Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12002E042

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
    Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
    Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal
    Hoofdstuk 1: De werknemers
    Artikel 42
    Artikel 51 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
    Artikel 51 - Verdrag EEG

    PB C 325 van 24.12.2002, p. 52–52 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tec_2002/art_42/oj

    12002E042

    Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal - Hoofdstuk 1: De werknemers - Artikel 42 - Artikel 51 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) - Artikel 51 - Verdrag EEG -

    Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0052 - 0052
    Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0194 - Geconsolideerde versie
    Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0021 - Geconsolideerde versie
    (EEG Verdrag - geen officiële publicatie beschikbaar)


    Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)

    Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap

    Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal

    Hoofdstuk 1: De werknemers

    Artikel 42

    Artikel 51 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)

    Artikel 51 - Verdrag EEG

    Artikel 42

    De Raad stelt volgens de procedure van artikel 251 de maatregelen vast welke op het gebied van de sociale zekerheid noodzakelijk zijn voor de totstandkoming van het vrije verkeer van werknemers met name door een stelsel in te voeren waardoor het mogelijk is voor migrerende werknemers en hun rechthebbenden te waarborgen:

    a) dat, met het oog op het verkrijgen en het behoud van het recht op uitkeringen alsmede voor de berekening daarvan, al die tijdvakken worden bijeengeteld welke door de verschillende nationale wetgevingen in aanmerking worden genomen;

    b) dat de uitkeringen aan personen die op het grondgebied van de lidstaten verblijven, zullen worden betaald.

    De Raad besluit tijdens de gehele procedure van artikel 251 met eenparigheid van stemmen.

    Top