Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0420

Besluit 2012/420/GBVB van de Raad van 23 juli 2012 houdende wijziging van Besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

PB L 196 van 24.7.2012, p. 59–60 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 29/11/2012; opgeheven door 32012D0739

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/420/oj

24.7.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 196/59


BESLUIT 2012/420/GBVB VAN DE RAAD

van 23 juli 2012

houdende wijziging van Besluit 2011/782/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 1 december 2011 Besluit 2011/782/GBVB (1) vastgesteld.

(2)

Om de tenuitvoerlegging van de in Besluit 2011/782/GBVB uiteengezette maatregelen verder te versterken, moeten de lidstaten in hun zeehavens, op hun luchthavens en in hun territoriale wateren alle vaartuigen en vliegtuigen op weg naar Syrië inspecteren, met toestemming, indien nodig overeenkomstig het internationale recht voor de territoriale wateren, van de vlaggenstaat, indien de betrokken lidstaat over informatie beschikt op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht van dergelijke vaartuigen en vliegtuigen wapens of uitrusting, goederen of technologie bevat die kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie of waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer verboden is of aan een vergunningplicht is onderworpen krachtens Besluit 2011/782/GBVB.

(3)

Voorts dient een afwijking van de bevriezing van tegoeden en economische middelen te worden opgenomen met betrekking tot de overdracht van middelen die verschuldigd zijn in het kader van het verlenen van financiële bijstand aan Syrische onderdanen die een opleiding of beroepsopleiding volgen of bezig zijn met academisch onderzoek in de Unie.

(4)

Besluit 2011/782/GBVB dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Besluit 2011/782/GBVB wordt als volgt gewijzigd:

1)

het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 17 ter

1.   Indien de lidstaten beschikken over informatie op grond waarvan een redelijk vermoeden bestaat dat de vracht van vaartuigen en vliegtuigen op weg naar Syrië goederen bevat waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens artikel 1 verboden is of krachtens artikel 1 bis aan een vergunningplicht is onderworpen, inspecteren zij in hun zeehavens, en op hun luchthavens, alsook in hun territoriale wateren, in overeenstemming met hun nationale wetgeving en het internationale recht, in het bijzonder het zeerecht, ter zake dienende internationale burgerluchtvaartovereenkomsten en overeenkomsten inzake het zeevervoer, die vaartuigen en vliegtuigen, in overeenstemming met de besluiten en vermogens van hun bevoegde autoriteiten en met toestemming, indien nodig overeenkomstig het internationale recht, van de vlaggenstaat.

2.   De lidstaten confisqueren en verwijderen, in overeenstemming met hun nationale wetgeving en het internationale recht, door hen ontdekte goederen waarvan de levering, verkoop, overdracht of uitvoer krachtens artikel 1 of 1 bis verboden is.

3.   De lidstaten werken, overeenkomstig hun nationale wetgeving, samen bij de inspecties en verwijderingen uit hoofde van de leden 1 en 2.

4.   Met betrekking tot luchtvaartuigen en schepen die vracht vervoeren naar Syrië, moet van alle goederen die een lidstaat binnenkomen of verlaten, vóór de aankomst of het vertrek een additionele aangifte worden gedaan.”;

2)

aan artikel 19 wordt het volgende lid toegevoegd:

„10.   De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op de overdracht van bevroren tegoeden of economische middelen door of via een op een van de lijsten in bijlagen I en II vermelde financiële entiteit, indien de overdracht verband houdt met een betaling door een persoon of entiteit die niet voorkomt op een van de lijsten in bijlagen I en II met betrekking tot het verlenen van financiële bijstand aan Syrische onderdanen die een opleiding of beroepsopleiding volgen of bezig zijn met academisch onderzoek in de Unie, mits de betrokken lidstaat voor elk afzonderlijk geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks wordt ontvangen door een in lid 1 bedoelde persoon of entiteit.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2012.

Voor de Raad

De voorzitter

C. ASHTON


(1)  PB L 319 van 2.12.2011, blz. 56.


Top