Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D0266

    Besluit (GBVB) 2022/266 van de Raad van 23 februari 2022 betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de erkenning van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne en het sturen van Russische strijdkrachten naar die gebieden

    ST/6482/2022/INIT

    PB L 42I van 23.2.2022, p. 109–113 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 21/02/2024

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/266/oj

    23.2.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    LI 42/109


    BESLUIT (GBVB) 2022/266 VAN DE RAAD

    van 23 februari 2022

    betreffende beperkende maatregelen in antwoord op de erkenning van de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne en het sturen van Russische strijdkrachten naar die gebieden

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Europese Unie houdt onverkort vast aan haar steun voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne.

    (2)

    In zijn conclusies van 24 en 25 juni 2021 riep de Europese Raad Rusland op zijn volle verantwoordelijkheid te nemen om ervoor te zorgen dat de akkoorden van Minsk volledig worden uitgevoerd; dat is de voornaamste voorwaarde voor een substantiële wijziging in de houding van de Unie. Daartoe verzocht de Europese Raad de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) tevens om opties aan te reiken voor aanvullende beperkende maatregelen, waaronder economische sancties.

    (3)

    In zijn conclusies van 16 december 2021 benadrukte de Europese Raad dat Rusland dringend de spanningen, veroorzaakt door de militaire opbouw langs zijn grens met Oekraïne en zijn agressieve retoriek, moest laten de-escaleren. Hij sprak nogmaals zijn volledige steun uit voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. De Europese Raad moedigde diplomatieke inspanningen aan en ondersteunde het Normandiëkwartet met het oog op de volledige uitvoering van de akkoorden van Minsk, maar verklaarde dat verdere militaire agressie tegen Oekraïne enorme gevolgen en hoge kosten met zich mee zou brengen, waaronder met partners gecoördineerde beperkende maatregelen.

    (4)

    Op 24 januari 2022 heeft de Raad conclusies goedgekeurd waarin hij de aanhoudende agressie en dreigingen van Rusland jegens Oekraïne veroordeelde en Rusland opriep te de-escaleren, zich te houden aan het internationaal recht en via de bestaande internationale mechanismen een constructieve dialoog aan te gaan. Herinnerend aan de conclusies van de Europese Raad van 16 december 2021 herhaalde de Raad dat elke verdere militaire agressie van Rusland tegen Oekraïne enorme gevolgen en hoge kosten met zich mee zou brengen, waaronder een breed scala aan sectorale en individuele beperkende maatregelen die in overleg met partners zouden worden uitgevaardigd.

    (5)

    Op 21 februari 2022 heeft de president van de Russische Federatie een decreet ondertekend waarin de onafhankelijkheid en soevereiniteit van de zelfverklaarde "Volksrepubliek Donetsk" en "Volksrepubliek Luhansk" worden erkend, en de Russische strijdkrachten opdracht krijgen in die gebieden te worden ingezet.

    (6)

    Op 22 februari 2022 heeft de hoge vertegenwoordiger namens de Unie een verklaring afgelegd waarin hij met klem het besluit van de president van de Russische Federatie om de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne als onafhankelijke entiteiten te erkennen en veroordeelt het daaruit voortvloeiende besluit om Russische troepen naar die gebieden te sturen. Die illegale handeling ondermijnt de soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne verder en vormt een ernstige inbreuk op het internationale recht en een reeks internationale overeenkomsten, waaronder het Handvest van de Verenigde Naties, de Slotakte van Helsinki, het Handvest van Parijs en het Memorandum van Boedapest, alsook op de Minsk-akkoorden en van Resolutie 2202 (2015) van de VN-Veiligheidsraad. De hoge vertegenwoordiger drong er bij Rusland, als partij bij het conflict, op aan de erkenning terug te draaien, zijn verbintenissen na te komen, het internationale recht na te leven en de besprekingen in het Normandiëkwartet en de Tripartiete Contactgroep Oekraïne te hervatten. Hij kondigde aan dat de Unie op die meest recente schendingen door Rusland zal reageren door met spoed aanvullende beperkende maatregelen vast testellen.

    (7)

    In deze omstandigheden is de Raad van oordeel dat de invoer in de Europese Unie van goederen van oorsprong uit de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne moet worden verboden, met uitzondering van goederen waarvoor door de regering van Oekraïne een certificaat van oorsprong is afgegeven.

    (8)

    Bovendien moet de handel in goederen en technologie bestemd voor gebruik in bepaalde sectoren in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne worden beperkt. Diensten in de sectoren vervoer, telecommunicatie, energie of de prospectie, exploratie en productie van olie, gas en minerale rijkdommen, alsmede diensten in verband met toeristische activiteiten in de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblasten Donetsk en Luhansk van Oekraïne, moeten worden verboden.

    (9)

    Voor de tenuitvoerlegging van bepaalde maatregelen is verder optreden van de Unie nodig,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   De invoer in de Unie van goederen van oorsprong uit de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblast Donetsk in Oekraïne of de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblast Luhansk in Oekraïne wordt verboden.

    2.   Het is verboden rechtstreeks of onrechtstreeks financiering te verstrekken of financiële bijstand te verlenen, alsmede verzekeringen en herverzekeringen, in verband met de invoer van goederen van oorsprong uit de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblast Donetsk of de niet onder regeringsgezag vallende gebieden van de oblast Luhansk.

    Artikel 2

    De in artikel 1 genoemde verbodsbepalingen zijn niet van toepassing op goederen van oorsprong uit de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden die ter beschikking zijn gesteld voor onderzoek aan en gecontroleerd zijn door de Oekraïense autoriteiten en waaraan door de regering van Oekraïne een certificaat van oorsprong is verleend.

    Artikel 3

    De in artikel 1 bedoelde verbodsbepalingen laten onverlet dat tot en met 24 mei 2022 contracten worden uitgevoerd die vóór 23 februari 2022 zijn gesloten, of aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen en die uiterlijk 24 mei 2022 moeten zijn gesloten en uitgevoerd.

    Artikel 4

    Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de verbodsbepalingen in artikel 1 worden omzeild.

    Artikel 5

    1.   Er geldt een verbod op al het volgende:

    a)

    het verwerven van, of het vergroten van een deelneming in, vastgoed in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden;

    b)

    het verwerven of het vergroten van een deelneming in entiteiten die zijn gevestigd in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden , met inbegrip van de volledige verwerving van dergelijke entiteiten, en de verwerving van aandelen daarin, en het verwerven van andere effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen;

    c)

    het toekennen van financiering, hetzij rechtstreeks aan entiteiten in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden, hetzij met de expliciete bedoeling dergelijke entiteiten te financieren;

    d)

    het oprichten van een joint venture met entiteiten in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden; en

    e)

    het verrichten van investeringsdiensten die rechtstreeks verband houden met de activiteiten als bedoeld in de punten a) tot en met d) van dit lid.

    2.   De in lid 1 vastgestelde verbodsbepalingen:

    a)

    laten onverlet dat verbintenissen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 23 februari 2022 zijn gesloten; en

    b)

    beletten niet dat een deelneming wordt vergroot uit hoofde van een verplichting die voortvloeit uit een vóór 24 februari 2022 gesloten contract.

    3.   Het is verboden om bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in lid 1 vastgestelde verbodsbepalingen worden omzeild.

    4.   De in dit artikel vastgestelde verbodsbepalingen en beperkingen zijn niet van toepassing op het rechtmatig handel drijven met entiteiten buiten de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden, waarbij de betrokken investeringen niet zijn bedoeld voor entiteiten in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden.

    Artikel 6

    1.   De verkoop, levering, overdracht of uitvoer van technologie of goederen, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten – ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen – of met gebruik van de onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, is verboden,

    a)

    aan enige natuurlijke of rechtspersoon, enige entiteit of enig lichaam in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden, of

    b)

    met het oog op gebruik in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden ,

    in elke van de volgende sectoren:

    i)

    vervoer;

    ii)

    telecommunicatie;

    iii)

    energie; en

    iv)

    de prospectie, exploratie en productie van olie, gas en minerale rijkdommen.

    2.   Het verlenen of verstrekken van:

    a)

    technische bijstand of opleiding en andere diensten met betrekking tot goederen en technologie in de in lid 1 bedoelde sectoren;

    b)

    financieringsmiddelen of financiële bijstand voor elke verkoop, levering, overdracht of uitvoer van goederen en technologie in de in lid 1 bedoelde sectoren, of voor de verstrekking van daarmee verband houdende technische bijstand of opleiding,

    is verboden.

    3.   Het is verboden om bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 vastgestelde verbodsbepalingen worden omzeild.

    4.   De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder dit artikel moeten vallen.

    Artikel 7

    1.   Het is verboden technische bijstand, tussenhandeldiensten, bouwdiensten of ingenieursdiensten te verlenen die rechtstreeks verband houden met infrastructuur in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden , in de in artikel 6, lid 1, bedoelde sectoren, ongeacht de herkomst van de goederen of technologie.

    2.   De in lid 1 vastgestelde verbodsbepalingen laten onverlet dat tot en met 24 augustus 2022 uitvoering wordt gegeven aan contracten die zijn gesloten vóór 23 februari 2022, of aan aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van voornoemde contracten.

    3.   Het is verboden om bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

    Artikel 8

    1.   De bevoegde autoriteiten kunnen toestemming verlenen met betrekking tot de in artikel 5, lid 1, artikel 6, lid 2, en artikel 7, lid 1, bedoelde activiteiten, en met betrekking tot de in artikel 6, lid 1, bedoelde goederen en technologie, op voorwaarde dat deze:

    a)

    noodzakelijk zijn voor de officiële doeleinden van consulaire missies of internationale organisaties die bescherming genieten op grond van het internationaal recht en gevestigd zijn in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden; of

    b)

    betrekking hebben op projecten die uitsluitend ter ondersteuning dienen van ziekenhuizen of andere openbare zorginstellingen die medische diensten verstrekken, of van civiele openbare onderwijsinstellingen in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden ,

    c)

    toestellen of apparatuur voor medisch gebruik.

    2.   De bevoegde autoriteiten kunnen tevens, onder de voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor transacties met betrekking tot de in artikel 5, lid 1, bedoelde activiteiten, mits de transactie betrekking heeft op onderhoud om de veiligheid van bestaande infrastructuur te waarborgen.

    3.   De bevoegde autoriteiten kunnen tevens toestemming verlenen met betrekking tot de in artikel 6, lid 1, bedoelde goederen en technologie, en met betrekking tot de in de artikelen 6, lid 2, en artikel 7, bedoelde activiteiten, wanneer de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van die goederen of technologie, of het uitvoeren van die activiteiten, noodzakelijk is voor de dringende preventie of beperking van de gevolgen van een gebeurtenis die ernstige en aanzienlijke gevolgen voor de gezondheid en de veiligheid van de mens, waaronder de veiligheid van de bestaande infrastructuur, of voor het milieu zou kunnen hebben. In naar behoren gemotiveerde noodgevallen mag de verkoop, levering, overdracht of uitvoer zonder voorafgaande toestemming plaatsvinden, op voorwaarde dat de uitvoerder de bevoegde autoriteit daarvan kennis geeft binnen een termijn van vijf werkdagen na de verkoop, levering, overdracht of uitvoer en bij die kennisgeving de nadere motivering verstrekt voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer zonder voorafgaande toestemming.

    De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de uit hoofde van dit lid genomen maatregelen en wisselen andere relevante informatie waarover zij beschikken uit.

    Artikel 9

    1.   Het verrichten van diensten die direct gerelateerd zijn aan toeristische activiteiten in de in artikel 1 bedoelde, niet onder regeringsgezag vallende gebieden door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten, of met gebruikmaking van schepen of vliegtuigen waarover de lidstaten rechtsmacht uitoefenen, is verboden.

    2.   De in lid 1 vastgestelde verbodsbepalingen laten onverlet dat tot en met 24 augustus 2022 uitvoering wordt gegeven aan contracten die zijn gesloten vóór 23 februari 2022, of aan aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van voornoemde contracten.

    3.   Het is verboden om bewust of opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de in lid 1 vastgestelde verbodsbepalingen worden omzeild.

    Artikel 10

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Dit besluit is van toepassing tot en met 24 februari 2023.

    Dit besluit wordt voortdurend geëvalueerd. Het wordt zo nodig verlengd of gewijzigd, indien de Raad van oordeel is dat de doelstellingen ervan niet zijn verwezenlijkt.

    Gedaan te Brussel, 23 februari 2022.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J.-Y. LE DRIAN


    Top