This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02016R0679-20160504
Regulation (EU) 2016/679 of the European Parliament and of the Council of 27 April 2016 on the protection of natural persons with regard to the processing of personal data and on the free movement of such data, and repealing Directive 95/46/EC (General Data Protection Regulation) (Text with EEA relevance)
Consolidated text: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02016R0679 — NL — 04.05.2016 — 000.003
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) 2016/679 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1) |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) 2016/679 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 27 april 2016
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming)
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
Artikel 1
Onderwerp en doelstellingen
Artikel 2
Materieel toepassingsgebied
Deze verordening is niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens:
in het kader van activiteiten die buiten de werkingssfeer van het Unierecht vallen;
door de lidstaten bij de uitvoering van activiteiten die binnen de werkingssfeer van titel V, hoofdstuk 2, VEU vallen;
door een natuurlijke persoon bij de uitoefening van een zuiver persoonlijke of huishoudelijke activiteit;
door de bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid.
Artikel 3
Territoriaal toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens van betrokkenen die zich in de Unie bevinden, door een niet in de Unie gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker, wanneer de verwerking verband houdt met:
het aanbieden van goederen of diensten aan deze betrokkenen in de Unie, ongeacht of een betaling door de betrokkenen is vereist; of
het monitoren van hun gedrag, voor zover dit gedrag in de Unie plaatsvindt.
Artikel 4
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) |
„persoonsgegevens” : alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon („de betrokkene”); als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon; |
2) |
„verwerking” : een bewerking of een geheel van bewerkingen met betrekking tot persoonsgegevens of een geheel van persoonsgegevens, al dan niet uitgevoerd via geautomatiseerde procedés, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, aligneren of combineren, afschermen, wissen of vernietigen van gegevens; |
3) |
„beperken van de verwerking” : het markeren van opgeslagen persoonsgegevens met als doel de verwerking ervan in de toekomst te beperken; |
4) |
„profilering” : elke vorm van geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens waarbij aan de hand van persoonsgegevens bepaalde persoonlijke aspecten van een natuurlijke persoon worden geëvalueerd, met name met de bedoeling zijn beroepsprestaties, economische situatie, gezondheid, persoonlijke voorkeuren, interesses, betrouwbaarheid, gedrag, locatie of verplaatsingen te analyseren of te voorspellen; |
5) |
„pseudonimisering” : het verwerken van persoonsgegevens op zodanige wijze dat de persoonsgegevens niet meer aan een specifieke betrokkene kunnen worden gekoppeld zonder dat er aanvullende gegevens worden gebruikt, mits deze aanvullende gegevens apart worden bewaard en technische en organisatorische maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de persoonsgegevens niet aan een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon worden gekoppeld; |
6) |
„bestand” : elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens die volgens bepaalde criteria toegankelijk zijn, ongeacht of dit geheel gecentraliseerd of gedecentraliseerd is dan wel op functionele of geografische gronden is verspreid; |
7) |
„verwerkingsverantwoordelijke” : een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/dat, alleen of samen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt; wanneer de doelstellingen van en de middelen voor deze verwerking in het Unierecht of het lidstatelijke recht worden vastgesteld, kan daarin worden bepaald wie de verwerkingsverantwoordelijke is of volgens welke criteria deze wordt aangewezen; |
8) |
„verwerker” : een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan die/dat namens de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens verwerkt; |
9) |
„ontvanger” : een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan, al dan niet een derde, aan wie/waaraan de persoonsgegevens worden verstrekt. Overheidsinstanties die mogelijk persoonsgegevens ontvangen in het kader van een bijzonder onderzoek overeenkomstig het Unierecht of het lidstatelijke recht gelden echter niet als ontvangers; de verwerking van die gegevens door die overheidsinstanties strookt met de gegevensbeschermingsregels die op het betreffende verwerkingsdoel van toepassing zijn; |
10) |
„derde” : een natuurlijke persoon of rechtspersoon, een overheidsinstantie, een dienst of een ander orgaan, niet zijnde de betrokkene, noch de verwerkingsverantwoordelijke, noch de verwerker, noch de personen die onder rechtstreeks gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gemachtigd zijn om de persoonsgegevens te verwerken; |
11) |
„toestemming” van de betrokkene : elke vrije, specifieke, geïnformeerde en ondubbelzinnige wilsuiting waarmee de betrokkene door middel van een verklaring of een ondubbelzinnige actieve handeling een hem betreffende verwerking van persoonsgegevens aanvaardt; |
12) |
„inbreuk in verband met persoonsgegevens” : een inbreuk op de beveiliging die per ongeluk of op onrechtmatige wijze leidt tot de vernietiging, het verlies, de wijziging of de ongeoorloofde verstrekking van of de ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte gegevens; |
13) |
„genetische gegevens” : persoonsgegevens die verband houden met de overgeërfde of verworven genetische kenmerken van een natuurlijke persoon die unieke informatie verschaffen over de fysiologie of de gezondheid van die natuurlijke persoon en die met name voortkomen uit een analyse van een biologisch monster van die natuurlijke persoon; |
14) |
„biometrische gegevens” : persoonsgegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking met betrekking tot de fysieke, fysiologische of gedragsgerelateerde kenmerken van een natuurlijke persoon op grond waarvan eenduidige identificatie van die natuurlijke persoon mogelijk is of wordt bevestigd, zoals gezichtsafbeeldingen of vingerafdrukgegevens; |
15) |
„gegevens over gezondheid” : persoonsgegevens die verband houden met de fysieke of mentale gezondheid van een natuurlijke persoon, waaronder gegevens over verleende gezondheidsdiensten waarmee informatie over zijn gezondheidstoestand wordt gegeven; |
16) |
„hoofdvestiging” :
a)
met betrekking tot een verwerkingsverantwoordelijke die vestigingen heeft in meer dan één lidstaat, de plaats waar zijn centrale administratie in de Unie is gelegen, tenzij de beslissingen over de doelstellingen van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens worden genomen in een andere vestiging van de verwerkingsverantwoordelijke die zich eveneens in de Unie bevindt, en die tevens gemachtigd is die beslissingen uit te voeren, in welk geval de vestiging waar die beslissingen worden genomen als de hoofdvestiging wordt beschouwd;
b)
met betrekking tot een verwerker die vestigingen in meer dan één lidstaat heeft, de plaats waar zijn centrale administratie in de Unie is gelegen of, wanneer de verwerker geen centrale administratie in de Unie heeft, de vestiging van de verwerker in de Unie waar de voornaamste verwerkingsactiviteiten in het kader van de activiteiten van een vestiging van de verwerker plaatsvinden, voor zover op de verwerker krachtens deze verordening specifieke verplichtingen rusten; |
17) |
„vertegenwoordiger” : een in de Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die uit hoofde van artikel 27 schriftelijk door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker is aangewezen om de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker te vertegenwoordigen in verband met hun respectieve verplichtingen krachtens deze verordening; |
18) |
„onderneming” : een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een economische activiteit uitoefent, ongeacht de rechtsvorm ervan, met inbegrip van maatschappen en persoonsvennootschappen of verenigingen die regelmatig een economische activiteit uitoefenen; |
19) |
„concern” : een onderneming die zeggenschap uitoefent en de ondernemingen waarover die zeggenschap wordt uitgeoefend; |
20) |
„bindende bedrijfsvoorschriften” : beleid inzake de bescherming van persoonsgegevens dat een op het grondgebied van een lidstaat gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker voert met betrekking tot de doorgifte of reeksen van doorgiften van persoonsgegevens aan een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker in een of meer derde landen binnen een concern of een groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen; |
21) |
„toezichthoudende autoriteit” : een door een lidstaat ingevolge artikel 51 ingestelde onafhankelijke overheidsinstantie; |
22) |
„betrokken toezichthoudende autoriteit” : een toezichthoudende autoriteit die betrokken is bij de verwerking van persoonsgegevens omdat:
a)
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker op het grondgebied van de lidstaat van die toezichthoudende autoriteit is gevestigd;
b)
de betrokkenen die in de lidstaat van die toezichthoudende autoriteit verblijven, door de verwerking wezenlijke gevolgen ondervinden of waarschijnlijk zullen ondervinden; of
c)
bij die toezichthoudende autoriteit een klacht is ingediend; |
23) |
„grensoverschrijdende verwerking” :
a)
verwerking van persoonsgegevens in het kader van de activiteiten van vestigingen in meer dan één lidstaat van een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker in de Unie die in meer dan één lidstaat is gevestigd; of
b)
verwerking van persoonsgegevens in het kader van de activiteiten van één vestiging van een verwerkingsverantwoordelijke of van een verwerker in de Unie, waardoor in meer dan één lidstaat betrokkenen wezenlijke gevolgen ondervinden of waarschijnlijk zullen ondervinden; |
24) |
„relevant en gemotiveerd bezwaar” : een bezwaar tegen een ontwerpbesluit over het bestaan van een inbreuk op deze verordening of over de vraag of de voorgenomen maatregel met betrekking tot de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker strookt met deze verordening, waarin duidelijk de omvang wordt aangetoond van de risico's die het ontwerpbesluit inhoudt voor de grondrechten en de fundamentele vrijheden van betrokkenen en, indien van toepassing, voor het vrije verkeer van persoonsgegevens binnen de Unie; |
25) |
„dienst van de informatiemaatschappij” : een dienst als gedefinieerd in artikel 1, lid 1, punt b), van Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ); |
26) |
„internationale organisatie” : een organisatie en de daaronder vallende internationaalpubliekrechtelijke organen of andere organen die zijn opgericht bij of op grond van een overeenkomst tussen twee of meer landen. |
HOOFDSTUK II
Beginselen
Artikel 5
Beginselen inzake verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens moeten:
worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is („rechtmatigheid, behoorlijkheid en transparantie”);
voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verzameld en mogen vervolgens niet verder op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt; de verdere verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden wordt overeenkomstig artikel 89, lid 1, niet als onverenigbaar met de oorspronkelijke doeleinden beschouwd („doelbinding”);
toereikend zijn, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt („minimale gegevensverwerking”);
juist zijn en zo nodig worden geactualiseerd; alle redelijke maatregelen moeten worden genomen om de persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld te wissen of te rectificeren („juistheid”);
worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen niet langer te identificeren dan voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt noodzakelijk is; persoonsgegevens mogen voor langere perioden worden opgeslagen voor zover de persoonsgegevens louter met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden worden verwerkt overeenkomstig artikel 89, lid 1, mits de bij deze verordening vereiste passende technische en organisatorische maatregelen worden getroffen om de rechten en vrijheden van de betrokkene te beschermen („opslagbeperking”);
door het nemen van passende technische of organisatorische maatregelen op een dusdanige manier worden verwerkt dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is, en dat zij onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging („integriteit en vertrouwelijkheid”).
Artikel 6
Rechtmatigheid van de verwerking
De verwerking is alleen rechtmatig indien en voor zover aan ten minste een van de onderstaande voorwaarden is voldaan:
de betrokkene heeft toestemming gegeven voor de verwerking van zijn persoonsgegevens voor een of meer specifieke doeleinden;
de verwerking is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst waarbij de betrokkene partij is, of om op verzoek van de betrokkene vóór de sluiting van een overeenkomst maatregelen te nemen;
de verwerking is noodzakelijk om te voldoen aan een wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust;
de verwerking is noodzakelijk om de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon te beschermen;
de verwerking is noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of van een taak in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is opgedragen;
de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.
De eerste alinea, punt f), geldt niet voor de verwerking door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken.
De rechtsgrond voor de in lid 1, punten c) en e), bedoelde verwerking moet worden vastgesteld bij:
Unierecht; of
lidstatelijk recht dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is.
Het doel van de verwerking wordt in die rechtsgrond vastgesteld of is met betrekking tot de in lid 1, punt e), bedoelde verwerking noodzakelijk voor de vervulling van een taak van algemeen belang of voor de uitoefening van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend. Die rechtsgrond kan specifieke bepalingen bevatten om de toepassing van de regels van deze verordening aan te passen, met inbegrip van de algemene voorwaarden inzake de rechtmatigheid van verwerking door de verwerkingsverantwoordelijke; de types verwerkte gegevens; de betrokkenen; de entiteiten waaraan en de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens mogen worden verstrekt; de doelbinding; de opslagperioden; en de verwerkingsactiviteiten en -procedures, waaronder maatregelen om te zorgen voor een rechtmatige en behoorlijke verwerking, zoals die voor andere specifieke verwerkingssituaties als bedoeld in hoofdstuk IX. Het Unierecht of het lidstatelijke recht moet beantwoorden aan een doelstelling van algemeen belang en moet evenredig zijn met het nagestreefde gerechtvaardigde doel.
Wanneer de verwerking voor een ander doel dan dat waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld niet berust op toestemming van de betrokkene of op een Unierechtelijke bepaling of een lidstaatrechtelijke bepaling die in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel vormt ter waarborging van de in artikel 23, lid 1, bedoelde doelstellingen houdt de verwerkingsverantwoordelijke bij de beoordeling van de vraag of de verwerking voor een ander doel verenigbaar is met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk zijn verzameld onder meer rekening met:
ieder verband tussen de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn verzameld, en de doeleinden van de voorgenomen verdere verwerking;
het kader waarin de persoonsgegevens zijn verzameld, met name wat de verhouding tussen de betrokkenen en de verwerkingsverantwoordelijke betreft;
de aard van de persoonsgegevens, met name of bijzondere categorieën van persoonsgegevens worden verwerkt, overeenkomstig artikel 9, en of persoonsgegevens over strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten worden verwerkt, overeenkomstig artikel 10;
de mogelijke gevolgen van de voorgenomen verdere verwerking voor de betrokkenen;
het bestaan van passende waarborgen, waaronder eventueel versleuteling of pseudonimisering.
Artikel 7
Voorwaarden voor toestemming
Artikel 8
Voorwaarden voor de toestemming van kinderen met betrekking tot diensten van de informatiemaatschappij
De lidstaten kunnen dienaangaande bij wet voorzien in een lagere leeftijd, op voorwaarde dat die leeftijd niet onder 13 jaar ligt.
Artikel 9
Verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens
Lid 1 is niet van toepassing wanneer aan een van de onderstaande voorwaarden is voldaan:
de betrokkene heeft uitdrukkelijke toestemming gegeven voor de verwerking van die persoonsgegevens voor een of meer welbepaalde doeleinden, behalve indien in Unierecht of lidstatelijk recht is bepaald dat het in lid 1 genoemde verbod niet door de betrokkene kan worden opgeheven;
de verwerking is noodzakelijk met het oog op de uitvoering van verplichtingen en de uitoefening van specifieke rechten van de verwerkingsverantwoordelijke of de betrokkene op het gebied van het arbeidsrecht en het socialezekerheids- en socialebeschermingsrecht, voor zover zulks is toegestaan bij Unierecht of lidstatelijk recht of bij een collectieve overeenkomst op grond van lidstatelijk recht die passende waarborgen voor de grondrechten en de fundamentele belangen van de betrokkene biedt;
de verwerking is noodzakelijk ter bescherming van de vitale belangen van de betrokkene of van een andere natuurlijke persoon indien de betrokkene fysiek of juridisch niet in staat is zijn toestemming te geven;
de verwerking wordt verricht door een stichting, een vereniging of een andere instantie zonder winstoogmerk die op politiek, levensbeschouwelijk, godsdienstig of vakbondsgebied werkzaam is, in het kader van haar gerechtvaardigde activiteiten en met passende waarborgen, mits de verwerking uitsluitend betrekking heeft op de leden of de voormalige leden van de instantie of op personen die in verband met haar doeleinden regelmatig contact met haar onderhouden, en de persoonsgegevens niet zonder de toestemming van de betrokkenen buiten die instantie worden verstrekt;
de verwerking heeft betrekking op persoonsgegevens die kennelijk door de betrokkene openbaar zijn gemaakt;
de verwerking is noodzakelijk voor de instelling, uitoefening of verdediging van een rechtsvordering of wanneer gerechten handelen in het kader van hun rechtsprekende taken;
de verwerking is noodzakelijk om redenen van zwaarwegend algemeen belang, op grond van Unierecht of lidstatelijk recht, waarbij de evenredigheid met het nagestreefde doel wordt gewaarborgd, de wezenlijke inhoud van het recht op bescherming van persoonsgegevens wordt geëerbiedigd en passende en specifieke maatregelen worden getroffen ter bescherming van de grondrechten en de fundamentele belangen van de betrokkene;
de verwerking is noodzakelijk voor doeleinden van preventieve of arbeidsgeneeskunde, voor de beoordeling van de arbeidsgeschiktheid van de werknemer, medische diagnosen, het verstrekken van gezondheidszorg of sociale diensten of behandelingen dan wel het beheren van gezondheidszorgstelsels en -diensten of sociale stelsels en diensten, op grond van Unierecht of lidstatelijk recht, of uit hoofde van een overeenkomst met een gezondheidswerker en behoudens de in lid 3 genoemde voorwaarden en waarborgen;
de verwerking is noodzakelijk om redenen van algemeen belang op het gebied van de volksgezondheid, zoals bescherming tegen ernstige grensoverschrijdende gevaren voor de gezondheid of het waarborgen van hoge normen inzake kwaliteit en veiligheid van de gezondheidszorg en van geneesmiddelen of medische hulpmiddelen, op grond van Unierecht of lidstatelijk recht waarin passende en specifieke maatregelen zijn opgenomen ter bescherming van de rechten en vrijheden van de betrokkene, met name van het beroepsgeheim;
de verwerking is noodzakelijk met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden overeenkomstig artikel 89, lid 1, op grond van Unierecht of lidstatelijk recht, waarbij de evenredigheid met het nagestreefde doel wordt gewaarborgd, de wezenlijke inhoud van het recht op bescherming van persoonsgegevens wordt geëerbiedigd en passende en specifieke maatregelen worden getroffen ter bescherming van de grondrechten en de belangen van de betrokkene.
Artikel 10
Verwerking van persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten
Persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten of daarmee verband houdende veiligheidsmaatregelen mogen op grond van artikel 6, lid 1, alleen worden verwerkt onder toezicht van de overheid of indien de verwerking is toegestaan bij Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen die passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen bieden. Omvattende registers van strafrechtelijke veroordelingen mogen alleen worden bijgehouden onder toezicht van de overheid.
Artikel 11
Verwerking waarvoor identificatie niet is vereist
HOOFDSTUK III
Rechten van de betrokkene
Artikel 12
Transparante informatie, communicatie en nadere regels voor de uitoefening van de rechten van de betrokkene
Het verstrekken van de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, en het verstrekken van de communicatie en het treffen van de maatregelen bedoeld in de artikelen 15 tot en met 22 en artikel 34 geschieden kosteloos. Wanneer verzoeken van een betrokkene kennelijk ongegrond of buitensporig zijn, met name vanwege hun repetitieve karakter, mag de verwerkingsverantwoordelijke ofwel:
een redelijke vergoeding aanrekenen in het licht van de administratieve kosten waarmee het verstrekken van de gevraagde informatie of communicatie en het treffen van de gevraagde maatregelen gepaard gaan; ofwel
weigeren gevolg te geven aan het verzoek.
Het is aan de verwerkingsverantwoordelijke om de kennelijk ongegronde of buitensporige aard van het verzoek aan te tonen.
Artikel 13
Te verstrekken informatie wanneer persoonsgegevens bij de betrokkene worden verzameld
Wanneer persoonsgegevens betreffende een betrokkene bij die persoon worden verzameld, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene al bij de verkrijging van de persoonsgegevens de volgende informatie:
de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke;
in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;
de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, alsook de rechtsgrond voor de verwerking;
de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, indien de verwerking op artikel 6, lid 1, punt f), is gebaseerd;
in voorkomend geval, de ontvangers of categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens;
in voorkomend geval, dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven aan een derde land of een internationale organisatie; of er al dan niet een adequaatheidsbesluit van de Commissie bestaat; of, in het geval van in artikel 46, artikel 47 of artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, welke de passende of geschikte waarborgen zijn, hoe er een kopie van kan worden verkregen of waar ze kunnen worden geraadpleegd.
Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene bij de verkrijging van de persoonsgegevens de volgende aanvullende informatie om een behoorlijke en transparante verwerking te waarborgen:
de periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria ter bepaling van die termijn;
dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om inzage van en rectificatie of wissing van de persoonsgegevens of beperking van de hem betreffende verwerking, alsmede het recht tegen de verwerking bezwaar te maken en het recht op gegevensoverdraagbaarheid;
wanneer de verwerking op artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2, punt a), is gebaseerd, dat de betrokkene het recht heeft de toestemming te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan;
dat de betrokkene het recht heeft een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit;
of de verstrekking van persoonsgegevens een wettelijke of contractuele verplichting is dan wel een noodzakelijke voorwaarde om een overeenkomst te sluiten, en of de betrokkene verplicht is de persoonsgegevens te verstrekken en wat de mogelijke gevolgen zijn wanneer deze gegevens niet worden verstrekt;
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.
Artikel 14
Te verstrekken informatie wanneer de persoonsgegevens niet van de betrokkene zijn verkregen
Wanneer persoonsgegevens niet van de betrokkene zijn verkregen, verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de volgende informatie:
de identiteit en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke;
in voorkomend geval, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;
de verwerkingsdoeleinden waarvoor de persoonsgegevens zijn bestemd, en de rechtsgrond voor de verwerking;
de betrokken categorieën van persoonsgegevens;
in voorkomend geval, de ontvangers of categorieën van ontvangers van de persoonsgegevens;
in voorkomend geval, dat de verwerkingsverantwoordelijke het voornemen heeft de persoonsgegevens door te geven aan een ontvanger in een derde land of aan een internationale organisatie; of er al dan niet een adequaatheidsbesluit van de Commissie bestaat; of, in het geval van de in artikel 46, artikel 47 of artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, welke de passende of geschikte waarborgen zijn, hoe er een kopie van kan worden verkregen of waar ze kunnen worden geraadpleegd.
Naast de in lid 1 bedoelde informatie verstrekt de verwerkingsverantwoordelijke de betrokkene de volgende informatie om ten overstaan van de betrokkene een behoorlijke en transparante verwerking te waarborgen:
de periode gedurende welke de persoonsgegevens zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;
de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, indien de verwerking op artikel 6, lid 1, punt f), is gebaseerd;
dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken om inzage van en rectificatie of wissing van persoonsgegevens of om beperking van de hem betreffende verwerking, alsmede het recht tegen verwerking van bezwaar te maken en het recht op gegevensoverdraagbaarheid;
wanneer verwerking op artikel 6, lid 1, punt a) of artikel 9, lid 2, punt a), is gebaseerd, dat de betrokkene het recht heeft de toestemming te allen tijde in te trekken, zonder dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de verwerking op basis van de toestemming vóór de intrekking daarvan;
dat de betrokkene het recht heeft een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit;
de bron waar de persoonsgegevens vandaan komen, en in voorkomend geval, of zij afkomstig zijn van openbare bronnen;
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.
De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de in de leden 1 en 2 bedoelde informatie:
binnen een redelijke termijn, maar uiterlijk binnen één maand na de verkrijging van de persoonsgegevens, afhankelijk van de concrete omstandigheden waarin de persoonsgegevens worden verwerkt;
indien de persoonsgegevens zullen worden gebruikt voor communicatie met de betrokkene, uiterlijk op het moment van het eerste contact met de betrokkene; of
indien verstrekking van de gegevens aan een andere ontvanger wordt overwogen, uiterlijk op het tijdstip waarop de persoonsgegevens voor het eerst worden verstrekt.
De leden 1 tot en met 4 zijn niet van toepassing indien en voor zover:
de betrokkene reeds over de informatie beschikt;
het verstrekken van die informatie onmogelijk blijkt of onevenredig veel inspanning zou vergen, in het bijzonder bij verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden, behoudens de in artikel 89, lid 1, bedoelde voorwaarden en waarborgen, of voor zover de in lid 1 van dit artikel bedoelde verplichting de verwezenlijking van de doeleinden van die verwerking onmogelijk dreigt te maken of ernstig in het gedrang dreigt te brengen. In dergelijke gevallen neemt de verwerkingsverantwoordelijke passende maatregelen om de rechten, de vrijheden en de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen, waaronder het openbaar maken van de informatie;
het verkrijgen of verstrekken van de gegevens uitdrukkelijk is voorgeschreven bij Unie- of lidstatelijk recht dat op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is en dat recht voorziet in passende maatregelen om de gerechtvaardigde belangen van de betrokkene te beschermen; of
de persoonsgegevens vertrouwelijk moeten blijven uit hoofde van een beroepsgeheim in het kader van Unierecht of lidstatelijk recht, waaronder een wettelijke geheimhoudingsplicht.
Artikel 15
Recht van inzage van de betrokkene
De betrokkene heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke uitsluitsel te verkrijgen over het al dan niet verwerken van hem betreffende persoonsgegevens en, wanneer dat het geval is, om inzage te verkrijgen van die persoonsgegevens en van de volgende informatie:
de verwerkingsdoeleinden;
de betrokken categorieën van persoonsgegevens;
de ontvangers of categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn of zullen worden verstrekt, met name ontvangers in derde landen of internationale organisaties;
indien mogelijk, de periode gedurende welke de persoonsgegevens naar verwachting zullen worden opgeslagen, of indien dat niet mogelijk is, de criteria om die termijn te bepalen;
dat de betrokkene het recht heeft de verwerkingsverantwoordelijke te verzoeken dat persoonsgegevens worden gerectificeerd of gewist, of dat de verwerking van hem betreffende persoonsgegevens wordt beperkt, alsmede het recht tegen die verwerking bezwaar te maken;
dat de betrokkene het recht heeft een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit;
wanneer de persoonsgegevens niet bij de betrokkene worden verzameld, alle beschikbare informatie over de bron van die gegevens;
het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van de in artikel 22, leden 1 en 4, bedoelde profilering, en, ten minste in die gevallen, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.
Artikel 16
Recht op rectificatie
De betrokkene heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke onverwijld rectificatie van hem betreffende onjuiste persoonsgegevens te verkrijgen. Met inachtneming van de doeleinden van de verwerking heeft de betrokkene het recht vervollediging van onvolledige persoonsgegevens te verkrijgen, onder meer door een aanvullende verklaring te verstrekken.
Artikel 17
Recht op gegevenswissing („recht op vergetelheid”)
De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging wissing van hem betreffende persoonsgegevens te verkrijgen en de verwerkingsverantwoordelijke is verplicht persoonsgegevens zonder onredelijke vertraging te wissen wanneer een van de volgende gevallen van toepassing is:
de persoonsgegevens zijn niet langer nodig voor de doeleinden waarvoor zij zijn verzameld of anderszins verwerkt;
de betrokkene trekt de toestemming waarop de verwerking overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2, punt a), berust, in, en er is geen andere rechtsgrond voor de verwerking;
de betrokkene maakt overeenkomstig artikel 21, lid 1, bezwaar tegen de verwerking, en er zijn geen prevalerende dwingende gerechtvaardigde gronden voor de verwerking, of de betrokkene maakt bezwaar tegen de verwerking overeenkomstig artikel 21, lid 2;
de persoonsgegevens zijn onrechtmatig verwerkt;
de persoonsgegevens moeten worden gewist om te voldoen aan een in het Unierecht of het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust;
de persoonsgegevens zijn verzameld in verband met een aanbod van diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 8, lid 1.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing voor zover verwerking nodig is:
voor het uitoefenen van het recht op vrijheid van meningsuiting en informatie;
voor het nakomen van een in het Unierecht of het lidstatelijke recht neergelegde wettelijke verwerkingsverplichting die op de verwerkingsverantwoordelijke rust, of voor het vervullen van een taak van algemeen belang of het uitoefenen van het openbaar gezag dat aan de verwerkingsverantwoordelijke is verleend;
om redenen van algemeen belang op het gebied van volksgezondheid overeenkomstig artikel 9, lid 2, punten h) en i), en artikel 9, lid 3;
met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden overeenkomstig artikel 89, lid 1, voor zover het in lid 1 bedoelde recht de verwezenlijking van de doeleinden van die verwerking onmogelijk dreigt te maken of ernstig in het gedrang dreigt te brengen;
voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering.
Artikel 18
Recht op beperking van de verwerking
De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke de beperking van de verwerking te verkrijgen indien een van de volgende elementen van toepassing is:
de juistheid van de persoonsgegevens wordt betwist door de betrokkene, gedurende een periode die de verwerkingsverantwoordelijke in staat stelt de juistheid van de persoonsgegevens te controleren;
de verwerking is onrechtmatig en de betrokkene verzet zich tegen het wissen van de persoonsgegevens en verzoekt in de plaats daarvan om beperking van het gebruik ervan;
de verwerkingsverantwoordelijke heeft de persoonsgegevens niet meer nodig voor de verwerkingsdoeleinden, maar de betrokkene heeft deze nodig voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering;
de betrokkene heeft overeenkomstig artikel 21, lid 1, bezwaar gemaakt tegen de verwerking, in afwachting van het antwoord op de vraag of de gerechtvaardigde gronden van de verwerkingsverantwoordelijke zwaarder wegen dan die van de betrokkene.
Artikel 19
Kennisgevingsplicht inzake rectificatie of wissing van persoonsgegevens of verwerkingsbeperking
De verwerkingsverantwoordelijke stelt iedere ontvanger aan wie persoonsgegevens zijn verstrekt, in kennis van elke rectificatie of wissing van persoonsgegevens of beperking van de verwerking overeenkomstig artikel 16, artikel 17, lid 1, en artikel 18, tenzij dit onmogelijk blijkt of onevenredig veel inspanning vergt. De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de betrokkene informatie over deze ontvangers indien de betrokkene hierom verzoekt.
Artikel 20
Recht op overdraagbaarheid van gegevens
De betrokkene heeft het recht de hem betreffende persoonsgegevens, die hij aan een verwerkingsverantwoordelijke heeft verstrekt, in een gestructureerde, gangbare en machineleesbare vorm te verkrijgen, en hij heeft het recht die gegevens aan een andere verwerkingsverantwoordelijke over te dragen, zonder daarbij te worden gehinderd door de verwerkingsverantwoordelijke aan wie de persoonsgegevens waren verstrekt, indien:
de verwerking berust op toestemming uit hoofde van artikel 6, lid 1, punt a), of artikel 9, lid 2, punt a), of op een overeenkomst uit hoofde van artikel 6, lid 1, punt b); en
de verwerking via geautomatiseerde procedés wordt verricht.
Artikel 21
Recht van bezwaar
Artikel 22
Geautomatiseerde individuele besluitvorming, waaronder profilering
Lid 1 geldt niet indien het besluit:
noodzakelijk is voor de totstandkoming of de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en een verwerkingsverantwoordelijke;
is toegestaan bij een Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling die op de verwerkingsverantwoordelijke van toepassing is en die ook voorziet in passende maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden en gerechtvaardigde belangen van de betrokkene; of
berust op de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkene.
Artikel 23
Beperkingen
De reikwijdte van de verplichtingen en rechten als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 22 en artikel 34, alsmede artikel 5 voor zover de bepalingen van dat artikel overeenkomen met de rechten en verplichtingen als bedoeld in de artikelen 12 tot en met 22, kan door middel van een Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke wetgevingsmaatregel die op de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker van toepassing is worden beperkt, op voorwaarde dat die beperking de wezenlijke inhoud van de grondrechten en fundamentele vrijheden onverlet laat en in een democratische samenleving een noodzakelijke en evenredige maatregel is ter waarborging van:
de nationale veiligheid;
landsverdediging;
de openbare veiligheid;
de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, met inbegrip van de bescherming tegen en de voorkoming van gevaren voor de openbare veiligheid;
andere belangrijke doelstellingen van algemeen belang van de Unie of van een lidstaat, met name een belangrijk economisch of financieel belang van de Unie of van een lidstaat, met inbegrip van monetaire, budgettaire en fiscale aangelegenheden, volksgezondheid en sociale zekerheid;
de bescherming van de onafhankelijkheid van de rechter en gerechtelijke procedures;
de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van schendingen van de beroepscodes voor gereglementeerde beroepen;
een taak op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houdt, al is het incidenteel, met de uitoefening van het openbaar gezag in de in de punten a), tot en met e) en punt g) bedoelde gevallen;
de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen;
de inning van civielrechtelijke vorderingen.
De in lid 1 bedoelde wetgevingsmaatregel bevat met name specifieke bepalingen met betrekking tot, in voorkomend geval, ten minste:
de doeleinden van de verwerking of van de categorieën van verwerking,
de categorieën van persoonsgegevens,
het toepassingsgebied van de ingevoerde beperkingen,
de waarborgen ter voorkoming van misbruik of onrechtmatige toegang of doorgifte,
de specificatie van de verwerkingsverantwoordelijke of de categorieën van verwerkingsverantwoordelijken,
de opslagperiodes en de toepasselijke waarborgen, rekening houdend met de aard, de omvang en de doeleinden van de verwerking of van de categorieën van verwerking,
de risico's voor de rechten en vrijheden van de betrokkenen, en
het recht van betrokkenen om van de beperking op de hoogte te worden gesteld, tenzij dit afbreuk kan doen aan het doel van de beperking.
HOOFDSTUK IV
Verwerkingsverantwoordelijke en verwerker
Artikel 24
Verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke
Artikel 25
Gegevensbescherming door ontwerp en door standaardinstellingen
Artikel 26
Gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken
Artikel 27
Vertegenwoordigers van niet in de Unie gevestigde verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers
De verplichting vervat in lid 1 van dit artikel geldt niet voor:
incidentele verwerking die geen grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 9, lid 1, betreft noch verwerking van persoonsgegevens die verband houden met strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10, en waarbij de kans gering is dat zij een risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, rekening houdend met de aard, de context, de omvang en de verwerkingsdoeleinden; of
een overheidsinstantie of overheidsorgaan.
Artikel 28
Verwerker
De verwerking door een verwerker wordt geregeld in een overeenkomst of andere rechtshandeling krachtens het Unierecht of het lidstatelijke recht die de verwerker ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke bindt, en waarin het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen, en de rechten en verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke worden omschreven. Die overeenkomst of andere rechtshandeling bepaalt met name dat de verwerker:
de persoonsgegevens uitsluitend verwerkt op basis van schriftelijke instructies van de verwerkingsverantwoordelijke, onder meer met betrekking tot doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, tenzij een op de verwerker van toepassing zijnde Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepaling hem tot verwerking verplicht; in dat geval stelt de verwerker de verwerkingsverantwoordelijke, voorafgaand aan de verwerking, in kennis van dat wettelijk voorschrift, tenzij die wetgeving deze kennisgeving om gewichtige redenen van algemeen belang verbiedt;
waarborgt dat de tot het verwerken van de persoonsgegevens gemachtigde personen zich ertoe hebben verbonden vertrouwelijkheid in acht te nemen of door een passende wettelijke verplichting van vertrouwelijkheid zijn gebonden;
alle overeenkomstig artikel 32 vereiste maatregelen neemt;
aan de in de leden 2 en 4 bedoelde voorwaarden voor het in dienst nemen van een andere verwerker voldoet;
rekening houdend met de aard van de verwerking, de verwerkingsverantwoordelijke door middel van passende technische en organisatorische maatregelen, voor zover mogelijk, bijstand verleent bij het vervullen van diens plicht om verzoeken om uitoefening van de in hoofdstuk III vastgestelde rechten van de betrokkene te beantwoorden;
rekening houdend met de aard van de verwerking en de hem ter beschikking staande informatie de verwerkingsverantwoordelijke bijstand verleent bij het doen nakomen van de verplichtingen uit hoofde van de artikelen 32 tot en met 36;
na afloop van de verwerkingsdiensten, naargelang de keuze van de verwerkingsverantwoordelijke, alle persoonsgegevens wist of deze aan hem terugbezorgt, en bestaande kopieën verwijdert, tenzij opslag van de persoonsgegevens Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk is verplicht;
de verwerkingsverantwoordelijke alle informatie ter beschikking stelt die nodig is om de nakoming van de in dit artikel neergelegde verplichtingen aan te tonen en audits, waaronder inspecties, door de verwerkingsverantwoordelijke of een door de verwerkingsverantwoordelijke gemachtigde controleur mogelijk maakt en eraan bijdraagt.
Waar het gaat om de eerste alinea, punt h), stelt de verwerker de verwerkingsverantwoordelijke onmiddellijk in kennis indien naar zijn mening een instructie inbreuk oplevert op deze verordening of op andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke bepalingen inzake gegevensbescherming.
Artikel 29
Verwerking onder gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker
De verwerker en eenieder die onder het gezag van de verwerkingsverantwoordelijke of van de verwerker handelt en toegang heeft tot persoonsgegevens, verwerkt deze uitsluitend in opdracht van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij hij Unierechtelijk of lidstaatrechtelijk tot de verwerking gehouden is.
Artikel 30
Register van de verwerkingsactiviteiten
Elke verwerkingsverantwoordelijke en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke houdt een register van de verwerkingsactiviteiten die onder hun verantwoordelijkheid plaatsvinden. Dat register bevat alle volgende gegevens:
de naam en de contactgegevens van de verwerkingsverantwoordelijke en eventuele gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken, en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke en van de functionaris voor gegevensbescherming;
de verwerkingsdoeleinden;
een beschrijving van de categorieën van betrokkenen en van de categorieën van persoonsgegevens;
de categorieën van ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn of zullen worden verstrekt, onder meer ontvangers in derde landen of internationale organisaties;
indien van toepassing, doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, met inbegrip van de vermelding van dat derde land of die internationale organisatie en, in geval van de in artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, de documenten inzake de passende waarborgen;
indien mogelijk, de beoogde termijnen waarbinnen de verschillende categorieën van gegevens moeten worden gewist;
indien mogelijk, een algemene beschrijving van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen als bedoeld in artikel 32, lid 1.
►C2 De verwerker, en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerker houden een register bij van alle categorieën van verwerkingsactiviteiten die zij ten behoeve van een verwerkingsverantwoordelijke hebben verricht. ◄ Dit register bevat de volgende gegevens:
de naam en de contactgegevens van de verwerkers en van iedere verwerkingsverantwoordelijke voor rekening waarvan de verwerker handelt, en, in voorkomend geval, van de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en van de functionaris voor gegevensbescherming;
de categorieën van verwerkingen die voor rekening van iedere verwerkingsverantwoordelijke zijn uitgevoerd;
indien van toepassing, doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie, onder vermelding van dat derde land of die internationale organisatie en, in geval van de in artikel 49, lid 1, tweede alinea, bedoelde doorgiften, de documenten inzake de passende waarborgen;
indien mogelijk, een algemene beschrijving van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen als bedoeld in artikel 32, lid 1.
Artikel 31
Medewerking met de toezichthoudende autoriteit
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker en, in voorkomend geval, hun vertegenwoordigers, werken desgevraagd samen met de toezichthoudende autoriteit bij het vervullen van haar taken.
Artikel 32
Beveiliging van de verwerking
Rekening houdend met de stand van de techniek, de uitvoeringskosten, alsook met de aard, de omvang, de context en de verwerkingsdoeleinden en de qua waarschijnlijkheid en ernst uiteenlopende risico's voor de rechten en vrijheden van personen, treffen de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker passende technische en organisatorische maatregelen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen, die, waar passend, onder meer het volgende omvatten:
de pseudonimisering en versleuteling van persoonsgegevens;
het vermogen om op permanente basis de vertrouwelijkheid, integriteit, beschikbaarheid en veerkracht van de verwerkingssystemen en diensten te garanderen;
het vermogen om bij een fysiek of technisch incident de beschikbaarheid van en de toegang tot de persoonsgegevens tijdig te herstellen;
een procedure voor het op gezette tijdstippen testen, beoordelen en evalueren van de doeltreffendheid van de technische en organisatorische maatregelen ter beveiliging van de verwerking.
Artikel 33
Melding van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de toezichthoudende autoriteit
In de in lid 1 bedoelde melding wordt ten minste het volgende omschreven of meegedeeld:
de aard van de inbreuk in verband met persoonsgegevens, waar mogelijk onder vermelding van de categorieën van betrokkenen en persoonsgegevensregisters in kwestie en, bij benadering, het aantal betrokkenen en persoonsgegevensregisters in kwestie;
de naam en de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming of een ander contactpunt waar meer informatie kan worden verkregen;
de waarschijnlijke gevolgen van de inbreuk in verband met persoonsgegevens;
de maatregelen die de verwerkingsverantwoordelijke heeft voorgesteld of genomen om de inbreuk in verband met persoonsgegevens aan te pakken, waaronder, in voorkomend geval, de maatregelen ter beperking van de eventuele nadelige gevolgen daarvan.
Artikel 34
Mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene
De in lid 1 bedoelde mededeling aan de betrokkene is niet vereist wanneer een van de volgende voorwaarden is vervuld:
de verwerkingsverantwoordelijke heeft passende technische en organisatorische beschermingsmaatregelen genomen en deze maatregelen zijn toegepast op de persoonsgegevens waarop de inbreuk in verband met persoonsgegevens betrekking heeft, met name die welke de persoonsgegevens onbegrijpelijk maken voor onbevoegden, zoals versleuteling;
de verwerkingsverantwoordelijke heeft achteraf maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat het in lid 1 bedoelde hoge risico voor de rechten en vrijheden van betrokkenen zich waarschijnlijk niet meer zal voordoen;
de mededeling zou onevenredige inspanningen vergen. In dat geval komt er in de plaats daarvan een openbare mededeling of een soortgelijke maatregel waarbij betrokkenen even doeltreffend worden geïnformeerd.
Artikel 35
Gegevensbeschermingseffectbeoordeling
Een gegevensbeschermingseffectbeoordeling als bedoeld in lid 1 is met name vereist in de volgende gevallen:
een systematische en uitgebreide beoordeling van persoonlijke aspecten van natuurlijke personen, die is gebaseerd op geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, en waarop besluiten worden gebaseerd waaraan voor de natuurlijke persoon rechtsgevolgen zijn verbonden of die de natuurlijke persoon op vergelijkbare wijze wezenlijk treffen;
grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 9, lid 1, of van gegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10; of
stelselmatige en grootschalige monitoring van openbaar toegankelijke ruimten.
De beoordeling bevat ten minste:
een systematische beschrijving van de beoogde verwerkingen en de verwerkingsdoeleinden, waaronder, in voorkomend geval, de gerechtvaardigde belangen die door de verwerkingsverantwoordelijke worden behartigd;
een beoordeling van de noodzaak en de evenredigheid van de verwerkingen met betrekking tot de doeleinden;
een beoordeling van de in lid 1 bedoelde risico's voor de rechten en vrijheden van betrokkenen; en
de beoogde maatregelen om de risico's aan te pakken, waaronder waarborgen, veiligheidsmaatregelen en mechanismen om de bescherming van persoonsgegevens te garanderen en om aan te tonen dat aan deze verordening is voldaan, met inachtneming van de rechten en gerechtvaardigde belangen van de betrokkenen en andere personen in kwestie.
Artikel 36
Voorafgaande raadpleging
Wanneer de verwerkingsverantwoordelijke de toezichthoudende autoriteit uit hoofde van lid 1 raadpleegt, verstrekt hij haar informatie over:
indien van toepassing, de respectieve verantwoordelijkheden van de verwerkingsverantwoordelijke, bij de verwerking betrokken gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers, in het bijzonder voor verwerking binnen een concern;
de doeleinden en de middelen van de voorgenomen verwerking;
de maatregelen en waarborgen die worden geboden ter bescherming van de rechten en vrijheden van betrokkenen uit hoofde van deze verordening;
indien van toepassing, de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;
de gegevensbeschermingseffectbeoordeling waarin bij artikel 35 is voorzien; en
alle andere informatie waar de toezichthoudende autoriteit om verzoekt.
Artikel 37
Aanwijzing van de functionaris voor gegevensbescherming
De verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker wijzen een functionaris voor gegevensbescherming aan in elk geval waarin:
de verwerking wordt verricht door een overheidsinstantie of overheidsorgaan, behalve in het geval van gerechten bij de uitoefening van hun rechterlijke taken;
een verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker hoofdzakelijk is belast met verwerkingen die vanwege hun aard, hun omvang en/of hun doeleinden regelmatige en stelselmatige observatie op grote schaal van betrokkenen vereisen; of
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker hoofdzakelijk is belast met grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van gegevens uit hoofde van artikel 9 of van persoonsgegevens met betrekking tot strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten als bedoeld in artikel 10.
Artikel 38
Positie van de functionaris voor gegevensbescherming
Artikel 39
Taken van de functionaris voor gegevensbescherming
De functionaris voor gegevensbescherming vervult ten minste de volgende taken:
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de werknemers die verwerken, informeren en adviseren over hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening en andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen;
toezien op naleving van deze verordening, van andere Unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen en van het beleid van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de toewijzing van verantwoordelijkheden, bewustmaking en opleiding van het bij de verwerking betrokken personeel en de betreffende audits;
desgevraagd advies verstrekken met betrekking tot de gegevensbeschermingseffect-beoordeling en toezien op de uitvoering daarvan in overeenstemming met artikel 35;
met de toezichthoudende autoriteit samenwerken;
optreden als contactpunt voor de toezichthoudende autoriteit inzake met verwerking verband houdende aangelegenheden, met inbegrip van de in artikel 36 bedoelde voorafgaande raadpleging, en, waar passend, overleg plegen over enige andere aangelegenheid.
Artikel 40
Gedragscodes
Verenigingen en andere organen die categorieën van verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers vertegenwoordigen, kunnen gedragscodes opstellen, of die codes wijzigen of uitbreiden, teneinde de toepassing van deze verordening nader toe te lichten, zoals met betrekking tot:
behoorlijke en transparante verwerking;
de gerechtvaardigde belangen die door verwerkingsverantwoordelijken in een specifieke context worden behartigd;
de verzameling van gegevens;
de pseudonimisering van persoonsgegevens;
de aan het publiek en betrokkenen verstrekte informatie;
de uitoefening van de rechten van betrokkenen;
de informatie verstrekt aan en de bescherming van kinderen en de wijze waarop de toestemming wordt verkregen van de personen die de ouderlijke verantwoordelijkheid voor kinderen dragen;
de maatregelen en procedures als bedoeld in de artikelen 24 en 25 en de maatregelen ter beveiliging van de verwerking als bedoeld in artikel 32;
de kennisgeving van inbreuken in verband met persoonsgegevens aan toezichthoudende autoriteiten en de mededeling van die inbreuken in verband met persoonsgegevens aan betrokkenen;
de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties; of
buitengerechtelijke procedures en andere procedures voor de beslechting van geschillen tussen verwerkingsverantwoordelijken en betrokkenen met betrekking tot verwerking, onverminderd de rechten van betrokkenen op grond van de artikelen 77 en 79.
Artikel 41
Toezicht op goedgekeurde gedragscodes
Een orgaan als bedoeld in lid 1 kan daartoe worden geaccrediteerd om toezicht te houden op de naleving van een gedragscode indien het:
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit zijn onafhankelijkheid en deskundigheid met betrekking tot het onderwerp van de gedragscode heeft aangetoond;
procedures heeft vastgesteld op grond waarvan het kan beoordelen of de betrokken verwerkingsverantwoordelijken en verwerkers in aanmerking komen om de gedragscode toe te passen, toezicht kan houden op de naleving van de bepalingen van de gedragscode door deze laatsten en het de werking van de gedragscode op gezette tijden kan toetsen;
procedures en structuren heeft vastgesteld om klachten te behandelen over inbreuken op de gedragscode of over de wijze waarop daaraan uitvoering is of wordt gegeven door een verwerkingsverantwoordelijke of verwerker, en om die procedures en structuren voor betrokkenen en het publiek transparant te maken; en
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit aantoont dat zijn taken en bevoegdheden niet tot een belangenconflict leiden.
Artikel 42
Certificering
Artikel 43
Certificeringsorganen
►C1 Onverminderd de taken en bevoegdheden van de bevoegde toezichthoudende autoriteit uit hoofde van de artikelen 57 en 58, gaan certificeringsorganen die over passende deskundigheid met betrekking tot gegevensbescherming beschikken, in voorkomend geval ◄ na kennisgeving aan de toezichthoudende autoriteit met het oog op de uitoefening van haar bevoegdheden overeenkomstig artikel 58, lid 2, punt h), over tot afgifte en verlenging van het certificaat. ►C2 De lidstaten zorgen ervoor dat die certificeringsorganen worden geaccrediteerd door één of beide van de volgende instanties: ◄
de toezichthoudende autoriteit die bevoegd is overeenkomstig artikel 55 of 56;
de nationale accreditatie-instantie die is aangewezen in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 ), in overeenstemming met EN-ISO/IEC 17065/2012 en met de aanvullende eisen die door de overeenkomstig artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit zijn vastgesteld.
De in lid 1 bedoelde certificeringsorganen kunnen overeenkomstig dit lid uitsluitend worden geaccrediteerd indien zij:
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, hun onafhankelijkheid en deskundigheid met betrekking tot het certificeringsonderwerp hebben aangetoond;
er zich toe verbonden hebben aan de in artikel 42, lid 5, bedoelde criteria te voldoen, welke zijn goedgekeurd door de op grond van artikel 55 of 56 bevoegde toezichthoudende autoriteit of, overeenkomstig artikel 63, door het Comité;
procedures hebben vastgesteld voor de uitgifte, periodieke toetsing en intrekking van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming, gegevensbeschermingszegels en -merktekens;
procedures en structuren hebben vastgesteld om klachten te behandelen over inbreuken op de certificering of de wijze waarop daaraan uitvoering is of wordt gegeven door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker, en om die procedures en structuren voor betrokkenen en het publiek transparant te maken; en
ten genoegen van de bevoegde toezichthoudende autoriteit, aantonen dat hun taken en plichten niet tot een belangenconflict leiden.
HOOFDSTUK V
Doorgiften van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties
Artikel 44
Algemeen beginsel inzake doorgiften
Persoonsgegevens die worden verwerkt of die zijn bestemd om na doorgifte aan een derde land of een internationale organisatie te worden verwerkt, mogen slechts worden doorgegeven indien, onverminderd de overige bepalingen van deze verordening, de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker aan de in dit hoofdstuk neergelegde voorwaarden hebben voldaan; dit geldt ook voor verdere doorgiften van persoonsgegevens vanuit het derde land of een internationale organisatie aan een ander derde land of een andere internationale organisatie. Alle bepalingen van dit hoofdstuk worden toegepast opdat het door deze verordening voor natuurlijke personen gewaarborgde beschermingsniveau niet wordt ondermijnd.
Artikel 45
Doorgiften op basis van adequaatheidsbesluiten
Bij de beoordeling van de vraag of het beschermingsniveau adequaat is, houdt de Commissie met name rekening met de volgende aspecten:
de rechtsstatelijkheid, de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de toepasselijke algemene en sectorale wetgeving, onder meer inzake openbare veiligheid, defensie, nationale veiligheid en strafrecht en de toegang van overheidsinstanties tot persoonsgegevens, evenals de tenuitvoerlegging van die wetgeving, gegevensbeschermingsregels, beroepsregels en veiligheidsmaatregelen, met inbegrip van regels voor de verdere doorgifte van persoonsgegevens aan een ander derde land of een andere internationale organisatie die in dat land of die internationale organisatie worden nageleefd, precedenten in de rechtspraak, alsmede het bestaan van effectieve en afdwingbare rechten van betrokkenen en effectieve mogelijkheden om administratief beroep of beroep in rechte in te stellen voor betrokkenen wier persoonsgegevens worden doorgegeven;
het bestaan en het effectief functioneren van een of meer onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten in het derde land of waaraan een internationale organisatie is onderworpen, welke tot taak heeft of hebben de naleving van de gegevensbeschermingsregels te verzekeren en deze onder meer met passende handhavingsbevoegdheden te handhaven, betrokkenen bij de uitoefening van hun rechten bij te staan en te adviseren en met de toezichthoudende autoriteiten van de lidstaten samen te werken; en
de internationale toezeggingen die het derde land of de internationale organisatie in kwestie heeft gedaan, of andere verplichtingen die voortvloeien uit juridisch bindende overeenkomsten of instrumenten, alsmede uit de deelname van dat derde land of die internationale organisatie aan multilaterale of regionale regelingen, in het bijzonder met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens.
Om naar behoren gemotiveerde dwingende redenen van urgentie, stelt de Commissie onmiddellijk van toepassing zijnde uitvoeringshandelingen vast volgens de in artikel 93, lid 3, bedoelde procedure.
Artikel 46
Doorgiften op basis van passende waarborgen
De in lid 1 bedoelde passende waarborgen kunnen worden geboden door de volgende instrumenten, zonder dat daarvoor specifieke toestemming van een toezichthoudende autoriteit is vereist:
een juridisch bindend en afdwingbaar instrument tussen overheidsinstanties of -organen;
bindende bedrijfsvoorschriften overeenkomstig artikel 47;
standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn vastgesteld;
standaardbepalingen inzake gegevensbescherming die door een toezichthoudende autoriteit zijn vastgesteld en die door de Commissie volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure zijn goedgekeurd;
een overeenkomstig artikel 40 goedgekeurde gedragscode, samen met bindende en afdwingbare toezeggingen van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen, onder meer voor de rechten van de betrokkenen, toe te passen; of
een overeenkomstig artikel 42 goedgekeurd certificeringsmechanisme, samen met bindende en afdwingbare toezeggingen van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in het derde land om de passende waarborgen, onder meer voor de rechten van de betrokkenen, toe te passen.
Onder voorbehoud van de toestemming van de bevoegde toezichthoudende autoriteit kunnen de in lid 1 bedoelde passende waarborgen ook worden geboden door, met name:
contractbepalingen tussen de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker en de verwerkingsverantwoordelijke, de verwerker of de ontvanger van de persoonsgegevens in het derde land of de internationale organisatie; of
bepalingen die moeten worden opgenomen in administratieve regelingen tussen overheidsinstanties of -organen, waaronder afdwingbare en effectieve rechten van betrokkenen.
Artikel 47
Bindende bedrijfsvoorschriften
De bevoegde toezichthoudende autoriteit keurt in overeenstemming met het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme bindende bedrijfsvoorschriften goed, op voorwaarde dat deze:
juridisch bindend zijn voor, van toepassing zijn op en worden gehandhaafd door alle betrokken leden van het concern, of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, met inbegrip van hun werknemers;
betrokkenen uitdrukkelijk afdwingbare rechten toekennen met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens; en
voldoen aan de in lid 2 vastgestelde vereisten.
In de in lid 1 bedoelde bindende bedrijfsvoorschriften worden minstens de volgende elementen vastgelegd:
de structuur en de contactgegevens van het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen en van elk van haar leden;
de gegevensdoorgiften of reeks van doorgiften, met inbegrip van de categorieën van persoonsgegevens, het soort verwerking en de doeleinden daarvan, het soort betrokkenen in kwestie en de identificatie van het derde land of de derde landen in kwestie;
het intern en extern juridisch bindende karakter;
de toepassing van de algemene beginselen inzake gegevensbescherming, met name doelbinding, minimale gegevensverwerking, beperkte opslagtermijnen, kwaliteit van gegevens, gegevensbescherming door standaardinstellingen en door ontwerp, rechtsgrond voor verwerking, verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens, maatregelen om gegevensbeveiliging te waarborgen, en de vereisten inzake verdere doorgiften aan organen die niet door bindende bedrijfsvoorschriften zijn gebonden;
de rechten van betrokkenen in verband met verwerking en de middelen om die rechten uit te oefenen, waaronder het recht om niet te worden onderworpen aan louter op geautomatiseerde verwerking gebaseerde besluiten, met inbegrip van profilering overeenkomstig artikel 22, het recht om een klacht in te dienen bij de bevoegde toezichthoudende autoriteit, om een vordering in te stellen bij de bevoegde gerechten van de lidstaten overeenkomstig artikel 79, en om schadeloosstelling en, in voorkomend geval, een vergoeding te verkrijgen voor een inbreuk op de bindende bedrijfsvoorschriften;
de aanvaarding door de op het grondgebied van een lidstaat gevestigde verwerkingsverantwoordelijke of verwerker van aansprakelijkheid voor alle inbreuken op de bindende bedrijfsvoorschriften door een niet in de Unie gevestigd betrokken lid; de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker wordt alleen geheel of gedeeltelijk van deze aansprakelijkheid ontheven, indien hij bewijst dat dat lid niet verantwoordelijk is voor het schadeveroorzakende feit;
de wijze waarop, in aanvulling op de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, aan betrokkenen informatie wordt verschaft over de bindende bedrijfsvoorschriften, met name over de bepalingen in de punten d), e) en f);
de taken van elke overeenkomstig artikel 37 aangewezen functionaris voor gegevensbescherming, of elke andere persoon of entiteit die is belast met het toezicht op de naleving van de bindende bedrijfsvoorschriften binnen het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, op opleiding en op de behandeling van klachten;
de klachtenprocedures;
de binnen het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen bestaande procedures om te controleren of de bindende bedrijfsvoorschriften zijn nageleefd. Dergelijke procedures omvatten gegevensbeschermingsaudits en -methoden om te zorgen voor corrigerende maatregelen ter bescherming van de rechten van de betrokkene. De resultaten van dergelijke controles dienen te worden meegedeeld aan de in punt h) bedoelde persoon of entiteit en aan de raad van bestuur van de onderneming die zeggenschap uitoefent over een concern, of van de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen, en dienen op verzoek ter beschikking van de bevoegde toezichthoudende autoriteit te worden gesteld;
de procedures om die veranderingen in de regels te melden, te registreren en aan de toezichthoudende autoriteit te melden;
de procedure voor samenwerking met de toezichthoudende autoriteit om ervoor te zorgen dat alle leden van het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen de bindende bedrijfsvoorschriften naleven, in het bijzonder door de resultaten van de in punt j) bedoelde controles ter beschikking van de toezichthoudende autoriteit te stellen;
de procedures om eventuele wettelijke voorschriften waaraan een lid van het concern of de groepering van ondernemingen die gezamenlijk een economische activiteit uitoefenen in een derde land is onderworpen en die waarschijnlijk een aanzienlijk negatief effect zullen hebben op de door de bindende bedrijfsvoorschriften geboden waarborgen, aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit te melden; en
de passende opleiding inzake gegevensbescherming voor personeel dat permanent of op regelmatige basis toegang tot persoonsgegevens heeft.
Artikel 48
Niet bij Unierecht toegestane doorgiften of verstrekkingen
Elke rechterlijke uitspraak en elk besluit van een administratieve autoriteit van een derde land op grond waarvan een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker persoonsgegevens moet doorgeven of verstrekken, mag alleen op enigerlei wijze worden erkend of afdwingbaar zijn indien zij gebaseerd zijn op een internationale overeenkomst, zoals een verdrag inzake wederzijdse rechtsbijstand, tussen het verzoekende derde landen en de Unie of een lidstaat, onverminderd andere gronden voor doorgifte uit hoofde van dit hoofdstuk.
Artikel 49
Afwijkingen voor specifieke situaties
Bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit overeenkomstig artikel 45, lid 3, of van passende waarborgen overeenkomstig artikel 46, met inbegrip van bindende bedrijfsvoorschriften, kan een doorgifte of een reeks van doorgiften van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie slechts plaatsvinden mits aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
de betrokkene heeft uitdrukkelijk toestemming gegeven voor de voorgestelde doorgifte, na te zijn ingelicht over de risico’s die dergelijke doorgiften voor hem kunnen inhouden bij ontstentenis van een adequaatheidsbesluit en van passende waarborgen;
de doorgifte is noodzakelijk voor de uitvoering van een overeenkomst tussen de betrokkene en de verwerkingsverantwoordelijke of voor de uitvoering van op verzoek van de betrokkene genomen precontractuele maatregelen;
de doorgifte is noodzakelijk voor de sluiting of de uitvoering van een in het belang van de betrokkene tussen de verwerkingsverantwoordelijke en een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon gesloten overeenkomst;
de doorgifte is noodzakelijk wegens gewichtige redenen van algemeen belang;
de doorgifte is noodzakelijk voor de instelling, uitoefening of onderbouwing van een rechtsvordering;
de doorgifte is noodzakelijk voor de bescherming van de vitale belangen van de betrokkene of van andere personen, indien de betrokkene lichamelijk of juridisch niet in staat is zijn toestemming te geven;
de doorgifte is verricht vanuit een register dat volgens het Unierecht of lidstatelijk recht is bedoeld om het publiek voor te lichten en dat door het brede publiek dan wel door iedere persoon die zich op een gerechtvaardigd belang kan beroepen, kan worden geraadpleegd, maar alleen voor zover in het geval in kwestie wordt voldaan aan de in Unierecht of lidstatelijk recht vastgestelde voorwaarden voor raadpleging.
►C2 Wanneer een doorgifte niet op een bepaling van de artikelen 45 of 46, met inbegrip van de bepalingen inzake bindende bedrijfsvoorschriften, kan worden gegrond en geen van de afwijkingen voor een specifieke situatie als bedoeld in de eerste alinea van dit lid van toepassing zijn, mag de doorgifte aan een derde land of aan een internationale organisatie alleen plaatsvinden indien de doorgifte niet repetitief is, een beperkt aantal betrokkenen betreft, noodzakelijk is voor dwingende gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke die niet ondergeschikt zijn aan de belangen of rechten en vrijheden van de betrokkene, en de verwerkingsverantwoordelijke alle omstandigheden in verband met de gegevensdoorgifte heeft beoordeeld en op basis van die beoordeling passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens heeft geboden. De verwerkingsverantwoordelijke informeert de toezichthoudende autoriteit over de doorgifte. ◄ De verwerkingsverantwoordelijke verstrekt de betrokkene naast de in de artikelen 13 en 14 bedoelde informatie, ook informatie met betrekking tot de doorgifte en de door hem nagestreefde dwingende gerechtvaardigde belangen.
Artikel 50
Internationale samenwerking voor de bescherming van persoonsgegevens
Ten aanzien van derde landen en internationale organisaties nemen de Commissie en de toezichthoudende autoriteiten de nodige maatregelen om:
procedures voor internationale samenwerking te ontwikkelen, zodat de effectieve handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens wordt vergemakkelijkt;
internationale wederzijdse bijstand te bieden bij de handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens, onder meer door kennisgeving, doorverwijzing van klachten, bijstand bij onderzoeken en uitwisseling van informatie, voor zover er passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens en andere grondrechten en fundamentele vrijheden bestaan;
belanghebbenden te betrekken bij besprekingen en activiteiten om de internationale samenwerking bij de handhaving van de wetgeving inzake de bescherming van persoonsgegevens te bevorderen; en
de uitwisseling en het documenteren van wetgeving en praktijken inzake de bescherming van persoonsgegevens te bevorderen, onder meer betreffende jurisdictiegeschillen met derde landen.
HOOFDSTUK VI
Onafhankelijke toezichthoudende autoriteiten
Artikel 51
Toezichthoudende autoriteit
Artikel 52
Onafhankelijkheid
Artikel 53
Algemene voorwaarden voor de leden van de toezichthoudende autoriteit
De lidstaten schrijven voor dat elk lid van hun toezichthoudende autoriteiten volgens een transparante procedure wordt benoemd door:
Artikel 54
Regels inzake de oprichting van de toezichthoudende autoriteit
Elke lidstaat regelt al het volgende bij wet:
de oprichting van elke toezichthoudende autoriteit;
de vereiste kwalificaties en voorwaarden om als lid te worden benoemd voor elke toezichthoudende autoriteit;
de regels en procedures voor de benoeming van het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit;
de ambtstermijn van het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit, die ten minste vier jaar bedraagt, behoudens de eerste ambtstermijn na 24 mei 2016, die korter kan zijn wanneer dat nodig is om de onafhankelijkheid van de toezichthoudende autoriteit door middel van een in de tijd gespreide benoemingsprocedure te beschermen;
of het lid of de leden van elke toezichthoudende autoriteit opnieuw kan of kunnen worden benoemd en zo ja, hoe vaak;
de voorwaarden in verband met de plichten van het lid of de leden en de personeelsleden van elke toezichthoudende autoriteit, de verboden op met die plichten onverenigbare handelingen, werkzaamheden en voordelen tijdens en na de ambtstermijn en de regels betreffende de beëindiging van de ambtstermijn onderscheidenlijk de arbeidsverhouding.
Artikel 55
Competentie
Artikel 56
Competentie van de leidende toezichthoudende autoriteit
Artikel 57
Taken
Onverminderd andere uit hoofde van deze verordening vastgestelde taken, verricht elke toezichthoudende autoriteit op haar grondgebied de volgende taken:
zij monitort en handhaaft de toepassing van deze verordening;
zij bevordert bij het brede publiek de bekendheid met en het inzicht in de risico's, regels, waarborgen en rechten in verband met de verwerking. Bijzondere aandacht wordt besteed aan specifiek op kinderen gerichte activiteiten;
zij verleent overeenkomstig het recht van de lidstaat, advies aan het nationale parlement, de regering, en andere instellingen en organen over wetgevingsinitiatieven en bestuursmaatregelen in verband met de bescherming van de rechten en vrijheden van natuurlijke personen op het gebied van verwerking;
zij maakt de verwerkingsverantwoordelijken en de verwerkers beter bekend met hun verplichtingen uit hoofde van deze verordening;
zij verstrekt desgevraagd informatie aan iedere betrokkene over de uitoefening van zijn rechten uit hoofde van deze verordening en werkt daartoe in voorkomend geval samen met de toezichthoudende autoriteiten in andere lidstaten;
zij behandelt klachten van betrokkenen, of van organen, organisaties of verenigingen overeenkomstig artikel 80, onderzoekt de inhoud van de klacht in de mate waarin dat gepast is en stelt de klager binnen een redelijke termijn in kennis van de vooruitgang en het resultaat van het onderzoek, met name indien verder onderzoek of coördinatie met een andere toezichthoudende autoriteit noodzakelijk is;
zij werkt samen met andere toezichthoudende autoriteiten, onder meer door informatie te delen en wederzijdse bijstand te bieden, teneinde de samenhang in de toepassing en de handhaving van deze verordening te waarborgen;
zij verricht onderzoeken naar de toepassing van deze verordening, onder meer op basis van informatie die zij van een andere toezichthoudende autoriteit of een andere overheidsinstantie ontvangt;
zij volgt de relevante ontwikkelingen voor zover deze invloed hebben op de bescherming van persoonsgegevens, met name de ontwikkelingen in informatie- en communicatietechnologieën en handelspraktijken;
zij stelt de in artikel 28, lid 8, en artikel 46, lid 2, onder d), bedoelde standaardcontractbepalingen vast;
zij stelt een lijst op met betrekking tot het vereiste inzake een gegevensbeschermingseffectbeoordeling overeenkomstig artikel 35, lid 4, en houdt deze lijst bij;
zij verstrekt advies over de in artikel 36, lid 2, bedoelde verwerkingsactiviteiten;
zij bevordert de opstelling van gedragscodes uit hoofde van artikel 40, lid 1, geeft advies en keurt, overeenkomstig artikel 40, lid 5, gedragscodes goed die voldoende waarborgen leveren;
zij bevordert de invoering van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en van gegevensbeschermingszegels en -merktekens overeenkomstig artikel 42, lid 1, en keurt de criteria voor certificering uit hoofde van artikel 42, lid 5, goed;
waar van toepassing verricht zij een periodieke toetsing van de overeenkomstig artikel 42, lid 7, afgegeven certificeringen;
zij zorgt voor het opstellen en het bekendmaken van de eisen inzake accreditatie van een orgaan voor het toezicht op gedragscodes op grond van artikel 41 en van een certificeringsorgaan op grond van artikel 43;
zij zorgt voor de accreditatie van een orgaan voor het toezicht op gedragscodes op grond van artikel 41 en van een certificeringsorgaan op grond van artikel 43;
zij geeft toestemming voor de in artikel 46, lid 3, bedoelde contractuele en andere bepalingen;
zij keurt overeenkomstig artikel 47 bindende bedrijfsvoorschriften goed;
zij levert een bijdrage aan de activiteiten van het Comité;
zij houdt interne registers bij van inbreuken op deze verordening en van overeenkomstig artikel 58, lid 2, getroffen maatregelen; en
zij verricht alle andere taken die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens.
Artikel 58
Bevoegdheden
Elk toezichthoudende autoriteit heeft alle volgende onderzoeksbevoegdheden om:
de verwerkingsverantwoordelijke, de verwerker en, in voorkomend geval, de vertegenwoordiger van de verwerkingsverantwoordelijke of van verwerker te gelasten alle voor de uitvoering van haar taken vereiste informatie te verstrekken;
onderzoeken te verrichten in de vorm van gegevensbeschermingscontroles;
een toetsing te verrichten van de overeenkomstig artikel 42, lid 7, afgegeven certificeringen;
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in kennis te stellen van een beweerde inbreuk op deze verordening;
van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker toegang te verkrijgen tot alle persoonsgegevens en alle informatie die noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taken; en
toegang te verkrijgen tot alle bedrijfsruimten van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker, daaronder begrepen tot alle uitrustingen en middelen voor gegevensverwerking, in overeenstemming met het uniale of lidstatelijke procesrecht.
►C2 Elke toezichthoudende autoriteit ◄ heeft alle volgende bevoegdheden tot het nemen van corrigerende maatregelen:
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker waarschuwen dat met de voorgenomen verwerkingen waarschijnlijk inbreuk op bepalingen van deze verordening wordt gemaakt;
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker berispen wanneer met verwerkingen inbreuk op bepalingen van deze verordening is gemaakt;
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gelasten de verzoeken van de betrokkene tot uitoefening van zijn rechten uit hoofde van deze verordening in te willigen;
de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker gelasten, waar passend, op een nader bepaalde manier en binnen een nader bepaalde termijn, verwerkingen in overeenstemming te brengen met de bepalingen van deze verordening;
de verwerkingsverantwoordelijke gelasten een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene mee te delen;
een tijdelijke of definitieve verwerkingsbeperking, waaronder een verwerkingsverbod, opleggen;
het rectificeren of wissen van persoonsgegevens of het beperken van verwerking uit hoofde van de artikelen 16, 17 en 18 gelasten, alsmede de kennisgeving van dergelijke handelingen aan ontvangers aan wie de persoonsgegevens zijn verstrekt, overeenkomstig artikel 17, lid 2, en artikel 19;
een certificering intrekken of het certificeringsorgaan gelasten een uit hoofde van de artikelen 42 en 43 afgegeven certificering in te trekken, of het certificeringsorgaan te gelasten geen certificering af te geven indien niet langer aan de certificeringsvereisten wordt voldaan;
naargelang de omstandigheden van elke zaak, naast of in plaats van de in dit lid bedoelde maatregelen, een administratieve geldboete opleggen op grond van artikel 83; en
de opschorting van gegevensstromen naar een ontvanger in een derde land of naar een internationale organisatie gelasten.
Elke toezichthoudende autoriteit heeft alle autorisatie- en adviesbevoegdheden om:
de verwerkingsverantwoordelijke advies te verstrekken in overeenstemming met de procedure van voorafgaande raadpleging van artikel 36;
op eigen initiatief dan wel op verzoek, aan het nationaal parlement, aan de regering van de lidstaat, of overeenkomstig het lidstatelijke recht aan andere instellingen en organen alsmede aan het publiek advies te verstrekken over aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens;
toestemming te geven voor verwerking als bedoeld in artikel 36, lid 5, indien die voorafgaande toestemming door het lidstatelijke recht wordt voorgeschreven;
overeenkomstig artikel 40, lid 5, advies uit te brengen over en goedkeuring te hechten aan de ontwerpgedragscodes;
certificeringsorganen te accrediteren overeenkomstig artikel 43;
certificeringen af te geven en certificeringscriteria goed te keuren overeenkomstig artikel 42, lid 5;
de in artikel 28, lid 8, en artikel 46, lid 2, punt d), bedoelde standaardbepalingen inzake gegevensbescherming aan te nemen;
toestemming te verlenen voor de in artikel 46, lid 3, punt a), bedoelde contractbepalingen;
toestemming te verlenen voor de in artikel 46, lid 3, punt b), bedoelde administratieve regelingen;
goedkeuring te hechten aan bindende bedrijfsvoorschriften overeenkomstig artikel 47.
Artikel 59
Activiteitenverslagen
Elke toezichthoudende autoriteit stelt jaarlijks een verslag over haar activiteiten op, met daarin mogelijk een lijst van de soorten gemelde inbreuken en de soorten maatregelen die overeenkomstig artikel 58, lid 2, worden genomen. Die verslagen worden toegezonden aan het nationale parlement, de regering en elke andere autoriteit die daartoe in het lidstatelijke recht is aangewezen. Zij worden ter beschikking gesteld van het publiek, de Commissie en het Comité.
HOOFDSTUK VII
Samenwerking en coherentie
Artikel 60
Samenwerking tussen de leidende toezichthoudende autoriteit en de andere betrokken toezichthoudende autoriteiten
Artikel 61
Wederzijdse bijstand
De toezichthoudende autoriteit waaraan een verzoek om bijstand is gericht, wijst dit verzoek slechts af indien:
zij niet bevoegd is voor het onderwerp van het verzoek of voor de maatregelen die zij verzocht wordt uit te voeren; of
het verzoek inbreuk maakt op deze verordening of met Unierecht of lidstatelijk recht dat van toepassing is op de toezichthoudende autoriteit die het verzoek ontvangt.
Artikel 62
Gezamenlijke werkzaamheden van toezichthoudende autoriteiten
Artikel 63
Coherentiemechanisme
Teneinde bij te dragen aan de consequente toepassing van deze verordening in de gehele Unie werken de toezichthoudende autoriteiten met elkaar en waar passend samen met de Commissie in het kader van het in deze afdeling uiteengezette coherentiemechanisme.
Artikel 64
Advies van het Comité
Het Comité brengt een advies uit wanneer een bevoegde toezichthoudende autoriteit voornemens is een van onderstaande maatregelen vast te stellen. Hiertoe deelt de bevoegde toezichthoudende autoriteit het Comité het ontwerpbesluit mee indien het:
de vaststelling beoogt van een lijst van verwerkingen waarvoor de eis inzake een gegevensbeschermingseffectbeoordeling overeenkomstig artikel 35, lid 4, geldt;
betrekking heeft op de vraag, overeenkomstig artikel 40, lid 7, of een gedragscode of de wijziging of uitbreiding van een gedragscode met deze verordening in overeenstemming is;
beoogt de eisen inzake accreditatie van een orgaan overeenkomstig artikel 41, lid 3, van een certificeringsorgaan overeenkomstig artikel 43, lid 3, of de criteria voor certificering als bedoeld in artikel 42, lid 5, goed te keuren;
de vaststelling beoogt van de in artikel 46, lid 2, onder d), en in artikel 28, lid 8, bedoelde standaardbepalingen inzake gegevensbescherming;
de toestemming beoogt voor de in artikel 46, lid 3, onder a), bedoelde contractbepalingen; of
de goedkeuring beoogt van bindende bedrijfsvoorschriften in de zin van artikel 47.
De voorzitter van het Comité stelt onverwijld langs elektronische weg:
de leden van het Comité en de Commissie door middel van een standaardformulier in kennis van alle relevante informatie die het Comité heeft ontvangen. Het secretariaat van het Comité verstrekt indien nodig vertalingen van relevante informatie; en
de, naargelang het geval, in de leden 1 en 2 bedoelde toezichthoudende autoriteit en de Commissie in kennis van het advies en maakt dat advies bekend.
Artikel 65
Geschillenbeslechting door het Comité
Om te zorgen voor de correcte en consequente toepassing van deze verordening in individuele gevallen, stelt het Comité een bindend besluit vast in de volgende gevallen:
►C1 wanneer in een geval als bedoeld in artikel 60, lid 4, een betrokken toezichthoudende autoriteit een relevant en gemotiveerd bezwaar heeft ingediend tegen een ontwerpbesluit van de leidende toezichthoudende autoriteit en de leidende toezichthoudende autoriteit heeft het bezwaar niet gevolgd of heeft het bezwaar afgewezen als zijnde irrelevant of ongemotiveerd. ◄ Het bindend besluit heeft betrekking op alle aangelegenheden die onderwerp van het relevante en gemotiveerde bezwaar zijn, en met name op de vraag of inbreuk op de onderhavige verordening wordt gemaakt;
wanneer er verschillend wordt geoordeeld over de vraag welke betrokken toezichthoudende autoriteit bevoegd is voor de hoofdvestiging;
wanneer een bevoegde toezichthoudende autoriteit in de in artikel 64, lid 1, genoemde gevallen het Comité niet om advies vraagt, of het krachtens artikel 64 uitgebrachte advies van het Comité niet volgt. In dat geval kan elke betrokken toezichthoudende autoriteit of de Commissie de aangelegenheid meedelen aan het Comité.
Artikel 66
Spoedprocedure
Artikel 67
Uitwisseling van informatie
De Commissie kan uitvoeringshandelingen van algemene aard vaststellen om de regelingen voor de elektronische uitwisseling van informatie tussen de toezichthoudende autoriteiten onderling en tussen toezichthoudende autoriteiten en het Comité, met name het in artikel 64 bedoelde standaardformulier, vast te leggen.
Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 93, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.
Artikel 68
Europees Comité voor gegevensbescherming
Artikel 69
Onafhankelijkheid
Artikel 70
Taken van het Comité
Het Comité zorgt ervoor dat deze verordening consequent wordt toegepast. Daartoe doet het Comité op eigen initiatief of, waar passend, op verzoek van de Commissie met name het volgende:
toezien op en zorgen voor de juiste toepassing van deze verordening in de in de artikelen 64 en 65 bedoelde gevallen, onverminderd de taken van de nationale toezichthoudende autoriteiten;
adviseren van de Commissie over aangelegenheden in verband met de bescherming van persoonsgegevens in de Unie, waaronder alle voorgestelde wijzigingen van deze verordening;
adviseren van de Commissie over het mechanisme en de procedures voor de uitwisseling van informatie wat betreft bindende bedrijfsvoorschriften tussen verwerkingsverantwoordelijken, verwerkers, en toezichthoudende autoriteiten;
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken inzake procedures voor het wissen van links, kopieën of reproducties van persoonsgegevens uit algemeen beschikbare communicatiediensten als bedoeld in artikel 17, lid 2;
onderzoeken, op eigen initiatief of op verzoek van een van zijn leden dan wel op verzoek van de Commissie, van kwesties die betrekking hebben op de toepassing van deze verordening, en uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken om te bevorderen dat deze verordening consequent wordt toegepast;
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter verdere specificatie van de criteria en de voorwaarden voor besluiten op basis van profilering krachtens artikel 22, lid 2;
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter vaststelling van inbreuken in verband met persoonsgegevens alsmede van de in artikel 33, leden 1 en 2, bedoelde onredelijke vertraging, en voor de bijzondere omstandigheden waarin een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker verplicht is de inbreuk in verband met persoonsgegevens te melden;
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ten aanzien van de omstandigheden waarin een inbreuk in verband met persoonsgegevens waarschijnlijk een hoog risico oplevert voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen, als bedoeld in artikel 34, lid 1;
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter verdere specificatie van de criteria en de eisen voor doorgiften van persoonsgegevens op basis van bindende bedrijfsvoorschriften voor verwerkingsverantwoordelijken en bindende bedrijfsvoorschriften voor verwerkers, alsmede op basis van verdere noodzakelijke eisen om de bescherming van persoonsgegevens van de betrokkenen in kwestie te garanderen, als bedoeld in artikel 47;
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid ter verdere specificatie van de criteria en de eisen voor de doorgiften van persoonsgegevens op grond van artikel 49, lid 1;
opstellen van richtsnoeren voor toezichthoudende autoriteiten betreffende de toepassing van de in artikel 58, leden 1, 2 en 3, bedoelde maatregelen en betreffende de vaststelling van administratieve geldboeten overeenkomstig artikel 83;
evalueren van de praktische toepassing van de richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken;
uitvaardigen van richtsnoeren, aanbevelingen en beste praktijken in overeenstemming met punt e) van dit lid, ter vaststelling van gemeenschappelijke procedures waarmee natuurlijke personen inbreuken op deze verordening kunnen melden, als bedoeld in artikel 54, lid 2;
bevorderen van het opstellen van gedragscodes en het invoeren van certificeringsmechanismen voor gegevensbescherming en gegevensbeschermingszegels en -merktekens overeenkomstig de artikelen 40 en 42;
goedkeuren van de criteria voor certificering overeenkomstig artikel 42, lid 5, en houden van een openbaar register van certificeringsmechanismen en van gegevensbeschermingszegels en -merktekens overeenkomstig artikel 42, lid 8, en van de geaccrediteerde verwerkingsverantwoordelijken of verwerkers die in derde landen zijn gevestigd, overeenkomstig artikel 42, lid 7;
goedkeuren van de in artikel 43, lid 3, bedoelde eisen met het oog op de accreditatie van certificeringsorganen bedoeld in artikel 43;
uitbrengen van een advies ten behoeve van de Commissie over de in artikel 43, lid 8, bedoelde certificeringseisen;
uitbrengen van een advies ten behoeve van de Commissie over de in artikel 12, lid 7, bedoelde icoontjes;
uitbrengen aan de Commissie van een advies om haar in staat te stellen te beoordelen of het beschermingsniveau in een derde land of een internationale organisatie adequaat is, en om te beoordelen of een derde land, een gebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in dat derde land, of een internationale organisatie geen passend beschermingsniveau meer garandeert. Daartoe verstrekt de Commissie het Comité alle nodige documentatie, met inbegrip van correspondentie met de overheid van het derde land, ten aanzien van derde land, gebied of nader bepaalde sector of met de internationale organisatie.
uitbrengen van adviezen over ontwerpbesluiten van de toezichthoudende autoriteiten in het kader van het in artikel 64, lid 1, bedoelde coherentiemechanisme over aangelegenheden die overeenkomstig artikel 64, lid 2, ter sprake worden gebracht en uitbrengen van bindende beslissingen overeenkomstig artikel 65, met inbegrip van de in artikel 66 bedoelde gevallen;
bevorderen van samenwerking en effectieve bilaterale en multilaterale uitwisseling van informatie en beste praktijken tussen de toezichthoudende autoriteiten;
bevorderen van gemeenschappelijke opleidingsprogramma's en vergemakkelijken van uitwisselingen van personeelsleden tussen de toezichthoudende autoriteiten, en waar passend, met de toezichthoudende autoriteiten van derde landen of met internationale organisaties;
bevorderen van de uitwisseling van kennis en documentatie over de wetgeving en de praktijk op het gebied van gegevensbescherming met voor gegevensbescherming bevoegde toezichthoudende autoriteiten van de hele wereld;
uitbrengen van adviezen over op Unieniveau opgestelde gedragscodes overeenkomstig artikel 40, lid 9; en
houden van een openbaar elektronisch register van besluiten van toezichthoudende autoriteiten en gerechten over in het kader van het coherentiemechanisme behandelde aangelegenheden.
Artikel 71
Rapportage
Artikel 72
Procedure
Artikel 73
Voorzitter
Artikel 74
Taken van de voorzitter
De voorzitter heeft de volgende taken:
bijeenroepen van de bijeenkomsten van het Comité en het opstellen van zijn agenda;
ter kennis brengen van de door het Comité overeenkomstig artikel 65 vastgestelde besluiten aan de leidende toezichthoudende autoriteit en de betrokken toezichthoudende autoriteiten;
ervoor zorgen dat de taken van het Comité tijdig worden uitgevoerd, met name wat het in artikel 63 bedoelde coherentiemechanisme betreft.
Artikel 75
Secretariaat
Het secretariaat is met name belast met:
de dagelijkse werking van het Comité;
de communicatie tussen de leden van het Comité, zijn voorzitter en de Commissie;
de communicatie met andere instellingen en het brede publiek;
het gebruik van elektronische middelen voor interne en externe communicatie;
de vertaling van relevante informatie;
de voorbereiding en opvolging van de bijeenkomsten van het Comité;
de voorbereiding, opstelling en bekendmaking van adviezen, besluiten inzake beslechting van geschillen tussen toezichthoudende autoriteiten, en andere teksten die het Comité vaststelt.
Artikel 76
Vertrouwelijkheid
HOOFDSTUK VIII
Beroep, aansprakelijkheid en sancties
Artikel 77
Recht om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit
Artikel 78
Recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen tegen een toezichthoudende autoriteit
Artikel 79
Recht om een doeltreffende voorziening in rechte in te stellen tegen een verwerkingsverantwoordelijke of een verwerker
Artikel 80
Vertegenwoordiging van betrokkenen
Artikel 81
Schorsing van de procedure
Artikel 82
Recht op schadevergoeding en aansprakelijkheid
Artikel 83
Algemene voorwaarden voor het opleggen van administratieve geldboeten
Administratieve geldboeten worden, naargelang de omstandigheden van het concrete geval, opgelegd naast of in plaats van de in artikel 58, lid 2, onder a) tot en met h) en onder j), bedoelde maatregelen. Bij het besluit over de vraag of een administratieve geldboete wordt opgelegd en over de hoogte daarvan wordt voor elk concreet geval naar behoren rekening gehouden met het volgende:
de aard, de ernst en de duur van de inbreuk, rekening houdend met de aard, de omvang of het doel van de verwerking in kwestie alsmede het aantal getroffen betrokkenen en de omvang van de door hen geleden schade;
de opzettelijke of nalatige aard van de inbreuk;
de door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker genomen maatregelen om de door betrokkenen geleden schade te beperken;
de mate waarin de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker verantwoordelijk is gezien de technische en organisatorische maatregelen die hij heeft uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 25 en 32;
eerdere relevante inbreuken door de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker;
de mate waarin er met de toezichthoudende autoriteit is samengewerkt om de inbreuk te verhelpen en de mogelijke negatieve gevolgen daarvan te beperken;
de categorieën van persoonsgegevens waarop de inbreuk betrekking heeft;
de wijze waarop de toezichthoudende autoriteit kennis heeft gekregen van de inbreuk, met name of, en zo ja in hoeverre, de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker de inbreuk heeft gemeld;
de naleving van de in artikel 58, lid 2, genoemde maatregelen, voor zover die eerder ten aanzien van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker in kwestie met betrekking tot dezelfde aangelegenheid zijn genomen;
het aansluiten bij goedgekeurde gedragscodes overeenkomstig artikel 40 of van goedgekeurde certificeringsmechanismen overeenkomstig artikel 42; en
elke andere op de omstandigheden van de zaak toepasselijke verzwarende of verzachtende factor, zoals gemaakte financiële winsten, of vermeden verliezen, die al dan niet rechtstreeks uit de inbreuk voortvloeien.
Inbreuken op onderstaande bepalingen zijn overeenkomstig lid 2 onderworpen aan administratieve geldboeten tot 10 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot 2 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar, indien dit een hoger bedrag vertegenwoordigt:
de verplichtingen van de verwerkingsverantwoordelijke en de verwerker overeenkomstig de artikelen 8, 11, 25 tot en met 39, en 42 en 43;
de verplichtingen van het certificeringsorgaan overeenkomstig de artikelen 42 en 43;
de verplichtingen van het toezichthoudend orgaan overeenkomstig artikel 41, lid 4.
Inbreuken op onderstaande bepalingen zijn overeenkomstig lid 2 onderworpen aan administratieve geldboeten tot 20 000 000 EUR of, voor een onderneming, tot 4 % van de totale wereldwijde jaaromzet in het voorgaande boekjaar, indien dit een hoger bedrag vertegenwoordigt:
de basisbeginselen inzake verwerking, met inbegrip van de voorwaarden voor toestemming, overeenkomstig de artikelen 5, 6, 7 en 9;
de rechten van de betrokkenen overeenkomstig de artikelen 12 tot en met 22;
de doorgiften van persoonsgegevens aan een ontvanger in een derde land of een internationale organisatie overeenkomstig de artikelen 44 tot en met 49;
alle verplichtingen door de lidstaten vastgesteld krachtens hoofdstuk IX;
niet-naleving van een bevel of een tijdelijke of definitieve verwerkingsbeperking of een opschorting van gegevensstromen door de toezichthoudende autoriteit overeenkomstig artikel 58, lid 2, of niet-verlening van toegang in strijd met artikel 58, lid 1.
Artikel 84
Sancties
HOOFDSTUK IX
Bepalingen in verband met specifieke situaties op het gebied van gegevensverwerking
Artikel 85
Verwerking en vrijheid van meningsuiting en van informatie
Artikel 86
Verwerking en recht van toegang van het publiek tot officiële documenten
Persoonsgegevens in officiële documenten die voor de uitvoering van een taak van algemeen belang in het bezit zijn van een overheidsinstantie, een overheidsorgaan of een particulier orgaan, mogen door de instantie of het orgaan in kwestie worden bekendgemaakt in overeenstemming met het Unierecht of het lidstatelijke recht dat op de overheidsinstantie of het orgaan van toepassing is, teneinde het recht van toegang van het publiek tot officiële documenten in overeenstemming te brengen met het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van deze verordening.
Artikel 87
Verwerking van het nationaal identificatienummer
De lidstaten kunnen de specifieke voorwaarden voor de verwerking van een nationaal identificatienummer of enige andere identificator van algemene aard nader vaststellen. In dat geval wordt het nationale identificatienummer of enige andere identificator van algemene aard alleen gebruikt met passende waarborgen voor de rechten en vrijheden van de betrokkene uit hoofde van deze verordening.
Artikel 88
Verwerking in het kader van de arbeidsverhouding
Artikel 89
Waarborgen en afwijkingen in verband met verwerking met het oog op archivering in het algemeen belang, wetenschappelijk of historisch onderzoek of statistische doeleinden
Artikel 90
Geheimhoudingsplicht
Artikel 91
Bestaande gegevensbeschermingsregels van kerken en religieuze verenigingen
HOOFDSTUK X
Gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen
Artikel 92
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 93
Comitéprocedure
HOOFDSTUK XI
Slotbepalingen
Artikel 94
Intrekking van Richtlijn 95/46/EG
Artikel 95
Verhouding tot Richtlijn 2002/58/EG
Deze verordening legt natuurlijke personen of rechtspersonen geen aanvullende verplichtingen op met betrekking tot verwerking in verband met het verstrekken van openbare elektronische-communicatiediensten in openbare communicatienetwerken in de Unie, voor zover zij op grond van Richtlijn 2002/58/EG onderworpen zijn aan specifieke verplichtingen met dezelfde doelstelling.
Artikel 96
Verhouding tot eerder gesloten overeenkomsten
Internationale overeenkomsten betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties die door de lidstaten zijn gesloten vóór 24 mei 2016, en die in overeenstemming zijn met het vóór die datum toepasselijke Unierecht, blijven van kracht totdat zij worden gewijzigd, vervangen of ingetrokken.
Artikel 97
Commissieverslagen
In het kader van de in lid 1 bedoelde evaluaties en toetsingen beoordeelt de Commissie met name de toepassing en de werking van:
hoofdstuk V betreffende de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen of internationale organisaties, in het bijzonder met betrekking tot krachtens artikel 45, lid 3, van deze verordening vastgestelde besluiten en op grond van artikel 25, lid 6, van Richtlijn 95/46/EG vastgestelde besluiten;
hoofdstuk VII betreffende samenwerking en coherentie.
Artikel 98
Toetsing van andere Unierechtshandelingen inzake gegevensbescherming
Indien passend dient de Commissie wetgevingsvoorstellen in teneinde andere Unierechtshandelingen betreffende de bescherming van persoonsgegevens te wijzigen en aldus een uniforme en consequente bescherming van natuurlijke personen te garanderen in verband met verwerking. Het gaat hierbij met name om de regels betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking door instellingen, organen en instanties van de Unie, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens.
Artikel 99
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
( 1 ) Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PB L 241 van 17.9.2015, blz. 1).
( 2 ) Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30).
( 3 ) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).