EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D1996

Besluit (EU) 2018/1996 van de Commissie van 14 december 2018 tot vaststelling van interne regels voor de verstrekking van informatie aan betrokkenen en de beperking van bepaalde hun toekomende rechten in het kader van de verwerking van persoonsgegevens voor handelsbeschermings- en handelsbeleidsonderzoeken

C/2018/8811

PB L 320 van 17.12.2018, p. 40–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2018/1996/oj

17.12.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 320/40


BESLUIT (EU) 2018/1996 VAN DE COMMISSIE

van 14 december 2018

tot vaststelling van interne regels voor de verstrekking van informatie aan betrokkenen en de beperking van bepaalde hun toekomende rechten in het kader van de verwerking van persoonsgegevens voor handelsbeschermings- en handelsbeleidsonderzoeken

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 249, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In het kader van haar mandaat uit hoofde van de Verordeningen (EU) 2015/478 (1), (EU) 2015/755 (2), (EU) 2016/1036 (3) en (EU) 2016/1037 (4) van het Europees Parlement en de Raad voert de Commissie het handelsbeleid van de Unie.

(2)

Met name tijdens handelsbeschermingsonderzoeken is het onvermijdelijk dat persoonsgegevens in de zin van artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (5) worden verwerkt. De Commissie verzamelt informatie die voor haar onderzoekswerkzaamheden van belang is, waaronder persoonsgegevens. Onder voorbehoud van de verplichting tot bescherming van vertrouwelijke informatie moet alle informatie die door een bij het onderzoek betrokken partij wordt verstrekt, middels toegang tot het niet-vertrouwelijke dossier onverwijld beschikbaar worden gesteld aan andere belanghebbende partijen die aan een onderzoek deelnemen. Deze overdracht van gegevens is noodzakelijk en wettelijk verplicht voor de onderbouwing van rechtsvorderingen van de belanghebbende partijen. De taken van de Commissie op het gebied van handelsbeleid en handelsbescherming zijn de primaire verantwoordelijkheid van het directoraat-generaal Handel („DG Handel”), waarvan de organisatorische entiteiten als verwerkingsverantwoordelijke optreden.

(3)

Door de Commissie verwerkte persoonsgegevens zijn bijvoorbeeld identificatiegegevens, contactgegevens, professionele gegevens en gegevens die verband houden met het onderwerp van het onderzoek of daarmee in verband worden gebracht. De persoonsgegevens worden opgeslagen in een beveiligde elektronische omgeving om onwettige toegang tot of overdracht van gegevens aan personen buiten de Commissie te voorkomen. Bepaalde persoonsgegevens kunnen worden opgenomen in een afzonderlijke elektronische omgeving waartoe een gereglementeerd aantal partijen die belang hebben bij het onderzoek toegang hebben. De persoonsgegevens worden bij de met het onderzoek belaste diensten van de Commissie bewaard tot het einde van het onderzoek. De administratieve bewaartermijn is vijf jaar, te rekenen vanaf het einde van het onderzoek. Aan het eind van de bewaartermijn wordt de zaakgerelateerde informatie, inclusief de persoonsgegevens, overgebracht naar de historische archieven van de Commissie (6).

(4)

Bij de uitvoering van haar taken is de Commissie verplicht de in artikel 8, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 16, lid 1, van het Verdrag verankerde rechten van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens te eerbiedigen, alsook de in Verordening (EU) 2018/1725 vastgestelde rechten. Tezelfdertijd moet de Commissie voldoen aan strikte regels van vertrouwelijkheid zoals vastgesteld in artikel 19 van Verordening (EU) 2016/1036, artikel 29 van Verordening (EU) 2016/1037, artikel 8 van Verordening (EU) 2015/478 en artikel 5 van Verordening (EU) 2015/755.

(5)

In bepaalde omstandigheden moeten de rechten van betrokkenen uit hoofde van Verordening (EU) 2018/1725 worden afgestemd op de vereiste doeltreffendheid van de onderzoeken, alsook op de volledige eerbiediging van de grondrechten en fundamentele vrijheden van andere betrokkenen. Met het oog hierop voorziet artikel 25, lid 1, onder c), g) en h), van Verordening (EU) 2018/1725 in de mogelijkheid voor de Commissie om de toepassing van de artikelen 14 tot en met 17, 19, 20 en 35, alsook het in artikel 4, lid 1, onder a), bedoelde transparantiebeginsel, te beperken voor zover de bepalingen daarvan overeenstemmen met de rechten en verplichtingen waarin de artikelen 14 tot en met 17, 19, 20 en 35 van die verordening voorzien.

(6)

Teneinde de doeltreffendheid van handelsbeschermingsonderzoeken te waarborgen en tezelfdertijd de normen voor de bescherming van persoonsgegevens te beschermen in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad, waarmee Verordening (EG) nr. 45/2001 (7) is vervangen, is het noodzakelijk interne regels vast te stellen volgens welke de Commissie de rechten van betrokkenen kan beperken overeenkomstig artikel 25, lid 1, onder c), g) en h), van Verordening (EU) 2018/1725.

(7)

Het is derhalve noodzakelijk interne regels vast te stellen die van toepassing zijn op alle gegevensverwerkende activiteiten die de Commissie bij de uitvoering van haar onderzoekstaak op het gebied van handelsbescherming uitvoert. Die regels moeten van toepassing zijn op gegevensverwerkende activiteiten die vóór de opening van een onderzoek, tijdens onderzoeken en tijdens de monitoring van de follow-up van de resultaten van onderzoeken worden uitgevoerd.

(8)

Om te voldoen aan de artikelen 14, 15 en 16 van Verordening (EU) 2018/1725 moet de Commissie middels een op haar website gepubliceerde privacyverklaring alle personen op transparante en coherente wijze informeren over haar activiteiten in verband met de verwerking van hun persoonsgegevens en over hun rechten. In voorkomend geval moet de Commissie in aanvullende waarborgen voorzien om ervoor te zorgen dat de betrokkenen individueel en in een geschikte vorm op de hoogte worden gesteld.

(9)

Uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 kan de Commissie ook de informatieverstrekking aan betrokkenen en de uitoefening van andere rechten van betrokkenen beperken om zijn eigen handelsbeschermingsonderzoeken, alsook de rechten van andere bij zijn onderzoeken betrokken personen, te beschermen.

(10)

Bovendien kan het voor de Commissie om doeltreffende samenwerking te handhaven noodzakelijk zijn om de toepassing van rechten van betrokkenen te beperken teneinde de gegevensverwerkende activiteiten van andere instellingen, organen, bureaus en agentschappen van de Unie of van bevoegde instanties van de lidstaten te beschermen. De Commissie moet hiertoe die instellingen, organen, bureaus, agentschappen en instanties raadplegen in verband met de relevante gronden voor die beperkingen en de noodzaak en evenredigheid daarvan.

(11)

Het kan ook zijn dat de Commissie de verstrekking van informatie aan betrokkenen en de toepassing van andere rechten van betrokkenen in verband met persoonsgegevens die zijn ontvangen van derde landen of internationale organisaties moet beperken om aan haar verplichting tot samenwerking met deze landen of organisaties te voldoen en zo te beantwoorden aan een belangrijke doelstelling van algemeen openbaar belang van de Unie. In sommige omstandigheden kunnen het belang of de grondrechten van de betrokkenen evenwel prevaleren boven het belang van internationale samenwerking.

(12)

De Commissie moet alle beperkingen op transparante wijze behandelen en registreren in het desbetreffende registratiesysteem.

(13)

Krachtens artikel 25, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1725 kunnen verwerkingsverantwoordelijken het verstrekken van informatie over de redenen voor de toepassing van een beperking aan de betrokkene uitstellen, achterwege laten of weigeren indien dit op welke wijze dan ook het doel van de beperking in het gedrang zou brengen. Dit is met name het geval voor beperkingen van de in de artikelen 16 en 35 van Verordening (EU) 2018/1725 bedoelde rechten.

(14)

De Commissie moet de opgelegde beperkingen regelmatig evalueren om te garanderen dat het recht van de betrokkene om te worden geïnformeerd overeenkomstig de artikelen 16 en 35 van Verordening (EU) 2018/1725 slechts wordt beperkt zolang dergelijke beperkingen noodzakelijk zijn om het de Commissie mogelijk te maken haar handelsbeschermingsonderzoeken uit te voeren.

(15)

Worden andere rechten van betrokkenen beperkt, dan moet de verwerkingsverantwoordelijke per geval beoordelen of de mededeling van de beperking het doel ervan in het gedrang zou brengen.

(16)

De functionaris voor gegevensbescherming van de Europese Commissie moet een onafhankelijke evaluatie van de toepassing van beperkingen verrichten met het oog op de naleving van dit besluit.

(17)

Verordening (EU) 2018/1725 vervangt Verordening (EG) nr. 45/2001 zonder enige overgangsperiode vanaf de datum waarop Verordening (EU) 2018/1725 in werking treedt. Verordening (EG) nr. 45/2001 voorzag in de mogelijkheid om beperkingen toe te passen op bepaalde rechten van betrokkenen. Om te voorkomen dat het handelsbeleid en het voeren van handelsbeschermingsonderzoeken in het gedrang komen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) 2018/1725.

(18)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 30 november 2018 advies uitgebracht,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.   Bij dit besluit worden de voorschriften vastgesteld die door de Commissie bij de uitvoering van handelsbeleids- en handelsbeschermingsonderzoeken moeten worden nageleefd om betrokkenen te informeren over de verwerking van hun gegevens overeenkomstig de artikelen 14, 15 en 16 van Verordening (EU) 2018/1725.

Voorts worden de voorwaarden vastgesteld waaronder de Commissie de toepassing van de artikelen 4, 14 tot en met 17, 19, 20 en 35 van Verordening (EU) 2018/1725 overeenkomstig artikel 25, lid 1, onder c), g) en h), van die verordening kan beperken.

2.   Dit besluit is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door de Commissie met het oog op of in verband met de activiteiten ter vervulling van haar taken uit hoofde van de Verordeningen (EU) 2016/1036, (EU) 2016/1037, (EU) 2015/478 en (EU) 2015/755.

3.   Dit besluit is van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens door alle diensten van de Commissie voor zover het gaat om persoonsgegevens die vervat zijn in informatie die zij verplicht door moeten geven aan de Commissie, of om persoonsgegevens die reeds door de Commissie zijn verwerkt met het oog op of in verband met de in lid 2 van dit artikel bedoelde activiteiten.

Artikel 2

Uitzonderingen en beperkingen

1.   Bij de uitoefening van haar taken met betrekking tot de rechten van betrokkenen overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 gaat de Commissie na of een van de in die verordening vastgestelde uitzonderingen van toepassing is.

2.   Onverminderd de artikelen 3 tot en met 7 van dit besluit kan de Commissie de toepassing van de artikelen 14 tot en met 17, 19, 20 en 35 van Verordening (EU) 2018/1725, evenals het in artikel 4, lid 1, onder a), van die verordening neergelegde transparantiebeginsel beperken voor zover de bepalingen ervan overeenkomen met de in de artikelen 14 tot en met 17, 19, 20 en 35 van die verordening bedoelde rechten en verplichtingen, wanneer de uitoefening van die rechten en verplichtingen het doel van de handelsbeleids- en handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie in het gedrang zou brengen of afbreuk zou doen aan de rechten en vrijheden van andere betrokkenen.

3.   Onverminderd de artikelen 3 tot en met 7 van dit besluit kan de Commissie in de volgende omstandigheden de rechten en verplichtingen als bedoeld in de tweede alinea van dit artikel tevens beperken met betrekking tot persoonsgegevens die zijn verkregen van andere instellingen, organen, agentschappen en bureaus van de Unie, bevoegde instanties van de lidstaten of derde landen, of internationale organisaties:

a)

wanneer de uitoefening van die rechten en verplichtingen door andere instellingen, organen, agentschappen en bureaus van de Unie kan worden beperkt op basis van andere handelingen bedoeld in artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 of overeenkomstig hoofdstuk IX van die verordening, Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad (8) of Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad (9);

b)

wanneer de uitoefening van die rechten en verplichtingen door bevoegde instanties van de lidstaten kan worden beperkt op basis van handelingen als bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (10) of uit hoofde van nationale maatregelen ter omzetting van artikel 13, lid 3, artikel 15, lid 3, of artikel 16, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad (11);

c)

wanneer de uitoefening van die rechten en verplichtingen de samenwerking van de Commissie met derde landen of internationale organisaties bij het voeren van handelsbeschermingsonderzoeken in het gedrang kan brengen.

Alvorens beperkingen toe te passen in de onder de punten a) en b) van de eerste alinea vermelde omstandigheden, raadpleegt de Commissie de relevante instellingen, organen, agentschappen en bureaus van de Unie of bevoegde instanties van de lidstaten, tenzij het voor de Commissie duidelijk is dat in de toepassing van een beperking is voorzien in een van de handelingen waarnaar in die punten wordt verwezen.

Punt c) van de eerste alinea is niet van toepassing wanneer de belangen of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkenen prevaleren boven het belang van de Commissie om samen te werken met derde landen of internationale organisaties.

4.   De leden 1, 2 en 3 doen niet af aan de toepassing van andere besluiten van de Commissie tot vaststelling van interne voorschriften betreffende het verstrekken van informatie aan betrokkenen, noch aan de beperking van bepaalde rechten uit hoofde van artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725 en artikel 23 van het reglement van orde van de Commissie.

Artikel 3

Informatieverstrekking aan betrokkenen

1.   De Commissie publiceert op haar website een privacyverklaring waarin alle betrokkenen worden geïnformeerd over haar handelsbeschermingsactiviteiten waarbij hun persoonsgegevens worden verwerkt. In voorkomend geval zorgt de Commissie ervoor dat de betrokkenen individueel en in een geschikte vorm op de hoogte worden gesteld.

2.   Wanneer de Commissie de informatieverstrekking aan betrokkenen waarvan gegevens zijn verwerkt in het kader van handelsbeleids- of handelsbeschermingsonderzoeken geheel of gedeeltelijk beperkt, registreert zij de redenen voor de beperking overeenkomstig artikel 6.

Artikel 4

Recht van inzage van betrokkenen, recht op wissing en recht op beperking van de verwerking

1.   Wanneer de Commissie het recht van inzage in persoonsgegevens door betrokkenen, het recht op wissing of het recht op beperking van de in respectievelijk de artikelen 17, 19 en 20 van Verordening (EU) 2018/1725 bedoelde verwerking geheel of gedeeltelijk beperkt, informeert zij de betrokkene in haar antwoord op het verzoek om inzage, wissing of beperking van de verwerking over de toegepaste beperking en de belangrijkste redenen daarvoor, alsook over de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming of om beroep in te stellen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

2.   De verstrekking van informatie over de redenen voor de in lid 1 bedoelde beperking kan worden uitgesteld, achterwege gelaten of geweigerd wanneer die verstrekking het doel van de beperking zou ondermijnen.

3.   De Commissie registreert de redenen voor de beperking overeenkomstig artikel 6.

4.   Wanneer het recht van inzage geheel of gedeeltelijk wordt beperkt, oefent de betrokkene zijn recht van inzage uit via de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, in overeenstemming met artikel 25, leden 6, 7 en 8, van Verordening (EU) 2018/1725.

Artikel 5

Mededeling van inbreuken in verband met persoonsgegevens aan betrokkenen

Wanneer de Commissie de in artikel 35 van Verordening (EU) 2018/1725 bedoelde mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene beperkt, registreert zij de redenen voor de beperking overeenkomstig artikel 6 van dit besluit.

Artikel 6

Registratie van beperkingen

1.   De Commissie tekent de redenen op voor beperkingen op grond van dit besluit en evalueert daarbij de noodzaak en de evenredigheid van de beperking, met inachtneming van de relevante elementen in artikel 25, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725.

Daarbij wordt in het register aangegeven hoe de uitoefening van het recht het doel van handelsbeleids- en handelsbeschermingsonderzoeken of van krachtens artikel 2, lid 2 of lid 3, toegepaste beperkingen in het gedrang zou brengen of afbreuk zou doen aan de rechten en vrijheden van andere betrokkenen.

2.   De opgetekende gegevens en de eventuele documenten met de onderliggende feitelijke en juridische elementen worden geregistreerd. Ze worden desgevraagd aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming verstrekt.

Artikel 7

Duur van de beperkingen

1.   Beperkingen als bedoeld in de artikelen 3, 4 en 5 blijven van toepassing zolang de redenen daarvoor blijven bestaan.

2.   Wanneer de redenen voor een in artikel 3 of 5 bedoelde beperking niet langer van toepassing zijn, heft de Commissie de beperking op en informeert zij de betrokkene over de belangrijkste redenen voor de beperking. Tegelijkertijd informeert de Commissie de betrokkene over de mogelijkheid om te allen tijde een klacht in te dienen bij de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming of om beroep in te stellen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie.

3.   De Commissie evalueert de toepassing van de in de artikelen 3 en 5 bedoelde beperking om de zes maanden na de vaststelling ervan alsook bij de afsluiting van het onderzoek. Daarna evalueert de Commissie/verwerkingsverantwoordelijke jaarlijks de noodzaak om eventuele beperkingen/uitstelperioden te handhaven.

Artikel 8

Evaluatie door de functionaris voor gegevensbescherming van de Europese Commissie

1.   De functionaris voor gegevensbescherming wordt onverwijld geïnformeerd wanneer rechten van betrokkenen overeenkomstig dit besluit worden beperkt. De Commissie verleent de functionaris voor gegevensbescherming desgevraagd inzage in het register en eventuele documenten met onderliggende feitelijke en juridische elementen.

2.   De functionaris voor gegevensbescherming kan om een evaluatie van de beperkingen verzoeken. De functionaris voor gegevensbescherming wordt schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomst van de gevraagde evaluatie.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing met ingang van 11 december 2018.

Gedaan te Brussel, 14 december 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16).

(2)  Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33).

(3)  Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21).

(4)  Verordening (EU) 2016/1037 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB L 176 van 30.6.2016, blz. 55).

(5)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(6)  De bewaring van dossiers bij de Commissie wordt geregeld bij de gezamenlijke bewaarlijst, een regelgevend document waarvan de laatste versie SEC(2012) 713 is, in de vorm van een tijdschema waarin de bewaartermijnen voor de verschillende soorten dossiers van de Commissie zijn vastgesteld.

(7)  Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) 2016/794 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (Europol) en tot vervanging en intrekking van de Besluiten 2009/371/JBZ, 2009/934/JBZ, 2009/935/JBZ, 2009/936/JBZ en 2009/968/JBZ van de Raad (PB L 135 van 24.5.2016, blz. 53).

(9)  Verordening (EU) 2017/1939 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende nauwere samenwerking bij de instelling van het Europees Openbaar Ministerie („het EOM”) (PB L 283 van 31.10.2017, blz. 1).

(10)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(11)  Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 89).


Top