EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22013D0217

Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 217/2013 van 13 december 2013 tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

PB L 154 van 22.5.2014, p. 8–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/217/oj

22.5.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 154/8


BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

nr. 217/2013

van 13 december 2013

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2013 van de Commissie van 25 maart 2013 tot schorsing van de vergunningen voor het preparaat van Bacillus cereus var. toyoi (NCIMB 40112/CNCM I-1012) overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 256/2002, (EG) nr. 1453/2004, (EG) nr. 255/2005, (EG) nr. 1200/2005, (EG) nr. 166/2008 en (EG) nr. 378/2009 (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2013 van de Commissie van 8 mei 2013 tot verlening van een vergunning voor selenomethionine geproduceerd door Saccharomyces cerevisiae NCYC R646 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1750/2006, (EG) nr. 634/2007 en (EG) nr. 900/2009 wat betreft de maximale toevoeging van geseleniseerde gist (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 544/2013 van de Commissie van 14 juni 2013 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bifidobacterium animalis ssp. animalis DSM 16284, Lactobacillus salivarius ssp. salivarius DSM 16351 en Enterococcus faecium DSM 21913 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen (vergunninghouder Biomin GmbH) (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 642/2013 van de Commissie van 4 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor niacine en niacinamide als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 643/2013 van de Commissie van 4 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor het gebruik van patentblauw V als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor niet-voedselproducerende dieren en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 358/2005 (5) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 651/2013 van de Commissie van 9 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor clinoptiloliet van sedimentaire oorsprong als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1810/2005 (6) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(7)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2013 van de Commissie van 26 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor ammoniumchloride als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor herkauwers, honden en katten (vergunninghouder BASF SE) (7) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(8)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake voedingsmiddelen. Wetgeving inzake diervoeding is niet van toepassing op Liechtenstein, zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen bij bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(9)

Bijlage I bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Hoofdstuk II van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

In punt 1zzg (Verordening (EG) nr. 358/2005 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32013 R 0643: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 643/2013 van de Commissie van 4 juli 2013 (PB L 186 van 5.7.2013, blz. 7).”.

2)

In punt 1zzq (Verordening (EG) nr. 1810/2005 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32013 R 0651: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 651/2013 van de Commissie van 9 juli 2013 (PB L 189 van 10.7.2013, blz. 1).”.

3)

In punt 1zzze (Verordening (EG) nr. 1750/2006 van de Commissie), punt 1zzzt (Verordening (EG) nr. 634/2007 van de Commissie) en punt 1zzzzzl (Verordening (EG) nr. 900/2009 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

„, gewijzigd bij:

32013 R 0427: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2013 van de Commissie van 8 mei 2013 (PB L 127 van 9.5.2013, blz. 20).”.

4)

Na punt 86 (Uitvoeringsverordening (EU) nr. 667/2013 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:

„87.

32013 R 0288: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 288/2013 van de Commissie van 25 maart 2013 tot schorsing van de vergunningen voor het preparaat van Bacillus cereus var. toyoi (NCIMB 40112/CNCM I-1012) overeenkomstig de Verordeningen (EG) nr. 256/2002, (EG) nr. 1453/2004, (EG) nr. 255/2005, (EG) nr. 1200/2005, (EG) nr. 166/2008 en (EG) nr. 378/2009 (PB L 86 van 26.3.2013, blz. 15).

88.

32013 R 0427: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 427/2013 van de Commissie van 8 mei 2013 tot verlening van een vergunning voor selenomethionine geproduceerd door Saccharomyces cerevisiae NCYC R646 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1750/2006, (EG) nr. 634/2007 en (EG) nr. 900/2009 wat betreft de maximale toevoeging van geseleniseerde gist (PB L 127 van 9.5.2013, blz. 20).

89.

32013 R 0544: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 544/2013 van de Commissie van 14 juni 2013 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bifidobacterium animalis ssp. animalis DSM 16284, Lactobacillus salivarius ssp. salivarius DSM 16351 en Enterococcus faecium DSM 21913 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen (vergunninghouder Biomin GmbH) (PB L 163 van 15.6.2013, blz. 13).

90.

32013 R 0642: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 642/2013 van de Commissie van 4 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor niacine en niacinamide als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 186 van 5.7.2013, blz. 4).

91.

32013 R 0643: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 643/2013 van de Commissie van 4 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor het gebruik van patentblauw V als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor niet-voedselproducerende dieren en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 358/2005 (PB L 186 van 5.7.2013, blz. 7).

92.

32013 R 0651: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 651/2013 van de Commissie van 9 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor clinoptiloliet van sedimentaire oorsprong als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1810/2005 (PB L 189 van 10.7.2013, blz. 1).

93.

32013 R 0725: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2013 van de Commissie van 26 juli 2013 tot verlening van een vergunning voor ammoniumchloride als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor herkauwers, honden en katten (vergunninghouder BASF SE) (PB L 202 van 27.7.2013, blz. 17).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 288/2013, (EU) nr. 427/2013, (EU) nr. 544/2013, (EU) nr. 642/2013, (EU) nr. 643/2013, (EU) nr. 651/2013 en (EU) nr. 725/2013 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 14 december 2013, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (8).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 13 december 2013.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Thórir IBSEN


(1)  PB L 86 van 26.3.2013, blz. 15.

(2)  PB L 127 van 9.5.2013, blz. 20.

(3)  PB L 163 van 15.6.2013, blz. 13.

(4)  PB L 186 van 5.7.2013, blz. 4.

(5)  PB L 186 van 5.7.2013, blz. 7.

(6)  PB L 189 van 10.7.2013, blz. 1.

(7)  PB L 202 van 27.7.2013, blz. 17.

(8)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


Top