This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32006D0423
2006/423/EC: Commission Decision of 20 June 2006 terminating the anti-dumping proceeding concerning imports of silicon carbide originating in Romania
2006/423/EG: Besluit van de Commissie van 20 juni 2006 tot beëindiging van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van siliciumcarbide uit Roemenië
2006/423/EG: Besluit van de Commissie van 20 juni 2006 tot beëindiging van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van siliciumcarbide uit Roemenië
PB L 168 van 21.6.2006, p. 37–38
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 118M van 8.5.2007, p. 924–925
(MT)
In force
21.6.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 168/37 |
BESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 20 juni 2006
tot beëindiging van de antidumpingprocedure betreffende de invoer van siliciumcarbide uit Roemenië
(2006/423/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1) (hierna „de basisverordening” genoemd), en met name op artikel 9,
Na raadpleging van het Raadgevend Comité,
Overwegende hetgeen volgt:
A. PROCEDURE
(1) |
Op 17 mei 2005 heeft de Commissie een klacht ontvangen over vermeende schadelijke dumping door de invoer van siliciumcarbide uit Roemenië. |
(2) |
De klacht werd op grond van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening ingediend door de European Chemical Industry Council (CEFIC) namens de producenten in de Gemeenschap die 100 % van de totale productie van siliciumcarbide in de Gemeenschap vertegenwoordigen. |
(3) |
De klacht bevatte aanwijzingen in verband met dumping en de hieruit voortvloeiende aanmerkelijke schade, die toereikend werd geacht om de inleiding van een antidumpingprocedure te rechtvaardigen. |
(4) |
De Commissie heeft door de bekendmaking van een bericht van inleiding in het Publicatieblad van de Europese Unie (2) dienovereenkomstig een antidumpingprocedure ingeleid betreffende de invoer in de Gemeenschap van siliciumcarbide, momenteel ingedeeld onder GN-code 2849 20 00, uit Roemenië. |
(5) |
De Commissie heeft de betrokken exporteurs/producenten, importeurs en verenigingen van importeurs of exporteurs, de vertegenwoordigers van het exporterende land, de verwerkende bedrijven, de consumentenorganisaties en de producenten in de Gemeenschap die de klacht hebben ingediend, officieel van de opening van het onderzoek op de hoogte gebracht. De belanghebbenden werden in de gelegenheid gesteld om binnen een in het bericht van inleiding bepaalde termijn hun standpunt schriftelijk bekend te maken en te verzoeken te worden gehoord, en er werden aan alle betrokkenen vragenlijsten toegezonden. |
B. INTREKKING VAN DE KLACHT EN BEËINDIGING VAN DE PROCEDURE
(6) |
Op 1 maart 2006 heeft de CEFIC zijn klacht officieel ingetrokken. |
(7) |
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de basisverordening kan de procedure worden beëindigd wanneer de klacht wordt ingetrokken, tenzij dit strijdig met het belang van de Gemeenschap is. |
(8) |
De Commissie was van oordeel dat deze procedure diende te worden beëindigd, daar bij het onderzoek niet is gebleken dat dit strijdig met het belang van de Gemeenschap is. De belanghebbenden zijn hiervan op de hoogte gebracht en in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken. Er zijn geen opmerkingen ontvangen als zou beëindiging van de procedure strijdig met het belang van de Gemeenschap zijn. |
(9) |
De Commissie is daarom tot de conclusie gekomen dat de antidumpingprocedure betreffende de invoer in de Gemeenschap van siliciumcarbide uit Roemenië zonder de instelling van antidumpingmaatregelen dient te worden beëindigd, |
BESLUIT:
Enig artikel
De antidumpingprocedure betreffende de invoer van siliciumcarbide, momenteel ingedeeld onder GN-code 2849 20 00, uit Roemenië wordt hierbij beëindigd.
Gedaan te Brussel, 20 juni 2006.
Voor de Commissie
Peter MANDELSON
Lid van de Commissie
(1) PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).
(2) PB C 159 van 30.6.2005, blz. 4.