EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012D0100

2012/100/EU: Besluit van de Commissie van 17 februari 2012 inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO 2 -emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad Voor de EER relevante tekst

PB L 47 van 18.2.2012, p. 71–72 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/100(1)/oj

18.2.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 47/71


BESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 17 februari 2012

inzake een methode voor de inning van bijdragen voor overtollige CO2-emissies van nieuwe personenauto’s op grond van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad

(Voor de EER relevante tekst)

(2012/100/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 tot vaststelling van emissienormen voor nieuwe personenauto’s, in het kader van de communautaire geïntegreerde benadering om de CO2-emissies van lichte voertuigen te beperken (1), en met name artikel 9, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Wanneer de Commissie overeenkomstig artikel 8, lid 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 443/2009 bevestigt en overeenkomstig artikel 10, lid 2, van die verordening publiceert dat een fabrikant niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 443/2009, dient zij overeenkomstig artikel 9, lid 1, van die verordening bijdragen voor overtollige emissies op te leggen aan die fabrikant of, in het geval van een groep, aan de beheerder van de groep.

(2)

De methoden voor de inning van deze bijdragen voor overtollige emissies moeten worden vastgesteld.

(3)

Overeenkomstig artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 443/2009 dienen de bijdragen voor overtollige emissies terug te vloeien naar de algemene begroting van de Europese Unie waar zij moeten worden geboekt onder titel 7. Als inningsmethode dienen de voorschriften voor de inning van schuldvorderingen te worden toegepast die zijn vastgesteld in Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (2) en in Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (3).

(4)

Met het oog op de vaststelling van de schuldvordering in de zin van artikel 71 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 moet de fabrikant overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Verordening (EG) nr. 443/2009 door de Commissie in kennis worden gesteld van de voorlopige berekening van zijn gemiddelde specifieke CO2-emissies tijdens het voorafgaande kalenderjaar, zijn specifieke emissiedoelstelling in het voorafgaande kalenderjaar en het verschil tussen de gemiddelde specifieke CO2-emissies tijdens het voorafgaande kalenderjaar en de specifieke emissiedoelstelling voor dat jaar, en moet de fabrikant overeenkomstig artikel 8, lid 5, van die verordening de kans krijgen om deze berekeningen te verifiëren en om binnen drie maanden na in kennis te zijn gesteld van deze voorlopige berekening, eventuele fouten in de gegevens aan de Commissie mee te delen.

(5)

Gezien de gedachtewisseling tussen de Commissie en de fabrikant die voorafgaat aan de bevestiging van de prestatie van de fabrikant overeenkomstig artikel 8, lid 5, tweede alinea, en artikel 10 van Verordening (EG) nr. 443/2009 en gezien de mogelijkheid voor de fabrikant om bezwaar tegen de berekening van zijn prestatie aan te tekenen, dient ervan te worden uitgegaan dat de Commissie met haar bevestiging van de prestatie heeft aangetoond dat de schuld bestaat en dat de schuldvordering zeker is in de zin van artikel 71 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

(6)

De bijdrage voor overtollige emissies moet worden berekend overeenkomstig de formules in artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 443/2009 en moet op grond van artikel 10 van die verordening worden gepubliceerd. De schuldvordering moet derhalve worden beschouwd als een vaststaand en invorderbaar bedrag in de zin van artikel 71 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

(7)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité Klimaatverandering,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Commissie gaat over tot de inning van de overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 443/2009 berekende bijdrage voor overtollige emissies door een invorderingsopdracht vast te stellen en een debetnota aan de fabrikant te richten overeenkomstig de artikelen 71 tot en met 74 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 en de artikelen 78 tot en met 89 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002.

Artikel 2

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 februari 2012.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 140 van 5.6.2009, blz. 1.

(2)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(3)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.


Top