This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62005TJ0036
Judgment of the Court of First Instance (Second Chamber) of 12 September 2007. # Coats Holdings Ltd and J & P Coats Ltd v Commission of the European Communities. # Competition - Cartels - European haberdashery market (needles) - Product market sharing - Geographic market sharing - Assessment of evidence - Participation in meetings - Tripartite agreement - Fine - Gravity and duration of the infringement - Attenuating circumstances. # Case T-36/05.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 12 september 2007.
Coats Holdings Ltd en J & P Coats Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Mededinging - Mededingingsregelingen - Europese markt voor garen en bandproducten (naalden) - Verdeling van de productmarkt - Verdeling van geografische markt - Waardering van bewijs - Deelname aan vergaderingen - Tripartiete overeenkomst - Geldboete - Zwaarte en duur van inbreuk -Verzachtende omstandigheden.
Zaak T-36/05.
Arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Tweede kamer) van 12 september 2007.
Coats Holdings Ltd en J & P Coats Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Mededinging - Mededingingsregelingen - Europese markt voor garen en bandproducten (naalden) - Verdeling van de productmarkt - Verdeling van geografische markt - Waardering van bewijs - Deelname aan vergaderingen - Tripartiete overeenkomst - Geldboete - Zwaarte en duur van inbreuk -Verzachtende omstandigheden.
Zaak T-36/05.
Jurisprudentie 2007 II-00110*
ECLI identifier: ECLI:EU:T:2007:268
Arrest van het Gerecht (Tweede kamer) van 12 september 2007 – Coats Holdings en Coats / Commissie
(Zaak T‑36/05)
„Mededinging – Mededingingsregelingen – Europese markt voor garen en bandproducten (naalden) – Verdeling van de productmarkt – Verdeling van geografische markt – Waardering van bewijs – Deelname aan vergaderingen – Tripartiete overeenkomst – Geldboete – Zwaarte en duur van inbreuk –Verzachtende omstandigheden”
1. Mededinging – Administratieve procedure – Beschikking van Commissie waarbij inbreuk wordt vastgesteld bestaande in sluiting van mededingingverstorende overeenkomst – Inachtneming van beginsel van vermoeden van onschuld – Mate van bewijskracht vereist van door Commissie in aanmerking genomen bewijselementen (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 68, 70-72, 74)
2. Mededinging – Mededingingsregelingen – Deelneming van onderneming aan vergadering van partijen bij een voorgenomen mededingingsregeling – Omstandigheid waaruit kan worden geconcludeerd tot deelneming aan daaropvolgende mededingingsregeling – Voorwaarde (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 90-91, 96)
3. Mededinging – Mededingingsregelingen – Onderneming die inwerkingtreding heeft vergemakkelijkt van mededingingsverstorende overeenkomst die van handeling harerzijds afhankelijk was – Omstandigheid waaruit kan worden geconcludeerd tot deelneming aan overeenkomst – Ontoereikendheid van loutere feit kennis te hebben van bestaan van overeenkomst (Art. 81, lid 1, EG) (cf. punten 105, 110, 117, 119-120, 168)
4. Mededinging – Geldboeten – Bedrag – Vaststelling – Criteria vastgesteld in richtsnoeren van Commissie – Zwaarte en duur van inbreuk – Verzachtende omstandigheden – Onderneming die louter passieve rol vervulde of slechts meeloopster was (Art. 81, lid 1, EG; mededeling 98/C 9/03 van Commissie) (cf. punten 199‑200, 204-207, 210, 212)
Voorwerp
Primair, vordering tot nietigverklaring van beschikking C (2004) 4221 def. van de Commissie van 26 oktober 2004 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] (Zaak COMP/F‑1/38.338 – PO/Naalden) en, subsidiair, vordering tot nietigverklaring of verlaging van de aan verzoeksters opgelegde geldboete |
Dictum
|
Beschikking C (2004) 4221 def. van de Commissie van 26 oktober 2004 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] (zaak COMP/F‑1/38.338 – PO/Naalden) wordt nietig verklaard voor zover daarin wordt vastgesteld dat verzoeksters artikel 81, lid 1, EG hebben geschonden na 13 maart 1997. |
|
Het bedrag van de aan verzoeksters in artikel 2 van de beschikking opgelegde geldboete wordt vastgesteld op 20 miljoen EUR. |
|
Het beroep wordt voor het overige verworpen. |
|
De verzoekende partijen zullen twee derde van hun eigen kosten en twee derde van de kosten van de Commissie dragen De Commissie draagt een derde van haar eigen kosten en een derde van de kosten van de verzoekende partijen. |