Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22006D0149

    Besluit nr. 149/2006 van het Gemengd Comité van de EER van 8 december 2006 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-Overeenkomst

    PB L 89 van 29.3.2007, p. 19–20 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/149/oj

    29.3.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 89/19


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 149/2006

    van 8 december 2006

    tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-Overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 107/2005 van het Gemengd Comité van de EER van 8 juli 2005 (1).

    (2)

    Beschikking 2006/347/EG van de Commissie van 3 januari 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door het Koninkrijk Zweden van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (2) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (3)

    Beschikking 2006/348/EG van de Commissie van 3 januari 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door de Republiek Finland van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (3) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (4)

    Beschikking 2006/349/EG van de Commissie van 3 januari 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door de Republiek Oostenrijk van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (4) moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

    (5)

    Beschikking 2006/390/EG van de Commissie van 24 mei 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door de Tsjechische Republiek van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (5) moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    In hoofdstuk XIV van bijlage II bij de Overeenkomst worden na punt 1 (Verordening (EG) nr. 2003/2003 van het Europees Parlement en de Raad) de volgende punten ingevoegd:

    „2.

    32006 D 0347: Beschikking 2006/347/EG van de Commissie van 3 januari 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door het Koninkrijk Zweden van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 19).

    3.

    32006 D 0348: Beschikking 2006/348/EG van de Commissie van 3 januari 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door de Republiek Finland van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 25).

    4.

    32006 D 0349: Beschikking 2006/349/EG van de Commissie van 3 januari 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door de Republiek Oostenrijk van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (PB L 129 van 17.5.2006, blz. 31).

    5.

    32006 D 0390: Beschikking 2006/390/EG van de Commissie van 24 mei 2006 betreffende de kennisgeving, ingevolge artikel 95, lid 4, van het EG-Verdrag, door de Tsjechische Republiek van de nationale bepalingen inzake het maximaal toelaatbare cadmiumgehalte van meststoffen (PB L 150 van 3.6.2006, blz. 17).”.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Beschikkingen 2006/347/EG, 2006/348/EG, 2006/349/EG en 2006/390/EG zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 9 december 2006, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (6).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 8 december 2006.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitster

    Oda Helen SLETNES


    (1)  PB L 306 van 24.11.2005, blz. 45.

    (2)  PB L 129 van 17.5.2006, blz. 19.

    (3)  PB L 129 van 17.5.2006, blz. 25.

    (4)  PB L 129 van 17.5.2006, blz. 31.

    (5)  PB L 150 van 3.6.2006, blz. 17.

    (6)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Top