Alegeți funcționalitățile experimentale pe care doriți să le testați

Acest document este un extras de pe site-ul EUR-Lex

Document 32007R0856

    Verordening (EG) nr. 856/2007 van de Raad van 16 juli 2007 tot verlenging van de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    PB L 190 van 21.7.2007, p. 1-2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Statutul juridic al documentului care nu mai este în vigoare, Data încetării: 31/01/2008

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/856/oj

    21.7.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 190/1


    VERORDENING (EG) Nr. 856/2007 VAN DE RAAD

    van 16 juli 2007

    tot verlenging van de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) („de basisverordening”), en met name op artikel 14,

    Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   PROCEDURE

    (1)

    De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 215/2002 (2) een definitief antidumpingrecht ingesteld op ferromolybdeen, ingedeeld onder GN-code 7202 70 00 („het betrokken product”), van oorsprong uit de Volksrepubliek China („China”). Het antidumpingrecht bedraagt 22,5 %.

    (2)

    In oktober 2006 schorste de Commissie bij Beschikking 2006/714/EG (3) het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China voor een periode van negen maanden.

    (3)

    De beschikking tot schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht werd gegeven in overeenstemming met artikel 14, lid 4, van de basisverordening, waarin wordt bepaald dat, in het belang van de Gemeenschap, antidumpingmaatregelen mogen worden geschorst als de marktverhoudingen tijdelijk zodanig zijn gewijzigd dat het onwaarschijnlijk is dat door de schorsing opnieuw schade ontstaat, mits de bedrijfstak van de Gemeenschap in de gelegenheid is gesteld opmerkingen te maken en met die opmerkingen rekening is gehouden.

    (4)

    De Commissie kwam in Beschikking 2006/714/EG tot de conclusie dat het, gezien de tijdelijke aard van de gewijzigde marktverhoudingen, en met name de hoge prijzen van het betrokken product in de Gemeenschap, die ver boven het bij het oorspronkelijk onderzoek vastgestelde schade veroorzakende niveau lagen, alsmede door het klaarblijkelijke gebrek aan evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van het betrokken product, niet waarschijnlijk was dat de door de invoer van het betrokken product uit China veroorzaakte schade zich als gevolg van de schorsing opnieuw zou voordoen.

    (5)

    De Commissie verplichtte zich er in Beschikking 2006/714/EG toe de ontwikkeling van de invoer en de prijzen van het betrokken product te volgen en de schorsing in te trekken wanneer het betrokken product uit China weer in aanzienlijke hoeveelheden tegen dumpingprijzen zou worden ingevoerd en de bedrijfstak van de Gemeenschap hierdoor weer schade zou lijden.

    (6)

    Op 31 oktober 2006 werd met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie  (4) ambtshalve een procedure voor een volledig tussentijds nieuw onderzoek ingeleid omdat het bewijsmateriaal waarover de Commissie beschikte, erop wees dat de omstandigheden die aanleiding gaven tot de geldende maatregelen zodanig veranderd waren dat die maatregelen mogelijk niet langer doelmatig zouden zijn en dat enkele van deze veranderingen van blijvende aard leken te zijn.

    B.   MOTIVERING

    (7)

    Volgens artikel 14, lid 4, van de basisverordening mogen antidumpingmaatregelen, als dit in het belang is van de Gemeenschap, voor een periode van negen maanden worden geschorst, maar kan de Raad op voorstel van de Commissie besluiten de schorsing met ten hoogste één jaar te verlengen.

    (8)

    Sinds de schorsing van de maatregel is de in de overwegingen 5 tot en met 10 van Beschikking 2006/714/EG beschreven situatie met betrekking tot de invoer en de prijzen van het betrokken product niet veranderd. Er werden slechts geringe hoeveelheden ferromolybdeen van oorsprong uit China in de Europese Gemeenschap ingevoerd.

    (9)

    Wat de ambtshalve ingeleide procedure voor een volledig tussentijds nieuw onderzoek betreft, zij eraan herinnerd dat deze binnen 15 maanden na de inleiding ervan, d.w.z. uiterlijk op 31 januari 2008, moet zijn afgesloten.

    C.   CONCLUSIE

    (10)

    Aangezien de situatie op de communautaire markt sinds de schorsing van het antidumpingrecht in oktober 2006 niet is veranderd en het tussentijdse nieuwe onderzoek nog niet is afgesloten, wordt het passend geacht de schorsing van de van kracht zijnde maatregelen in overeenstemming met artikel 14, lid 4, van de basisverordening te verlengen. Op grond van het algemene beginsel van de voorspelbaarheid van de inkomende handelsstromen en in afwachting van de resultaten van het thans uitgevoerde tussentijdse nieuwe onderzoek wordt geconcludeerd dat de schorsing van de van kracht zijnde maatregelen moet worden verlengd tot 31 januari 2008, d.w.z. tot de uiterste datum voor de afsluiting van het tussentijdse nieuwe onderzoek. Er zijn geen aanwijzingen dat de verlenging van de schorsing niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

    (11)

    De Commissie heeft de bedrijfstak van de Gemeenschap ingevolge artikel 14, lid 4, van de basisverordening in kennis gesteld van haar voornemen de schorsing van de van kracht zijnde antidumpingmaatregelen te verlengen. De bedrijfstak van de Gemeenschap is in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken, maar zijn opmerkingen waren niet van invloed op de conclusie dat de situatie zoals die is uiteengezet in Beschikking 2006/714/EG, niet is veranderd.

    (12)

    De Commissie is daarom van oordeel dat aan alle in artikel 14, lid 4, van de basisverordening gestelde eisen voor verlenging van de schorsing van het antidumpingrecht op het betrokken product is voldaan. Bijgevolg moet de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde antidumpingrecht tot 31 januari 2008 worden verlengd.

    (13)

    De Commissie zal de ontwikkeling van de invoer en de prijzen van het betrokken product volgen. Mocht het betrokken product uit China weer in aanzienlijke hoeveelheden tegen dumpingprijzen worden ingevoerd en mocht de bedrijfstak van de Gemeenschap hierdoor weer schade lijden, dan zal de Commissie voorstellen het antidumpingrecht opnieuw in te stellen door intrekking van deze schorsing,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen, ingedeeld onder GN-code 7202 70 00, van oorsprong uit de Volksrepubliek China wordt verlengd tot 31 januari 2008.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 16 juli 2007.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. SILVA


    (1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

    (2)  PB L 35 van 6.2.2002, blz. 1.

    (3)  PB L 293 van 24.10.2006, blz. 15.

    (4)  PB C 262 van 31.10.2006, blz. 28.


    Sus