Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021H1459

Aanbeveling (EU) 2021/1459 van de Raad van 9 september 2021 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking

ST/11625/2021/INIT

PB L 320 van 10.9.2021, p. 1–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2021/1459/oj

10.9.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/1


AANBEVELING (EU) 2021/1459 VAN DE RAAD

van 9 september 2021

tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten b) en e), en artikel 292, eerste en tweede zin,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 30 juni 2020 heeft de Raad een aanbeveling aangenomen over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking (1).

(2)

Sindsdien heeft de Raad de Aanbevelingen (EU) 2020/1052 (2), (EU) 2020/1144 (3), (EU) 2020/1186 (4), (EU) 2020/1551 (5), (EU) 2020/2169 (6), (EU) 2021/89 (7), (EU) 2021/132 (8), (EU) 2021/767 (9), (EU) 2021/892 (10), (EU) 2021/992 (11), (EU) 2021/1085 (12), (EU) 2021/1170 (13) en (EU) 2021/1346 (14) tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, aangenomen.

(3)

Op 20 mei 2021 heeft de Raad Aanbeveling (EU) 2021/816 tot wijziging van Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking aangenomen (15), met als doel de criteria te actualiseren die worden gehanteerd om te beoordelen of niet-essentiële reizen vanuit derde landen veilig zijn en moeten worden toegestaan.

(4)

De aanbeveling van de Raad stelt dat de lidstaten voor de ingezetenen van de in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad genoemde derde landen de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU vanaf 1 juli 2020 op gecoördineerde wijze geleidelijk zouden moeten opheffen. Voorts zou de Raad de lijst van derde landen in bijlage I om de twee weken na nauw overleg met de Commissie en de ter zake bevoegde EU-agentschappen en -diensten moeten evalueren — en zo nodig actualiseren — aan de hand van een algehele beoordeling op basis van de in de aanbeveling van de Raad bedoelde methode, criteria en informatie.

(5)

Sindsdien heeft de Raad in nauw overleg met de Commissie en de ter zake bevoegde EU-agentschappen en -diensten besprekingen gehouden over de evaluatie van de lijst van derde landen in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad en daarbij de criteria en de methode van de aanbeveling van de Raad (als gewijzigd bij Aanbeveling (EU) 2021/816) gebruikt. Uitkomst van deze besprekingen is dat de lijst van derde landen in bijlage I dient te worden gewijzigd. Met name Uruguay wordt aan de lijst toegevoegd, en Albanië, Armenië Azerbeidjan, Brunei, Darussalam, Japan en Servië worden verwijderd.

(6)

Grenstoezicht is niet alleen in het belang van de lidstaat aan de buitengrenzen waarvan het toezicht wordt uitgeoefend, maar ook in het belang van alle lidstaten die de controles aan de binnengrenzen hebben afgeschaft. De lidstaten zouden er daarom voor moeten zorgen dat de maatregelen aan de buitengrenzen worden gecoördineerd om zo de goede werking van het Schengengebied te garanderen. Daartoe zouden de lidstaten vanaf 9 september 2021 voor de ingezetenen van de derde landen, de speciale administratieve regio's en de andere territoriale entiteiten en autoriteiten die worden genoemd in bijlage I bij de aanbeveling van de Raad, als gewijzigd bij deze aanbeveling, de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU op gecoördineerde wijze moeten blijven opheffen.

(7)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze aanbeveling voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze aanbeveling, of het deze zal uitvoeren.

(8)

Deze aanbeveling vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (16). Ierland neemt derhalve niet deel aan de aanneming van deze aanbeveling en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(9)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (17).

(10)

Wat Zwitserland betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (18), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (19).

(11)

Wat Liechtenstein betreft, vormt deze aanbeveling een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG (20), in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU (21),

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING AANGENOMEN:

Aanbeveling (EU) 2020/912 van de Raad, zoals gewijzigd bij de Aanbevelingen (EU) 2020/1052, (EU) 2020/1144, (EU) 2020/1186, (EU) 2020/1551, (EU) 2020/2169, (EU) 2021/89, (EU) 2021/132, (EU) 2021/767, (EU) 2021/816, (EU) 2021/892, (EU) 2021/992, (EU) 2021/1085, (EU) 2021/1170 en (EU) 2021/1346 over de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU en de mogelijke opheffing van die beperking, wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 1 van de aanbeveling van de Raad wordt de eerste alinea vervangen door:

“1.

Vanaf 9 september 2021 zouden de lidstaten voor de ingezetenen van de in bijlage I genoemde derde landen de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU op gecoördineerde wijze geleidelijk moeten opheffen.”.

2)

Bijlage I bij de aanbeveling wordt vervangen door:

“BIJLAGE I

Derde landen, speciale administratieve regio’s en andere territoriale entiteiten en autoriteiten waarvan de ingezetenen niet zouden mogen vallen onder de tijdelijke beperking van niet-essentiële reizen naar de EU aan de buitengrenzen:

I.   STATEN

1.

AUSTRALIË

2.

BOSNIË EN HERZEGOVINA

3.

CANADA

4.

JORDANIË

5.

NIEUW-ZEELAND

6.

QATAR

7.

REPUBLIEK MOLDAVIË

8.

SAUDI-ARABIË

9.

SINGAPORE

10.

ZUID-KOREA

11.

OEKRAÏNE

12.

URUGUAY

13.

CHINA (*1)

II.   SPECIALE ADMINISTRATIEVE REGIO'S VAN DE VOLKSREPUBLIEK CHINA

Speciale Administratieve Regio Hongkong

Speciale Administratieve Regio Macau

III.   TERRITORIALE ENTITEITEN EN AUTORITEITEN DIE DOOR TEN MINSTE ÉÉN LIDSTAAT NIET ALS STAAT WORDEN ERKEND

Taiwan

.

(*1)  Onder voorbehoud van wederkerigheid."

Gedaan te Brussel, op 9 september 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

G. DOVŽAN


(1)   PB L 208I van 1.7.2020, blz. 1.

(2)   PB L 230 van 17.7.2020, blz. 26.

(3)   PB L 248 van 31.7.2020, blz. 26.

(4)   PB L 261 van 11.8.2020, blz. 83.

(5)   PB L 354 van 26.10.2020, blz. 19.

(6)   PB L 431 van 21.12.2020, blz. 75.

(7)   PB L 33 van 29.1.2021, blz. 1.

(8)   PB L 41 van 4.2.2021, blz. 1.

(9)   PB L 165I van 11.5.2021, blz. 66.

(10)   PB L 198 van 4.6.2021, blz. 1.

(11)   PB L 221 van 21.6.2021, blz. 12.

(12)   PB L 235 van 2.7.2021, blz. 27.

(13)   PB L 255 van 16.7.2021, blz. 3.

(14)   PB L 306 van 31.8.2021, blz. 4.

(15)   PB L 182 van 21.5.2021, blz. 1.

(16)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(17)   PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(18)   PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(19)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(20)   PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(21)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).


Top