Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020D1697

    Besluit (EU) 2020/1697 van de Raad van 12 oktober 2020 over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Bilaterale Raad van Toezicht die is opgericht in het kader van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid, inzake Besluit nr. 0010 tot vaststelling van bijlage 3 bij de overeenkomst

    PB L 381 van 13.11.2020, p. 18–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/1697/oj

    13.11.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 381/18


    BESLUIT (EU) 2020/1697 VAN DE RAAD

    van 12 oktober 2020

    over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Bilaterale Raad van Toezicht die is opgericht in het kader van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid, inzake Besluit nr. 0010 tot vaststelling van bijlage 3 bij de overeenkomst

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid (1) (“de overeenkomst”) is namens de Unie goedgekeurd bij Besluit 2011/719/EU van de Raad (2) en op 1 mei 2011 in werking getreden.

    (2)

    Een van de belangrijkste doelstellingen van de overeenkomst is het verbeteren van de aloude samenwerkingsrelatie tussen Europa en de Verenigde Staten om wereldwijd de burgerluchtvaartveiligheid op hoog niveau te garanderen en de economische belasting van de luchtvaartsector en exploitanten als gevolg van overbodige regels voor toezicht tot een minimum te beperken.

    (3)

    Wijziging 1 (3) van de overeenkomst breidt het toepassingsgebied van artikel 2.B van de overeenkomst uit met onder meer de afgifte van bevoegdheidsbewijzen aan en de opleiding van personeel, en wordt sinds 13 december 2017 overeenkomstig artikel 3 van Besluit (EU) 2018/61 voorlopig toegepast (4).

    (4)

    Artikel 5 van de overeenkomst, als gewijzigd, voorziet in de toevoeging van nieuwe bijlagen aan de overeenkomst met betrekking tot kwesties die binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen.

    (5)

    De twee bevoegde technische instanties in de zin van artikel 1.F van de overeenkomst, namelijk het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) voor de Europese Unie (EU) en de Federal Aviation Administration (FAA) voor de Verenigde Staten (VS), hebben aan de Bilaterale Raad van Toezicht een voorstel gedaan om een nieuwe bijlage 3 aan de overeenkomst toe te voegen. De bijlage betreft de wederzijdse aanvaarding van verklaringen van overeenstemming en documentatie, alsook het verlenen van technische assistentie bij de afgifte van bevoegdheidsbewijzen aan privépiloten en bij het toezicht op de naleving.

    (6)

    Een vereenvoudiging van de omzetting van bevoegdheidsbewijzen van privépiloten en van bepaalde bevoegdverklaringen zal ervoor zorgen dat piloten die in de Unie verblijven, vliegen op basis van bevoegdheidsbewijzen en bevoegdverklaringen die overeenkomstig de EU-regelgeving zijn afgegeven, onder toezicht van de autoriteiten van de EU-lidstaten, alsmede hun kwalificaties in EU-opleidingsorganisaties ontwikkelen en onderhouden. Dit zal bovendien grote praktische voordelen hebben voor talrijke piloten die in de Unie en in de VS verblijven, zonder dat de veiligheid in het gedrang wordt gebracht.

    (7)

    Artikel 19.C van de overeenkomst bepaalt dat de afzonderlijke bijlagen in werking treden na een besluit van de overeenkomstig artikel 3 opgerichte Bilaterale Raad van Toezicht.

    (8)

    Het is passend om het namens de Unie in de Bilaterale Raad van Toezicht in te nemen standpunt te bepalen overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Besluit 2011/719/EU van de Raad, met betrekking tot Besluit nr. 0010 van de Bilaterale Raad van Toezicht tot vaststelling van bijlage 3 betreffende de afgifte van bevoegdheidsbewijzen, overeenkomstig artikel 3.C.7 en artikel 19.C van de overeenkomst.

    (9)

    Het standpunt van de Unie in de Bilaterale Raad van Toezicht dient derhalve te worden gebaseerd op Ontwerpbesluit nr. 0010 van de Bilaterale Raad van Toezicht en op de gezamenlijke verklaring,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Bilaterale Raad van Toezicht, overeenkomstig de artikelen 3 en 19 van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de reglementering van de burgerluchtvaartveiligheid (“de overeenkomst”), met betrekking tot de vaststelling van een besluit van de Bilaterale Raad van Toezicht tot vaststelling van bijlage 3 bij de overeenkomst, wordt gebaseerd op Ontwerpbesluit nr. 0010 van de Bilaterale Raad van Toezicht, en op de ondertekening van de gezamenlijke verklaring (5).

    Artikel 2

    Na vaststelling wordt het besluit van de Bilaterale Raad van Toezicht bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Luxemburg, 12 oktober 2020.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. BORRELL FONTELLES


    (1)  PB L 291 van 9.11.2011, blz. 3.

    (2)  Besluit 2011/719/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid (PB L 291 van 9.11.2011, blz. 1).

    (3)  PB L 11 van 16.1.2018, blz. 3.

    (4)  Besluit (EU) 2018/61 van de Raad van 21 maart 2017 inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van een wijziging van de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten van Amerika en de Europese Gemeenschap betreffende samenwerking op het gebied van de regulering van de burgerluchtvaartveiligheid (PB L 11 van 16.1.2018, blz. 1).

    (5)  Zie document ST 11004/19 op http://register.consilium.europa.eu


    Top