EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007E0528

Gemeenschappelijk Optreden 2007/528/GBVB van de Raad van 23 juli 2007 ter ondersteuning van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie

PB L 194 van 26.7.2007, p. 11–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/joint_action/2007/528/oj

26.7.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 194/11


GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN 2007/528/GBVB VAN DE RAAD

van 23 juli 2007

ter ondersteuning van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben, in het kader van de Europese veiligheidsstrategie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 14 en artikel 2, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 12 december 2003 heeft de Europese Raad een Europese veiligheidsstrategie aangenomen waarin wordt opgeroepen tot een internationale orde gebaseerd op doeltreffend multilateralisme. In een wereld van mondiale bedreigingen, mondiale markten en mondiale media hangen de veiligheid en welvarendheid van de Europese Unie steeds meer af van een effectief multilateraal stelsel. Doel van de Europese Unie is, een sterkere internationale samenleving, goed functionerende internationale instituties en een op regels gebaseerde internationale orde te ontwikkelen.

(2)

In de Europese veiligheidsstrategie wordt het Handvest van de Verenigde Naties erkend als het basiskader voor de internationale betrekkingen. Europa heeft er een prioriteit van gemaakt om de Verenigde Naties te versterken en zodanig uit te rusten, dat zij hun verantwoordelijkheden kunnen nakomen en effectief kunnen optreden.

(3)

Het VN-Verdrag van 1980 inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben, gesloten te Genève op 10 oktober 1980, als gewijzigd op 21 december 2001 (hierna te noemen: het Conventionelewapensverdrag of CWV), reguleert het gebruik in gewapende conflicten van bepaalde conventionele wapens die geacht worden buitensporig leed te veroorzaken bij combattanten of niet-onderscheidende schade toe te brengen aan de burgerbevolking. Het CWV is gebaseerd op het volkenrechtelijke beginsel dat het recht van de partijen bij een gewapend conflict ten aanzien van de keuze der methoden of middelen van oorlogvoering niet onbegrensd is, en op het beginsel dat het verboden is in gewapende conflicten wapens, projectielen en stoffen alsmede methoden van oorlogvoering te gebruiken, die naar hun aard overbodig letsel of onnodig leed kunnen veroorzaken.

(4)

Op 6 december 2006 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een resolutie over het CWV aangenomen waarin zij alle staten die zulks nog niet hebben gedaan, oproept alle maatregelen te nemen om zo spoedig mogelijk partij te worden bij het Verdrag en de bijbehorende protocollen, om spoedig een zo breed mogelijke toetreding tot die instrumenten en uiteindelijk de universaliteit ervan te bewerkstellingen.

(5)

Het meest recente van de aan het CWV gehechte protocollen, Protocol V inzake ontplofbare oorlogsresten (Protocol V), is op 28 november 2003 aangenomen door de conferentie van de staten die partij zijn bij het CWV. Protocol V, het eerste via multilaterale onderhandelingen tot stand gekomen instrument dat betrekking heeft op het probleem van niet-gesprongen en achtergelaten munitie, heeft ten doel de dagelijkse bedreiging weg te nemen die zo’n erfenis van oorlogen vormt voor een bevolking die ontwikkeling nodig heeft en voor de verleners van humanitaire hulp die ter plaatse actief zijn om die bevolking te helpen. Sedert de aanneming ervan hebben tot nu toe 32 staten de secretaris-generaal van de VN, als depositaris van het CWV, in kennis gesteld van hun instemming te zijn gebonden door Protocol V. Overeenkomstig artikel 5, lid 3, van het CWV is Protocol V op 12 november 2006 in werking getreden. De inwerkingtreding van Protocol V is het bewijs dat het CWV in aanleg een dynamisch instrument is, dat inspeelt op de vooruitgang in de wapentechnologie en de ontwikkelingen in de aard en aanpak van gewapende conflicten.

(6)

Ondanks grote vorderingen op weg naar universele toetreding heeft bijna de helft van de VN-lidstaten het CWV en de daaraan gehechte protocollen nog niet bekrachtigd of anderszins aanvaard. Het toetredingspercentage blijft laag in Afrika, Azië — met name Zuidoost-Azië — en het Midden-Oosten. De helft van de staten die nog geen partij zijn bij het CWV zijn echter staten die getroffen zijn door mijnen en Explosive Remnants of War - ontplofbare oorlogsresten (ERW). De universalisering van het CWV en alle eraan gehechte protocollen zal in de periode 2006-2011 een prioritaire doelstelling blijven voor de staten die partij bij het CWV zijn.

(7)

De 3e toetsingsconferentie van de staten die partij zijn bij het CWV, die van 7 tot en met 17 november 2006 in Genève is gehouden, heeft een actieplan voor universalisering van het CCW aangenomen waarin als doelstellingen worden genoemd versterking van de uitvoering van het CWV en de daaraan gehechte protocollen, bevordering van de universalisering en een intensievere samenwerking tussen de staten die partij zijn bij het CWV, alsook een sponsoringprogramma.

(8)

In het actieplan voor universalisering van het CCW wordt de belangrijke rol benadrukt die de regionale centra voor vrede en ontwapening van de VN, en in voorkomend geval ook de regionale organisaties, moeten spelen bij de coördinatie van regionale acties overeenkomstig de kenmerken van elke regio, vooral waar de aanvaarding van het CWV nog gering is.

(9)

In de financiële en administratieve kaderovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de VN wordt voor beide partijen een kader vastgesteld om hun samenwerking te verbeteren, onder andere door een programmapartnerschap,

HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK OPTREDEN VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Ter ondersteuning van het actieplan ter bevordering van de universaliteit van het CWV dat tijdens de 3e toetsingsconferentie werd aangenomen door de staten die partij bij het CWV zijn, verleent de Europese Unie steun aan het CWV, die erop gericht is:

i)

de universaliteit van het CWV en de aangehechte protocollen te bevorderen;

ii)

de verdragsluitende staten te steunen bij de uitvoering van het CWV.

2.   Ter verwezenlijking van de in lid 1 bedoelde doelstellingen, onderneemt de Europese Unie de volgende acties:

a)

organisatie van een openingsworkshop, ten hoogste zeven regionale seminars en een slotzitting, gericht op verhoging van het aantal leden van het CWV, daaronder begrepen de publicatie in alle officiële talen van de VN en indien nodig in andere talen;

b)

een financiële bijdrage aan het sponsoringprogramma dat werd aangenomen tijdens de 3e toetsingsconferentie van de staten die partij zijn bij het CWV.

In de bijlage gaat een nadere omschrijving van de acties.

Artikel 2

1.   Het voorzitterschap, bijgestaan door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger (SG/HV), is samen met de Commissie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden. De Commissie wordt hier volledig bij betrokken.

2.   De technische uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde acties wordt toevertrouwd aan:

a)

het VN-Bureau voor ontwapeningszaken (UN-ODA), voor de openingsworkshop, de slotzitting, de regionale seminars en de publicaties;

b)

het Internationale centrum voor humanitaire mijnopruiming van Genève (GICHD), voor de bijdrage aan het sponsoringprogramma, overeenkomstig het Besluit van de 3e toetsingsconferentie van de staten die partijen zijn bij het CWV.

Zij voeren hun respectieve taken uit onder toezicht van de SG/HV, die het voorzitterschap bijstaat. Daartoe treft de SG/HV de nodige regelingen met het UN-ODA en het GICHD.

3.   Het voorzitterschap, de SG/HV en de Commissie verstrekken elkaar geregeld informatie over de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.

Artikel 3

1.   Het financiële referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1, lid 2, bedoelde acties bedraagt 828 000 EUR, te financieren uit de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor 2007.

2.   De financiering van de in lid 1 gespecificeerde uitgaven wordt beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften van de Gemeenschap die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.

3.   De Commissie houdt toezicht op het behoorlijke beheer van de in lid 2 bedoelde uitgaven, die als subsidie worden verstrekt. De Commissie sluit financieringsovereenkomsten met respectievelijk het UN-ODA en het GICHD. In die financieringsovereenkomsten wordt bepaald dat het UN-ODA en het GICHD er zorg voor dragen dat de bijdragen van de Europese Unie openbaar zijn in een mate die overeenstemt met hun omvang.

4.   De Commissie stelt alles in het werk om de in lid 3 bedoelde financieringsovereenkomsten zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit gemeenschappelijk optreden te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden en van de datum van sluiting van de financieringsovereenkomsten.

Artikel 4

Het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV, brengt aan de Raad verslag uit over de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden, op basis van tweemaandelijkse verslagen van respectievelijk het UN-ODA en het GICHD. Deze verslagen vormen de basis voor de beoordeling door de Raad. De Commissie wordt hier volledig bij betrokken. Zij brengt verslag uit over de financiële aspecten van de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden.

Artikel 5

Dit gemeenschappelijk optreden wordt van kracht op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Het verstrijkt 18 maanden na de datum van sluiting van de laatste van de twee in artikel 3, lid 3, bedoelde financieringsovereenkomsten, of 12 maanden na de datum van aanneming van dit gemeenschappelijk optreden, indien binnen die termijn niet beide financieringsovereenkomsten zijn gesloten.

Artikel 6

Dit gemeenschappelijk optreden wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 23 juli 2007.

Voor de Raad

De voorzitter

L. AMADO


BIJLAGE

1.   Algemeen doel

Het algemene doel van dit gemeenschappelijk optreden is, de universalisering van het CWV te ondersteunen door de toetreding tot het CWV door staten die daar nog geen partij bij zijn, te bevorderen en de uitvoering van het CWV te versterken.

De EU-steun voor het CWV zal gericht worden op de gebieden die zijn aangewezen in het actieplan ter bevordering van de universaliteit van het CWV en in het sponsoringprogramma, die tijdens de 3e toetsingsconferentie van 7 tot en met 17 november 2006 te Genève zijn aangenomen door de staten die partij zijn bij het CWV.

2.   Project

Doelstellingen

Verhoging van het aantal leden van het CWV door regionale workshops en versterking van de uitvoering van het CWV en de daaraan gehechte protocollen middels een bijdrage aan het sponsoringprogramma.

Doel van de openingsworkshop en de regionale seminars is, het lidmaatschap van het CWV te bevorderen en de nationale uitvoering van het CWV in die regio’s voor te bereiden. De workshops en seminars zullen erop gericht zijn de voordelen en de gevolgen van toetreding tot het CWV uit te leggen en inzicht te krijgen in de behoeften van de staten die geen partij bij het CWV zijn.

De regionale seminars zullen ook dienen als fora voor de bespreking van ontwapenings- en non-proliferatievraagstukken, waaronder SALW: munitie, tussenhandel en markeren en traceren. Ook zullen bepaalde specifieke beginselen van het internationaal humanitair recht nader bezien worden.

Door een bijdrage aan het sponsoringprogramma zal de Europese Unie onder andere ondertekenende staten en staten die nog geen partij zijn bij het CWV en de daaraan gehechte protocollen, steunen om gebruik te maken van een gelegenheid om deel te nemen aan CWV-activiteiten en kennis te nemen van de met het CWV verband houdende werkzaamheden. De Europese Unie zal alle in het sponsoringprogramma omschreven operationele doeleinden steunen.

Resultaten

i)

Een groter aantal leden van het CWV in alle regio’s (Centraal-Azië, West- en Oost-Afrika, de Hoorn van Afrika, het gebied van de Grote Meren en Zuid-Afrika); Zuidoost-Azië, het Midden-Oosten en het Middellandse Zeegebied, Latijns Amerika en het Caribisch gebied en de eilanden in de Stille Oceaan.

ii)

Versterkte uitvoering van het CWV en de daaraan gehechte protocollen.

iii)

Versterkte regionale netwerken (waarbij relevante subregionale organisaties en netwerken op voor het CWV belangrijke terreinen zijn betrokken).

iv)

Een publicatie met de resultaten van alle workshops, uiteenzettingen, conclusies en aanbevelingen voor de toekomst, die zullen worden gepubliceerd in de officiële talen van de VN en zo nodig in andere talen.

Beschrijving

Het project voorziet in de organisatie van een openingsworkshop in New York, ten hoogste zeven regionale workshops en een slotzitting in Genève, de publicatie van materiaal en een bijdrage aan het sponsoringprogramma.

i)   Openingsworkshop

Er zal een openingsworkshop in New York worden gehouden voor alle staten die geen partij bij het CWV zijn, met name voor die staten waarbij het Duitse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie onlangs demarches heeft ondernomen (1). Deskundigen, onder meer van de EU-instellingen, de lidstaten en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC), zullen het juridisch kader van het CWV en de voordelen en gevolgen van toetreding tot het CWV uiteenzetten. Deze workshop heeft ten doel het CWV evenals dit gemeenschappelijk optreden en de in dit verband te organiseren regionale seminars sterker onder de aandacht van de staten van de doelgroep te brengen. Zij zal de Europese Unie tevens nuttige communicatiekanalen verschaffen.

Geraamde kosten van de openingsworkshop en de slotzitting — 22 184 EUR.

ii)   Regionale seminars

AFRIKA

a)

Seminar over het CWV voor ondertekenende staten en staten die nog geen partij zijn in Oost- en West-Afrika om deelname van besluitvormers en regionale organisaties te bewerkstelligen. Er zullen vertegenwoordigers van Kameroen, Tsjaad, Equatoriaal-Guinea, Gambia, Ghana, Guinee, Guinee-Bissau, Ivoorkust, Gabon, Kenia, Mauritanië, Nigeria (2), Sao Tomé en Principe, Sudan en Tanzania worden uitgenodigd.

Verscheidene sprekers, onder meer van het Internationale Comité van het Rode Kruis, zullen de deelnemers informeren over het juridisch kader van het CWV en over het belang van toetreding tot het CWV. Een of twee staten uit deze regio die partij bij het CWV zijn zullen, op basis van hun relevantie en belang voor het universaliseringsproces ook worden uitgenodigd om aan het seminar deel te nemen.

Geraamde kosten — 106 036 EUR.

b)

Seminar over het CWV voor staten die geen partij zijn in de Hoorn van Afrika, het gebied van de Grote Meren en Zuid-Afrika, om deelname van besluitvormers en regionale organisaties te bewerkstelligen. Er zullen vertegenwoordigers van Angola, Botswana, Burundi, de Centraal-Afrikaanse Republiek, de Comoren, Congo, de Democratische Republiek Congo, Eritrea, Ethiopië, Madagaskar, Malawi, Mozambique, Namibië, Rwanda, Somalië, Swaziland, Zambia en Zimbabwe worden uitgenodigd.

Verscheidene sprekers, onder meer van het Internationale Comité van het Rode Kruis, zullen de deelnemers informeren over het juridisch kader van het CWV en over het belang van toetreding tot het CWV. Een of twee staten uit deze regio die partij bij het CWV zijn zullen, op basis van hun relevantie en belang voor het universaliseringsproces, ook worden uitgenodigd het woord te voeren.

Geraamde kosten — 61 685 EUR.

LATIJNS-AMERIKA EN HET CARIBISCH GEBIED

c)

Seminar over het CWV voor staten die geen partij zijn in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, om deelname van besluitvormers en regionale organisaties te bewerkstelligen. Er zullen vertegenwoordigers van Argentinië, Antigua en Barbuda, de Bahama’s, Barbados, Belize, Dominica, de Dominicaanse Republiek, Grenada, Guyana, Haïti, Jamaica, Mexico, Saint Kitts en Nevis, Saint Lucia, Saint Vincent en de Grenadines, Suriname, en Trinidad en Tobago worden uitgenodigd.

Verscheidene sprekers, onder meer van het Internationale Comité van het Rode Kruis, zullen de deelnemers informeren over het juridisch kader van het CWV en over het belang van toetreding tot het CWV. Een of twee staten uit deze regio die partij bij het CWV zijn zullen, op basis van hun relevantie en belang voor het universaliseringsproces, ook worden uitgenodigd het woord te voeren.

Geraamde kosten — 55 769 EUR.

EILANDEN IN DE STILLE OCEAAN

d)

Seminar over het CWV voor staten die geen partij zijn in de Stille Oceaan, om deelname van besluitvormers en regionale organisaties te bewerkstelligen. Er zullen vertegenwoordigers van Fiji, Kiribati, de Marshalleilanden, Micronesia, Niue, Palau, Papoea-Nieuw-Guinea, Samoa, de Salomonseilanden, Tonga, Tuvalu en Vanuatu worden uitgenodigd.

Verscheidene sprekers, onder meer van het Internationale Comité van het Rode Kruis, zullen de deelnemers informeren over het juridisch kader van het CWV en over het belang van toetreding tot het CWV. Een of twee staten uit deze regio die partij bij het CWV zijn zullen, op basis van hun relevantie en belang voor het universaliseringsproces, ook worden uitgenodigd het woord te voeren.

Geraamde kosten — 129 781 EUR (3).

CENTRAAL-AZIË

e)

Seminar over het CWV voor ondertekenende staten en staten die nog geen partij zijn in Centraal-Azië, om deelname van besluitvormers en regionale organisaties te bewerkstelligen. Er zullen vertegenwoordigers van Afghanistan (4), Armenië, Azerbeidzjan, Kazachstan, Kirgizië en Tadzjikistan worden uitgenodigd.

Verscheidene sprekers, onder meer van het Internationale Comité van het Rode Kruis, zullen de deelnemers informeren over het juridisch kader van het CWV en over het belang van toetreding tot het CWV. Een of twee staten uit deze regio die partij bij het CWV zijn zullen, op basis van hun relevantie en belang voor het universaliseringsproces, ook worden uitgenodigd het woord te voeren.

Geraamde kosten — 72 174 EUR.

ZUIDOOST-AZIE

f)

Seminar over het CWV voor ondertekenende staten en staten die nog geen partij zijn in Zuidoost-Azië, om deelname van besluitvormers en regionale organisaties te bewerkstelligen. Er zullen vertegenwoordigers van Bhutan, Brunei Darussalam, de Democratische Volksrepubliek Korea, Indonesië, Maleisië, Myanmar, Nepal, Singapore, Thailand, Oost-Timor en Vietnam (5) worden uitgenodigd.

Verscheidene sprekers, onder meer van het Internationale Comité van het Rode Kruis, zullen de deelnemers informeren over het juridisch kader van het CWV en over het belang van toetreding tot het CWV. Een of twee staten uit deze regio die partij bij het CWV zijn zullen, op basis van hun relevantie en belang voor het universaliseringsproces, ook worden uitgenodigd het woord te voeren.

MIDDEN-OOSTEN EN HET MIDDELLANDSE-ZEEGEBIED

g)

Seminar over het CWV voor ondertekenende staten en staten die geen partij zijn in het Midden-Oosten en het Middellandse-Zeegebied, om deelname van besluitvormers en regionale organisaties te bewerkstelligen. Er zullen vertegenwoordigers van Algerije, Bahrein, Egypte (6), Iran, Irak, Koeweit, Libanon, Libië, Oman, Qatar, Saudi Arabië, de Arabische Republiek Syrië, de Verenigde Arabische Emiraten en Jemen worden uitgenodigd.

Verscheidene sprekers, onder meer van het Internationale Comité van het Rode Kruis, zullen de deelnemers informeren over het juridisch kader van het CWV en over het belang van toetreding tot het CWV. Een of twee staten uit deze regio die partij bij het CWV zijn zullen, op basis van hun relevantie en belang voor het universaliseringsproces, ook worden uitgenodigd het woord te voeren.

Geraamde kosten — 47 677 EUR.

iii)   Slotzitting

Wanneer de hierboven beschreven seminars hebben plaatsgevonden, zal er in Genève een slotzitting worden gehouden om lering te trekken uit de seminars en om de specifieke middelen te bepalen ter ondersteuning van de staten die bereid zijn het CWV te bekrachtigen. Hieraan zal worden deelgenomen door het EU-voorzitterschap en de EU-instellingen, met inbegrip van, waar passend, het CWV-secretariaat, alsook het UN-ODA, het UNIDIR, het ICRC en deskundigen van het Internationale centrum voor humanitaire mijnopruiming van Genève.

iv)   Publicaties

Er zal in alle officiële talen van de VN en zo nodig in andere talen een boekje worden opgesteld en gepubliceerd met de werkzaamheden en de resultaten van de openings- en de regionale workshops en de daaruit getrokken lering. Dit boekje zal ook aanbevelingen voor de toekomst bevatten. Er zal in het bijzonder worden gewezen op de deskundigheid en de inspanningen van het ICRC op dit gebied.

Geraamde kosten — 29 851 EUR.

v)   Steun voor het sponsoringprogramma

De Europese Unie zal bijdragen aan het door de 3e toetsingsconferentie van de staten die partij zijn bij het CWV aangenomen sponsoringprogramma.

De bijdrage van de Europese Unie aan het sponsoringprogramma zal dienen ter ondersteuning van de fundamentele doelstellingen van het sponsoringprogramma, te weten:

versterking van de uitvoering van het CWV en de daaraan gehechte protocollen;

bevordering van de universele naleving van de normen en beginselen die in het CWV en de daaraan gehechte protocollen zijn vastgelegd;

steun voor de universalisering van het CWV en de daaraan gehechte protocollen;

versterking van de samenwerking, de uitwisseling van informatie en het overleg tussen de staten die partij bij het CWV zijn, over vraagstukken die samenhangen met het CWV en de daaraan gehechte protocollen.

Door het sponsoringprogramma zou op verzoek aan belangstellende staten advies en technische bijstand inzake de uitvoering van het CWV kunnen worden verstrekt (sponsoringprogramma, punt 4, onder iv).

Tijdens de 3e toetsingsconferentie van de staten die partij zijn bij het CWV is het technisch beheer van het sponsoringprogramma toevertrouwd aan het Internationale centrum voor humanitaire mijnopruiming van Genève.

Geraamde kosten — 250 000 EUR.

3.   Duur

De totale duur van de uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden wordt op 18 maanden geraamd.

4.   Begunstigden

De begunstigden van de activiteiten die gericht zijn op de universalisering van het verdrag zijn staten die geen partij zijn bij het CWV (staten die wél, maar ook staten die niet hebben ondertekend).

De begunstigden van de bijdrage aan het sponsoringprogramma zijn zowel staten die partij zijn als staten die geen partij zijn bij het CWV, in overeenstemming met de hierboven omschreven fundamentele doelstellingen van het programma. De aandacht gaat vooral uit naar door ERW getroffen staten.

5.   Uitvoeringsorgaan

Het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV, is verantwoordelijk voor de politieke uitvoering van en het toezicht op dit gemeenschappelijk optreden. Het voorzitterschap delegeert de technische uitvoering aan:

Het UN-ODA, voor de openingsworkshop, de slotzitting, de regionale seminars en de publicaties.

De regionale workshops zullen worden georganiseerd met steun van de regionale centra voor vrede en ontwapening van de VN. Bij de uitoefening van zijn taken werkt het UN-ODA in voorkomend geval samen met plaatselijke missies van de lidstaten en de Commissie. Voor alle geplande activiteiten zal gebruik worden gemaakt van de deskundigheid van het Internationale Comité van het Rode Kruis, het CWV-secretariaat en het UNIDIR. Het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV, zal nauw samenwerken bij de organisatie van de openingsworkshop en de slotzitting.

Het Internationale centrum voor humanitaire mijnopruiming van Genève (GICHD), voor de bijdrage aan het sponsoringprogramma, overeenkomstig het Besluit van de 3e toetsingsconferentie van de staten die partijen zijn bij het CWV. De Europese Unie zal in het informele stuurcomité dat is ingesteld bij het Besluit van de 3e toetsingsconferentie over de instelling van een sponsoringprogramma vertegenwoordigd worden door het voorzitterschap, bijgestaan door de SG/HV. De respectievelijke rollen van het informele stuurcomité en het GICHD wordt bepaald overeenkomstig het besluit van de 3e toetsingsconferentie van de staten die partij zijn bij het CWV.

6.   Raming van de benodigde middelen

De bijdrage van de Europese Unie zal de uitvoering van de in deze bijlage omschreven projecten volledig dekken. De kosten worden als volgt geraamd:

EUR

Openingsworkshop en slotzitting

22 184

—   

Regionale seminars

Oost- en West-Afrika

106 036

De Hoorn van Afrika, het gebied van de Grote Meren en Zuid-Afrika

61 685

Latijns-Amerika en het Caribische Gebied

55 769

Eilanden in de Stille Oceaan en Zuidoost-Azië

129 781

Centraal-Azië

72 174

Midden-Oosten en het Middellandse-Zeegebied

47 677

Publicaties

29 851

Administratieve uitgaven

36 671

Onvoorziene kosten

16 082

Steun voor het sponsoringprogramma

250 000

TOTALE KOSTEN

828 000

7.   Financieel referentiebedrag voor de kosten van de projecten

De totale kosten van de projecten bedragen 828 000 EUR.


(1)  Groep 1: niet-ondertekenende staten, getroffen door ERW: Angola, Azerbeidzjan, Burundi, Tsjaad, DR Congo, Eritrea, Ethiopië, Guinee-Bissau, Irak, Koeweit, Libanon, Mauritanië, Mozambique, Nepal, Saudi Arabië, Syrië, Jemen en Zambia. Groep 2: ondertekenende staten, getroffen door ERW: Afghanistan, Sudan, Vietnam. Groep 3: ondertekenende staten, niet (zwaar) getroffen door ERW: Egypte, IJsland en Nigeria. Groep 4: Overige staten (+ 65) naargelang van het geval.

(2)  Staat die het CWV heeft ondertekend.

(3)  Geraamde kosten voor een gecombineerd siminar Eilanden in de Stille Oceaan/ Zuidoost-Azië.

(4)  Staat die het CWV heeft ondertekend.

(5)  Staat die het CWV heeft ondertekend.

(6)  Staat die het CWV heeft ondertekend.


Top