Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0399

    2012/399/EU: Besluit van de Raad van 10 juli 2012 over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

    PB L 188 van 18.7.2012, p. 1–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/399/oj

    18.7.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 188/1


    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 10 juli 2012

    over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

    (2012/399/EU)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage XIII bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) („de EER-overeenkomst”) bevat specifieke bepalingen en regelingen inzake vervoer.

    (2)

    Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Het is passend in de EER-overeenkomst een bepaling op te nemen waarmee een aanpassing mogelijk wordt van de tolregelingen op het trans-Europese wegennet in Noorwegen.

    (4)

    Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER dient te worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 10 juli 2012.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    V. SHIARLY


    (1)  PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

    (2)  PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

    (3)  PB L 157 van 9.6.2006, blz. 8.


    ONTWERP

    BESLUIT Nr. …/2012 VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    van

    tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte („de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 tot wijziging van Richtlijn 1999/62/EG betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

    (2)

    Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt punt 18a (Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad) als volgt gewijzigd:

    1)

    Het volgende streepje wordt toegevoegd:

    „—

    32006 L 0038: Richtlijn 2006/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 8).”.

    2)

    Deze tekst van de aanpassing wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    de tekst van aanpassing d) wordt vervangen door:

    „d)

    Aan het slot van artikel 7, lid 4 ter, wordt het volgende toegevoegd:

    „a)

    Voor tolregelingen op het trans-Europees wegennet in het zuidoosten van Noorwegen die al bestaan op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. xx/2012 van het Gemengd Comité van de EER, moet de toepassing van kortingen op of verlagingen van de toltarieven voor frequente gebruikers ten laatste op 31 december 2014 voldoen aan de voorwaarden van artikel 7, lid 4 ter, van deze richtlijn.

    b)

    Op het trans-Europese wegennet in andere delen van Noorwegen kunnen de huidige kortingen of verlagingen behouden blijven voor tolregelingen die al bestaan op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. xx/2012 van het Gemengd Comité van de EER, op voorwaarde dat het aandeel van het internationale vrachtverkeer op het betrokken infrastructuurnet minder dan 30 % bedraagt.

    Voor tolregelingen die worden ingevoerd nadat Besluit nr. xx/2012 van het Gemengd Comité van de EER in werking is getreden, mogen kortingen of verlagingen van toltarieven voor frequente gebruikers groter zijn dan bepaald in artikel 7, lid 4 ter, van deze richtlijn, op voorwaarde dat:

    het aandeel van het internationale vrachtverkeer op het betrokken infrastructuurnet niet meer dan 5 % bedraagt,

    de omvang van de kortingen of verlagingen wordt gerechtvaardigd door bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld wanneer het betrokken infrastructuurnet bestaat uit bruggen en/of tunnels als vervanging van een veerboot.”.”;

    ii)

    de tekst van aanpassing e) wordt geschrapt.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2006/38/EG zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op …, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (2).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, …

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER


    (1)  PB L 157 van 9.6.2006, blz. 8.

    (2)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


    Top