This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32018D0952
Council Decision (EU) 2018/952 of 26 June 2018 on the position to be adopted, on behalf of the European Union, within the EEA Joint Committee concerning the amendment of Protocol 31 to the EEA Agreement, on cooperation in specific fields outside the four freedoms (budget line 33 02 03 01: ‘Company Law’) (Text with EEA relevance.)
Besluit (EU) 2018/952 van de Raad van 26 juni 2018 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 33 02 03 01: „Vennootschapsrecht”) (Voor de EER relevante tekst.)
Besluit (EU) 2018/952 van de Raad van 26 juni 2018 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 33 02 03 01: „Vennootschapsrecht”) (Voor de EER relevante tekst.)
ST/9270/2018/INIT
PB L 168 van 5.7.2018, p. 1–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
5.7.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 168/1 |
BESLUIT (EU) 2018/952 VAN DE RAAD
van 26 juni 2018
betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Begrotingsonderdeel 33 02 03 01: „Vennootschapsrecht”)
(Voor de EER relevante tekst)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden. |
(2) |
Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan onder meer Protocol 31 betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden („Protocol 31”) bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd. |
(3) |
Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bevat bepalingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden. |
(4) |
Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst voort te zetten in uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde EU-acties met betrekking tot het vennootschapsrecht. |
(5) |
Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2018 mogelijk te maken. |
(6) |
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet worden gebaseerd op het hieraan gehechte ontwerpbesluit, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Luxemburg, 26 juni 2018.
Voor de Raad
De voorzitter
E. ZAHARIEVA
(1) PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.
(2) PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
ONTWERP
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …/2018
van …
tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het is wenselijk om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst bij uit de algemene begroting van de Unie gefinancierde acties met betrekking tot het vennootschapsrecht voort te zetten. |
(2) |
Protocol 31 bij de EER-overeenkomst dient derhalve te worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2018 mogelijk te maken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 7, lid 13, van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst worden de woorden „en 2017” vervangen door de woorden „, 2017 en 2018”.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1).
Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.
Artikel 3
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER
(*1) [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]