This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0191
Judgment of the Court of 23 October 2003. # Office for Harmonisation in the Internal Market (Trade Marks and Designs) v Wm. Wrigley Jr. Company. # Appeal - Community trade mark - Regulation (EC) No 40/94 - Absolute ground for refusal to register - Distinctive character - Marks consisting exclusively of descriptive signs or indications - DOUBLEMINT. # Case C-191/01 P.
Arrest van het Hof van 23 oktober 2003.
Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) tegen Wm. Wrigley Jr. Company.
Hogere voorziening - Gemeenschapsmerk - Verordening (EG) nr. 40/94 - Absolute weigeringsgrond - Onderscheidend vermogen - Merken die uitsluitend bestaan uit beschrijvende tekens of aanduidingen - Woordcombinatie Doublemint.
Zaak C-191/01 P.
Arrest van het Hof van 23 oktober 2003.
Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) tegen Wm. Wrigley Jr. Company.
Hogere voorziening - Gemeenschapsmerk - Verordening (EG) nr. 40/94 - Absolute weigeringsgrond - Onderscheidend vermogen - Merken die uitsluitend bestaan uit beschrijvende tekens of aanduidingen - Woordcombinatie Doublemint.
Zaak C-191/01 P.
Jurisprudentie 2003 I-12447
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:579
«Hogere voorziening – Gemeenschapsmerk – Verordening (EG) nr. 40/94 – Absolute weigeringsgrond – Onderscheidend vermogen – Merken die uitsluitend bestaan uit beschrijvende tekens of aanduidingen – Woordcombinatie Doublemint»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
(Verordening nr. 40/94 van de Raad, art. 7, lid 1, sub c)
ARREST VAN HET HOF
23 oktober 2003 (1)
„Hogere voorziening – Gemeenschapsmerk – Verordening (EG) nr. 40/94 – Absolute weigeringsgrond – Onderscheidend vermogen – Merken die uitsluitend bestaan uit beschrijvende tekens of aanduidingen – Woordcombinatie Doublemint”
In zaak C-191/01 P, Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM), vertegenwoordigd door V. Melgar en S. Laitinen als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,rekwirant,
ondersteund door Bondsrepubliek Duitsland, vertegenwoordigd door A. Dittrich en B. Muttelsee-Schön als gemachtigden, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,en door Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, vertegenwoordigd door J. E. Collins als gemachtigde, bijgestaan door D. Alexander, barrister, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,interveniënten in hogere voorziening,
betreffende hogere voorziening tegen het arrest van het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen (Tweede kamer) van 31 januari 2001, Wrigley/BHIM (DOUBLEMINT) (zaak T-193/99, Jurispr. blz. II-417), strekkende tot vernietiging van dat arrest waarmee het Gerecht de beslissing van de eerste kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 16 juni 1999 (zaak R 216/1998-1) heeft vernietigd, bij welke beslissing het beroep is verworpen van Wm. Wrigley Jr. Company tegen de weigering om het woord Doublemint als gemeenschapsmerk in te schrijven, andere partij bij de procedure: Wm. Wrigley Jr. Company, gevestigd te Chicago, Illinois (Verenigde Staten van Amerika), vertegenwoordigd door M. Kinkeldey, Rechtsanwalt, domicilie gekozen hebbende te Luxemburg,verzoekster in eerste aanleg, wijstHET HOF VAN JUSTITIE,,
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de pleidooien van partijen ter terechtzitting van 21 januari 2003, waarbij het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) vertegenwoordigd was door A. von Mühlendahl als gemachtigde en door V. Melgar, en Wm. Wrigley Jr. Company door M. Kinkeldey,gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 10 april 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE,
rechtdoende:
Skouris |
Jann |
Timmermans |
Gulmann |
Cunha Rodrigues |
Rosas |
Edward |
La Pergola |
Puissochet |
Schintgen |
Macken |
Colneric |
von Bahr |
De griffier |
De president |
R. Grass |
V. Skouris |