Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R0169

    Verordening (EG) nr. 169/2006 van de Commissie van 31 januari 2006 houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 2375/2002 met betrekking tot de afgifte van invoercertificaten in het kader van tranche 1 van deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit

    PB L 27 van 1.2.2006, p. 3–3 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/169/oj

    1.2.2006   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 27/3


    VERORDENING (EG) Nr. 169/2006 VAN DE COMMISSIE

    van 31 januari 2006

    houdende afwijking van Verordening (EG) nr. 2375/2002 met betrekking tot de afgifte van invoercertificaten in het kader van tranche 1 van deelcontingent III voor zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1784/2003 van de Raad van 29 september 2003 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), en met name op artikel 12, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bij Verordening (EG) nr. 2375/2002 van de Commissie (2) is een jaarlijks tariefcontingent geopend van 2 981 600 t zachte tarwe van een andere dan van hoge kwaliteit. Het jaarcontingent bestaat uit drie deelcontingenten.

    (2)

    In artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 is de hoeveelheid van deelcontingent III voor tranche 1 (periode van 1 januari tot en met 31 maart 2006) vastgesteld op 592 900 t.

    (3)

    Bij Verordening (EG) nr. 4/2006 van de Commissie (3) is een verminderingscoëfficiënt vastgesteld op basis van de gegevens waarover de Commissie op 2 januari 2006 beschikte. Een lidstaat heeft de Commissie later meegedeeld dat een groot deel van de door zijn marktdeelnemers ingediende aanvragen niet ontvankelijk was. Het blijkt nu dat, tegen de verwachtingen in, aanzienlijke hoeveelheden beschikbaar blijven voor de betrokken periode. Derhalve moeten de betrokken hoeveelheden worden vastgesteld en moet worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3, lid 4, eerste zin, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 door, bij wijze van uitzondering, toe te staan dat voor deze hoeveelheden nieuwe certificaataanvragen worden ingediend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2375/2002.

    (4)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In afwijking van artikel 3, lid 4, eerste zin, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 mogen met ingang van maandag 6 februari 2006 aanvragen van invoercertificaten worden ingediend voor de hoeveelheid van 464 879,874 t die beschikbaar is in het kader van het in artikel 3, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2375/2002 bedoelde deelcontingent III, voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2006.

    De aanvragen worden ingediend overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2375/2002, en met name in artikel 5.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2006.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 31 januari 2006.

    Voor de Commissie

    Mariann FISCHER BOEL

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 78. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1154/2005 van de Commissie (PB L 187 van 19.7.2005, blz. 11).

    (2)  PB L 358 van 31.12.2002, blz. 88. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 777/2004 (PB L 123 van 27.4.2004, blz. 50).

    (3)  PB L 2 van 5.1.2006, blz. 3.


    Top