Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document JOL_2005_196_R_0046_01

    2005/534/: Besluit van het Europees Parlement van 12 april 2005 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, afdeling V — Rekenkamer
    Resolutie van het Europees Parlement met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, afdeling V — Rekenkamer

    PB L 196 van 27.7.2005, p. 46–49 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

    27.7.2005   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 196/46


    BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    van 12 april 2005

    over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, afdeling V — Rekenkamer

    (2005/534/EG)

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

    gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0018/2005),

    gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

    gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

    gelet op artikel 272, lid 10, en de artikelen 275 en 276 van het EG-Verdrag,

    gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid op artikel 50, artikel 86, lid 4, en de artikelen 145, 146 en 147,

    gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (5),

    gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

    1.

    Verleent de Rekenkamer kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2003;

    2.

    Geeft zijn opmerkingen in de begeleidende resolutie;

    3.

    Verzoekt zijn voorzitter dit besluit en de begeleidende resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie, de Rekenkamer, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio's en de Ombudsman en zorg te dragen voor de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (L-reeks).

    De voorzitter

    Josep BORRELL FONTELLES

    De secretaris-generaal

    Julian PRIESTLEY


    (1)  PB L 54 van 28.2.2003, blz. 1.

    (2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

    (3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

    (4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.


    RESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

    met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003, afdeling V — Rekenkamer

    HET EUROPEES PARLEMENT,

    gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003 (1),

    gezien de jaarrekening en de financiële balans van ontvangsten en uitgaven betreffende het begrotingsjaar 2003 (C6-0018/2005),

    gezien het verslag van de Rekenkamer over het begrotingsjaar 2003 en de antwoorden van de instellingen (2),

    gelet op de betrouwbaarheidsverklaring met betrekking tot de juistheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, die door de Rekenkamer is verstrekt overeenkomstig artikel 248 van het EG-Verdrag (3),

    gelet op artikel 272, lid 10, en de artikelen 275 en 276 van het EG-Verdrag,

    gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4), inzonderheid op artikel 50, artikel 86, lid 4, en de artikelen 145, 146 en 147,

    gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (5),

    gelet op artikel 71 en bijlage V van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A6-0066/2005),

    Jaarverslag van de Rekenkamer

    1.

    Stelt vast dat de Rekenkamer een begroting beheerde van 77 076 689 EUR, waarvan op 31 december 2003 96,83 % (74 634 579,94 EUR) was vastgelegd en 89,58 % (69 045 709,53 EUR) betaald;

    2

    Is tevreden dat de Rekenkamer de controleomgeving van alle instellingen voor het eerst afzonderlijk heeft geëvalueerd en de opmerkingen over de verschillende instellingen apart heeft gepubliceerd;

    3.

    Stelt vast dat de Rekenkamer handvesten heeft opgesteld waarin gedetailleerd de taken, rechten en plichten van de financiële actoren staan beschreven, en dat in december 2003 minimumnormen voor controle werden goedgekeurd;

    4.

    Neemt nota van de bevindingen als resultaat van de externe controle van de Rekenkamer door KPMG, waarin wordt gesteld dat de boekhoudkundige gegevens en de financiële memoranda naar de mening van de controleurs een juist en correct beeld geven, overeenkomstig het Financieel Reglement, de uitvoeringsregels, de algemeen aanvaarde boekhoudkundige principes en de interne regels van de Rekenkamer, van de activa en de financiële toestand van de Rekenkamer op 31 december 2003 en van het economische resultaat en de inkomsten en uitgaven van het op dat ogenblik aflopende begrotingsjaar;

    5.

    Verzoekt om een exemplaar van het evaluatieverslag over het gebouwenbeleid van de Rekenkamer, zodra dit af is;

    Follow-up van de kwijtingsprocedure 2002

    6.

    Herinnert eraan dat het kwijtingsverslag over 2002 ook opmerkingen bevatte over de betrouwbaarheidsverklaring en het controlesysteem; wijst erop dat op het gevolg dat aan deze opmerkingen is gegeven, zal worden behandeld in het kwijtingsverslag over 2003 voor de Commissie;

    7.

    Wijst erop dat het onderzoek bij Eurostat door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) op dit ogenblik nog niet is beëindigd; dringt erop aan dat de Rekenkamer een grondige controle plant van de bestaande controle- en toezichtssystemen, zodra het OLAF-onderzoek is voltooid;

    8.

    Herhaalt de aanbevelingen in de paragrafen 21 en 22 van zijn besluit van 21 april 2004 betreffende de kwijting 2002 (6), dat aansluitend op de uitbreiding van de Rekenkamer elk van de 25 leden ervan de controleverantwoordelijkheid voor op zijn minst één directoraat-generaal van de Commissie op zich neemt, om verkeerde ontwikkelingen zoals bij Eurostat vroeg vast te stellen en te voorkomen;

    9.

    Is tevreden met het feit dat de Rekenkamer overeenkomstig het werkprogramma voor 2005 een controle zal uitvoeren van het Europese systeem van boekhoudkundige inventarissen, de BNI-cijfers en de kwaliteit hiervan;

    10.

    Is tevreden dat de Rekenkamer het nieuwe statuut van de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft onderzocht, stelt vast dat de bepalingen in dit statuut zelf geen rechtstreekse financiële gevolgen hebben; heeft er vertrouwen in dat de Rekenkamer aan deze kwestie aandacht zal besteden in het kader van de controle over 2004;

    11.

    Stelt vast dat het Europees Economisch en Sociaal Comité details en procedures met betrekking tot de inventaris goedkeurde in oktober 2003; verzoekt de Rekenkamer bijgevolg de inventaris aan een controle te onderwerpen bij de voorbereiding van het jaarverslag over 2004;

    12.

    Is tevreden dat de Rekenkamer zijn besluiten van 16 december 2004 over de regeling betreffende samenwerking met het OLAF (met betrekking tot leden, personeel en toegang tot controle-informatie) aan het Parlement heeft toegezonden; betreurt het dat deze besluiten rijkelijk laat werden genomen;

    13.

    Is tevreden met de maatregelen die de Rekenkamer heeft genomen met betrekking tot het gebruik van dienstwagens door leden, uiteengezet in zijn administratieve besluit van 15 juni 2004; erkent dat de nieuwe bepalingen transparant zijn en een verbetering van de situatie inhouden; stelt vast dat de Rekenkamer, om de administratieve last te verlichten, ook de kosten van 15 000 km op zich neemt, bovenop de verplaatsingen die zijn toegestaan via een dienstreisopdracht, en dat in het bestuurderslogboek wordt genoteerd dat de wagen voor beroepsdoeleinden is gebruikt;

    14.

    Stelt vast dat in artikel 5 van het hierboven genoemde besluit wordt bepaald dat als een lid of de secretaris-generaal een dienstwagen gebruikt voor andere verplaatsingen dan degene die worden bedoeld in artikel 4 (namelijk verplaatsingen op basis van een dienstreisopdracht in het kader van de uitoefening van de functie of forfaitair 15 000 km per jaar), de hieruit voortvloeiende kosten (wegentol, brandstof en eventuele extra huurkosten als gevolg van de overschrijding van het in het kadercontract vastgestelde totaal van 45 000 km per jaar) ten laste komen van deze persoon; beschouwt het privé-gebruik van een dienstwagen als een verborgen voordeel in natura, hetgeen het ongepast acht;

    Jaarlijks activiteitenverslag van de ordonnateur en jaarverslag van de interne controleur

    15.

    Erkent dat de Rekenkamer een verslag van een bladzijde (overeenkomstig artikel 86, lid 4, van het Financieel Reglement) aan de Commissie begrotingscontrole heeft toegezonden; verwacht dat dit verslag een duidelijk beeld geeft van de bestaande controleomgeving en van de verbeteringen die het komende jaar moeten worden ingevoerd;

    16.

    Verzoekt dat het jaarverslag van de ordonnateur een ondertekende betrouwbaarheidsverklaring bevat;

    17.

    Wenst een exemplaar te ontvangen van het jaarverslag van de interne controleur; weet dat de Rekenkamer dit beschouwt als een intern document; wijst er evenwel op dat het verslag van de interne controleur de kwijtingsautoriteit gewoonlijk in staat stelt een duidelijk beeld te krijgen van de controleomgeving en de verbeteringen die zijn gepland voor het volgende jaar; benadrukt dat de meeste andere instellingen er vertrouwen in hebben dat de Commissie begrotingscontrole verantwoordelijk met dit document omspringt;

    18.

    Stelt vast dat de Rekenkamer ter ondersteuning van de controles een geïnformatiseerd systeem heeft ingevoerd ter vergemakkelijking en verbetering van de planning en standaardisering van het controleproces, de kwaliteitscontrole in alle fasen van dit proces, de documentatie, de presentatie van de resultaten en de opstelling van de verslagen, werk op afgelegen plaatsen en de terbeschikkingstelling van beheersinformatie;

    19.

    Stelt vast dat in 2003 maar 50 % van het geld voor de uitwisseling van ambtenaren en deskundigen is gebruikt, omdat de financiële bepalingen die hierop van toepassing zijn, werden gewijzigd; is bijgevolg van mening dat 2003 als overgangsjaar mag worden beschouwd;

    20.

    Is van mening dat het nodig kan zijn om na te gaan of de bestaande structuur en werking van de topzware Rekenkamer moeten worden herzien; herinnert eraan dat de Rekenkamer op dit ogenblik 736 medewerkers heeft, waarvan 325 professionele controleurs (A- en B-graden), met 275 personen (A- en B-graden) werkzaam in de controleteams en 50 (A-graden) in de kabinetten van de leden;

    21.

    Is tevreden dat de Rekenkamer het verslag van september 2003 over zijn gebouwenbeleid aan de Commissie begrotingscontrole heeft toegezonden; wenst in het kader van de kwijtingsprocedure voor 2004 over de vooruitgang die wordt geboekt, te worden geïnformeerd;

    Andere opmerkingen

    22.

    Feliciteert de Rekenkamer met het netwerk dat werd uitgebouwd met controle-instellingen in de lidstaten en kandidaat-lidstaten (als voorbereiding van de uitbreiding); verzoekt de Rekenkamer tijdig voor de kwijtingsprocedure voor 2004 bij de bevoegde commissie van het Parlement verslag uit te brengen over de vooruitgang die is geboekt:

    met de instelling van een beter systeem voor de verdeling van de lasten tussen de Rekenkamer en de nationale controle-instellingen, vooral wat de toegang tot nationale controledossiers betreft;

    met de stroomlijning van de controlebenaderingen, vooral wat de nationale betrouwbaarheidsverklaringen en controlesystemen betreft, met het oog op meer compatibiliteit, en

    met de verbetering van de controle-efficiëntie, door een grondige evaluatie van de kwantiteit en kwaliteit van de geplande controles;

    23.

    Is tevreden met de bereidheid van de Rekenkamer om de schriftelijke antwoorden op de vragen tijdig te verstrekken voor de kwijting voor 2003;

    24.

    Verzoekt de Rekenkamer om vooraf, indien nodig vertrouwelijk, een exemplaar van het jaarverslag aan de voorzitter van de Commissie begrotingscontrole en de rapporteur voor de kwijting aan de Commissie toe te zenden; wenst bovendien in een vroeg stadium te weten welke speciale verslagen te verwachten zijn in de loop van het jaar, opdat er de gepaste aandacht aan kan worden gegeven;

    25.

    Verzoekt de Rekenkamer de gevolgen van het nieuwe Financieel Reglement voor zijn administratieve werk tijdig te beoordelen voor de herziening in 2005/2006;

    26.

    Verzoekt de Rekenkamer in zijn jaarlijkse activiteitenverslag informatie op te nemen over de mate waarin zij productiedoelstellingen haalt, de kosten per eenheid, terreinen met significante ontwikkelingen en andere relevante elementen in verband met de prestaties van de instelling; merkt op dat dit prestatierapport ook een uitstekende manier zou zijn om informatie te publiceren over de modernisering van de betrouwbaarheidsverklaring en andere ontwikkelingen in de controleaanpak van de Rekenkamer.


    (1)  PB L 54 van 28.2.2003, blz. 1.

    (2)  PB C 293 van 30.11.2004, blz. 1.

    (3)  PB C 294 van 30.11.2004, blz. 99.

    (4)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (5)  PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1.

    (6)  PB L 330 van 4.11.2004, blz. 144.


    Top