Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0079

    Verordening (EU) nr. 79/2013 van de Commissie van 28 januari 2013 tot onderwerping van de invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië aan registratie

    PB L 27 van 29.1.2013, p. 10–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/79/oj

    29.1.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 27/10


    VERORDENING (EU) Nr. 79/2013 VAN DE COMMISSIE

    van 28 januari 2013

    tot onderwerping van de invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië aan registratie

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name artikel 10, lid 4 en artikel 14, lid 5,

    Na raadpleging van het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 29 augustus 2012 heeft de Europese Commissie („de Commissie”) in een in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt bericht (2) („het bericht van inleiding”) de inleiding bekendgemaakt van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van biodiesel van oorsprong uit Argentinië en Indonesië („de betrokken landen”); zij deed dit naar aanleiding van een klacht die op 17 juli 2012 door de European Biodiesel Board („de klager”) was ingediend namens producenten die meer dan 25 % van de totale biodieselproductie in de Unie voor hun rekening nemen.

    A.   BETROKKEN PRODUCT

    (2)

    Bij het aan registratie te onderwerpen product gaat het om hetzelfde als het product dat werd omschreven in het bericht van inleiding, d.w.z. door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, in zuivere vorm of in mengsels, momenteel vallend onder de GN-codes ex 1516 20 98, ex 1518 00 91, ex 1518 00 95, ex 1518 00 99, ex 2710 19 43, ex 2710 19 46, ex 2710 19 47, 2710 20 11, 2710 20 15, 2710 20 17, ex 3824 90 97, 3826 00 10 en ex 3826 00 90, van oorsprong uit Argentinië en Indonesië.

    B.   VERZOEK

    (3)

    Na de bekendmaking van het bericht van inleiding verzocht de klager in september 2012 om registratie van de invoer van het betrokken product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen.

    C.   MOTIVERING VAN DE REGISTRATIE

    (4)

    Volgens artikel 14, lid 5, van de basisverordening kan de Commissie, na raadpleging van het Raadgevend Comité, de douaneautoriteiten opdracht geven passende maatregelen te nemen om de invoer te registreren, zodat met ingang van de datum van registratie maatregelen met betrekking tot deze invoer kunnen worden genomen. Tot registratie van de invoer kan worden overgegaan naar aanleiding van een door de bedrijfstak van de Unie ingediend verzoek dat voldoende bewijsmateriaal bevat om een dergelijke maatregel te rechtvaardigen.

    (5)

    De klager voerde aan dat registratie gerechtvaardigd is, aangezien het betrokken product met dumping werd verkocht en de schade voor de bedrijfstak van de Unie werd veroorzaakt door een zeer sterke toename in vrij korte tijd van de invoer met dumping.

    (6)

    Wat dumping betreft, beschikt de Commissie over voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat het betrokken product van oorsprong uit de betrokken landen met dumping wordt ingevoerd. In de klacht wegens dumping en het verzoek om registratie bestrijkt het bewijsmateriaal met betrekking tot de prijzen bij uitvoer uit beide landen, gebaseerd op gegevens van Eurostat, de periode van april 2011 tot maart 2012. Het bewijsmateriaal met betrekking tot de normale waarde bestaat in de klacht wegens dumping en het verzoek om registratie voor beide landen uit binnenlandse prijzen. De klager heeft ook een door berekening vastgestelde normale waarde verstrekt op basis van de totale productiekosten, vermeerderd met een redelijk bedrag voor verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten en voor winst. Er is namelijk gesteld dat de uitvoerheffingen op sojabonenolie of palmolie in respectievelijk Argentinië en Indonesië de binnenlandse markt door een verlaging van de grondstofprijzen verstoren. Algemeen genomen en gezien de hoogte van de vermeende dumpingmarge wijst het bewijsmateriaal er in dit stadium in voldoende mate op dat de betrokken exporteurs zich schuldig maken aan dumping.

    (7)

    Wat de schade betreft, beschikt de Commissie over voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat de dumpingpraktijken van de exporteurs aanmerkelijke schade berokkenen. Dat bewijsmateriaal bestaat uit gedetailleerde gegevens uit de klacht wegens dumping en het verzoek om registratie en wordt bevestigd door informatie van de bedrijfstak en uit openbare bronnen betreffende de in artikel 3, lid 5, van de basisverordening genoemde belangrijkste schadefactoren.

    (8)

    De Commissie beschikt eveneens over voldoende voorlopig bewijsmateriaal uit de klacht wegens dumping en het verzoek om registratie, dat wordt bevestigd door informatie uit andere bronnen, waaruit blijkt dat de importeurs ervan op de hoogte waren of hadden moeten zijn dat de exporteurs aan dumping doen die schadelijk is of waarschijnlijk schadelijk is voor de Unie. In diverse artikelen die sinds geruime tijd in de gespecialiseerde pers verschijnen, is gesuggereerd dat de bedrijfstak van de Unie schade kan hebben geleden door de invoer tegen lage prijzen uit Argentinië en Indonesië. Gezien de omvang van de vermeende dumping kan tot slot redelijkerwijs worden geconcludeerd dat de importeurs van de situatie op de hoogte waren of hadden moeten zijn.

    (9)

    De Commissie beschikt voorts over voldoende voorlopig bewijsmateriaal dat deze schade wordt veroorzaakt of zou worden veroorzaakt door de massale invoer met dumping tijdens een relatief korte periode, die het gunstige effect van definitieve antidumpingrechten door het tijdstip van de invoer, de hoeveelheden die met dumping worden ingevoerd en andere omstandigheden (zoals het snel aanleggen van voorraden) waarschijnlijk aanzienlijk zouden ondermijnen, tenzij deze rechten met terugwerkende kracht worden geheven. De omvang van de invoer van biodiesel uit Argentinië en Indonesië bereikt een hoogtepunt in de lente en de zomer aangezien bij lage temperaturen het gebruik van deze producten door de fysische en chemische eigenschappen ervan beperkt is. Met het oog op de inleiding van de huidige procedure is het waarschijnlijk dat de producenten-exporteurs vóór de goedkeuring van eventuele voorlopige maatregelen overeenkomsten zullen sluiten met EU-importeurs voor de verkoop van grotere hoeveelheden biodiesel en dat de importeurs snel voorraden zullen aanleggen. De periode voorafgaand aan de inleiding vertoonde ook een sterke toename van de invoer.

    D.   PROCEDURE

    (10)

    Gezien bovenstaande overwegingen heeft de Commissie geconcludeerd dat de klager voldoende bewijsmateriaal heeft verstrekt om registratie van de invoer van het betrokken product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening te rechtvaardigen.

    (11)

    Alle belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en bewijsmateriaal te verstrekken. Voorts kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daar schriftelijk om verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

    E.   REGISTRATIE

    (12)

    Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening wordt de invoer van het betrokken product aan registratieplicht onderworpen om ervoor te zorgen dat, indien op grond van de bevindingen van het onderzoek antidumpingrechten worden ingesteld, deze rechten overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen met terugwerkende kracht kunnen worden geheven wanneer de voorwaarden daarvoor zijn vervuld.

    (13)

    Een eventueel toekomstig recht zal uit de bevindingen van het antidumpingonderzoek voortvloeien. Volgens de beweringen in de klacht waarin om de opening van een onderzoek wordt verzocht, bedragen de dumpingmarges tussen 18 en 29 % voor Indonesië en tussen 40 en 50 % voor Argentinië en bedragen de schademarges tussen 28,5 en 29,5 % voor Argentinië en tussen 35,5 en 37,5 % voor Indonesië.

    (14)

    Om ervoor te zorgen dat de registratie voldoende effectief is om op een latere datum met terugwerkende kracht een antidumpingrecht te kunnen heffen, moet de aangever op het douaneaangifteformulier het aandeel, in gewichtspercenten, van het totale gehalte aan door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong in mengsels (biodieselinhoud) vermelden.

    F.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

    (15)

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (3),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1.   Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 wordt de douaneautoriteiten opgedragen passende maatregelen te nemen om de invoer in de Unie te registreren van door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong, in zuivere vorm of in mengsels, momenteel vallend onder de GN-codes ex 1516 20 98 (Taric-codes 1516209821, 1516209829 en 1516209830), ex 1518 00 91 (Taric-codes 1518009121, 1518009129 en 1518009130), ex 1518 00 95 (Taric-code 1518009510), ex 1518 00 99 (Taric-codes 1518009921, 1518009929 en 1518009930), ex 2710 19 43 (Taric-codes 2710194321, 2710194329 en 2710194330), ex 2710 19 46 (Taric-codes 2710194621, 2710194629 en 2710194630), ex 2710 19 47 (Taric-codes 2710194721, 2710194729 en 2710194730), 2710 20 11, 2710 20 15, 2710 20 17, ex 3824 90 97 (Taric-codes 3824909701, 3824909703 en 3824909704), 3826 00 10 en ex 3826 00 90 (Taric-codes 3826009011, 3826009019 en 3826009030), van oorsprong uit Argentinië en Indonesië. De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

    De aangever moet op het douaneaangifteformulier het aandeel, in gewichtspercenten, van het totale gehalte aan door synthese en/of hydrobehandeling verkregen monoalkylesters van vetzuren en/of paraffinische gasoliën van niet-fossiele oorsprong in het mengsel (biodieselinhoud) vermelden.

    2.   Belanghebbenden wordt verzocht uiterlijk 20 dagen na de bekendmaking van deze verordening hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken, bewijsmateriaal te verstrekken of te verzoeken te worden gehoord.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 28 januari 2013.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 373 van 22.12.2009, blz. 51.

    (2)  PB C 260 van 29.8.2012, blz. 8.

    (3)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


    Top