Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0941

2006/941/EG: Beschikking van de Commissie van 8 november 2006 betreffende steunmaatregel nr. C 11/06 (ex N 127/05) die Italië voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van AEM Torino (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5276) (Voor de EER relevante tekst)

PB L 366 van 21.12.2006, p. 62–65 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/941/oj

21.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 366/62


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 8 november 2006

betreffende steunmaatregel Nr. C 11/06 (ex N 127/05) die Italië voornemens is ten uitvoer te leggen ten gunste van AEM Torino

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 5276)

(Slechts de tekst in de Italiaanse taal is authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2006/941/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2, eerste alinea,

Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en met name op artikel 62, lid 1, onder a),

Na de belanghebbenden overeenkomstig de genoemde artikelen te hebben aangemaand hun opmerkingen te maken (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij brief van 21 maart 2005 heeft Italië bij de Commissie de steun gemeld die het voornemens was aan AEM Torino te verlenen ten behoeve van de gestrande kosten in de energiesector. Bij brieven van 4 mei, 19 juli en 14 november 2005 heeft de Commissie om aanvullende inlichtingen verzocht, die Italië heeft meegedeeld bij brieven van 27 juni, 5 juli en 3 oktober 2005 en 1 februari 2006.

(2)

Bij schrijven van 4 april 2006 heeft de Commissie Italië in kennis gesteld van haar besluit om de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden. Italië heeft niet op de brief van de Commissie geantwoord.

(3)

Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (2). De Commissie heeft de belanghebbenden verzocht hun opmerkingen kenbaar te maken.

(4)

De Commissie heeft geen opmerkingen ontvangen, noch van AEM Torino, noch van andere belanghebbenden.

(5)

Met deze steun wil Italië aan AEM Torino de gestrande kosten in de energiesector terugbetalen. AEM Torino is een van de zogenoemde aziende municipalizzate (openbare nutsbedrijven die afhangen van lokale overheidslichamen) en is met name in de energiesector actief. De steun is gebaseerd op een analoge regeling die door de Commissie is goedgekeurd (3).

(6)

Het steunbedrag beloopt 16,338 miljoen EUR, uit te keren in de vorm van subsidies.

(7)

Italië heeft zijn voornemen te kennen gegeven jaarlijks een verslag over de tenuitvoerlegging van die regeling in te dienen.

(8)

Italië heeft meegedeeld dat de betrokken regeling niet met enige andere steun kan worden gecumuleerd.

(9)

Op 5 juni 2002 heeft de Commissie een negatieve beschikking gegeven ten aanzien van de steunmaatregel (nr. C 27/99 (ex NN 69/98)) betreffende belastingvrijstellingen en leningen tegen gunstige voorwaarden die Italië had verstrekt ten gunste van nutsbedrijven waarin de overheid een meerderheidsdeelneming heeft (4) (de gemeentelijke nutsbedrijven).

(10)

In die beschikking verklaarde de Commissie dergelijke niet-aangemelde regelingen onrechtmatig en onverenigbaar en heeft zij de Italiaanse Staat gelast alle eventueel in het kader van die regelingen toegekende steun terug te vorderen (5).

(11)

Het terugvorderingsproces is heel langzaam verlopen. Italië heeft wet nr. 62 van 18 april 2005 aangenomen, waar in artikel 27, met het oog op de tenuitvoerlegging van voornoemde beschikking van de Commissie, in de terugvordering van de aan de gemeentelijke nutsbedrijven verleende steun wordt voorzien. Niettemin kregen de begunstigden toestemming om de steun in tranches terug te betalen, over een periode van 24 maanden, en werd deze bepaling bij besluit van 1 juni 2005 van de Agenzia delle entrate (Dienst ontvangsten) goedgekeurd.

(12)

Volgens de opmerkingen die in het kader van de nog lopende zaak T-294/02, Acea/Commissie, zijn ingediend, verklaarde diezelfde AEM Torino steun te hebben ontvangen in het kader van de steunregelingen waarop Beschikking 2003/193/EG ziet, in de vorm van belastingvrijstellingen in 1997, 1998 en 1999 en van goedkope leningen door de Cassa depositi e prestiti.

(13)

Voorts heeft AEM Torino, volgens de door Italië meegedeelde inlichtingen, informatie verstrekt in de loop van de gebruikelijke procedures inzake vaststelling van de aanslag en belastinginning aansluitend op het besluit van de Agenzia delle entrate. AEM Torino had het bedrag van de onrechtmatige steun moeten terugbetalen binnen zestig dagen na de mededeling van de uitkomst van de vaststelling van de aanslag, die de Agenzia delle entrate, volgens de door Italiaanse autoriteiten meegedeelde inlichtingen, de onderneming vóór 11 januari 2006 had moeten meedelen. Italië heeft niet meegedeeld of AEM Torino binnen de vastgestelde termijn daadwerkelijk tot terugbetaling is overgegaan.

(14)

Volgens de door Italiaanse autoriteiten in verband met deze zaak meegedeelde inlichtingen heeft AEM Torino van de Cassa depositi e prestiti geen leningen ontvangen.

(15)

Omdat de Commissie niet in staat was vast te stellen of de onrechtmatige steun die in het kader van de Italiaanse regeling ten faveure van gemeentelijke nutsbedrijven is toegekend, eventueel met de hier te onderzoeken nieuwe steun werd gecumuleerd, heeft zij Italië gevraagd maatregelen te nemen om te voorkomen dat dergelijke cumulering zich voordoet en zich ertoe te verbinden dat de steun voor de gestrande kosten pas wordt uitgekeerd nadat de onrechtmatige steun is terugbetaald. Italië heeft geen toezeggingen in die zin gedaan.

(16)

De Commissie had geconstateerd dat de hier te onderzoeken maatregel als staatssteun dient te worden aangemerkt.

(17)

Bijgevolg heeft de Commissie deze maatregel getoetst op zijn verenigbaarheid met de staatssteunregels, en met name haar mededeling betreffende de onderzoeksmethode van staatssteun die verband houdt met gestrande kosten (6). Daarbij is zij tot de bevinding gekomen dat de methode voor het bepalen van het bedrag en de berekening zelf in overeenstemming zijn met alle aanwijzingen in de betrokken mededeling.

(18)

In zijn arrest van 15 mei 1997 in de zaak-Deggendorf (7) heeft het Hof van Justitie verklaard dat „wanneer de Commissie de verenigbaarheid van een steunmaatregel met de gemeenschappelijke markt onderzoekt, zij alle relevante gegevens in de beschouwing [moet] betrekken, eventueel daaronder begrepen de feiten die in een eerdere beschikking reeds zijn onderzocht, en de verplichtingen die bij die eerdere beschikking eventueel aan een lidstaat zijn opgelegd”. Volgens het Hof van Justitie kan nieuwe steun niet met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard zolang eerdere, onrechtmatige steun niet is terugbetaald, omdat het cumulatieve effect van dergelijke steun de mededinging op de gemeenschappelijke markt ernstig kan verstoren.

(19)

Op basis van die rechtspraak vergewist de Commissie zich dus bij de beoordeling van nieuwe steun ervan dat de begunstigde van de nieuwe steun alle eerdere steun die ter uitvoering van een negatieve beschikking van de Commissie had moeten worden teruggevorderd, heeft terugbetaald.

(20)

Wordt het in dat arrest vastgestelde beginsel op de voorliggende zaak toegepast, dan merkt de Commissie op dat: a) AEM Torino eerder steun heeft ontvangen, namelijk de steun die aan gemeentelijke nutsbedrijven is toegekend (zie overwegingen 9 tot en met 15) en die ter uitvoering van Beschikking 2003/193/EG moeten worden teruggevorderd, en b) de Italiaanse autoriteiten de verplichting tot terugvordering die hun bij voornoemde beschikking was opgelegd, nog niet zijn nagekomen. Het is inderdaad zo dat Beschikking 2003/193/EG een steunregeling betreft, maar daarin is ook voorzien in de terugvordering van de onrechtmatige en onverenigbare steun die in het kader van de bewuste regeling was uitgekeerd. Voorts heeft AEM Torino uitdrukkelijk toegegeven dat zij die regeling heeft genoten en dat er geen redenen zijn om in deze zaak aan te voeren dat de thans te onderzoeken maatregelen geen steun vormen, bestaande steun vormen dan wel met de gemeenschappelijke markt verenigbaar verklaarde steun zijn.

(21)

Vier jaar nadat Beschikking 2003/193/EG is gegeven, moeten de Italiaanse autoriteiten nog steeds de onrechtmatige steun terugvorderen. Zij hebben de Commissie meegedeeld dat zij, wat de nakoming van hun terugvorderingsverplichting betreft, zich nog bevinden in de fase van de goedkeuring en tenuitvoerlegging van dienstige administratieve maatregelen.

(22)

Met name heeft Italië meegedeeld dat AEM Torino bij de Agenzia delle entrate een verklaring heeft ingediend waarin zij toezegt de bedragen te zullen voldoen die de Agenzia zal vorderen. Toch zijn de Italiaanse autoriteiten niet in staat aan te geven:

welk bedrag AEM Torino in het kader van de terugvordering moet terugbetalen;

wat de betalingsvoorwaarden zijn. Italië heeft meegedeeld dat AEM Torino de terugbetaling vóór 11 maart 2006 moest uitvoeren, maar heeft nog helemaal niet de verzekering gegeven dat de betaling volledig (mét rente) en onverwijld (zonder gebruik te maken van de termijn van 24 maanden waarin voorzien is door wet nr. 62 van 18 april 2005) heeft plaatsgevonden.

(23)

Evenmin is duidelijk of AEM Torino al dan niet goedkope leningen van de Cassa depositi e prestiti heeft gekregen, leningen die bij Beschikking 2003/193/EG onrechtmatig zijn verklaard, en zo ja, of zij deze leningen heeft terugbetaald.

(24)

Concluderend, Italië heeft niet duidelijk gemaakt of de eerdere steun die AEM Torino naar alle waarschijnlijkheid heeft ontvangen, is teruggevorderd. Op grond van die gegevens dient te worden geconcludeerd dat AEM Torino in het kader van de bij Beschikking 2003/193/EG onverenigbaar verklaarde steunregeling steun kan hebben ontvangen en bepaalde bedragen daarvan nog niet heeft terugbetaald.

(25)

De Commissie is niet bij machte het bedrag te bepalen van de steun die AEM Torino vóór de nieuwe, hier te onderzoeken steun al had ontvangen en nog moet terugbetalen. Evenmin kan zij het cumulatieve effect bepalen van de „oude” en de „nieuwe” steun ten faveure van AEM Torino, noch de te verwachten verstoring van de mededinging die dergelijke cumulering op de gemeenschappelijke markt kan hebben.

(26)

Overeenkomstig het arrest in de zaak-Deggendorf moet de Commissie in haar beschouwing de feiten betrekken die in een eerdere beschikking reeds zijn onderzocht, en de verplichtingen die bij die eerdere beschikking eventueel aan een lidstaat zijn opgelegd, en kan zij zich niet uitspreken over de verenigbaarheid van nieuwe steun met de gemeenschappelijke markt vooraleer de eerdere, onrechtmatige steun is terugbetaald.

(27)

Bovendien mag de steun voor de terugbetaling van gestrande kosten niet met enige andere steun worden gecumuleerd.

(28)

Volgens het beginsel dat het Hof van Justitie in het arrest-Deggendorf heeft vastgesteld, kan enkel met de toezegging de nieuwe steun pas uit te keren nadat de eerdere steun volledig is terugbetaald, ieder risico van een cumulatief effect van beide maatregelen en elke vorm van mededingingsdistorsie worden vermeden.

(29)

Bij herhaling is Italië gevraagd een toezegging in die zin te doen, maar het heeft zulks geweigerd.

(30)

Bijgevolg blijft het cumulatieve effect van beide steunmaatregelen bestaan, zonder dat de Commissie dat naar behoren kan beoordelen. In dit stadium kan de aangemelde steun dan ook niet met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard.

(31)

Italië noch de begunstigde onderneming hebben de twijfel kunnen wegnemen die in het besluit tot inleiding van de procedure was geformuleerd. Italië heeft niet geantwoord op het schrijven waarin de inleiding van de procedure werd aangekondigd, noch is er informatie ontvangen van AEM Torino.

(32)

De redenen waarom de Commissie besloot de procedure in te leiden, werden niet betwist. De maatregel vormt steun welke op grond van de onderzoeksmethode van staatssteun die verband houdt met gestrande kosten verenigbaar kan worden verklaard. Toch kan de Commissie, gezien de mogelijke cumulering met eerdere steun die de begunstigde onderneming niet heeft terugbetaald, het cumulatieve effect van beide steunmaatregelen niet bepalen.

(33)

Italië heeft geen enkele gegevens verstrekt die de Commissie in staat stellen de mogelijke cumulering te beoordelen. Bovendien is het hele terugvorderingsproces bijzonder langzaam en lastig verlopen. Daarom heeft de Commissie op 19 januari 2005 besloten, op grond van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag, de zaak voor het Hof van Justitie te brengen om de onverwijlde en daadwerkelijke tenuitvoerlegging van Beschikking 2003/193/EG te garanderen.

(34)

Op 1 juni 2006 heeft Hof verklaard (8) dat Italië, door niet binnen de gestelde termijnen de maatregelen te nemen om de onrechtmatig en met de gemeenschappelijke markt onverenigbaar verklaarde steun van de begunstigden terug te vorderen, de op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.

(35)

Het staat aan de Commissie ervoor te zorgen dat de nieuwe steun pas wordt uitgekeerd wanneer het risico op cumulering kan worden uitgesloten — dus pas nadat AEM Torino de onrechtmatige en onverenigbare steun die zij heeft ontvangen, volledig heeft terugbetaald.

(36)

Dit betekent dat de Commissie strikt er op dient toe te zien dat deze voorwaarde volledig wordt nagekomen.

(37)

Bijgevolg dient Italië pas de toestemming te krijgen om de nieuwe steun uit te keren nadat zij de Commissie het bewijs heeft geleverd dat de steun volledig van AEM Torino is teruggevorderd.

(38)

Gelet op het voorgaande bevestigt de Commissie haar eigen beoordeling dat de aangemelde maatregel in verband met steun ten behoeve van gestrande kosten die Italië voornemens is ten gunste van AEM Torino toe te kennen, als met het EG-Verdrag verenigbare steun moet worden aangemerkt.

(39)

Het gevoerde onderzoek bevestigde evenwel dat de Commissie niet bij machte is na te gaan of het cumulatieve effect van de nieuwe steun en de eerdere, onrechtmatige en onverenigbare steun een buitensporige mededingingsdistorsie is die met het EG-Verdrag onbestaanbaar kan zijn.

(40)

Mitsdien concludeert de Commissie, op grond van artikel 7, lid 4, van Verordening (EG) nr. 659/99 (9) dat de aangemelde steun pas aan de begunstigde onderneming mag worden uitgekeerd nadat deze eerst de eerdere, onrechtmatige en onverenigbare steun heeft terugbetaald.

(41)

Ten slotte dient Italië, vooraleer de betrokken steun uit te keren, de Commissie het bewijs te leveren dat AEM Torino de eerder ontvangen steun volledig heeft terugbetaald,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

Artikel 1

De steun die Italië voornemens is toe te kennen aan AEM Torino ten behoeve van de gestrande kosten ten bedrage van 16,338 miljoen EUR is verenigbaar met de gemeenschappelijke markt mits de in artikel 2 bedoelde voorwaarden worden nageleefd.

Artikel 2

De in artikel 1 bedoelde steun mag pas worden uitgekeerd nadat Italië de Commissie het bewijs heeft geleverd dat AEM Torino voordien geen steun heeft genoten in het kader van de regeling ten faveure van gemeentelijke nutsbedrijven die bij Beschikking 2003/193/EG onrechtmatig en onverenigbaar met het Verdrag is verklaard, dan wel het bewijs levert dat AEM Torino de steun die zij in het kader van genoemde regeling heeft ontvangen, vermeerderd met rente, heeft terugbetaald.

Artikel 3

Italië deelt de Commissie binnen twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking mee welke maatregelen het heeft genomen om hieraan te voldoen.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de Italiaanse Republiek.

Gedaan te Brussel, 8 november 2006.

Voor de Commissie

Neelie KROES

Lid van de Commissie


(1)  PB C 116 van 17.5.2006, blz. 2.

(2)  Zie noot 1.

(3)  Besluit van de Commissie van 1 december 2004 betreffende Steunmaatregel nr. N 490/00, met name het gedeelte betreffende de installatie voor de productie van elektriciteit.

(4)  PB L 77 van 24.3.2003, blz. 21.

(5)  Krachtens artikel 3 van de beschikking van de Commissie moet Italië alle nodige maatregelen nemen om de reeds onrechtmatig ter beschikking gestelde steun van de begunstigden terug te vorderen.

(6)  Goedgekeurd door de Commissie op 26.7.2001. Deze tekst is te vinden op de website van directoraat-generaal Concurrentie van de Commissie, op volgend adres: http://ec.europa.eu/comm/competition/state_aid/legislation/stranded_costs_nl.pdf. Deze tekst is de lidstaten bij brief SG (2001) D/290869 van 6.8.2001 gezonden.

(7)  Arrest van 15 mei 1997, zaak C-355/95 P, Textilwerke Deggendorf GmbH (TWD)/Commissie, Jurispr. 1997, blz. I-2549, punt 26.

(8)  Arrest van 1 juni 2006, zaak C-207/05, Commissie/Italië (nog niet bekendgemaakt).

(9)  PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.


Top