This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61980CJ0042
Judgment of the Court of 2 December 1980. # Commission of the European Communities v Italian Republic. # Failure of a State to fulfil its obligations - Implementation of a directive. # Case 42/80.
Arrest van het Hof van 2 december 1980.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek.
Niet-nakoming - Uitvoering van een richtlijn.
Zaak 42/80.
Arrest van het Hof van 2 december 1980.
Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Italiaanse Republiek.
Niet-nakoming - Uitvoering van een richtlijn.
Zaak 42/80.
Jurisprudentie 1980 -03635
ECLI identifier: ECLI:EU:C:1980:274
ARREST VAN HET HOF VAN 2 DECEMBER 1980. - COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN TEGEN ITALIAANSE REPUBLIEK. - (" NIET - NAKOMING - UITVOERING VAN EEN RICHTLIJN "). - ZAAK NO. 42/80.
Jurisprudentie 1980 bladzijde 03635
Griekse bijz. uitgave bladzijde 00441
Samenvatting
Partijen
Onderwerp
Overwegingen van het arrest
Beslissing inzake de kosten
Dictum
LID-STATEN - VERPLICHTINGEN - UITVOERING VAN RICHTLIJNEN - NIET-NAKOMING - RECHTVAARDIGING - ONTOELAATBAARHEID
( EEG-VERDRAG , ARTIKEL 169 )
EEN LID-STAAT KAN ZICH , TER RECHTVAARDIGING VAN DE NIET-EERBIEDIGING VAN VERPLICHTINGEN EN TERMIJNEN DIE IN DE RICHTLIJNEN VAN DE GEMEENSCHAP BESLOTEN LIGGEN , NIET TEN EXCEPTIEVE OP NATIONALE BEPALINGEN , PRAKTIJKEN OF TOESTANDEN BEROEPEN .
IN ZAAK 42/80 ,
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR G . P . ALESSI , LID VAN HAAR JURIDISCHE DIENST , ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG BIJ M . CERVINO , JURIDISCH ADVISEUR VAN DE COMMISSIE , BATIMENT JEAN MONNET , KIRCHBERG ,
VERZOEKSTER ,
TEGEN
ITALIAANSE REPUBLIEK , TE DEZEN VERTEGENWOORDIGD DOOR I . M . BRAGUGLIA , AVVOCATO DELLO STATO , ALS GEMACHTIGDE , DOMICILIE GEKOZEN HEBBENDE TE LUXEMBURG TER ITALIAANSE AMBASSADE ,
VERWEERSTER ,
BETREFFENDE EEN VERZOEK TOT VASTSTELLING DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE KRACHTENS HET EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET IS NAGEKOMEN DOOR NIET TIJDIG UITVOERING TE GEVEN AAN RICHTLIJN NR . 73/361 VAN DE RAAD VAN 19 NOVEMBER 1973 BETREFFENDE DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN DER LID-STATEN INZAKE HET CERTIFICAAT EN HET KENMERKEN VAN KABELS , KETTINGEN EN HAKEN ( PB L 335 VAN 1973 , BLZ . 51 ), EN AAN RICHTLIJN NR . 76/434 VAN DE COMMISSIE VAN 13 APRIL 1976 VOOR AANPASSING AAN DE STAND VAN DE TECHNIEK VAN DE GENOEMDE RICHTLIJN ( PB L 122 VAN 1976 , BLZ . 20 ),
1 BIJ VERZOEKSCHRIFT , INGESCHREVEN TEN HOVE OP 1 FEBRUARI 1980 HEEFT DE COMMISSIE KRACHTENS ARTIKEL 169 COMMISSIE EEG-VERDRAG HET HOF VERZOCHT VAST TE STELLEN DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK EEN KRACHTENS ARTIKEL 189 , DERDE ALINEA , EEG-VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTING NIET IS NAGEKOMEN DOOR NIET BINNEN DE VOORGESCHREVEN TERMIJN DE NODIGE BEPALINGEN VAST TE STELLEN VOOR HET VOLGEN VAN RICHTLIJN NR . 73/361 VAN DE RAAD VAN 19 NOVEMBER 1973 BETREFFENDE DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN DER LID-STATEN INZAKE HET CERTIFICAAT EN HET KENMERKEN VAN STAALKABELS , KETTINGEN EN HAKEN ( PB L 335 VAN 1973 , BLZ . 51 ), EN VAN RICHTLIJN NR . 76/434 VAN DE COMMISSIE VAN 13 APRIL 1976 VOOR AANPASSING AAN DE STAND VAN DE TECHNIEK VAN GENOEMDE RICHTLIJN VAN DE RAAD ( PB L 122 VAN 1976 , BLZ . 20 ).
2 INGEVOLGE ARTIKEL 6 VAN RICHTLIJN NR . 73/361 VAN DE RAAD MOESTEN DE LID-STATEN BINNEN 18 MAANDEN NA KENNISGEVING VAN DEZE RICHTLIJN DE NODIGE MAATREGELEN INVOEREN OM ZICH DAARNAAR TE VOEGEN ; DEZE TERMIJN IS VERSTREKEN OP 25 MEI 1975 . INGEVOLGE ARTIKEL 2 VAN RICHTLIJN NR . 76/434 VAN DE COMMISSIE MOESTEN DE LID-STATEN BINNEN NEGEN MAANDEN NA KENNISGEVING VAN DEZE RICHTLIJN DE NODIGE BEPALINGEN INVOEREN OM TE VOLDOEN AAN HET ERIN BEPAALDE ; DEZE TERMIJN WAS OP 13 JANUARI 1977 VERSTREKEN .
3 DE ITALIAANSE REGERING BETWIST NIET DAT ZIJ NIET AAN DEZE VERPLICHTING HEEFT VOLDAAN . ZIJ BEPERKT ZICH ERTOE UITEEN TE ZETTEN DAT DE VERTRAGING BIJ DE TOEPASSING VAN BEDOELDE RICHTLIJNEN VALT TOE TE SCHRIJVEN AAN HET FEIT DAT HAAR POGINGEN OM TE VOLDOEN AAN DE KRACHTENS GENOEMDE RICHTLIJNEN OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN , TEN GEVOLGE VAN DE POLITIEKE EN PARLEMENTAIRE GEBEURTENISSEN ZONDER RESULTAAT ZIJN GEBLEVEN . TIJDENS DE VORIGE LEGISLATUURPERIODE WAS HET ITALIAANSE PARLEMENT EEN WETSONTWERP VOORGELEGD , DAT ECHTER DOOR HET VOORTIJDIGE EINDE VAN DIE LEGISLATUURPERIODE WAS VERVALLEN . TENEINDE HET NATIONALE RECHT SNELLER AAN GEMEENSCHAPSRICHTLIJNEN TE KUNNEN AANPASSEN , HAD DE ITALIAANSE REGERING DAAROP HET PARLEMENT VERZOCHT OM DELEGATIE VAN WETGEVENDE BEVOEGDHEDEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 76 VAN DE GRONDWET , ZODAT ZIJ DE NODIGE BEPALINGEN TER UITVOERING VAN EEN AANTAL GEMEENSCHAPSRICHTLIJNEN , WAARONDER DE ONDERHAVIGE , BIJ DECREET EN MET KRACHT VAN WET ZOU KUNNEN VASTSTELLEN . DE SENAAT HEEFT OP 16 JUNI 1980 MET DEZE DELEGATIE INGESTEMD DOOR HET AANNEMEN VAN EEN DESBETREFFEND WETSONTWERP , DAT THANS IN BEHANDELING IS BIJ DE KAMER VAN AFGEVAARDIGDEN .
4 DEZE OMSTANDIGHEDEN KUNNEN HET AAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK VERWETEN VERZUIM NIET ONGEDAAN MAKEN . HET IS VASTE RECHTSPRAAK VAN HET HOF DAT EEN LID-STAAT ZICH , TER RECHTVAARDIGING VAN DE NIET-EERBIEDIGING VAN VERPLICHTINGEN EN TERMIJNEN DIE IN DE RICHTLIJNEN VAN DE GEMEENSCHAP BESLOTEN LIGGEN , NIET TEN EXCEPTIEVE OP NATIONALE PRAKTIJKEN OF TOESTANDEN KAN BEROEPEN .
5 DERHALVE MOET WORDEN VASTGESTELD DAT DE ITALIAANSE REPUBLIEK , DOOR NIET BINNEN DE VOORGESCHREVEN TERMIJN DE BEPALINGEN VAST TE STELLEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VOLGEN VAN RICHTLIJN NR . 73/361 VAN DE RAAD VAN 19 NOVEMBER 1973 EN RICHTLIJN 76/434 VAN DE COMMISSIE VAN 13 APRIL 1976 , EEN KRACHTENS HET VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTING NIET IS NAGEKOMEN .
KOSTEN
6 INGEVOLGE ARTIKEL 69 , PARAGRAAF 2 , VAN HET REGLEMENT VOOR DE PROCESVOERING MOET DE IN HET ONGELIJK GESTELDE PARTIJ IN DE KOSTEN WORDEN VERWEZEN .
7 AANGEZIEN VERWEERSTER IN HET ONGELIJK IS GESTELD , DIENT ZIJ IN DE KOSTEN TE WORDEN VERWEZEN .
HET HOF VAN JUSTITIE ,
RECHTDOENDE ,
VERSTAAT :
1 . DOOR NIET BINNEN DE VOORGESCHREVEN TERMIJN DE BEPALINGEN VAST TE STELLEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VOLGEN VAN RICHTLIJN NR . 73/361 VAN DE RAAD VAN 19 NOVEMBER 1973 BETREFFENDE DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN DER LID-STATEN INZAKE HET CERTIFICAAT EN HET KENMERKEN VAN STAALKABELS , KETTINGEN EN HAKEN ( PB L 335 VAN 1973 , BLZ . 51 ) EN VAN RICHTLIJN NR . 76/434 VAN DE COMMISSIE VAN 13 APRIL 1976 VOOR AANPASSING AAN DE STAND VAN DE TECHNIEK VAN DE GENOEMDE RICHTLIJN ( PB L 122 VAN 1976 , BLZ . 20 ), IS DE ITALIAANSE REPUBLIEK DE KRACHTENS HET VERDRAG OP HAAR RUSTENDE VERPLICHTINGEN NIET NAGEKOMEN .
2 . VERWEERSTER WORDT VERWEZEN IN DE KOSTEN VAN HET GEDING .