6.8.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 209/9

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 349/2005 van de Commissie (2) worden de voorschriften vastgesteld voor de betaling van een financiële bijdrage van de Unie voor urgente maatregelen voor de uitroeiing van bepaalde dierziekten, waaronder aviaire influenza. In artikel 7 van die verordening wordt bepaald welke documenten moeten worden ingediend door de lidstaat die om de financiële bijdrage van de Unie verzoekt en wat de uiterste termijnen voor het indienen daarvan zijn.

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit 2012/667/EU van de Commissie (3) is het bedrag van de financiële bijdrage van de Unie in de kosten die Nederland in 2011 heeft gemaakt in verband met maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza vastgesteld op 429 425,74 EUR.

(3)

Uitvoeringsbesluit 2013/775/EU van de Commissie (4) voorziet in de toekenning van een financiële bijdrage van de Unie aan Nederland in de kosten die deze lidstaat in 2012 en 2013 heeft gemaakt voor overeenkomstig Beschikking 2009/470/EG van de Raad (5) genomen maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza. Dienovereenkomstig werden aan die lidstaat een eerste tranche van 210 000,00 EUR betaald voor 2012 en een eerste tranche van 250 000,00 EUR voor 2013, als onderdeel van de financiële bijdrage van de Unie. In Uitvoeringsbesluit 2013/775/EU is voorts bepaald dat het bedrag van de financiële bijdrage van de Unie volgens de in dat uitvoeringsbesluit bedoelde procedure wordt vastgesteld in een later besluit.

(4)

Verordening (EU) nr. 652/2014 voorziet in betalingen die in die omstandigheden aan de lidstaten moeten worden verricht. In dat verband voorziet zij in de vaststelling van uitvoeringshandelingen tot vaststelling van de financiële bijdrage. Bij die verordening werd ook Beschikking 2009/470/EG ingetrokken, en verwijzingen naar die beschikking gelden als verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 652/2014.

(5)

Met de Uitvoeringsbesluiten 2012/667/EU en 2013/775/EU is voldaan aan de voorschriften van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6), en met name van artikel 84.

(6)

Op grond van het resultaat van de door de bevoegde controledienst uitgevoerde audit ter plaatse werden extra uitgaven voor een bedrag van 13 278,64 EUR overeenkomstig het in overweging 2 vermelde besluit subsidiabel bevonden, en kan de financiële bijdrage van de Unie voor 2011 op 442 704,38 EUR worden vastgesteld. Naast de reeds betaalde tranche moet derhalve een definitieve aanvullende tranche van 13 278,64 EUR worden toegekend.

(7)

Op 14 februari 2014 heeft Nederland bij de Commissie een officieel verzoek om vergoeding ingediend, vergezeld van een financieel verslag, bewijsstukken en een epidemiologisch rapport over elk bedrijf waar dieren zijn gedood en vernietigd. Het verzoek om vergoeding betreft een bedrag van 417 663,71 EUR voor 2012 en van 616 592,33 EUR voor 2013. Na onderzoek van de door die lidstaat ingediende documenten worden evenwel bedragen van respectievelijk 17 548,46 EUR en 40 018,73 EUR op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 349/2005 geacht niet in aanmerking te komen voor vergoeding.

(8)

Bijgevolg kunnen de definitieve bijdragen voor 2012 en 2013 worden vastgesteld op respectievelijk 400 115,25 EUR en 576 573,60 EUR, zijnde het verschil tussen het vergoedingsbedrag waarom werd verzocht en het niet-subsidiabele bedrag. Na aftrek van de in overweging 3 vermelde eerste tranches kan het saldo dat nog aan Nederland moet worden uitbetaald voor 2012 en 2013, worden vastgesteld op respectievelijk 190 115,25 EUR en 326 573,60 EUR.

(9)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,