Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014BP0905(37)

    Resolutie van het Europees Parlement van 3 april 2014 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2012

    PB L 266 van 5.9.2014, p. 282–284 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2014/905(37)/oj

    5.9.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 266/282


    RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 3 april 2014

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2012

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2012,

    gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de definitieve jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden voor het begrotingsjaar 2012, vergezeld van de antwoorden van de Stichting (1),

    gezien de aanbeveling van de Raad van 18 februari 2014 (05849/2014 — C7-0054/2014),

    gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

    gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208,

    gezien Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad van 26 mei 1975 betreffende de oprichting van een Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (4), en met name artikel 16,

    gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

    gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6), en met name artikel 108,

    gezien zijn eerdere kwijtingsbesluiten en -resoluties,

    gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A7-0183/2014),

    A.

    overwegende dat volgens zijn financiële staten de begroting van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden („de Stichting”) voor het begrotingsjaar 2012 neerkwam op 21 430 000 EUR, hetgeen een toename van 4,03 % ten opzichte van 2011 betekent;

    B.

    overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van de Stichting voor het begrotingsjaar 2012 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

    1.

    is tevreden met de bijdrage van de Stichting aan de bevordering van de kennis inzake de levens- en arbeidsomstandigheden in de EU in een periode waarin deze omstandigheden in een aantal lidstaten steeds slechter worden; herinnert aan de start van het overzichtsverslag van het vijfde Europese onderzoek naar de arbeidsomstandigheden, met belangrijke en relevante vaststellingen met betrekking tot de trends op het gebied van de kwaliteit van banen, duurzaam werk en een vergrijzende beroepsbevolking, gezondheid en welzijn en arbeidstijd en het combineren van beroeps- en privéleven;

    2.

    merkt op dat het jaarprogramma voor 2012 het laatste was binnen het vierjarenprogramma van de Stichting voor de periode 2009-2012; is tevreden met de snelle reactie van de Stichting op de gewijzigde beleidsprioriteiten als gevolg van de economische crisis, door de start van nieuwe, met de prioritaire thema’s verband houdende projecten inzake de sociale gevolgen van de crisis, economisch herstel en het scheppen van banen, demografische veranderingen en een duurzame overheidssector;

    Financieel en begrotingsbeheer

    3.

    wijst erop dat de uitvoeringsgraad van de titels I en II van de begroting hoog was, met respectievelijk 98 % en 82 %;

    Overdrachten

    4.

    wijst erop dat de overdracht van vastgelegde kredieten voor titel III hoog is (50 % ofwel 3 688 996 EUR), maar dat dit samenhangt met de betalingsroosters en het meerjarige karakter van de verrichtingen van de Stichting weerspiegelt; wijst erop dat een groot deel van de overdrachten voor titel III (71 %) twee projecten betreft waarvan de activiteiten plaatsvonden volgens plan en zoals aangegeven in het jaarlijks werkprogramma;

    Overschrijvingen

    5.

    merkt met voldoening op dat zowel uit het jaarlijks activiteitenverslag als uit de bevindingen van de Rekenkamer blijkt dat het niveau en de aard van de overschrijvingen in 2012 binnen de grenzen van de financiële voorschriften zijn gebleven; complimenteert de Stichting met haar degelijke budgettaire planning;

    Aanbestedings- en aanwervingsprocedures

    6.

    merkt op dat er voor het jaar 2012 geen steekproefsgewijs gecontroleerde verrichtingen noch andere auditresultaten zijn geweest die aanleiding hebben gegeven tot opmerkingen met betrekking tot de aanbestedingsprocedure van de Stichting in het jaarverslag van de Rekenkamer;

    7.

    merkt op dat de Rekenkamer in haar jaarverslag voor 2012 geen opmerkingen heeft gemaakt over de aanwervingsprocedures van de Stichting;

    Preventie en beheer van belangenconflicten en transparantie

    8.

    verneemt van de Stichting dat zij sinds 2011 een systeem hanteert voor het volgen en rapporteren van mogelijke belangenconflicten van leden van de raad van bestuur, en dat de desbetreffende formulieren gepubliceerd worden op de website van de Stichting; stelt verder vast dat de raad van bestuur van de Stichting op zijn vergadering van 25 oktober 2013 een brede strategie heeft besproken betreffende de vaststelling en het beheer van belangenconflicten en dat het beleid ter zake momenteel wordt afgerond op basis van die strategie, met als streven om het beleid in het eerste kwartaal van 2014 te publiceren; roept de Stichting op het goedgekeurde document te doen toekomen aan de kwijtingsautoriteit;

    9.

    stelt vast dat de cv’s van de leden van de raad van bestuur en de belangenverklaringen van de uitvoerend directeur en het hoger management niet openbaar zijn; verzoekt de Stichting dit op zo kort mogelijke termijn te corrigeren;

    Interne audit

    10.

    verneemt van de Stichting dat de dienst Interne Audit van de Commissie (IAS) in 2012 een controle heeft uitgevoerd met als doel om onafhankelijke zekerheid te verschaffen inzake de toereikendheid en doeltreffendheid van het interne-controlesysteem met het oog op de opstelling van het jaarlijkse activiteitenverslag en, in het bijzonder, de afgifte van de betrouwbaarheidsverklaring van de directeur;

    11.

    wijst erop dat de IAS bij de controle een aantal sterke punten heeft vastgesteld en van mening is dat het interne-controlesysteem van de Stichting redelijke zekerheid biedt wat betreft het bereiken van die doelstellingen; stelt echter vast dat 12 aanbevelingen zijn gedaan, waarvan er één is aangemerkt als „zeer belangrijk”; wijst erop dat deze aanbevelingen momenteel worden doorgevoerd;

    12.

    stelt met tevredenheid vast dat op toereikende wijze gevolg is gegeven aan de aanbevelingen die de IAS in het kader van controles in het verleden had gedaan;

    Prestaties

    13.

    verlangt dat de Stichting de resultaten van haar activiteiten en de invloed daarvan op de Europese burgers op een gemakkelijk toegankelijke wijze openbaar maakt, voornamelijk op haar website;

    14.

    verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 3 april 2014 (7) over de prestaties, het financiële beheer en de controle van de agentschappen.


    (1)  PB C 365 van 13.12.2013, blz. 221.

    (2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

    (4)  PB L 139 van 30.5.1975, blz. 1.

    (5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

    (6)  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.

    (7)  Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0299 (zie bladzijde 359 van dit Publicatieblad).


    Top