Definities

Voor de doeleinden van deze verordening zijn de definities vastgelegd in Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing.

Daarnaast gelden tevens de volgende definities:

▼M6

a)

„IMI” : het elektronische instrument dat door de Commissie ter beschikking wordt gesteld ter bevordering van de administratieve samenwerking tussen de IMI-actoren;

b)

„administratieve samenwerking” : de samenwerking tussen de IMI-actoren door het uitwisselen en verwerken van informatie met het oog op een betere toepassing van het recht van de Unie;

▼B

c)

„internemarktgebied” : een wetgevings- of functioneel terrein van de interne markt in de zin van artikel 26, lid 2, VWEU, waarop IMI wordt gebruikt in overeenstemming met artikel 3 van deze verordening;

d)

„administratieve samenwerkingsprocedure” : een vooraf bepaalde werkstroom zoals voorzien in IMI op basis waarvan de IMI-actoren in staat zijn om op een gestructureerde wijze met elkaar te communiceren en op elkaar te reageren;

e)

„IMI-coördinator” : een instantie die door een lidstaat is benoemd om de ondersteunende taken uit te voeren die noodzakelijk zijn voor een efficiënte werking van IMI in overeenstemming met deze verordening;

f)

„bevoegde autoriteit” : elke in IMI geregistreerde instantie waaraan op nationaal, regionaal of lokaal niveau specifieke verantwoordelijkheden zijn toegewezen in verband met de toepassing van nationaal recht of in de bijlage opgesomde handelingen van de Unie op een of meer internemarktgebieden;

▼M6

g)

„IMI-actoren” : de bevoegde instanties, de IMI-coördinatoren, de Commissie en de organen en instanties van de Unie;

▼B

h)

„IMI-gebruiker” : een natuurlijke persoon die onder het gezag van een IMI-actor werkt en die namens die IMI-actor in IMI is geregistreerd;

i)

„externe actoren” : natuurlijke of rechtspersonen, niet zijnde IMI-gebruikers, die uitsluitend via afzonderlijke technische middelen in interactie mogen treden met IMI in overstemming met een specifieke vooraf bepaalde werkstroom die voor dat doel is voorzien;

j)

„afschermen” : het toepassen van technische middelen waardoor persoonsgegevens via de normale interface van IMI niet toegankelijk zijn voor IMI-gebruikers;

k)

„formele beëindiging” : het toepassen van de in IMI beschikbare technische faciliteit om een procedure van administratieve samenwerking af te sluiten.



HOOFDSTUK II

TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN MET BETREKKING TOT IMI

Artikel 6

IMI-coördinatoren

1.  

Elke lidstaat benoemt één nationale IMI-coördinator die onder andere de volgende verantwoordelijkheden toegewezen krijgt:

a) 

registreren of valideren van de registratie van IMI-coördinatoren en bevoegde autoriteiten;

b) 

fungeren als belangrijkste contactpunt voor de IMI-actoren van de lidstaten voor kwesties die verband houden met IMI, ook met betrekking tot het verstrekken van informatie over aspecten die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening;

c) 

fungeren als gesprekspartner van de Commissie voor kwesties die verband houden met IMI, ook met betrekking tot het verstrekken van informatie over aspecten die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig deze verordening;

d) 

ter beschikking stellen van kennis, opleidingen en ondersteuning, met inbegrip van elementaire technische bijstand, aan de IMI-actoren van de lidstaten;

e) 

waarborgen van een efficiënte werking van IMI naar beste vermogen en voor dat zover binnen zijn controledomein ligt, met inbegrip van tijdige en adequate reacties door de IMI-actoren van de lidstaten op verzoeken om administratieve samenwerking.

2.  
Elke lidstaat kan daarnaast, in overeenstemming met zijn interne administratieve structuur, één of meer IMI-coördinatoren benoemen om de in lid 1 opgesomde taken uit te voeren.
3.  
De lidstaten stellen de Commissie op de hoogte van de IMI-coördinatoren die in overeenstemming met de leden 1 en 2 zijn benoemd en van de taken waarvoor zij verantwoordelijk zijn. De Commissie deelt die informatie met de andere lidstaten.
4.  
Alle IMI-coördinatoren kunnen als bevoegde autoriteit optreden. In dergelijke gevallen beschikt een IMI-coördinator over dezelfde toegangsrechten als een bevoegde autoriteit. Elke IMI-coördinator is met betrekking tot de eigen gegevensverwerkende activiteiten als IMI-actor een voor de verwerking verantwoordelijke.

Artikel 7

Bevoegde autoriteiten

1.  
Bij een samenwerking door middel van IMI waarborgen de bevoegde autoriteiten, die daarbij handelen via IMI-gebruikers in overeenstemming met de administratieve samenwerkingsprocedures dat, overeenkomstig de toepasselijke handeling van de Unie, binnen de korst mogelijke termijn en hoe dan ook binnen de termijn die is voorgeschreven in die handeling een adequaat antwoord wordt gegeven.
2.  
Een bevoegde autoriteit kan voor doeleinden die verenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor de gegevens oorspronkelijk werden verzameld, alle via IMI meegedeelde informatie, documenten, bevindingen, verklaringen of gewaarmerkte exemplaren die zij via elektronische weg heeft ontvangen, als bewijsmateriaal gebruiken op dezelfde grondslag als soortgelijke, in eigen land verkregen informatie.
3.  
Elke bevoegde autoriteit is een voor de verwerking verantwoordelijke met betrekking tot de eigen gegevensverwerkende activiteiten die door een IMI-gebruiker onder haar bevoegdheid worden uitgevoerd en draagt er daarnaast zorg voor dat alle betrokkenen hun rechten in voorkomend geval in overeenstemming met de hoofdstukken III en IV kunnen uitoefenen, zo nodig in samenwerking met de Commissie.

Artikel 8

Commissie

1.  

De Commissie is verantwoordelijk voor de uitvoering van onderstaande taken:

a) 

de beveiliging, de beschikbaarheid, het onderhoud en de ontwikkeling van de software en IT-infrastructuur voor IMI;

b) 

het ter beschikking stellen van een meertalig systeem, alsook bestaande vertaalfuncties, opleidingen in samenwerking met de lidstaten en een helpdesk om lidstaten te ondersteunen bij het gebruik van IMI;

c) 

het registreren van de nationale IMI-coördinatoren en hun toegang verlenen tot IMI;

d) 

het verrichten van handelingen van de verwerking van persoonsgegevens in IMI, indien onderhavige verordening daarin voorziet, in overeenstemming met de doelen die zijn bepaald bij de toepasselijke handelingen van de Unie die in de bijlage zijn opgesomd;

e) 

toezien op de toepassing van deze verordening en daarover verslag uitbrengen aan het Europees Parlement, de Raad en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, overeenkomstig artikel 25;

▼M6

f) 

de coördinatie met en toegang tot IMI voor de organen en instanties van de Unie verzekeren.

▼B

2.  
Met het oog op het uitvoeren van de in lid 1 opgesomde taken en het opstellen van statistische verslagen, heeft de Commissie toegang tot de noodzakelijke informatie met betrekking tot de verwerkingsactiviteiten die in IMI worden uitgevoerd.
3.  
De Commissie neemt niet deel aan procedures van administratieve samenwerking waarbij persoonsgegevens worden verwerkt, behalve wanneer dit volgens een bepaling van een in de bijlage opgesomde handeling van de Unie vereist is.

Artikel 9

Toegangsrechten van IMI-actoren en IMI-gebruikers

1.  
De toegang tot IMI is uitsluitend voorbehouden aan IMI-gebruikers.
2.  
De lidstaten benoemen de IMI-coördinatoren en de bevoegde autoriteiten onder vermelding van de internemarktgebieden waarop zij bevoegd zijn. De Commissie kan in dit proces een raadgevende rol vervullen.
3.  
Alle IMI-actoren verlenen hun IMI-gebruikers passende toegangsrechten voor het internemarktgebied waarop zij bevoegd zijn en trekken die toegangsrechten waar nodig weer in.

▼M6

4.  
De lidstaten, de Commissie en de organen en instanties van de Unie dienen adequate middelen te verschaffen om te waarborgen dat IMI-gebruikers uitsluitend op een „need-to-know”-basis en uitsluitend op het/de internemarktgebied(en) waarvoor zij overeenkomstig lid 3 over toegangsrechten beschikken, toegang hebben tot persoonsgegevens die in IMI worden verwerkt.

▼B

5.  
Het is niet toegestaan persoonsgegevens die voor een specifiek doel in IMI zijn verwerkt, te gebruiken voor een doel dat onverenigbaar is met dat oorspronkelijke doel, tenzij hierin expliciet bij nationaal recht, in overeenstemming met het recht van de Unie, is voorzien.
6.  
Wanneer voor een administratieve samenwerkingsprocedure de verwerking van persoonsgegevens is vereist, hebben uitsluitend de IMI-actoren die bij de desbetreffende procedure betrokken zijn, toegang tot die persoonsgegevens.

Artikel 10

Vertrouwelijkheid

1.  
In overeenstemming met het nationaal recht of met de wetgeving van de Unie past elke lidstaat zijn regels inzake het beroepsgeheim dan wel andere vergelijkbare geheimhoudingsverplichtingen toe op de eigen IMI-actoren en IMI-gebruikers.
2.  
IMI-actoren dragen er zorg voor dat verzoeken van andere IMI-actoren om een vertrouwelijke behandeling van informatie die via IMI wordt uitgewisseld, geëerbiedigd worden door de IMI-gebruikers die onder hun bevoegdheid vallen.

Artikel 11

Administratieve samenwerkingsprocedures

IMI is gebaseerd op administratieve samenwerkingsprocedures die uitvoering geven aan de bepalingen van de betrokken handelingen van de Unie die in de bijlage zijn opgesomd. Indien dat passend is, kan de Commissie voor een specifieke in de bijlage vermelde handeling van de Unie of voor een bepaalde soort administratieve samenwerkingsprocedure uitvoeringshandelingen vaststellen met de essentiële technische functionaliteit en de procedurele regelingen die vereist zijn om de werking van de betrokken procedures voor administratieve samenwerking, inclusief, waar van toepassing, de interactie tussen externe actoren en IMI, zoals bedoeld in artikel 12, mogelijk te maken. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.

Artikel 12

Externe actoren

Technische middelen kunnen beschikbaar worden gesteld opdat externe actoren kunnen interageren met IMI wanneer:

a) 

in de interactie wordt voorzien in een handeling van de Unie;

b) 

in de interactie wordt voorzien in een in artikel 11 bedoelde uitvoeringshandeling om tussen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten administratieve samenwerking te faciliteren voor de toepassing van de in de bijlage opgesomde bepalingen van handelingen van de Unie, of

c) 

de interactie voor externe actoren noodzakelijk is om verzoeken in te dienen en hun rechten als betrokkene uit te oefenen in overeenstemming met artikel 19.

Zulke technische middelen staan los van IMI en geven externe actoren geen toegang tot IMI.



HOOFDSTUK III

VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS EN BEVEILIGING

Artikel 13

Doelbeperking

De uitwisseling en verwerking van persoonsgegevens door IMI-actoren is beperkt tot de doelen die in de desbetreffende bepalingen van in de bijlage opgesomde handelingen van de Unie zijn omschreven.

Door de betrokkenen aan IMI verstrekte gegevens worden alleen gebruikt voor het doel waarvoor de gegevens verstrekt werden.

Artikel 14

Bewaren van persoonsgegevens

1.  
Persoonsgegevens die in IMI zijn verwerkt, worden in IMI afgeschermd zodra zij niet langer vereist zijn voor het doel waarvoor zij werden ingezameld, naargelang van de specifieke kenmerken van het soort administratieve samenwerking en als algemene regel uiterlijk zes maanden na de formele beëindiging van de administratieve samenwerkingsprocedure.

Indien echter in een in de bijlage opgesomde toepasselijke handeling van de Unie wordt voorzien in een langere periode, mogen in IMI verwerkte persoonsgegevens uiterlijk 18 maanden na de formele beëindiging van een administratieve samenwerkingsprocedure worden bewaard.

2.  
Wanneer volgens een in de bijlage opgesomde bindende handeling van de Unie een geheugen met informatie nodig is als toekomstige referentiebron voor IMI-actoren, mogen persoonsgegevens in dat geheugen worden verwerkt zo lang zij voor dat doel zijn vereist, mits de betrokkene daartoe toestemming heeft gegeven of indien daarin in die handeling van de Unie wordt voorzien.
3.  
Persoonsgegevens die op grond van dit artikel afgeschermd zijn, worden, buiten het feit dat zij worden opgeslagen, uitsluitend verwerkt met toestemming van de betrokkene om als bewijs te dienen dat er een informatie-uitwisseling via IMI heeft plaatsgevonden, tenzij verwerking om dwingende redenen van openbaar belang noodzakelijk is.
4.  
De afgeschermde gegevens worden drie jaar na de formele beëindiging van de administratieve samenwerkingsprocedure automatisch uit IMI verwijderd.
5.  
Op uitdrukkelijk verzoek van een bevoegde autoriteit in een specifiek geval en met instemming van de betrokkene, mogen persoonsgegevens voor het verstrijken van de geldende bewaarperiode worden vernietigd.
6.  
De Commissie draagt via technische middelen zorg voor het afschermen, verwijderen en opvragen van persoonsgegevens in overeenstemming met lid 3.
7.  
Er worden technische middelen ingezet om IMI-actoren aan te moedigen administratieve samenwerkingsprocedures zo spoedig mogelijk na uitwisseling van de informatie formeel af te sluiten en de IMI-actoren in staat te stellen verantwoordelijke IMI-coördinatoren te betrekken in procedures die zonder rechtvaardiging langer dan twee maanden inactief zijn.

Artikel 15

Bewaren van persoonsgegevens van IMI-gebruikers

1.  
In afwijking van artikel 14 zijn de leden 2 en 3 van dit artikel van toepassing op het bewaren van persoonsgegevens van IMI-gebruikers. Die persoonsgegevens omvatten de volledige naam en alle elektronische en overige contactgegevens die voor de toepassing van deze verordening noodzakelijk zijn.
2.  
Persoonsgegevens met betrekking tot IMI-gebruikers worden in IMI opgeslagen zo lang de betrokken partijen gebruiker van IMI zijn, en mogen worden verwerkt voor doeleinden die verenigbaar zijn met de doelstellingen van deze verordening.
3.  
Wanneer een natuurlijk persoon niet langer als IMI-gebruiker actief is, worden de persoonsgegevens met betrekking tot die persoon via technische middelen voor een periode van drie jaar afgeschermd. Die gegevens worden, buiten het feit dat zij worden opgeslagen, uitsluitend verwerkt om als bewijs te dienen dat er een informatie-uitwisseling via IMI heeft plaatsgevonden. Aan het eind van de periode van drie jaar worden die gegevens vernietigd.

Artikel 16

Verwerking van bijzondere categorieën gegevens

1.  
De verwerking via IMI van de bijzondere categorieën van gegevens als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 95/46/EG en artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 45/2001 is uitsluitend toegestaan op basis van een specifieke wettelijke bepaling die is vermeld in artikel 8, leden 2 en 4, van die richtlijn en artikel 10, lid 2, van die verordening, en is onderworpen aan de in die artikelen voorziene passende waarborgen om de rechten van personen wier persoonsgegevens zijn verwerkt, te vrijwaren.
2.  
IMI kan worden gebruikt voor de verwerking van gegevens die verband houden met overtredingen, strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen als bedoeld in artikel 8, lid 5, van Richtlijn 95/46/EG en artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 45/2001, met inachtneming van de in die artikelen voorziene waarborgen, met inbegrip van de verwerking van informatie over disciplinaire, administratieve of strafrechtelijke sancties en andere informatie die noodzakelijk is om de goede reputatie van een persoon of rechtspersoon vast te stellen, mits de verwerking van dergelijke gegevens is voorzien in een handeling van de Unie die de basis voor de verwerking vormt dan wel met expliciete toestemming van de betrokkene geschiedt, met inachtneming van specifieke waarborgen van artikel 8, lid 5, van Richtlijn 95/46/EG.

Artikel 17

Beveiliging

1.  
De Commissie staat ervoor in dat IMI voldoet aan de regels voor de beveiliging van gegevens die de Commissie ingevolge artikel 22 van Verordening (EG) nr. 45/2001 heeft vastgesteld.
2.  
De Commissie neemt alle noodzakelijke maatregelen om de beveiliging te waarborgen van de persoonsgegevens die in IMI worden verwerkt, met inbegrip van een passende controle op de toegang tot gegevens en een beveiligingsplan dat voortdurend actueel dient te zijn.
3.  
De Commissie zorgt ervoor dat het in geval van een beveiligingsincident mogelijk is om te verifiëren welke persoonsgegevens wanneer, door wie en met welk doel in IMI zijn verwerkt.
4.  
De IMI-actoren nemen overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 95/46/EG alle technische en organisatorische maatregelen die noodzakelijk zijn voor de beveiliging van de door hen in IMI verwerkte persoonsgegevens.



HOOFDSTUK IV

RECHTEN VAN BETROKKENEN EN TOEZICHT

Artikel 18

Informatie voor betrokkenen en transparantie

1.  
IMI-actoren dragen er zorg voor dat de betrokkenen zo spoedig mogelijk over de verwerking van hun persoonsgegevens in IMI worden geïnformeerd en dat zij toegang hebben tot informatie betreffende hun rechten en hoe deze uit te oefenen, met inbegrip van de identiteit van de voor de verwerking verantwoordelijke en, in voorkomend geval, van diens vertegenwoordiger, in overeenstemming met artikel 10 of 11 van Richtlijn 95/46/EG en de nationale wetgeving die in overeenstemming is met die richtlijn.
2.  

De Commissie maakt openbaar en vlot toegankelijk beschikbaar:

a) 

informatie met betrekking tot IMI in een duidelijke en begrijpelijke vorm in overeenstemming met de artikelen 11 en 12 van Verordening (EG) nr. 45/2001;

b) 

informatie over de gegevensbeschermingsaspecten van de administratieve samenwerkingsprocedures in IMI zoals bedoeld in artikel 11 van die verordening;

c) 

informatie over de uitzonderingen op of beperkingen van de rechten van betrokkenen als bedoeld in artikel 20 van die verordening;

d) 

soorten van administratieve samenwerkingsprocedures, essentiële functionaliteiten van IMI en de categorieën van gegevens die in IMI mogen worden verwerkt;

e) 

een exhaustieve lijst van alle uitvoerings- of gedelegeerde handelingen met betrekking tot IMI die vastgesteld zijn ingevolge deze verordening of een andere handeling van de Unie, alsmede een geconsolideerde versie van de bijlage bij deze verordening en de daaruit voortvloeiende wijzigingen bij andere handelingen van de Unie.

Artikel 19

Recht op toegang tot en op rectificatie en wissing van gegevens

1.  
IMI-actoren dragen er zorg voor dat de betrokkenen op doelmatige wijze hun recht op toegang tot hun gegevens in IMI kunnen uitoefenen, alsook het recht om onjuiste of onvolledige gegevens te laten rectificeren en onrechtmatig verwerkte gegevens te laten wissen in overeenstemming met de nationale wetgeving. De rectificatie of de wissing van gegevens wordt zo snel mogelijk en niet meer dan dertig dagen na ontvangst van het verzoek van de betrokkene door de verantwoordelijke IMI-actor uitgevoerd.
2.  
Indien de juistheid of rechtmatigheid van gegevens die op grond van artikel 14, lid 1, zijn afgeschermd, door de betrokkene wordt betwist, wordt dit feit samen met de juiste, gerectificeerde informatie geregistreerd.

Artikel 20

Uitzonderingen en beperkingen

Lidstaten stellen de Commissie op de hoogte indien zij in overeenstemming met artikel 13 van Richtlijn 95/46/EG in hun nationale wetgeving in uitzonderingen op of beperkingen van de in dit hoofdstuk vervatte rechten van betrokkenen hebben voorzien.

Artikel 21

Toezicht

1.  
De in iedere lidstaat aangewezen nationale toezichthoudende autoriteit of autoriteiten aan wie de in artikel 28 van Richtlijn 95/46/EG bedoelde bevoegdheden zijn toevertrouwd (hierna de „nationale toezichthoudende autoriteit” genoemd), controleren op onafhankelijke wijze de rechtmatigheid van de verwerking van persoonsgegevens door de IMI-actoren van hun lidstaat en waarborgen met name dat de rechten van de betrokkenen zoals neergelegd in dit hoofdstuk, worden beschermd in overeenstemming met deze verordening.

▼M6

2.  
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is verantwoordelijk voor het toezicht op en zorgt voor de toepassing van deze verordening wanneer de Commissie of de organen en instanties van de Unie, in hun rol als IMI-actoren, persoonsgegevens verwerken. De in de artikelen 57 en 58 van Verordening (EU) 2018/1725 ( 1 ) bedoelde taken en bevoegdheden zijn van overeenkomstige toepassing.
3.  
De nationale toezichthoudende autoriteiten en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming werken, handelend binnen het bestek van hun eigen bevoegdheden, met elkaar samen om te zorgen voor het gecoördineerd toezicht op IMI en het gebruik ervan door de IMI-actoren, overeenkomstig artikel 62 van Verordening (EU) 2018/1725.

▼M6 —————

▼B



HOOFDSTUK V

GEOGRAFISCH TOEPASSINGSGEBIED VAN IMI

Artikel 22

Nationaal gebruik van IMI

1.  

Het is lidstaten slechts toegestaan om IMI in overeenstemming met hun nationale recht te gebruiken voor de administratieve samenwerking tussen bevoegde autoriteiten op hun grondgebied indien de volgende voorwaarden vervuld zijn:

a) 

er zijn geen substantiële veranderingen in de bestaande administratieve samenwerkingsprocedures vereist;

b) 

een kennisgeving van het voorgenomen gebruik van IMI aan de nationale toezichthoudende autoriteit werd verstuurd wanneer dat vereist is volgens het nationale recht, en

c) 

het heeft geen negatief effect op de efficiënte werking van IMI voor de IMI-gebruikers.

2.  
Indien een lidstaat voornemens is IMI systematisch te gebruiken voor nationale doeleinden, stelt de lidstaat de Commissie daarvan in kennis en vraagt hij voorafgaande toestemming. De Commissie gaat na of aan de voorwaarden in lid 1 is voldaan. Indien noodzakelijk wordt er, in overeenstemming met deze verordening, een overeenkomst tussen de lidstaat en de Commissie gesloten waarin onder andere technische, financiële en organisatorische regelingen voor nationaal gebruik worden opgenomen, met inbegrip van de verantwoordelijkheden van de IMI-actoren.

Artikel 23

Informatie-uitwisseling met derde landen

1.  

Op grond van deze verordening kan in IMI informatie, waaronder persoonsgegevens, tussen IMI-actoren in de Unie en hun tegenhangers in een derde land worden uitgewisseld wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a) 

de informatie wordt verwerkt conform een bepaling van een in de bijlage opgesomde handeling van de Unie en een gelijkwaardige wettelijke bepaling van het derde land;

b) 

de informatie wordt uitgewisseld of beschikbaar gesteld in overeenstemming met een internationale overeenkomst die voorziet in:

i) 

de toepassing, door het derde land, van een in de bijlage vermelde bepaling van een handeling van de Unie,

ii) 

het gebruik van IMI, en

iii) 

de beginselen en de praktische regelingen van die uitwisseling, en

c) 

het betrokken derde land waarborgt een adequate bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming met artikel 25, lid 2, van Richtlijn 95/46/EG, met inbegrip van passende waarborgen dat de gegevens die in IMI worden verwerkt, uitsluitend zullen worden gebruikt voor het doel waarvoor zij oorspronkelijk werden uitgewisseld, en de Commissie heeft een besluit vastgesteld overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG.

2.  
Indien de Commissie zelf als IMI-actor optreedt, zijn de leden 1 en 7 van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 45/2001 van toepassing op alle uitwisselingen van in IMI verwerkte persoonsgegevens met haar tegenhangers in derde landen.
3.  
De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie een overzicht bekend van derde landen die overeenkomstig lid 1 gemachtigd zijn informatie, met inbegrip van persoonsgegevens, uit te wisselen, en werkt dat overzicht bij.



HOOFDSTUK VI

SLOTBEPALINGEN

Artikel 24

Comitéprocedure

1.  
De Commissie wordt door een comité bijgestaan. Dit comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2.  
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
3.  
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 25

Toezicht en rapportage

1.  
De Commissie brengt aan het Europees Parlement en de Raad jaarlijks verslag uit over de werking van IMI.
2.  
Voor 5 december 2017 en elke vijf jaar daarna brengt de Commissie verslag uit aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over aspecten die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens in IMI, met inbegrip van de gegevensbeveiliging.
3.  
Met het oog op het opstellen van de verslagen waarnaar in de leden 1 en 2 wordt verwezen, verschaffen de lidstaten de Commissie alle informatie die relevant is voor de toepassing van deze verordening, met inbegrip van de praktische toepassing van de in deze verordening vastgelegde vereisten inzake gegevensbescherming.

Artikel 26

Kosten

1.  
De kosten die verband houden met de ontwikkeling, de bevordering, de werking en het onderhoud van IMI komen ten laste van de algemene begroting van de Europese Unie, onverminderd de regelingen zoals neergelegd in artikel 22, lid 2.
2.  
Tenzij in een van de handelingen van de Unie anders is bepaald, komen de kosten voor de IMI-activiteiten op het niveau van de lidstaten voor rekening van elke lidstaat afzonderlijk, met inbegrip van de kosten voor de personele middelen die nodig zijn voor opleidingen, promotie en activiteiten op het gebied van de technische ondersteuning (helpdesk), alsook de kosten voor het beheer van IMI op nationaal niveau.

Artikel 27

Intrekking

Beschikking 2008/49/EG wordt ingetrokken.

Artikel 28

Daadwerkelijke toepassing

De lidstaten nemen alle maatregelen die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat onderhavige verordening door hun IMI-actoren daadwerkelijk wordt toegepast.

Artikel 29

Uitzonderingen

▼M6 —————

▼B

2.  
Onverminderd artikel 8, lid 3, en artikel 12, eerste alinea, punten a) en b), van deze verordening kunnen, voor de uitvoering van de bepalingen inzake administratieve samenwerking van de Solvit-aanbeveling via IMI, het betrekken van de Commissie bij administratieve samenwerkingsprocedures en de bestaande faciliteit voor externe actoren voortduren op basis van de regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze verordening zijn getroffen. De in artikel 14, lid 1, van deze verordening bedoelde periode bedraagt 18 maanden voor persoonsgegevens die in IMI voor in de Solvit-aanbeveling neergelegde doelen worden verwerkt.
3.  
In weerwil van artikel 4, lid 1, van deze verordening mag de Commissie een proefproject opzetten om te beoordelen of IMI een efficiënt, kosteneffectief en gebruiksvriendelijk instrument is voor de uitvoering van artikel 3, leden 4, 5 en 6, van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt („Richtlijn inzake elektronische handel”) ( 2 ). Binnen twee jaar na de start van dat proefproject legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad de in artikel 4, lid 2, van deze verordening bedoelde evaluatie voor, waarin ook de interactie tussen administratieve samenwerking binnen het samenwerkingssysteem met betrekking tot consumentenbescherming ingesteld bij Verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming („verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming”) ( 3 ), en binnen IMI aan bod komt.
4.  
Onverminderd artikel 14, lid 1, van deze verordening blijven perioden tot 18 maanden waartoe is besloten op basis van artikel 36 van Richtlijn 2006/123/EG met betrekking tot administratieve samenwerking volgens hoofdstuk VI ervan, op dat gebied gelden.

Artikel 30

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




BIJLAGE

VIA IMI UITGEVOERDE BEPALINGEN OVER ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING IN HANDELINGEN VAN DE UNIE, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3

1. Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt ( 4 ): Hoofdstuk VI, artikel 39, lid 5, evenals artikel 15, lid 7, tenzij een kennisgeving waarin in dat artikel is voorzien is gedaan overeenkomstig Richtlijn 98/34/EG.

▼M1

2. Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ): de artikelen 4 bis tot en met 4 sexies, artikel 8, artikel 21 bis, artikel 50, artikel 56 en artikel 56 bis.

▼B

3. Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg ( 6 ): artikel 10, lid 4.

4. Verordening (EU) nr. 1214/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende professioneel grensoverschrijdend transport van eurocontanten over de weg tussen lidstaten van de eurozone ( 7 ): artikel 11, lid 2.

5. Aanbeveling van de Commissie van 7 december 2001 betreffende beginselen voor het gebruik van „Solvit” ( 8 ), het netwerk voor probleemoplossing in de interne markt: hoofdstukken I en II.

▼M3

6. Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten ( 9 ): artikel 4.

7. Richtlijn 2014/67/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt („de IMI-verordening”) ( 10 ): de artikelen 6 en 7, artikel 10, lid 3, en de artikelen 14 tot en met 18.

▼M2

8. Richtlijn 2014/60/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de teruggave van cultuurgoederen die op onrechtmatige wijze buiten het grondgebied van een lidstaat zijn gebracht en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 ( 11 ): Artikelen 5 en 7.

▼M4

9. Verordening (EU) 2016/1191 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 ter bevordering van het vrije verkeer van burgers door het vereenvoudigen van de vereisten voor het overleggen van bepaalde openbare documenten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 ( 12 ): de artikelen 14 en 16 en artikel 22, leden 1 en 2.

▼C1

10. Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor verontreinigende gassen en deeltjes en typegoedkeuring voor in niet voor de weg bestemde mobiele machines gemonteerde interne verbrandingsmotoren, tot wijziging van de Verordening (EU) nr. 1024/2012 en (EU) nr. 167/2013, en tot wijziging en intrekking van Richtlijn 97/68/EG ( 13 ): Artikel 44.

▼M6

11. Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) ( 14 ): artikel 56, de artikelen 60 tot en met 66 en artikel 70, lid 1.

12. Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 2 oktober 2018 tot oprichting van één digitale toegangspoort voor informatie, procedures en diensten voor ondersteuning en probleemoplossing en houdende wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 ( 15 ): artikel 6, lid 4, artikel 15 en artikel 19.

▼M7

13. Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 inzake minimumvoorwaarden voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 en van Richtlijn 2002/15/EG betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer en tot intrekking van Richtlijn 88/599/EEG van de Raad ( 16 ): artikel 8.

14. Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012 ( 17 ): artikel 1, 14.

▼M8

15. Verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels betreffende de voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad ( 18 ): artikel 18, lid 8.



( 1 ) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

( 2 ) PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.

( 3 ) PB L 364 van 9.12.2004, blz. 1.

( 4 ) PB L 376 van 27.12.2006, blz. 36.

( 5 ) PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22.

( 6 ) PB L 88 van 4.4.2011, blz. 45.

( 7 ) PB L 316 van 29.11.2011, blz. 1.

( 8 ) PB L 331 van 15.12.2001, blz. 79.

( 9 ) PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1.

( 10 ) PB L 159 van 28.5.2014, blz. 11.

( 11 ) PB L 159 van 28.5.2014, blz. 1.

( 12 ) PB L 200 van 26.7.2016, blz. 1.

( 13 ) PB L 252 van 16.9.2016, blz. 53.

( 14 ) PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1.

( 15 ) PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39.

( 16 ) PB L 102 van 11.4.2006, blz. 35.

( 17 ) PB L 249 van 31.7.2020, blz. 49

( 18 ) PB L 300 van 14.11.2009, blz. 51.

Top