This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32001R0558
Council Regulation (EC) No 558/2001 of 19 March 2001 extending for a period of up to one year the financing of certain quality and marketing improvement plans approved under Title IIa of Regulation (EEC) No 1035/72
Verordening (EG) nr. 558/2001 van de Raad van 19 maart 2001 tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet
Verordening (EG) nr. 558/2001 van de Raad van 19 maart 2001 tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet
PB L 84 van 23.3.2001, p. 1–2
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 15/06/2001
Verordening (EG) nr. 558/2001 van de Raad van 19 maart 2001 tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet
Publicatieblad Nr. L 084 van 23/03/2001 blz. 0001 - 0002
Verordening (EG) nr. 558/2001 van de Raad van 19 maart 2001 tot verlenging, met maximaal een jaar, van de financiering van bepaalde in het kader van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 goedgekeurde programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 37, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement(1), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité(2), Overwegende hetgeen volgt: (1) In titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 van de Raad van 18 mei 1972 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit(3) zijn bepalingen opgenomen betreffende diverse specifieke maatregelen ter compensatie van ongelijkheden op het gebied van de productie en de afzet van bepaalde dopvruchten en van sint-jansbrood. Er wordt steun verleend aan telersverenigingen die een specifieke erkenning hebben gekregen en die een door de bevoegde autoriteiten goedgekeurd programma voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet van hun product hebben ingediend. (2) Verordening (EEG) nr. 1035/72 is bij Verordening (EG) nr. 2200/96(4) ingetrokken. Op grond van artikel 53 van Verordening (EG) nr. 2200/96 blijven de rechten die door de telersverenigingen zijn verworven uit hoofde van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 echter gehandhaafd tot de datum waarop zij verstrijken. (3) De specifieke steun voor het opstellen en ten uitvoer leggen van de programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet als bedoeld in artikel 14 quinquies, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1035/72 wordt gedurende maximaal tien jaar uitgekeerd. (4) Een aantal programma's is in 2000, na afsluiting van het tiende programmajaar, verstreken. (5) In Verordening (EG) nr. 2200/96 is bepaald dat de Commissie bij de Raad een verslag moet indienen over de werking van de in die verordening opgenomen regelingen. Dit verslag moet een beoordeling bevatten van het resultaat van de specifieke maatregelen voor dopvruchten en sint-jansbrood die in het kader van titel II bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 zijn getroffen, en kan voorzien in verdere steunmaatregelen. Tot dan mogen de telersverenigingen waarvan de verbeteringsprogramma's in 2000 afliepen en die nog steeds aan de erkenningscriteria voldoen, verzoeken om voortzetting van de financiering van hun programma's in het kader van de begroting 2001. (6) Alleen steunaanvragen met betrekking tot werkzaamheden die vóór 15 juni 2001 zijn verricht, kunnen in het kader van de begroting 2001 worden gefinancierd. (7) Ter vereenvoudiging van de administratieve procedures wordt de steun zoveel mogelijk beperkt tot de gebieden waarvoor een steunaanvraag voor het tiende jaar van uitvoering van het programma is ingediend. (8) De genoemde periode van maximaal een jaar volstaat niet voor het rooien van bomen, gevolgd door het aanplanten van nieuwe bomen en/of het omschakelen op andere rassen. De maximumsteun per hectare moet dan ook worden betaald voor andere werkzaamheden als gepreciseerd in artikel 2, lid 1, derde alinea, en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 790/89 van de Raad van 20 maart 1989 tot vaststelling van het bedrag van de forfaitaire extra steun voor de oprichting van telersverenigingen en van het maximumbedrag van de steun voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet in de sector dopvruchten en sint-jansbrood(5), HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Erkende telersverenigingen die zich bezighouden met de productie en de afzet van dopvruchten en/of sint-jansbrood als vermeld in artikel 14 bis van Verordening (EEG) nr. 1035/72 en waarvan de programma's voor de verbetering van de kwaliteit en van de afzet in 1990 zijn goedgekeurd, kunnen verzoeken om verdere financiering van hun programma's gedurende maximaal een jaar overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde voorschriften. Artikel 2 De steun wordt betaald voor, en beperkt tot, de gebieden waarvoor een steunaanvraag voor het tiende jaar van uitvoering van het programma is ingediend, en tot een bedrag van maximaal 241,50 EUR per hectare als bepaald in artikel 2, lid 1, derde alinea, en lid 2, van Verordening (EEG) nr. 790/89. De steun geldt voor een periode van maximaal een jaar onmiddellijk na het verstrijken van het tiende programmajaar en tot uiterlijk 15 juni 2001. Indiening van een verzoek om voortzetting van de financiering van een programma overeenkomstig artikel 1 staat gelijk met instemming door de telersvereniging met toepassing van haar programma zoals dat voor het tiende jaar is goedgekeurd, voor een verdere periode van maximaal een jaar. Artikel 3 De uitvoeringsbepalingen met betrekking tot het tiende jaar zijn mutatis mutandis van toepassing op de in artikel 1 bedoelde extra periode van maximaal een jaar. Indien nodig worden maatregelen vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 46 van Verordening (EG) nr. 2200/96. Artikel 4 Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 19 maart 2001. Voor de Raad De voorzitter M. Winberg (1) Advies uitgebracht op 29 november 2000 (nog niet verschenen in het Publicatieblad). (2) Advies uitgebracht op 15 februari 2001 (nog niet verschenen in het Publicatieblad). (3) PB L 118 van 20.5.1972, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1363/95 van de Commissie (PB L 132 van 16.6.1995, blz. 8). (4) PB L 297 van 21.11.1996, blz.1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000 (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2). (5) PB L 85 van 30.3.1989, blz. 6. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1825/97 van de Commissie (PB L 260 van 23.9.1997, blz. 9).