Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32018D1993

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1993 van de Raad van 11 december 2018 inzake de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons

    ST/13422/2018/INIT

    PB L 320 van 17.12.2018, p. 28–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2018/1993/oj

    17.12.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 320/28


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1993 VAN DE RAAD

    van 11 december 2018

    inzake de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gelet op Besluit 2014/415/EU van de Raad van 24 juni 2014 inzake de regeling voor de toepassing van de solidariteitsclausule door de Unie (1), en met name artikel 9, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Dit besluit gaat over de aanpassing van de geïntegreerde EU-regeling politieke crisisrespons (IPCR), die op 25 juni 2013 is goedgekeurd door de Raad en waarnaar wordt verwezen in artikel 1, lid 2, van Besluit 2014/415/EU. De IPCR moet tijdige coördinatie en respons op het politieke niveau van de Unie mogelijk maken in geval van crises, ongeacht of de oorsprong daarvan binnen of buiten de Unie ligt, en die een brede impact of politieke betekenis hebben.

    (2)

    De IPCR moet de regeling voor de toepassing van de solidariteitsclausule ondersteunen. Zoals in Besluit 2014/415/EU wordt onderkend, kan de IPCR worden gebruikt voorafgaand aan de inroeping van de solidariteitsclausule en na de uitfasering van de respons. De IPCR moet bijgevolg zodanig zijn ontworpen dat zij relevant is in de context van de inroeping maar ook onafhankelijk van de inroeping van de solidariteitsclausule.

    (3)

    De responsregeling op Unieniveau moet leiden tot grotere doeltreffendheid door betere coördinatie, op basis van bestaande instrumenten en met inachtneming van de bevoegdheden van de instellingen, alsmede de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de lidstaten.

    (4)

    De Raad is, uit hoofde van artikel 16 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), de instelling met beleidsbepalende en coördinerende taken en moet worden belast met de IPCR, die immers betrekking heeft op coördinatie en respons op het politieke niveau van de Unie. In overeenstemming met artikel 222, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) is de Raad de instelling waar coördinatie plaatsvindt voor de toepassing van de solidariteitsclausule door de Unie en door de lidstaten op grond van artikel 1, lid 2, van Besluit 2014/415/EU.

    (5)

    Het Comité van permanente vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten bij de Europese Unie (Coreper), dat is opgericht bij artikel 240 VWEU, is krachtens het VEU en het VWEU alsook het reglement van orde van de Raad verantwoordelijk voor de voorbereiding van de werkzaamheden van alle zittingen van de Raad en voor de samenhang van het beleid en de maatregelen van de Unie.

    De verantwoordelijkheid van het Coreper op de gebieden van het beleid van de Unie en de combinatie van snelheid en een hoog niveau van politieke betrokkenheid geven het Coreper een centrale plaats in de activiteiten van de IPCR binnen de Raad. Gezien de algemene politieke verantwoordelijkheid van het voorzitterschap tijdens elke termijn moet het voorzitterschap op Coreper-niveau het IPCR-proces leiden.

    (6)

    Het bij artikel 71 VWEU ingestelde Permanent Comité operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid zorgt ervoor dat binnen de Unie de operationele samenwerking op het gebied van de binnenlandse veiligheid wordt bevorderd en versterkt. Onverminderd artikel 240 bevordert het comité de coördinatie van het optreden van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten.

    (7)

    Het bij artikel 38 VEU opgericht Politiek en Veiligheidscomité (PVC) volgt de internationale situatie op de onder het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) vallende gebieden en draagt bij tot het bepalen van het beleid door adviezen aan de Raad uit te brengen, onverminderd de rol van het Coreper. Als zich een crisis voordoet met ontwikkelingen op de onder het GBVB vallende gebieden, is nauwe coördinatie tussen de voorzitters van het Coreper en het PVC noodzakelijk.

    (8)

    De Commissie is de instelling die het algemeen belang van de Unie bevordert en daartoe passende initiatieven neemt en toeziet op de toepassing van zowel de Verdragen als de maatregelen die de instellingen vaststellen krachtens artikel 17 VEU, en speelt een sleutelrol wanneer zij deelneemt aan de IPCR.

    (9)

    De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) en de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) beschikken over deskundigheid op het gebied van inlichtingen en militaire zaken, alsmede over een netwerk van delegaties die kunnen bijdragen tot de respons op crises met een externe dimensie. Afhankelijk van de crisis moeten andere structuren en agentschappen van de Unie op het gebied van het GBVB of het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid, waar passend, ondersteuning bieden in overeenstemming met de toepasselijke bepalingen van het Unierecht.

    (10)

    Elke crisis kan eigen kenmerken vertonen die tot een adequate aanpak in Raadsverband nopen. Deze IPCR wil flexibel en aanpasbaar zijn, zodat de politieke inzet en de vereiste steun aansluiten op wat er voor de crisis nodig is. De flexibiliteit wordt verwezenlijkt door de twee vormen van activering, namelijk het delen van informatie of volledige activering, en de mogelijkheden om de desbetreffende actoren bij één en ander te betrekken. Aanpasbaarheid verwijst naar het niveau van politieke besluitvorming.

    (11)

    De Commissie en de HV hebben in 2013 actief bijgedragen tot de vormgeving en de creatie van de IPCR. Sinds de instelling van de IPCR hebben de Commissie en de HV altijd besloten steun te verlenen voor de IPCR en zijn zij steeds vastbesloten geweest bij te dragen tot de uitvoering ervan. De bijdrage van de Commissie en de HV aan de IPCR moet ook in dit besluit worden opgenomen, met volledige inachtneming van de bevoegdheden van de Commissie en de HV.

    (12)

    De IPCR-regeling is veelvuldig gebruikt ter ondersteuning van informatie-uitwisseling over complexe crises (monitoringpagina's voor Syrië/Irak, Jemen, ebola, Oekraïne, Nepal, ...), en over crisiscommunicatie (beste praktijken en communicatiestrategieën), humanitaire bijstand en terrorismebestrijding. De IPCR is in oktober 2015 voor het eerst geactiveerd voor de vluchtelingen- en migratiecrisis. Sinds de activering heeft de regeling een belangrijke rol gespeeld bij de monitoring en ondersteuning van de respons op de crisis, en bij de rapportage aan het Coreper, de Raad en de Europese Raad. De regeling is tevens gebruikt voor het oefenen van de respons van de Unie op ernstige crises veroorzaakt door cyberaanvallen, natuurrampen of hybride dreigingen.

    (13)

    De standaardwerkwijzen van de IPCR, die reeds onder de huidige IPCR-regeling bestaan en in een afzonderlijk document zijn opgenomen, moeten verder worden ontwikkeld en aangepast, indien noodzakelijk, om een duidelijke beschrijving van de procedures, en van de acties die van elke actor in het IPCR-proces worden verwacht, te verkrijgen.

    (14)

    De standaardwerkwijzen van de geïntegreerde situatiekennis- en -analyse (Integrated Situational Awareness and Analysis — ISAA), die de Commissie en de EDEO aansluitend op de standaardwerkwijzen van de IPCR hebben ontwikkeld binnen hun respectieve rol en verantwoordelijkheden, moeten met name uitvoerige voorschriften bevatten over de werking van de productie van ISAA en de wijze van integreren van door de lidstaten verstrekte informatie. Het zal bij het maken van ISAA van cruciaal belang zijn de potentiële synergie tussen belanghebbenden en bestaande middelen, structuren en vermogens op Unieniveau volledig te benutten en daarbij te vermijden dat de huidige structuren elkaar gaan overlappen en dat er nieuwe permanente structuren worden opgezet.

    (15)

    Er is een informeel IPCR-netwerk van crisisvoorlichters bestaande uit communicatiedeskundigen van de lidstaten en relevante organen van de Unie ingesteld om bij te dragen tot de paraatheid door met name de uitwisseling van beste praktijken en lessen die zijn getrokken.

    (16)

    Overeenkomstig artikel 346, lid 1, onder a), VWEU, is geen enkele lidstaat gehouden inlichtingen te verstrekken waarvan de verbreiding naar zijn mening strijdig zou zijn met de wezenlijke belangen van zijn veiligheid. Alle gerubriceerde gegevens worden behandeld overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad (2),

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.   Onderhavig besluit bevat de geïntegreerde Unieregeling politieke crisisrespons (Integrated Political Crisis Response — IPCR). De IPCR zorgt ervoor dat op het politieke niveau van de Unie tijdig coördinatie plaatsvindt en een respons tot stand wordt gebracht in geval van crisissen, van interne of externe oorsprong, die ernstige gevolgen of een grote politieke betekenis hebben.

    2.   De IPCR verschaft de Raad de nodige instrumenten en soepelheid voor het nemen van beslissingen over de respons van de Unie, mede door snel overleg te plegen en mogelijke actievoorstellen naar voren te brengen. De politieke controle op en de strategische aansturing van alle fasen van het IPCR-proces geschieden onder leiding van het voorzitterschap van de Raad, met volledige inachtneming van de bevoegdheden van de Commissie en de HV.

    3.   De IPCR bestaat uit één enkele regeling, zodat op politiek niveau in de Unie coherent, efficiënt en tijdig kan worden gereageerd op crisissen. De IPCR wordt door de Raad gebruikt om op politiek niveau te zorgen voor coördinatie bij het inroepen van de solidariteitsclausule van artikel 1, lid 2, van Besluit 2014/415/EU van de Raad uit hoofde van artikel 222, lid 3, VWEU.

    4.   Deze regeling komt niet in de plaats van, en vormt geen doublure met, bestaande mechanismen of regelingen van de Unie.

    Artikel 2

    Architectuur van de IPCR

    1.   Er zijn twee manieren waarop de IPCR in werking kan worden gesteld, en de keuze daarvan wordt door het voorzitterschap gemaakt op grond van de ernst van de crisis en de behoeften voor de respons:

    a)

    in de modus informatiedelen, die een duidelijk beeld van de situatie moet geven en het pad moet effenen voor eventuele volledige activering;

    b)

    in de modus volledige activering, hetgeen betekent dat responsmaatregelen worden voorbereid.

    2.   De IPCR bestaat uit een aantal dragende elementen die van essentieel belang zijn om een feitelijk onderbouwde besluitvorming in de Raad en een effectieve politieke coördinatie op Unieniveau te waarborgen. Deze dragende elementen zijn:

    a)

    een door het voorzitterschap bijeengeroepen informele rondetafel, met de steun en het advies van het secretariaat-generaal van de Raad („SGR”), als bedoeld in artikel 7;

    b)

    een vermogen inzake geïntegreerde situatiekennis- en -analyse (integrated situational awareness and analysis — „ISAA”) ontwikkeld door de diensten van de Commissie en de EDEO, beide handelend volgens hun rol en hun taken, als bedoeld in artikel 8;

    c)

    een speciaal beschermd webplatform van de Raad, waarmee de informatie tijdig kan worden uitgewisseld, als bedoeld in artikel 9; en

    d)

    een zeven dagen per week en 24 uur per dag beschikbaar centraal contactpunt op het niveau van de Unie voor de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en andere belanghebbenden, dat door het Coördinatiecentrum voor respons in noodsituaties van de Europese Commissie wordt ingesteld, als bedoeld in artikel 10.

    3.   Teneinde de besluitvorming op het politieke niveau van de Unie te bespoedigen, hebben de in lid 2, onder a), b) en c), bedoelde dragende elementen de volgende kenmerken:

    a)

    zij zijn toegesneden op de behoeften van het politieke besluitvormingsniveau, onder aansturing van het voorzitterschap nadat de IPCR is geactiveerd, en in overleg met de diensten van de Commissie en de EDEO;

    b)

    zij kunnen worden gebruikt in de voornaamste door de crisis getroffen sectoren;

    c)

    zij vormen een consistent geheel dat de verschillende dimensies van de crisis omspant;

    d)

    zij zijn voldoende gedetailleerd, en

    e)

    zij worden tijdig genoeg verstrekt om nog formeel besproken te kunnen worden.

    Artikel 3

    Definities

    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

    a)   „crisis”: een situatie met een dermate brede invloed of politieke betekenis dat zij een tijdige beleidscoördinatie en respons op politiek niveau in de Unie vereist;

    b)   „respons”: bij een crisis genomen maatregelen om de nadelige gevolgen daarvan te bestrijden.

    Artikel 4

    Activering

    1.   In geval van een crisis wordt het besluit tot activering van de IPCR genomen door het voorzitterschap. Elke lidstaat kan het voorzitterschap daartoe verzoeken.

    2.   Wanneer de solidariteitsclausule wordt ingeroepen, activeert het voorzitterschap de IPCR terstond in volledige modus, overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Besluit 2014/415/EU, voor zover zulks nog niet is gebeurd.

    3.   Wanneer de solidariteitsclausule niet is ingeroepen, raadpleegt het voorzitterschap, alvorens tot activering te besluiten, in voorkomend geval de getroffen lidstaten, alsmede de Commissie en de HV.

    4.   Het voorzitterschap wordt geadviseerd en ondersteund door het SGR. Het voorzitterschap kan ook een beroep doen op de deskundigheid van de diensten van de Commissie en de EDEO, binnen hun respectieve rol en verantwoordelijkheden, alsmede van de bevoegde agentschappen van de Unie, de lidstaten en de relevante belanghebbenden of organisaties.

    5.   Het besluit tot activering van de IPCR in de modus informatiedelen kan ook in overeenstemming tussen het SGR, de diensten van de Commissie en de EDEO worden genomen, in overleg met het voorzitterschap.

    6.   Afhankelijk van de ontwikkeling van de crisis en de politieke noodwendigheden kan het voorzitterschap te allen tijde besluiten de operatie in een hogere of lagere modus voort te zetten. Zolang de inroeping van de solidariteitsclausule gehandhaafd blijft, blijft de IPCR in volledige modus.

    7.   Het voorzitterschap stelt de secretaris-generaal van de Raad in kennis van het besluit tot het activeren van de IPCR. Het SGR brengt de Commissie en de HV, alsmede het kabinet van de voorzitter van de Europese Raad onmiddellijk op de hoogte.

    Artikel 5

    Deactivering

    Het besluit tot het deactiveren van de IPCR wordt genomen door het voorzitterschap, na overleg met de getroffen lidstaten, in voorkomend geval, alsook na overleg met de Commissie en de HV. De IPCR wordt niet gedeactiveerd zolang de inroeping van de solidariteitsclausule gehandhaafd blijft.

    Artikel 6

    Coreper-niveau

    1.   Ter waarborging van de coherentie van het beleid en het optreden van de Unie is het Coreper het standaardniveau waarop de supervisie van de uitvoering van de IPCR-regeling wordt verricht. Het voorzitterschap brengt het Coreper onverwijld op de hoogte van de voornaamste aspecten van de crisis en de beoogde procedure.

    2.   Het voorzitterschap besluit in het licht van de kenmerken van de crisis en de daaraan gerelateerde politieke behoeften van de respons om de te bespreken onderwerpen op de agenda van de passende voorbereidende instanties van de Raad te plaatsen, overeenkomstig het reglement van orde van de Raad. Al naar het geval regelt het zesmaandelijkse voorzitterschap de coördinatie met de vertegenwoordigers van de HV die de bevoegde voorbereidende instanties van de Raad voorzitten, en in voorkomend geval met de voorzitter van het Militair Comité, die deze instanties kunnen bijeenroepen.

    Artikel 7

    Rondetafels

    1.   Met de rondetafels wordt beoogd een nadere omschrijving te geven van de crisissituatie en deze te bestuderen, zodat de politieke besluitvorming met voldoende kennis van zaken geschiedt.

    2.   De rondetafels worden op initiatief van het voorzitterschap bijeengeroepen, met de steun en het advies van het SGR.

    3.   Het voorzitterschap neemt een besluit over de samenstelling van de rondetafels. De diensten van de Commissie en de EDEO worden uitgenodigd om de rondetafels bij te wonen en input te leveren in verband met hun respectieve bevoegdheidsterreinen. Ook het kabinet van de voorzitter van de Europese Raad wordt uitgenodigd. De getroffen lidstaten en andere relevante belanghebbenden en deskundigen in bepaalde aangelegenheden, waaronder vertegenwoordigers van derde landen en internationale organisaties, en de coördinator voor terrorismebestrijding van de Unie worden uitgenodigd om in voorkomend geval de rondetafel bij te wonen.

    4.   In de modus informatiedelen dient de rondetafel, wanneer deze door het voorzitterschap bijeen wordt geroepen, voornamelijk om de situatie te volgen, te evalueren of aan de informatievoorschriften is voldaan en te beoordelen of volledige activering nodig is. In geval van volledige activering zorgen de deelnemers aan de informele rondetafel, onder de leiding van het voorzitterschap, indien nodig voor de voorbereiding, ontwikkeling en actualisering van de ontwerpactievoorstellen die in voorkomend geval met het oog op een besluit ter bespreking aan de Raad moeten worden voorgelegd.

    Artikel 8

    Geïntegreerde situatiekennis en -analyse

    1.   Een ondersteuningsvermogen van de ISAA stelt rapporten op als inbreng in de besprekingen van de informele rondetafels en tijdens de zittingen van de Raad, de vergaderingen van diens voorbereidende instanties, en de bijeenkomsten van de Europese Raad.

    2.   De ISAA-rapporten worden toegesneden op de behoeften van het politieke niveau van de Unie, als omschreven door het voorzitterschap van de Raad. Te dien einde verstrekt het voorzitterschap na raadpleging van de diensten van de Commissie en de EDEO politieke en strategische sturing, en actualiseert het deze indien nodig.

    3.   Met het ISAA-ondersteuningsvermogen kan:

    a)

    informatie worden verzameld en uitgewisseld over de actuele situatie, de door de Unie en de lidstaten verrichte analyse, de besluiten en maatregelen die de relevante belanghebbenden hebben genomen of zullen nemen, en de door de relevante belanghebbenden geuite behoefte aan politieke coördinatie op Unieniveau;

    b)

    de onder a) bedoelde informatie worden verwerkt en een geïntegreerde situatieschets worden gemaakt; en

    c)

    een geïntegreerde analyse worden gemaakt, ook van de mogelijke ontwikkeling en de mogelijke gevolgen van de situatie.

    Hiertoe streven de lidstaten en de bevoegde agentschappen en -organen van de Unie ernaar om dit werk te ondersteunen en tijdig relevante informatie te verstrekken.

    4.   De ISAA is een instrument waarmee informatie kan worden gedeeld en input aan de lidstaten kan worden verstrekt, en die de Commissie en de HV van nut kan zijn bij hun activiteiten.

    5.   De ISAA wordt ontwikkeld door de diensten van de Commissie en de EDEO, binnen hun respectieve rol en verantwoordelijkheden en binnen hun bestaande middelen en vermogens. De ISAA moet ook gebaseerd zijn op belangrijke informatie en analyses van de lidstaten (bijvoorbeeld van de betreffende nationale crisiscentra) — vooral via het webplatform — en van de agentschappen van de Unie.

    6.   Bij de activering van de IPCR en tot de deactivering ervan is deze steun permanent beschikbaar. Tijdens de hele duur van de crisis moeten het voorzitterschap en de Raad er tijdig gebruik van kunnen maken, zodat proactieve crisisbeheersing mogelijk is. Afhankelijk van het crisisverloop kan het voorzitterschap besluiten om verhoging of vermindering van de steun van de ISAA te verzoeken. Het gewone toezicht van de sectorale bronnen van de Unie wordt voortgezet.

    7.   Afhankelijk van de aard van de crisis kunnen derde landen en internationale partners zoals de met Schengen geassocieerde landen van het Coreper toestemming krijgen voor toegang tot de ISAA-rapporten voor een specifieke crisis.

    Artikel 9

    Webplatform

    1.   Een speciaal webplatform, ontwikkeld en beheerd door het SGR, fungeert als basisinstrument voor de IPCR als elektronisch schakelpunt tussen de relevante belanghebbenden.

    2.   Toegang tot dit platform wordt beperkt tot personen die worden aangewezen door de relevante belanghebbenden, namelijk het secretariaat-generaal van de Raad (voor de Raad en de Europese Raad), de lidstaten, de Commissie, de EDEO (voor de HV) en de betrokken agentschappen van de Unie.

    3.   Om uitwisselingen op het webplatform te stimuleren, met name die van gevoelige aard, wordt informatie niet meegedeeld aan partijen die geen relevante belanghebbenden zijn als bedoeld in lid 2, tenzij het Coreper daar uitdrukkelijk toestemming voor verleent. Het SGR, in overleg met het voorzitterschap, wordt betrokken bij het beantwoorden van verzoeken om informatie van deze partijen.

    4.   Om dubbel werk te voorkomen, mag het webplatform niet een van de sectorale webinstrumenten van de Unie vervangen of erdoor worden vervangen. Informatie met een hogere rubricering dan RESTREINT UE/EU RESTRICTED wordt uitgewisseld via de desbetreffende geaccrediteerde kanalen.

    5.   Het webplatform is beschikbaar zelfs zonder dat de IPCR wordt geactiveerd, met name voor relevante achtergrondinformatie, oefeningen, geleerde lessen en opleidingsactiviteiten en voor de IPCR-contactpunten. Iedere keer dat de IPCR wordt geactiveerd, wordt een crisispagina gegenereerd.

    6.   Bij een crisis zonder IPCR-activering kan het SGR — in overeenstemming met het voorzitterschap — een „monitoringpagina” creëren, eventueel op verzoek van een betrokken lidstaat, de diensten van de Commissie of de EDEO. Deze pagina vergemakkelijkt de uitwisseling van informatie en zal fungeren als opslagplaats voor onmiddellijk beschikbare rapporten en situationele informatie. Het creëren van een monitoringpagina mag niet leiden tot de opstelling van ISAA-rapporten.

    7.   Op het IPCR-webplatform zijn ook specifieke thematische fora of „hubs” te vinden die met name buiten de crisisperioden worden gebruikt om te netwerken, informatie uit te wisselen en samen te werken, met als doel bij te dragen tot de paraatheid voor crisisbeheersing.

    8.   Het SGR raadpleegt het voorzitterschap en de delegaties in de Raad bij de planning van structurele veranderingen aan het platform.

    Artikel 10

    Centraal 24/7-Contactpunt

    Bij de activering van de IPCR is het centrale 24/7-contactpunt operationeel, waarbij de bevoegdheidsverdeling binnen de diensten van de Commissie en de EDEO en de bestaande informatienetwerken onverlet blijven.

    Artikel 11

    Standaardwerkwijzen

    1.   Het voorzitterschap, met de steun van het SGR, moet reeds bestaande IPCR-standaardwerkwijzen verder ontwikkelen en actualiseren om een duidelijk beeld te krijgen van de werkwijzen en de acties die van elke actor in het IPCR-proces worden verwacht. De lidstaten, de diensten van de Commissie en de EDEO wordt verzocht een bijdrage te leveren. Elke nieuwe versie van de IPCR-standaardwerkwijzen wordt ter goedkeuring aan het Coreper voorgelegd.

    2.   De Europese Commissie en de EDEO, binnen hun respectieve rol en verantwoordelijkheden, ontwikkelen ISAA-standaardwerkwijzen naar het voorbeeld van de IPCR-standaardwerkwijzen waarin wordt beschreven hoe het opstellen van ISAA in zijn werk gaat en hoe de door de lidstaten verstrekte informatie wordt geïntegreerd.

    Artikel 12

    Paraatheid

    1.   Teneinde de capaciteit om op politiek niveau in de Unie snel te reageren op crises verder te vergroten, moeten paraatheidsmaatregelen en een raamwerk voor een communicatiestrategie worden ontwikkeld. Deze maatregelen zullen beïnvloed zijn door de meest relevante zorgpunten voor een potentiële IPCR-activering, en worden geschraagd door een IPCR-beleid inzake paraatheid, met bijbehorend programma, dat alle onderdelen van het IPCR-vermogen beoogt te verbeteren.

    2.   Het beleid inzake paraatheid wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. Het programma inzake paraatheid wordt aan het Coreper voorgelegd.

    3.   Om de kennis en de gereedheid van alle relevante belanghebbenden te vergroten, moet opleiding op maat worden gegeven over de procedures en instrumenten die worden gebruikt in geval van een crisis waarbij coördinatie op het politieke niveau van de Unie vereist is.

    4.   Het IPCR-beleid inzake paraatheid behelst sectoroverschrijdende oefeningen alsmede een omschrijving van de procedures en nadere regels voor het plannen van oefeningen waar de IPCR bij betrokken is. De IPCR-oefeningen worden georganiseerd door het voorzitterschap, met de hulp van het SGR, en de lidstaten worden er op vrijwillige basis bij betrokken. De Commissie en de HV worden nauw bij deze werkzaamheden betrokken en worden uitgenodigd om in voorkomend geval een bijdrage te leveren. Iedere oefening waar de IPCR aan meedoet moet sporen met het IPCR-beleid inzake paraatheid.

    5.   Het IPCR-beleid inzake paraatheid draagt ook bij tot de verbetering van de communicatie met het publiek en de samenhang van het berichtenverkeer in crisistijden. Het informele netwerk van crisisvoorlichters (CCN) kan deze inspanningen ondersteunen.

    6.   Uit beide oefeningen en uit de concrete activering van de IPCR-regeling zullen lessen worden getrokken. Een gestructureerd proces van geleerde lessen zal worden toegepast.

    Artikel 13

    Europese Raad

    Afhankelijk van de crisis kan het nodig zijn tijdig op het niveau van de Europese Raad te overleggen of te beslissen. Daartoe zal ook het kabinet van de voorzitter van de Europese Raad worden uitgenodigd om volledig deel te nemen aan de IPCR vanaf het moment van activering, en voor activiteiten inzake paraatheid.

    Artikel 14

    Informatie en communicatie

    1.   Het voorzitterschap stelt het Europees Parlement onverwijld in kennis van de activering van de IPCR.

    2.   Een samenhangende communicatiestrategie, onder meer door gemeenschappelijke berichten, moet deel uitmaken van de responsmaatregelen die bij activering van de IPCR gepland zijn.

    Artikel 15

    Evaluatie

    1.   De regeling in het kader van dit besluit wordt geëvalueerd op basis van de geconstateerde behoeften, en in elk geval binnen twaalf maanden nadat ze is gedeactiveerd, teneinde de nodige lessen te trekken en toe te passen. De evaluatie wordt uitgevoerd in het kader van de Raad, op basis van inbreng van de lidstaten, de Commissie en de HV.

    2.   Dit besluit kan zo nodig worden herzien, met name om in te spelen op behoeften die de Raad bij de evaluatie heeft vastgesteld, overeenkomstig artikel 9, lid 3, van Besluit 2014/415/EU.

    Artikel 16

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 11 december 2018.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    G. BLÜMEL


    (1)  PB L 192 van 1.7.2014, blz. 53.

    (2)  Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde informatie van de Unie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).


    Top