This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 11957E119
TREATY ESTABLISHING THE EUROPEAN ECONOMIC COMMUNITY, PART THREE - POLICY OF THE COMMUNITY, TITLE III - SOCIAL POLICY, CHAPTER 1: SOCIAL PROVISIONS, ARTICLE 119
VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, DERDE DEEL - HET BELEID VAN DE GEMEENSCHAP, TITEL III - SOCIALE POLITIEK, HOOFDSTUK 1: SOCIALE BEPALINGEN, ARTIKEL 119
VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, DERDE DEEL - HET BELEID VAN DE GEMEENSCHAP, TITEL III - SOCIALE POLITIEK, HOOFDSTUK 1: SOCIALE BEPALINGEN, ARTIKEL 119
In force
VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, DERDE DEEL - HET BELEID VAN DE GEMEENSCHAP, TITEL III - SOCIALE POLITIEK, HOOFDSTUK 1: SOCIALE BEPALINGEN, ARTIKEL 119
++++ Artikel 119 Iedere Lid-Staat verzekert gedurende de eerste etappe en handhaaft vervolgens de toepassing van het beginsel van gelijke beloning voor mannelijke en vrouwelijke werknemers voor gelijke arbeid . Onder beloning in de zin van dit artikel dient te worden verstaan het gewone basis- of minimumloon of -salaris , en alle overige voordelen in geld of in natura die de werkgever direct of indirect aan de werknemer uit hoofde van zijn dienstbetrekking betaalt . Gelijkheid van beloning zonder onderscheid naar kunnen houdt in : a ) dat de beloning voor gelijke arbeid in stukloon wordt vastgesteld op basis van een zelfde maatstaf , b ) dat de beloning voor arbeid in tijdloon dezelfde is voor een zelfde functie .