This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32009D0590
2009/590/EC: Council Decision of 7 July 2009 on the existence of an excessive deficit in Romania
2009/590/EG: Beschikking van de Raad van 7 juli 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Roemenië
2009/590/EG: Beschikking van de Raad van 7 juli 2009 betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Roemenië
PB L 202 van 4.8.2009, p. 48–49
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 04/07/2013; opgeheven door 32013D0318
4.8.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 202/48 |
BESCHIKKING VAN DE RAAD
van 7 juli 2009
betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Roemenië
(2009/590/EG)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 104, lid 6,
Gezien de aanbevelingen van de Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 104 van het Verdrag dienen de lidstaten buitensporige overheidstekorten te vermijden. |
(2) |
Het stabiliteits- en groeipact is gebaseerd op de doelstelling van deugdelijke openbare financiën als middel om de voorwaarden voor prijsstabiliteit en voor een tot werkgelegenheidsschepping leidende sterke duurzame groei te verbeteren. |
(3) |
De buitensporigtekortprocedure (BTP) op grond van artikel 104 van het Verdrag, die wordt verduidelijkt in Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (1) die deel uitmaakt van het stabiliteits- en groeipact, voorziet in een besluit betreffende het bestaan van een buitensporig tekort. Het aan het Verdrag gehechte protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten bevat nadere bepalingen betreffende de toepassing van de BTP. Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad (2) bevat gedetailleerde regels en definities voor de toepassing van de bepalingen van genoemd protocol. |
(4) |
De hervorming in 2005 van het stabiliteits- en groeipact was bedoeld om de doeltreffendheid en de economische onderbouwing van het pact te versterken en tevens de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn te waarborgen. Deze hervorming moest ervoor zorgen dat bij alle stappen in de BTP met name de economische en budgettaire achtergrond ten volle in aanmerking werd genomen. Op deze wijze verschaft het stabiliteits- en groeipact een kader dat, met inachtneming van de economische situatie, het overheidsstreven naar een spoedige terugkeer naar solide begrotingssituaties ondersteunt. |
(5) |
Krachtens artikel 104, lid 5, van het Verdrag moet de Commissie advies uitbrengen aan de Raad indien zij van oordeel is dat er in een lidstaat een buitensporig tekort bestaat of kan ontstaan. Rekening houdend met haar verslag op grond van artikel 104, lid 3, van het Verdrag en gezien het advies van het Economisch en Financieel Comité overeenkomstig artikel 104, lid 4, van het Verdrag is de Commissie tot de conclusie gekomen dat er in Roemenië een buitensporig tekort bestaat. De Commissie heeft derhalve op 13 mei 2009 een advies van die strekking over Roemenië aan de Raad uitgebracht (3). |
(6) |
In artikel 104, lid 6, van het Verdrag wordt bepaald dat de Raad rekening moet houden met de opmerkingen die de betrokken lidstaat eventueel wenst te maken, alvorens, na een algehele evaluatie te hebben gemaakt, te besluiten of er al dan niet een buitensporig tekort bestaat. In het geval van Roemenië leidt deze algehele evaluatie tot de in deze beschikking opgenomen conclusies. |
(7) |
Volgens de naderhand door Eurostat gevalideerde BTP-kennisgeving van de Roemeense autoriteiten van april 2009, bedroeg het overheidstekort in Roemenië in 2008 5,4 % van het bbp, waarmee de referentiewaarde van 3 % van het bbp werd overschreden. Het tekort lag niet dicht bij de referentiewaarde van 3 % van het bbp en de overschrijding van de referentiewaarde kan niet worden aangemerkt als uitzonderlijk in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Meer in het bijzonder geldt dat het tekort in 2008 niet het gevolg is van een ongewone gebeurtenis of een ernstige economische neergang in de zin van het Verdrag en het stabiliteits- en groeipact. Hoewel de groei vertraagde in het laatste kwartaal, steeg de totale groei van het bbp van 6 % in 2007 tot 7,1 % in 2008, aanzienlijk boven het potentiële groeipercentage. Ook kan de overschrijding van de referentiewaarde niet als tijdelijk worden beschouwd. Volgens de voorjaarsprognoses 2009 van de diensten van de Commissie zal het overheidstekort in 2009 5,1 % van het bbp bedragen en in 2010 5,6 %. Deze voorspelling is gebaseerd op een bbp-groei van – 4,0 % in 2009 en van 0 % in 2010. In de voorjaarsprognoses van de Commissie wordt rekening gehouden met de maatregelen voor het huidige jaar in de begroting voor 2009, goedgekeurd in februari 2009, en de aanvullende maatregelen die de regering heeft genomen in april 2009. Aan het tekortcriterium van het Verdrag is niet voldaan. |
(8) |
De bruto overheidsschuld blijft ruim onder de referentiewaarde van 60 % van het bbp en bedroeg in 2008 13,6 % van het bbp. Toch wordt in de voorjaarsprognoses 2009 van de Commissie verwacht dat de schuldquote zal stijgen tot 18 ¼ % van het bbp in 2009 en tot 22 ¾ % van het bbp in 2010. |
(9) |
Overeenkomstig de bepalingen van het stabiliteits- en groeipact heeft de Commissie in haar verslag terdege rekening gehouden met de hervormingen van het pensioenstelsel waarbij een meerpijlersysteem wordt ingevoerd dat een verplichte pijler met volledige kapitaaldekking omvat. Hoewel de uitvoering van deze hervormingen tijdelijke verslechtering van de begrotingssituatie inhoudt, verbetert de houdbaarheid van de openbare financiën op lange termijn onmiskenbaar. Volgens de ramingen van de Roemeense autoriteiten bedragen de nettokosten van deze hervormingen 0,2 % van het bbp in 2008, 0,3 % in 2009, 0,4 % in 2010 en 0,4 % in 2011. Overeenkomstig het stabiliteits- en groeipact kunnen die kosten gedurende een overgangsperiode op een lineair degressieve basis in aanmerking worden genomen, op voorwaarde dat het tekort dicht bij de referentiewaarde blijft, hetgeen in Roemenië niet het geval is. Het overheidstekort zou, ook zonder de kosten van de pensioenhervorming in 2008, in elk geval ruimschoots boven 3 % van het bbp zijn uitgekomen. |
(10) |
Overeenkomstig artikel 2, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1467/97 kunnen „relevante factoren” alleen in aanmerking worden genomen bij de stappen die leiden naar het besluit van de Raad overeenkomstig artikel 104, lid 6, van het Verdrag over het al dan niet bestaan van een buitensporig tekort indien volledig is voldaan aan de tweeledige voorwaarde dat het tekort dicht bij de referentiewaarde blijft en dat de overschrijding van de referentiewaarde van tijdelijke aard is. In het geval van Roemenië is niet aan deze tweeledige voorwaarde voldaan. Derhalve wordt in de stappen die tot deze beschikking leiden, geen rekening gehouden met relevante factoren, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uit een algehele evaluatie volgt dat er in Roemenië een buitensporig tekort bestaat.
Artikel 2
Deze beschikking is gericht tot Roemenië.
Gedaan te Brussel, 7 juli 2009.
Voor de Raad
De voorzitter
C. BILDT
(1) PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6.
(2) PB L 332 van 31.12.1993, blz. 7.
(3) Alle BTP-documenten voor Roemenië zijn te vinden op de volgende website: http://ec.europa.eu/economy_finance/netstartsearch/pdfsearch/pdf.cfm?mode=_m2