EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0306

2011/306/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 20 mei 2011 waarbij wordt vastgesteld dat artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, niet van toepassing is op de winning van bitumineuze steenkool in Tsjechië (Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 3406) Voor de EER relevante tekst

PB L 137 van 25.5.2011, p. 55–59 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/04/2016; opgeheven door 32014L0025

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2011/306/oj

25.5.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 137/55


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 20 mei 2011

waarbij wordt vastgesteld dat artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten, niet van toepassing is op de winning van bitumineuze steenkool in Tsjechië

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2011) 3406)

(Slechts de tekst in de Tsjechische taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2011/306/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (1), en met name artikel 30, leden 4 en 6,

Overwegende hetgeen volgt:

I.   FEITEN

(1)

Op 22 november 2010 heeft de Commissie per email een Tsjechisch verzoek ingevolge artikel 30, lid 4, van Richtlijn 2004/17/EG ontvangen om vrijstelling van de winning van bitumineuze steenkool in Tsjechië van de toepassing van de bepalingen van Richtlijn 2004/17/EG. De Commissie heeft om extra informatie verzocht bij email van 21 januari 2011. Het antwoord op het verzoek om informatie is door de Tsjechische autoriteiten gezonden bij email van 9 februari 2011.

(2)

Bij het verzoek ging een brief van een onafhankelijke nationale autoriteit, „Úřad pro ochranu hospodářské soutěže” (het Tsjechische bureau voor de bescherming van de mededinging) in de vorm van een preliminair oordeel, gedateerd 7 november 2008. Het Tsjechische bureau voor de bescherming van de mededinging had de toegangsvoorwaarden voor de relevante markt geanalyseerd en geoordeeld dat de toegang tot die markt niet beperkt was. In het oordeel werd echter niet gezegd dat de andere voorwaarden betreffende de rechtstreekse blootstelling aan mededinging waren vervuld met betrekking tot de winning van bitumineuze steenkool in Tsjechië.

(3)

De enige onderneming die in Tsjechië bitumineuze steenkool wint, is de onderneming OKD a.s., een private onderneming die voor 100 % in handen is van een private Nederlandse holding — New World Resources (NWR).

II.   RECHTSKADER

(4)

Artikel 30 van Richtlijn 2004/17/EG bepaalt dat de richtlijn niet van toepassing is op opdrachten voor een onder de richtlijn vallende activiteit indien die activiteit in de lidstaat waar zij wordt uitgeoefend rechtstreeks aan mededinging blootstaat op marktgebieden waartoe de toegang niet beperkt is. De rechtstreekse blootstelling aan mededinging wordt getoetst aan de hand van objectieve criteria, waarbij met de specifieke kenmerken van de betrokken sector rekening wordt gehouden. De toegang tot een markt wordt als niet beperkt beschouwd indien de lidstaat de desbetreffende EU-wetgeving tot openstelling van een bepaalde (deel)sector ten uitvoer heeft gelegd en toepast. Deze wetgeving wordt vermeld in bijlage XI van Richtlijn 2004/17/EG Voor de exploratie naar en de ontginning van steenkool en andere vaste brandstoffen wordt echter in bijlage XI in dat verband geen wetgeving vermeld die deze sector liberaliseert. Derhalve kan niet worden aangenomen dat de toegang tot de markt vrij is en dient dit feitelijk en rechtens te worden aangetoond.

(5)

Uit een onderzoek van de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op de afgifte van mijnbouwvergunningen in Tsjechië blijkt dat vergunningen momenteel op niet-discriminerende wijze worden verleend op basis van de beoordeling van de professionele kwalificatie van de aanvrager en de technische en financiële capaciteit om de werkzaamheden uit te voeren. In het kader van dit besluit kan de mogelijkheid om een mijnbouwvergunning te verkrijgen rechtens als vrij worden beschouwd.

(6)

De rechtstreekse blootstelling aan mededinging moet worden beoordeeld aan de hand van diverse indicatoren, waarbij geen van deze indicatoren op zich noodzakelijkerwijs doorslaggevend is. Wat de markten betreft die voor dit besluit betrekking heeft, vormen de totale marktaandelen van de drie voornaamste spelers op een bepaalde markt één van de te hanteren criteria (2). Een ander criterium is de concentratiegraad op de betrokken markten. Gegeven de kenmerken van de betrokken markten moet tevens rekening worden gehouden met andere criteria, zoals de mate waarin van leverancier wordt veranderd.

(7)

Dit besluit laat de toepassing van de mededingingsregels onverlet.

III.   BEOORDELING

(8)

Het verzoek van Tsjechië betreft de winning van bitumineuze steenkool in Tsjechië.

(9)

Het Tsjechische verzoek heeft betrekking op de zogenaamde primaire markt voor bitumineuze steenkool, die de productie van bitumineuze steenkool en de groothandelsdistributie van steenkool omvat (3). Bij het onderzoeken van de mededinging in de markt voor de productie van bitumineuze steenkool moet aandacht worden besteed aan de verbanden tussen productie en eerste verkoop/groothandelsdistributie van de gewonnen bitumineuze steenkool. Deze definitie sluit ook aan bij eerdere besluiten van de Commissie (4) betreffende de exploitatie van andere soorten brandstof.

(10)

De gewonnen bitumineuze steenkool heeft een samenstelling en kwaliteit die verschilt volgens de geologische gesteldheid van de afzonderlijke ontgonnen steenkoollagen. Bitumineuze steenkool is onder te verdelen in steenkool die geschikt is voor cokesfabricage (CSFC) en stoomkolen (SC). Hoewel de twee soorten bitumineuze steenkool op dezelfde wijze, met behulp van dezelfde technologieën worden gewonnen, hebben zij echter een totaal ander eindgebruik en een andere klantenbasis. De prijs ervan verschilt en de producten zijn niet onderling verwisselbaar.

(11)

CSFC wordt gedefinieerd als bitumineuze steenkool van een kwaliteit die de productie van cokes in hoogovens mogelijk maakt en wordt niet gebruikt voor directe verwarming of de productie van energie. CSFC wordt uitsluitend gekocht door bedrijven die cokes produceren. CSFC is de enige grondstof voor de productie van cokes en heeft momenteel geen andere toepassingen. CSFC kan niet door stoomkolen worden vervangen.

(12)

SC is niet geschikt voor de fabricage van cokes. SC wordt gebruikt in kolencentrales als brandstof voor de productie van elektriciteit, warmte en technologische stoom en in industriële installaties zoals suikerraffinaderijen, steenbakkerijen, cementfabrieken en kalkovens, papierfabrieken, enz. SC kan worden vervangen door CSFC, maar dit zou economisch niet levensvatbaar zijn.

(13)

CSFC kan verder in enkele categorieën worden onderverdeeld op basis van de kwaliteit ervan. Harde cokeskolen zijn de beste kwaliteit cokeskolen, gevolgd door semiharde cokeskolen en semizachte cokeskolen. Er zijn echter geen afzonderlijke markten voor deze soorten en voor de beoordeling in het onderhavige besluit zal geen dergelijk onderscheid worden gemaakt.

(14)

In het licht van het bovenstaande en in overeenstemming met de aanvraag worden voor de beoordeling van de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG CSFC en SC geacht afzonderlijke productmarkten te vormen en dienen zij derhalve afzonderlijk te worden onderzocht.

(15)

Volgens het Tsjechische verzoek is de relevante geografische markt groter dan het nationale grondgebied en beslaat deze wat CSFC betreft Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk Polen en Hongarije. Voor wat SC betreft omvat volgens de aanvrager de geografische markt Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk, Polen, Hongarije en Duitsland. Aangevoerd wordt dat de voornaamste redenen om de markt zo te definiëren de belangrijke onderlinge grensoverschrijdende levering, het overschakelen van leverancier door klanten en het niet-bestaan van administratieve hinderpalen (tariefmuren, quota's, enz.) zijn.

(16)

Volgens de aanvraag (5) is Tsjechië een netto uitvoerder van zowel CSFC als SC. In 2009 heeft Tsjechië 3 581 000 ton CSFC en 2 389 000 ton SC uitgevoerd (6), wat ongeveer 61 % respectievelijk 47 % van de interne productie uitmaakt. In hetzelfde jaar maakte de invoer (vooral uit Polen) naar Tsjechië 771 000 ton CSFC en 954 000 ton SC uit, wat 13 % respectievelijk 19 % van de interne productie vertegenwoordigde (7). De invoer van CSFC en SC uit Polen bedroeg ongeveer 90 % respectievelijk 80 % van de totale invoer.

(17)

Hoewel de aanvrager stelt dat de steenkool — CSFC of SC — die OKD in Tsjechië produceert concurrerend is binnen een straal van 500 kilometer, wordt opgemerkt dat de klanten van OKD binnen een straal van ongeveer 350 km van de plaats van productie van de steenkool, in Ostrava, gevestigd zijn.

(18)

Wat de verkoop van CSFC betreft, OKD heeft één belangrijke klant in Slowakije, die in 2007 ongeveer 26 % en in 2009 30 % van de OKD-productie kocht, en een andere belangrijke klant in Oostenrijk, die in 2007 13 % en in 2009 19 % van de OKD-productie kocht. De aanvrager noemt als een van de belangrijkste klanten van OKD buiten Tsjechië een bedrijf in Polen, maar de aankopen ervan maken slechts ongeveer 8 % van de productie van OKD uit.

(19)

Wat de verkoop van SC betreft vermeldt OKD naast de Tsjechische klanten één belangrijke klant in Oostenrijk, die in 2007 ongeveer 12 % en in 2009 21 % uitmaakte van de verkoop van OKD, en één klant in Duitsland, die in 2007 ongeveer 5 % en in 2009 3 % van de verkoop van SC uitmaakte.

(20)

Volgens de aanvraag zijn „de drie grootste concurrenten sterk geconcentreerd” (8), en dit is, zowel wat SC als wat CSFC betreft, inderdaad merkbaar in alle nationale markten afzonderlijk genomen. De aanvrager erkent ook dat „de overgrote meerderheid van de gewonnen steenkool op de lokale markt wordt verbruikt” (9), en dit wordt bevestigd in alle landen binnen het in de aanvraag in aanmerking genomen geografische gebied die bitumineuze steenkool produceren (Tsjechië, Polen, Duitsland).

(21)

Volgens de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt (10) omvat de relevante geografische markt het gebied waarbinnen de mededingingsvoorwaarden voldoende homogeen zijn en dat van aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daar duidelijk afwijkende mededingingsvoorwaarden gelden. In dat verband is het opmerkenswaard dat de kustgebieden van Midden-Europa (met name Noord-Duitsland en Noord-Polen) aan de invoer van over zee vervoerde steenkool zijn blootgesteld en dat, aangezien onder meer de zeevrachttarieven aanzienlijk lager zijn dan de kosten van vervoer over land, de concurrentievoorwaarden derhalve anders kunnen zijn in die gebieden (11).

(22)

De aanvraag vermeldt dat een belangrijke factor van de prijsstelling voor steenkool de stabiliteit en de zekerheid van levering, en de duur van het contract is (12), en dat contracten voor levering van steenkool (SC of CSFC) in het algemeen langetermijncontracten zijn.

(23)

De afnemers van bitumineuze steenkool in Tsjechië kopen steenkool bij OKD of, in beperkte hoeveelheden, bij Poolse bedrijven. De invoer uit andere landen is, hoewel hij toeneemt, tot dusver niet zeer belangrijk (13).

(24)

In het licht van de bovenstaande factoren wordt voor de beoordeling van de voorwaarden die zijn neergelegd in artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG de geografische markt zowel wat SC als CSFC betreft geacht tot Tsjechië en Polen begrensd te zijn. Wegens de bovengenoemde verschillen tussen die gebieden welke gemakkelijk met over zee vervoerde steenkool te voorzien zijn en die welke misschien te ver van elke kust gelegen zijn, kan de markt zelfs kleiner zijn en alleen Tsjechië en Zuid-Polen omvatten. De vraag kan echter worden opengelaten omdat de ruimere marktdefinitie gunstiger is voor de aanvrager. Volgens geen van beide marktdefinities leidt de analyse tot een ander resultaat.

(25)

Aangenomen wordt dat, wat de winning van bitumineuze steenkool betreft, een indicator voor de mate van mededinging op de nationale markten het totale marktaandeel van de drie grootste producenten is.

(26)

OKD en twee Poolse leveranciers van CSFC zijn veruit de belangrijkste leveranciers in de relevante geografische markt. OKD is de grootste leverancier van CSFC in Tsjechië (marktaandeel van 75,5 % in Tsjechië in 2008). De twee Poolse leveranciers van CSFC zijn de grootste leveranciers in Polen (marktaandeel van 60,2 % respectievelijk 19,3 % in Polen in 2008). In de geografische markt die Tsjechië en Polen omvat, bedroeg het totale marktaandeel van de drie grootste producenten in 2008 ongeveer 93 %. Het is voorts opmerkenswaard dat de grootste concurrent van OKD helemaal alleen een marktaandeel van ongeveer 49 % heeft.

(27)

Zelfs wanneer men een grotere markt in aanmerking neemt die Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk, Polen en Hongarije omvat zoals gesteld door de aanvrager, dan nog zouden de totale marktaandelen van de drie grootste concurrenten zeer groot zijn (91,3 % in 2005, 87,7 % in 2006, 85 % in 2007 en 86,6 % in 2008 (14)) en kan dit geen indicator zijn voor voldoende blootstelling aan mededinging van de CSFC-markt.

(28)

Zoals gememoreerd in overweging 22 spelen de zekerheid en de stabiliteit van levering een belangrijke rol in de contractuele relaties. Uit de door de aanvrager verstrekte informatie over het veranderen van leverancier voor CSFC door klanten blijkt dat voor dat product nagenoeg niet van leverancier wordt veranderd. De contracten voor CSFC-levering zijn langetermijncontracten en er is geen bewijs geleverd dat een OKD-klant van leverancier is veranderd. Derhalve kan niet worden aangenomen dat een CSFC-klant bereid zou zijn of inderdaad in staat zou zijn gemakkelijk van leverancier te veranderen bij een kleine maar belangrijke prijsverhoging door OKD.

(29)

OKD en twee Poolse leveranciers van SC zijn de veruit belangrijkste producenten van SC in de relevante geografische markt. OKD is de grootste leverancier van SC in Tsjechië (marktaandeel van 61,6 % in Tsjechië in 2008). Twee Poolse leveranciers van SC zijn de grootste leveranciers in Polen (marktaandeel van 52,5 % respectievelijk 17,7 % in Polen in 2008). In de geografische markt die Tsjechië en Polen omvat, bedroeg het totale marktaandeel van de drie grootste producenten ongeveer 72 % in 2008. Het is voorts opmerkenswaard dat de grootste concurrent van OKD helemaal alleen een marktaandeel bezat van ongeveer 50 % van de geografische markt die Tsjechië en Polen omvat.

(30)

Bovendien is op alle drie de geografische markten voor SC die vermeld worden in overweging 29 (Tsjechië alleen, Polen alleen en een geografische markt die beide omvat) een ondernemer actief die helemaal alleen een marktaandeel van ongeveer 50 % of meer heeft. In dit verband zij er derhalve aan herinnerd dat volgens vaste rechtspraak (15)„zeer aanzienlijke marktaandelen, uitzonderlijke omstandigheden daargelaten, op zichzelf reeds het bewijs van een machtspositie vormen. Dit is het geval bij een marktaandeel van 50 %”.

(31)

Zelfs wanneer men een grotere markt dan een nationale markt in aanmerking zou nemen die Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk, Polen, Hongarije en Duitsland zou omvatten, zouden, zoals aangevoerd door de aanvrager, de totale marktaandelen van de drie grootste concurrenten nog tamelijk groot zijn (62,7 % in 2005, 60,2 % in 2006, 56,9 % in 2007 en 57,3 % in 2008 (16)).

(32)

Zoals bij CSFC spelen de zekerheid en de stabiliteit van levering van SC een belangrijke rol in de contractuele relaties. De door de aanvrager verstrekte informatie over het veranderen van leverancier door de klanten toont aan dat sommige OKD-afnemers van SC in sommige jaren hun aankopen bij OKD onderbreken of dat sommige eenjarige of contante transacties nooit zijn verlengd. Aangezien de verzoeker echter niet de gevraagde informatie heeft verstrekt over de betrokken leveringsvolumes of de grootte ervan in verhouding tot de OKD-productie, zou het moeilijk zijn te concluderen dat een klant van OKD gemakkelijk van leverancier zou veranderen na een kleine maar belangrijke prijsverhoging door OKD.

IV.   CONCLUSIES

(33)

Wat de winning van bitumineuze steenkool in Tsjechië betreft kan de situatie derhalve als volgt worden samengevat: Ten aanzien van zowel SC als CSFC zijn de totale marktaandelen van de drie grootste concurrenten op de geografische markt zoals gedefinieerd in het kader van dit besluit groot, en wat nog belangrijker is, vertegenwoordigt de grootste producent helemaal alleen een marktaandeel van bijna 50 %; de markten moeten derhalve worden geacht sterk geconcentreerd te zijn en, zoals gememoreerd in overweging 20, de overgrote meerderheid van de gewonnen steenkool wordt op de lokale markt verbruikt. Op basis van de informatie over de mate waarin klanten van leverancier veranderen, kan niet worden geconcludeerd dat een afnemer van bitumineuze steenkool bereid of in staat zou zijn gemakkelijk van leverancier te veranderen bij een kleine maar belangrijke prijsverhoging.

(34)

De aanvrager heeft tevens erkend dat, aangezien de ontginning van bitumineuze steenkool niet rendabel is op andere plaatsen dan die welke reeds worden geëxploiteerd (met name die welke door OKD worden geëxploiteerd), „toegang van een andere entiteit tot de Tsjechische markt niet realistisch is en tijdens de afgelopen vijf jaar niet heeft plaatsgevonden (17)”. Hetzelfde geldt voor de steenkoolleveringen, voor zover de aanvrager verklaart dat hij niet op de hoogte is van een belangrijke toegang tot de Tsjechische markt en de meeste belangrijke groothandelsklanten langetermijncontracten hebben gesloten (18).

(35)

Gezien de in de overwegingen 8 tot en met 34 onderzochte factoren moet worden geconcludeerd dat de markt voor bitumineuze steenkool, zowel CSFC als SC, in Tsjechië momenteel niet rechtstreeks aan mededinging blootstaat. Artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG is derhalve niet van toepassing op opdrachten om deze activiteiten in Tsjechië te kunnen verrichten. Derhalve blijft Richtlijn 2004/17/EG van toepassing wanneer aanbestedende diensten opdrachten plaatsen om in Tsjechië bitumineuze steenkool te kunnen winnen of wanneer zij prijsvragen organiseren om dergelijke activiteiten in Tsjechië te verrichten.

(36)

Onderhavig besluit is gebaseerd op de juridische en feitelijke situatie per november 2010 tot en met maart 2011, zoals die uit de door Tsjechië ingediende informatie blijkt. Het besluit kan worden herzien wanneer de juridische of feitelijke situatie zulke belangrijke veranderingen ondergaat dat wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG van toepassing is.

(37)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Raadgevend Comité inzake overheidsopdrachten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Artikel 30, lid 1, van Richtlijn 2004/17/EG is niet van toepassing op de winning van bitumineuze steenkool in de Tsjechische Republiek. Derhalve blijft Richtlijn 2004/17/EG van toepassing op door aanbestedende diensten geplaatste opdrachten om deze activiteiten in de Tsjechische Republiek te kunnen verrichten.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Tsjechische Republiek.

Gedaan te Brussel, 20 mei 2011.

Voor de Commissie

Michel BARNIER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  Overeenkomstig de vaste praktijk van de Commissie (bijvoorbeeld Beschikking 2009/47/EG van de Commissie (PB L 19 van 23.1.2009, blz. 57); Besluit 2010/192/EU van de Commissie (PB L 84 van 31.3.2010, blz. 52); enz.).

(3)  Zie bladzijde 21 van de aanvraag: „[…] wat de winning van bitumineuze steenkool betreft kan er niet gesproken worden van een markt, de markt kan conceptueel enkel in de volgende fase worden gedefinieerd wanneer de producenten de gewonnen steenkool verkopen”.

(4)  Zie o.m. Beschikking van de Commissie van 29 september 1999 waarbij een concentratie verenigbaar met de gemeenschappelijke markt en de EER-overeenkomst wordt verklaard (zaak nr. IV/M.1532 BP Amoco/Arco), punt 14.

(5)  Zie tabel 2 op bladzijde 39 van de aanvraag.

(6)  European Commission General Directorate for Energy and Transport, Coal and Oil Market Observatory — Supplies and requirements of solid fuels in 2009 in the Czech Republic.

(7)  Idem 5.

(8)  Zie aanvraag, bladzijde 23, punt 6.

(9)  Zie aanvraag, bladzijde 23, punt 6.

(10)  Zie de bekendmaking van de Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht (PB C 372 van 9.12.1997, blz. 5).

(11)  Zie aanvraag, bladzijde 14, punt 4.

(12)  Zie aanvraag, bladzijde 8, punt 3.

(13)  In 2009 maakte de CSFC-invoer uit de VS ongeveer 1 %, de invoer van SC uit Rusland ongeveer 6 % van het verbruik uit. In 2010 steeg, volgens nog voorlopige gegevens in de brief van de aanvrager van 9.2.2011, het aandeel van de invoer van CSFC uit de VS tot 3 % van het verbruik en het aandeel van de invoer van SC uit Rusland tot 12 % van het interne verbruik.

(14)  Zie tabel op bladzijde 58 van de aanvraag.

(15)  Zie punt 328 van het arrest van het Gerecht van eerste aanleg (Derde Kamer) van 28 februari 2002, Atlantic Container Line AB en anderen tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen, zaak T-395/94, Jurispr. 2002, blz. II-00875.

(16)  Zie tabel op bladzijde 59 van de aanvraag.

(17)  Zie punt 5, op bladzijde 62 van de aanvraag.

(18)  Zie punt 6, op bladzijde 62 van de aanvraag.


Top