This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02017R0039-20230801
Commission Implementing Regulation (EU) 2017/39 of 3 November 2016 on rules for the application of Regulation (EU) No 1308/2013 of the European Parliament and of the Council with regard to Union aid for the supply of fruit and vegetables, bananas and milk in educational establishments
Consolidated text: Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/39 van de Commissie van 3 november 2016 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
02017R0039 — NL — 01.08.2023 — 005.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/39 VAN DE COMMISSIE van 3 november 2016 (PB L 005 van 10.1.2017, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1983 VAN DE COMMISSIE van 28 november 2019 |
L 308 |
82 |
29.11.2019 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/1239 VAN DE COMMISSIE van 17 juni 2020 |
L 284 |
3 |
1.9.2020 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/246 VAN DE COMMISSIE van 13 december 2021 |
L 41 |
8 |
22.2.2022 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/102 VAN DE COMMISSIE van 11 januari 2023 |
L 12 |
1 |
13.1.2023 |
|
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1449 VAN DE COMMISSIE van 12 juni 2023 |
L 179 |
5 |
14.7.2023 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/39 VAN DE COMMISSIE
van 3 november 2016
tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking van groenten, fruit, bananen en melk in onderwijsinstellingen
Artikel 1
Toepassingsgebied en definitie
Artikel 2
Strategieën van de lidstaten
In de in artikel 23, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 bedoelde strategie van de lidstaten worden de volgende elementen opgenomen:
het administratieve niveau waarop de schoolregeling zal worden uitgevoerd;
de behoeften waarin de schoolregeling moet voorzien, en de prioriteitenorde daarvan;
de resultaten die met de schoolregeling moeten worden bereikt en de indicatoren om de verwezenlijking daarvan te meten;
de uitgangssituatie ten opzichte waarvan de vooruitgang bij de verwezenlijking van de resultaten zal worden gemeten, op basis van beschikbare gegevens;
het geraamde budget voor de belangrijkste elementen van de schoolregeling wat schoolgroenten en -fruit en schoolmelk betreft, en het budget voor elementen die betrekking hebben op de hele schoolregeling;
de doelgroep;
de lijst van de producten die in het kader van de schoolregeling zullen worden verstrekt, per productgroep als vermeld in artikel 23, leden 3, 4 en 5, en, indien van toepassing, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1308/2013;
als de producten niet gratis ter beschikking worden gesteld in het kader van de schoolregeling, de regelingen om ervoor te zorgen dat het bedrag van de Uniesteun naar behoren wordt verrekend in de prijs van die producten;
als standaardschalen van eenheidskosten, forfaitaire financiering en/of vaste bedragen worden toegestaan, de eerlijke, billijke en controleerbare berekeningsmethode voor de bepaling daarvan; als een op kosten gebaseerd systeem wordt gebruikt, de regelingen voor de beoordeling van de redelijkheid van de kosten die de steunaanvragers indienen;
de doelstellingen en de inhoud van de begeleidende educatieve maatregelen;
de procedures om de desbetreffende autoriteiten en belanghebbenden bij een en ander te betrekken;
de procedures om in het kader van de schoolregeling leveranciers van producten, materialen en diensten te selecteren;
de maatregelen om bekendheid te geven aan de steun die de Unie in het kader van de schoolregeling biedt.
De lidstaten verstrekken de Commissie op verzoek de volgende informatie, voor zover die niet in de strategie is opgenomen:
de criteria voor de keuze van de producten die in het kader van de schoolregeling zullen worden verstrekt en de prioriteit of prioriteiten als bedoeld in artikel 23, lid 11, van Verordening (EU) nr. 1308/2013;
de regelingen voor de levering en/of distributie van de producten, onder meer wat betreft de subsidiabele kosten, de beoogde frequentie en het tijdschema van de distributie en, als wordt toegestaan dat de producten samen met de gewone schoolmaaltijden worden gedistribueerd, de maatregelen die worden genomen om te voldoen aan artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40;
als voor de producten, materialen en diensten die in het kader van de schoolregeling ter beschikking worden gesteld, door de begunstigden te betalen maximumprijzen worden vastgesteld, de eerlijke, billijke en controleerbare berekeningsmethode voor de bepaling daarvan;
het bedrag van de nationale steun, als voor de schoolregeling naast de Uniesteun ook nationale steun wordt verleend;
als bestaande nationale regelingen worden uitgebreid of doeltreffender worden gemaakt door gebruik te maken van Uniesteun in het kader van de schoolregeling, de regelingen om ervoor te zorgen dat de schoolregeling toegevoegde waarde biedt;
wanneer de lidstaten besluiten voorschotten te betalen overeenkomstig artikel 44, lid 3 ter, van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), het maximumbedrag van het voorschot, uitgedrukt in een percentage van de steun waarop de steunaanvragers recht hebben, en de regelingen voor de toekenning van het voorschot;
wanneer producten als bedoeld in artikel 23, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 worden verdeeld, de regelingen om ervoor te zorgen dat de Uniesteun slechts wordt betaald voor het melkbestanddeel van die producten en niet hoger is dan het in artikel 5, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1370/2013 bedoelde bedrag;
de structuren, regelingen en formulieren voor de monitoring en evaluatie van de schoolregeling overeenkomstig artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 en voor de controles overeenkomstig de artikelen 9 en 10 van de onderhavige verordening.
Artikel 3
Verzoek van de lidstaten om Uniesteun
De lidstaten dienen uiterlijk op 31 januari van elk jaar hun verzoek om Uniesteun voor het volgende schooljaar in en actualiseren, indien nodig, het verzoek om Uniesteun voor het lopende schooljaar. Het verzoek bevat de volgende informatie:
informatie met betrekking tot het volgende schooljaar:
de indicatieve toewijzing van de steun voor schoolgroenten en -fruit en voor schoolmelk als vastgesteld in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/106 van de Commissie ( 2 ),
de bereidheid om een deel van de indicatieve toewijzing voor schoolgroenten en -fruit of voor schoolmelk over te dragen naar de andere indicatieve toewijzing, tot het maximumpercentage als bedoeld in artikel 23 bis, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, en het percentage en het bedrag van de overdracht,
de bereidheid om meer dan de indicatieve toewijzing voor schoolgroenten en -fruit en/of voor schoolmelk te gebruiken en het maximale aanvullende bedrag waarom wordt verzocht voor het geval er een aanvullende toewijzing beschikbaar is,
het bedrag van de indicatieve toewijzing waarom niet wordt verzocht, indien de lidstaat niet het volledige bedrag van de indicatieve toewijzing voor schoolgroenten en -fruit en/of voor schoolmelk wenst te gebruiken,
het totaalbedrag waarom voor schoolgroenten en -fruit en voor schoolmelk wordt verzocht;
informatie met betrekking tot het lopende schooljaar:
de overdracht tussen de definitieve toewijzingen als bedoeld in artikel 23 bis, lid 4, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013,
indien de lidstaat geen gebruik wenst te maken van het volledige bedrag van de definitieve toewijzing van de steun voor schoolgroenten en -fruit en/of voor schoolmelk voor het lopende schooljaar, het bedrag waarom niet zal verzocht voor schoolgroenten en -fruit en/of voor schoolmelk,
de bereidheid om meer te gebruiken dan het volledige bedrag van de definitieve toewijzing van de steun voor schoolgroenten en -fruit en/of voor schoolmelk die voor het lopende schooljaar voor de lidstaat ter beschikking is gesteld, voor het geval er een aanvullende toewijzing beschikbaar is.
De in dit artikel bedoelde bedragen worden uitgedrukt in euro.
Artikel 3 bis
Door de steunaanvragers ingediende aanvragen voor voorschotten op steun
Artikel 4
Steunaanvragen van steunaanvragers
De steunaanvragen betreffende de verstrekking en de distributie van producten bevatten ten minste de volgende informatie:
de hoeveelheden gedistribueerde producten per productgroep als bedoeld in artikel 23, leden 3, 4 en 5, en, indien van toepassing, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1308/2013;
de identificatie van de aanvrager en de naam en het adres of het unieke identificatienummer van de onderwijsinstelling of -instantie waaraan die hoeveelheden gedistribueerd zijn;
het aantal kinderen dat aan het begin van het schooljaar in het schoolregister van de betrokken onderwijsinstelling(en) is ingeschreven en tijdens de periode waarop de steunaanvraag betrekking heeft, recht heeft op de onder de schoolregeling vallende producten.
Als de in de lid 4 bedoelde termijn met minder dan zestig kalenderdagen wordt overschreden, wordt de steun betaald, maar gekort met:
5 % indien de termijn met 1 tot 30 kalenderdagen wordt overschreden;
10 % indien de termijn met 31 tot 60 kalenderdagen wordt overschreden.
Wordt de termijn met meer dan zestig kalenderdagen overschreden, dan wordt de steun per extra dag nog eens met 1 % verlaagd, berekend over het saldo.
De lidstaten specificeren de ter staving van steunaanvragen in te dienen documenten. De in de steunaanvragen gevraagde bedragen worden ten minste gestaafd met bewijsstukken waaruit het volgende blijkt:
dat de hoeveelheden zijn geleverd of gedistribueerd en/of de materialen of diensten zijn geleverd in het kader van de schoolregeling, en
indien de lidstaat gebruikmaakt van een op kosten gebaseerd systeem, de prijs van de verstrekte, gedistribueerde of geleverde producten, materialen of diensten, samen met een ontvangstbewijs of een bewijs van betaling of gelijkwaardig.
Als de steunaanvragen betrekking hebben op begeleidende educatieve maatregelen, monitoring, evaluatie of publiciteit, bevatten de bewijsstukken ook de financiële opsplitsing per activiteit en nadere gegevens over aanverwante kosten.
Artikel 5
Betaling van de steun, met inbegrip van voorschotten op die steun
Wanneer een voorschot is betaald, is de betaling van de steun gelijk aan het verschil tussen het bedrag van de te betalen steun en het bedrag van het betaalde voorschot.
Artikel 6
Overdrachten tussen toewijzingen
Lidstaten die overdrachten van definitieve toewijzingen verrichten na 31 januari overeenkomstig de eerste alinea van dit lid, stellen de Commissie daarvan uiterlijk op 31 augustus na het betrokken schooljaar in kennis.
Artikel 7
Herverdeling van de Uniesteun
Voor de productgroep van waaruit een lidstaat overeenkomstig artikel 6, lid 1, een overdracht naar de andere productgroep heeft gedaan, wordt aan die lidstaat geen aanvullend bedrag toegekend.
Als een lidstaat geen verzoek op grond van artikel 3 indient, worden de indicatieve toewijzingen van die lidstaat beschouwd als toewijzingen waarom niet is verzocht.
Voor de productgroep van waaruit een lidstaat overeenkomstig artikel 6, lid 2, een overdracht naar de andere productgroep heeft gedaan, wordt aan die lidstaat geen aanvullend bedrag toegekend.
De herverdeling vindt plaats binnen de toewijzing voor schoolgroenten en -fruit of binnen de toewijzing voor schoolmelk, op basis van de indicatieve toewijzingen van de lidstaten die een verzoek hebben ingediend. In voorkomend geval mogen bedragen waarom de lidstaten niet binnen dezelfde toewijzing hebben verzocht, worden verdeeld over de lidstaten die om aanvullende bedragen voor de andere toewijzing hebben verzocht.
wanneer de definitieve toewijzing voor 50 % of minder is benut, wordt geen aanvullende toewijzing toegekend;
wanneer de definitieve toewijzing voor meer dan 50 %, maar niet meer dan 75 % is benut, bedraagt de maximale aanvullende toewijzing niet meer dan 50 % van de indicatieve toewijzing;
wanneer de definitieve toewijzing voor meer dan 75 % is benut, geldt geen bovengrens voor de maximale aanvullende toewijzing.
De in de eerste alinea beschreven berekening is niet van toepassing op lidstaten die de schoolregeling of een van de bestanddelen daarvan voor het eerst toepassen tijdens de eerste twee jaar van de toepassing van die regeling.
Artikel 8
Monitoring en evaluatie
De lidstaten dienen uiterlijk op 31 januari van het kalenderjaar volgend op het einde van het betrokken schooljaar hun jaarlijkse monitoringverslag als bedoeld in artikel 9, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 in bij de Commissie.
De lidstaten dienen uiterlijk op 31 oktober van het kalenderjaar volgend op het einde van het betrokken schooljaar hun jaarlijkse controleverslag inzake de verrichte controles ter plaatse en de bevindingen daarvan, als bedoeld in artikel 9, lid 4, van die gedelegeerde verordening, in bij de Commissie.
De lidstaten dienen hun evaluatieverslag of -verslagen uiterlijk op 1 maart van het kalenderjaar volgend op het einde van die vijf schooljaren in bij de Commissie. De eerste evaluatieverslagen worden uiterlijk op 1 maart 2023 ingediend.
De minimumeisen voor de vorm en inhoud van het evaluatieverslag of de evaluatieverslagen zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening. De lidstaten zorgen ervoor dat hun bij de Commissie ingediende verslag of verslagen geen persoonsgegevens bevatten.
Artikel 9
Administratieve controles
▼M5 —————
Artikel 10
Controles ter plaatse
De controles ter plaatse omvatten met name een verificatie van:
de in artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 bedoelde boekhouding, door bevestiging en aanvulling van de administratieve controles met relevante documentatie, waaronder de financiële bescheiden, zoals aankoop- en verkoopfacturen, leveringsnota’s en bankafschriften of andere betalingsbewijzen, en de desbetreffende boekhoudingsbescheiden;
het gebruik van de producten overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1308/2013, Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40 en de onderhavige verordening;
de uitvoering van begeleidende educatieve maatregelen ter ondersteuning van de distributie van producten, wanneer de controle ter plaatse wordt verricht in de lokalen van de onderwijsinstelling of wanneer de controle ter plaatse betrekking heeft op steun die is aangevraagd voor begeleidende educatieve maatregelen;
het gebruik van geschikte publiciteitsinstrumenten, wanneer de controle ter plaatse in de lokalen van de onderwijsinstelling wordt verricht.
De controles ter plaatse kunnen worden verricht tijdens de uitvoering van de begeleidende educatieve maatregelen.
Een controle ter plaatse wordt als voltooid beschouwd zodra het desbetreffende, in lid 6 bedoelde controleverslag is voorgelegd.
In lidstaten met minder dan honderd steunaanvragers worden controles ter plaatse verricht in de lokalen van minstens vijf aanvragers.
In lidstaten met minder dan vijf steunaanvragers worden controles ter plaatse verricht in de lokalen van alle aanvragers.
Wanneer een andere aanvrager dan een onderwijsinstelling steun voor de verstrekking en de distributie van producten aanvraagt, wordt de in de lokalen van die aanvrager verrichte controle ter plaatse aangevuld met controles ter plaatse in de lokalen van minstens twee onderwijsinstellingen of van minstens 1 % van de onderwijsinstellingen waarvoor de aanvrager boekhouding voert overeenkomstig artikel 6 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/40, indien dit laatste een groter aantal oplevert.
Wanneer de aanvrager steun voor begeleidende educatieve maatregelen aanvraagt, mogen de controles ter plaatse in de lokalen van de aanvrager op basis van een risicoanalyse worden vervangen door controles ter plaatse op de plaatsen waar de begeleidende maatregelen worden uitgevoerd. De lidstaten stellen het niveau van deze controles ter plaatse vast op basis van een risicoanalyse.
Daarbij houdt de bevoegde autoriteit met name rekening met:
de verschillende geografische gebieden;
het zich herhaaldelijk voordoen van fouten en de bevindingen van in de vorige jaren verrichte controles;
het betrokken steunbedrag;
het soort aanvragers;
indien van toepassing, het soort begeleidende educatieve maatregel.
Het controleverslag bestaat uit de volgende delen:
een algemeen gedeelte dat met name de volgende informatie bevat:
de betrokken periode, de gecontroleerde steunaanvra(a)g(en), de hoeveelheden producten waarvoor steun werd aangevraagd in het geval van steunaanvragen betreffende de verstrekking en de distributie van producten, de deelnemende onderwijsinstellingen, een op de beschikbare gegevens gebaseerde raming van het aantal kinderen voor wie steun is betaald, alsmede het betrokken bedrag;
de aanwezige verantwoordelijke personen;
een gedeelte waarin de verrichte controles afzonderlijk worden beschreven, en dat met name de volgende informatie bevat:
de gecontroleerde documenten;
de aard en de omvang van de verrichte controles;
opmerkingen en bevindingen.
Alle controleverslagen worden uiterlijk negen maanden na afloop van het schooljaar afgerond.
▼M2 —————
Artikel 11
Terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen
Voor de terugvordering van onverschuldigd betaalde bedragen is artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van overeenkomstige toepassing.
Artikel 12
Publiciteit
Artikel 13
Kennisgevingen
Artikel 14
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing op steun voor het schooljaar 2017/2018 en de daaropvolgende schooljaren.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
MINIMUMEISEN VOOR DE VORM EN INHOUD VAN DE EVALUATIEVERSLAGEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8, LID 2
1. Samenvatting
2. Inleiding
3. Methodologie
4. Beoordeling van de werking van de schoolregeling
5. Antwoorden op de gemeenschappelijke evaluatievragen
5.1. In hoeverre heeft de schoolregeling gezorgd voor een hogere totale consumptie van groenten en fruit en melk en zuivelproducten door kinderen, overeenkomstig de nationale aanbevelingen voor een gezonde voeding van de beoogde leeftijdsgroep?
Indicatoren:
5.2. In hoeverre heeft de schoolregeling kinderen voorgelicht over gezonde eetgewoonten?
Indicatoren:
6. Conclusies en aanbevelingen
7. Bijlagen
Technische details van de evaluatie, met inbegrip van vragenlijsten, referenties en bronnen.
( 1 ) Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187).
( 2 ) Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/106 van de Commissie van 11 januari 2023 tot vaststelling van de indicatieve toewijzingen aan de lidstaten van de Uniesteun voor schoolgroenten en -fruit en voor schoolmelk voor de periode van 1 augustus 2023 tot en met 31 juli 2029 (PB L 12 van 13.1.2023, blz. 84).
( 3 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/127 van de Commissie van 7 december 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad met regels inzake de betaalorganen en andere instanties, het financieel beheer, de goedkeuring van de rekeningen, de zekerheden en het gebruik van de euro (PB L 20 van 31.1.2022, blz. 95).
( 4 ) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 908/2014 van de Commissie van 6 augustus 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft betaalorganen en andere instanties, financieel beheer, goedkeuring van de rekeningen, voorschriften inzake controles, zekerheden en transparantie (PB L 255 van 28.8.2014, blz. 59).