Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014BP0905(17)

Resolutie van het Europees Parlement van 3 april 2014 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2012

PB L 266 van 5.9.2014, p. 183–185 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/res/2014/905(17)/oj

5.9.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 266/183


RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

van 3 april 2014

met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2012

HET EUROPEES PARLEMENT,

gezien de definitieve jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart voor het begrotingsjaar 2012,

gezien het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart betreffende het begrotingsjaar 2012, vergezeld van de antwoorden van het Agentschap (1),

gezien de aanbeveling van de Raad van 18 februari 2014 (05849/2014 — C7-0054/2014),

gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2), en met name artikel 185,

gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (3), en met name artikel 208,

gezien Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (4), en met name artikel 60,

gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5),

gezien Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (6), en met name artikel 108,

gezien zijn eerdere kwijtingsbesluiten en -resoluties,

gezien artikel 77 van en bijlage VI bij zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole en het advies van de Commissie vervoer en toerisme (A7-0221/2014),

A.

overwegende dat de definitieve begroting van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna „het Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2012 volgens zijn financiële staten 158 848 191 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 7 % ten opzichte van 2011 betekent;

B.

overwegende dat de totale bijdrage van de Unie aan de begroting van het Agentschap voor 2012 neerkwam op 38 651 354,83 EUR, hetgeen een toename van 6,95 % ten opzichte van 2011 betekent;

C.

overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2012 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn;

1.

wijst op de essentiële rol van het Agentschap bij het waarborgen van de optimale veiligheid van de luchtvaart in heel Europa; stipt voorts aan dat de huidige herziening van de regelgeving inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim zou kunnen leiden tot een uitbreiding van de bevoegdheden van het Agentschap; dringt erop aan dat het Agentschap in dat geval voldoende financiële, materiële en personele middelen tot zijn beschikking krijgt om zijn taken naar behoren te kunnen uitvoeren;

Follow-up van de kwijting voor 2011

2.

maakt uit het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening op dat twee corrigerende maatregelen naar aanleiding van de vijf in 2011 geformuleerde opmerkingen nog lopen terwijl drie maatregelen voltooid zijn;

3.

neemt kennis van de verklaring van het Agentschap dat:

het aantal overdrachten voor titel III, exclusief vergoedingen en rechten, in 2012 aanzienlijk is afgenomen tot 6 200 000 EUR (46 %),

er werkinstructies voor zowel het beheer van de vaste activa als het inventarisbeheer zijn aangenomen en in 2012 een volledige inventaris is uitgevoerd die heeft geleid tot de vervreemding van een aantal volledig afgeschreven activa,

teneinde de reserves aan contanten niet bij één bank onder te brengen in 2013 een concurrentiële onderhandelingsprocedure voor het openen van bankrekeningen is gestart, op basis van strikte voorwaarden wat betreft de kredietbeoordeling van de beoogde banken; merkt op dat de geselecteerde bank over een uitstekende kredietbeoordeling beschikt en dat de contante reserves van het Agentschap bij deze bank zullen worden ondergebracht wanneer een contract getekend is, afhankelijk van de verhouding tussen kredietrisico en rentepercentage,

er maatregelen en controles zijn ingevoerd zodat de nodige experts uit de industrie kunnen worden aangeworven, waarbij situaties met potentiële belangenconflicten worden vermeden; merkt bovendien op dat de opleiding inzake belangenconflicten is voltooid en dat voor nieuwkomers regelmatige opleidingen worden verzorgd;

Financieel en begrotingsbeheer

4.

stelt vast dat de globale vastleggingsgraad 95 % was, en varieerde van 96 % voor titel I (personeelsuitgaven) en 95 % voor titel II (administratieve uitgaven) tot 89 % voor titel III (beleidsuitgaven);

5.

stelt met zorg vast dat de overdracht van vastgelegde kredieten hoog was voor titel III (46 %); benadrukt dat hoewel dit deels wordt gerechtvaardigd door het meerjarig karakter van de verrichtingen van het Agentschap en door de naar behoren gemotiveerde overdrachten in de steekproef van de Rekenkamer, een dergelijk hoog niveau in strijd is met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit;

Overschrijvingen

6.

merkt met voldoening op dat zowel uit het jaarlijks activiteitenverslag als uit de bevindingen van de Rekenkamer blijkt dat het niveau en de aard van de overschrijvingen in 2012 binnen de grenzen van de financiële voorschriften zijn gebleven; feliciteert het Agentschap met zijn goede begrotingsplanning;

Aanbestedings- en wervingsprocedures

7.

stelt met bezorgdheid vast dat bij één van de gecontroleerde wervingsprocedures de geselecteerde kandidaat niet voldeed aan de vereisten van het Statuut van de ambtenaren van de Europese gemeenschappen wat betreft het universitair diploma of een gelijkwaardige beroepsopleiding; verzoekt het Agentschap een verklaring te geven over de toedracht hiervan;

Preventie van en omgang met belangenconflicten en transparantie

8.

is ingenomen met de invoering van de „afkoelingsperiode” van niet-toewijzing gedurende een jaar, zodat nieuwe personeelsleden van de organisatie geen werk krijgen toegewezen met betrekking tot dossiers waar zij gedurende de voorgaande vijf jaren rechtstreeks bij betrokken zijn geweest;

9.

stelt vast dat het Agentschap, overeenkomstig de aanbeveling van de kwijtingsautoriteit, in zijn jaarlijks activiteitenverslag 2013 gegevens en statistieken zal opnemen over het beheer van belangenconflicten;

10.

merkt op dat het Agentschap momenteel de belangenverklaringen beoordeelt van managers en personen die gevoelige posities bekleden; betreurt evenwel dat de cv’s en belangenverklaringen van de leden van de raad van bestuur en de waarnemers, alsook de belangenverklaring van de uitvoerend directeur, nog steeds niet openbaar beschikbaar zijn op de website van het Agentschap; verzoekt het Agentschap dit op zo kort mogelijke termijn te corrigeren;

11.

betreurt het gebrek aan beschikbare informatie op de website van het Agentschap met betrekking tot de leden van de kamer van beroep; is van mening dat de namen, cv’s en belangenverklaringen van deze leden openbaar gemaakt moeten worden; verzoekt het Agentschap derhalve dit op zo kort mogelijke termijn te corrigeren;

Interne controles

12.

stelt met bezorgdheid vast dat het Agentschap een standaardprocedure heeft ingevoerd voor verificaties vooraf maar dat de betreffende checklists niet waren ingevuld en dat bewijsstukken ter onderbouwing van de betaalbaarstelling niet altijd beschikbaar waren; verzoekt het Agentschap stappen te ondernemen om dit recht te zetten en zijn acties te rapporteren in het kader van de vervolgverslagen voor de kwijting 2012;

13.

betreurt dat hoewel in 2009 een methode voor verificaties achteraf is goedgekeurd en het Agentschap de uitvoering ervan verder ontwikkeld heeft, op bepaalde punten nog ruimte voor verbetering bestaat. Zo worden de verificaties nog steeds niet jaarlijks gepland, is de steekproef van te controleren verrichtingen niet op risico gebaseerd en heeft de methode geen betrekking op procedures voor openbare aanbestedingen; verzoekt het Agentschap de prestaties op dit gebied verder te verbeteren en de vooruitgang te rapporteren in het kader van de vervolgverslagen voor de kwijting 2012;

Interne audit

14.

verneemt van het Agentschap dat de dienst Interne Audit van de Commissie (DIA) in 2012 een beperkte controle van het beheer van IT-projecten heeft uitgevoerd, wat geleid heeft tot twee zeer belangrijke aanbevelingen; stelt vast dat de DIA ook een evaluatie heeft uitgevoerd van de vooruitgang die het Agentschap heeft geboekt met de implementatie van de aanbevelingen die voortkwamen uit eerdere audits (2006-2011); merkt op dat de DIA heeft bevestigd dat het Agentschap 22 van de 23 aanbevelingen toereikend heeft geïmplementeerd, terwijl de resterende aanbeveling door het Agentschap is gerapporteerd als zijnde geïmplementeerd en wachtend op een definitieve evaluatie door de DIA;

Prestaties

15.

verlangt dat het Agentschap de resultaten van zijn activiteiten en de invloed daarvan op de Europese burgers op een gemakkelijk toegankelijke wijze openbaar maakt, voornamelijk op zijn website;

16.

verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 3 april 2014 (7) over de prestaties, het financiële beheer en de controle van de agentschappen.


(1)  PB C 365 van 13.12.2013, blz. 66.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(4)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(5)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.

(6)  PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42.

(7)  Aangenomen teksten, P7_TA(2014)0299 (zie bladzijde 359 van dit Publicatieblad).


Top