EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R1803

Verordening (EG) nr. 1803/2004 van de Commissie van 15 oktober 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 94/2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt

PB L 318 van 19.10.2004, p. 4–6 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 17/07/2005

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/1803/oj

19.10.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 318/4


VERORDENING (EG) Nr. 1803/2004 VAN DE COMMISSIE

van 15 oktober 2004

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 94/2002 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad van 19 december 2000 betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt (1), en met name op artikel 12,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uit de praktijk is gebleken dat de uitvoering van de voorlichtings- en afzetbevorderingsregeling voor de binnenmarkt als bedoeld in Verordening (EG) nr. 94/2002 van de Commissie (2) verder moet worden verbeterd.

(2)

In bijlage II bij Verordening (EG) nr. 94/2002 is de lijst vastgesteld van de voor de toepassing van deze verordening bevoegde nationale autoriteiten. De voorschriften voor het opstellen van de lijst van de door de diverse lidstaten aangewezen bevoegde autoriteit of autoriteiten met de corresponderende contactgegevens moeten worden versoepeld zodat deze informatie in een voortdurend bijgewerkte lijst via internet aan alle belanghebbenden ter beschikking kan worden gesteld.

(3)

Met het oog op de evaluatie en onderlinge vergelijking van de voorstellen voor voorlichtings- en afzetbevorderingsprogramma’s moeten deze voorstellen in alle lidstaten volgens een uniform model worden ingediend.

(4)

Om het gevaar voor dubbele financiering af te wenden, moet worden bepaald dat voorlichtings- en afzetbevorderingsacties waarvoor steun wordt verleend in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999, inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (3) niet in aanmerking komen voor steun in het kader van Verordening (EG) nr. 2826/2000.

(5)

Uit de praktijk is gebleken dat de termijnen waarover de lidstaten beschikken om contracten te sluiten met de geselecteerde beroeps- of bedrijfskolomorganisaties te kort zijn, met name wanneer het meerdere organisaties in meer dan één lidstaat betreft. Deze termijnen dienen derhalve te worden verlengd.

(6)

Door het gebruik van standaardcontracten wordt gegarandeerd dat de geselecteerde programma’s in alle lidstaten onder dezelfde voorwaarden worden uitgevoerd. Zo nodig moeten de lidstaten evenwel worden gemachtigd om bepaalde contractvoorwaarden te wijzigen om rekening te houden met nationale voorschriften.

(7)

Er dient te worden gepreciseerd dat voor de meerjarenprogramma’s na afloop van elk jaar een intern verslag moet worden overgelegd, zelfs wanneer geen betalingsaanvraag is ingediend.

(8)

Uit de praktijk is gebleken dat het huidige systeem, waarbij driemaandelijkse verslagen viermaal per jaar tussen de lidstaten en de Commissie moeten circuleren, te omslachtig is. Er dient te worden bepaald dat de lidstaten deze verslagen slechts tweemaal per jaar hoeven te laten circuleren.

(9)

De door de begunstigde te betalen rentevoet voor onverschuldigde betalingen moet in overeenstemming worden gebracht met de in artikel 86 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (4) vastgestelde rentevoet voor schuldvorderingen die op de vervaldag niet zijn voldaan.

(10)

Verordening (EG) nr. 94/2002 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(11)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van de gezamenlijke comités van beheer „Afzetbevordering landbouwproducten”,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 94/2002 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, lid 2, wordt geschrapt.

2)

Het volgende artikel 3 bis wordt ingevoegd:

Artikel 3 bis

De lidstaten wijzen de voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 2826/2000 bevoegde autoriteit of autoriteiten aan. Zij stellen de Commissie in kennis van de naam en alle contactgegevens van de aangewezen autoriteit of autoriteiten, alsook van eventuele veranderingen daarin. De Commissie maakt deze gegevens in een passende vorm bekend.”

3)

Aan artikel 5, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd:

„De programma’s worden ingediend volgens een door de Commissie opgesteld en aan de lidstaten ter beschikking gesteld model.”.

4)

Aan artikel 9 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Voorlichtings- en afzetbevorderingsactiviteiten waarvoor steun wordt verleend in het kader van Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad (5) komen niet in aanmerking voor steun in het kader van Verordening (EG) nr. 2826/2000.

5)

In artikel 10 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

„1.   Zodra de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2826/2000 bedoelde definitieve lijst van door de lidstaten geselecteerde programma's is opgesteld, wordt elke belanghebbende organisatie door de lidstaat ingelicht over het aan haar aanvraag gegeven gevolg. De lidstaten sluiten contracten met de geselecteerde organisaties binnen 60 kalenderdagen na de kennisgeving van het besluit van de Commissie. In het geval van programma’s die gezamenlijk door meerdere beroeps- of bedrijfskolomorganisaties in meer dan één lidstaat worden ingediend, worden de contracten binnen 90 kalenderdagen gesloten. Na het verstrijken van deze termijn kan zonder voorafgaande toestemming van de Commissie geen enkel contract worden gesloten.

2.   De lidstaten gebruiken standaardcontracten die de Commissie hun ter beschikking stelt. Zo nodig mogen de lidstaten bepaalde voorwaarden van de standaardcontracten wijzigen om rekening te houden met nationale voorschriften, voorzover dit geen afbreuk doet aan het Gemeenschapsrecht.”

.

6)

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Na lid 2 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:

„2 bis.   Voor meerjarenprogramma’s moet het in lid 2, onder c), bedoelde interne verslag na afloop van elk jaar worden overgelegd, zelfs wanneer geen aanvraag om betaling van het saldo is ingediend.”

.

b)

Lid 7 wordt vervangen door:

„7.   De lidstaten verstrekken de Commissie binnen 60 kalenderdagen na ontvangst daarvan de in lid 2, onder a) en b), bedoelde overzichten en het in lid 2, onder c), bedoelde verslag over de interne evaluatie.

Tweemaal per jaar verstrekken zij de Commissie de driemaandelijkse tussentijdse verslagen die overeenkomstig lid 1 vereist zijn voor de tussentijdse betalingen: het eerste en het tweede driemaandelijkse verslag worden verstrekt binnen 60 kalenderdagen na ontvangst van het tweede driemaandelijkse verslag en het derde en het vierde driemaandelijkse verslag samen met de overzichten en het verslag als bedoeld in de eerste alinea van dit lid.”

7)

In artikel 14, lid 1, wordt de tweede alinea vervangen door:

„De toe te passen rentevoet is de door de Europese Centrale Bank voor zijn belangrijkste financiële verrichtingen in euro toegepaste en in het Publicatieblad van de Europese Unie, reeks C, bekendgemaakte rentevoet die gold op de eerste kalenderdag van de maand waarin de vervaldatum valt, vermeerderd met drieëneenhalf procentpunten.”

8)

Bijlage II wordt geschrapt.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punt 3, is evenwel van toepassing op voorstellen voor programma’s die met ingang van 1 januari 2005 bij de Commissie worden ingediend.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 oktober 2004.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie


(1)  PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2.

(2)  PB L 17 van 19.1.2002, blz. 20. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 185/2004 (PB L 29 van 3.2.2004, blz. 4).

(3)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 583/2004 (PB L 91 van 30.3.2004, blz. 1).

(4)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(5)  PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80.”.


Top