This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 12016E243
Consolidated version of the Treaty on the Functioning of the European Union#PART SIX - INSTITUTIONAL AND FINANCIAL PROVISIONS#TITLE I - INSTITUTIONAL PROVISIONS#CHAPTER 1 - THE INSTITUTIONS#SECTION 3 - THE COUNCIL#Article 243 (ex Article 210 TEC)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN
HOOFDSTUK 1 - DE INSTELLINGEN
DERDE AFDELING - DE RAAD
Artikel 243 (oud artikel 210 VEG)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN
HOOFDSTUK 1 - DE INSTELLINGEN
DERDE AFDELING - DE RAAD
Artikel 243 (oud artikel 210 VEG)
PB C 202 van 7.6.2016, p. 155–155
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
7.6.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 202/155 |
Artikel 243
(oud artikel 210 VEG)
De Raad stelt de bezoldigingen, de vergoedingen en pensioenen van de voorzitter van de Europese Raad, van de voorzitter van de Commissie, van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, van de leden van de Commissie, van de presidenten, de leden en de griffiers van het Hof van Justitie van de Europese Unie, alsmede van de secretaris-generaal van de Raad, vast. De Raad stelt tevens alle vergoedingen vast welke als beloning kunnen gelden.