EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004L0068R(01)

Rectificatie van Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG (PB L 139 van 30.4.2004)(Voor de EER relevante tekst.)

PB L 226 van 25.6.2004, p. 128–143 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2004/68/corrigendum/2004-06-25/oj

25.6.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 226/128


Rectificatie van Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG

( Publicatieblad van de Europese Unie L 139 van 30 april 2004 )

Richtlijn 2004/68/EG moet als volgt worden gelezen:

RICHTLIJN 2004/68/EG VAN DE RAAD

van 26 april 2004

tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesproducten uit derde landen (3) verzekert een hoge mate van bescherming van de diergezondheid door de vaststelling van algemene hygiënevoorschriften voor bepaalde invoer uit derde landen.

(2)

De veterinairrechtelijke voorschriften voor het internationale handelsverkeer in dieren van Richtlijn 72/462/EEG moeten worden gerationaliseerd en geactualiseerd in verband met de opstelling en goedkeuring van nieuwe internationale normen door het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE) en de implicaties daarvan in de context van de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is gesloten.

(3)

Daarnaast zijn de voorschriften voor vlees en vleesproducten van Richtlijn 72/462/EEG vervangen bij Richtlijn 2002/99/EG van de Raad van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (4); het is daarom noodzakelijk en opportuun in deze richtlijn vergelijkbare en geactualiseerde veterinairrechtelijke voorschriften vast te leggen voor de invoer van levende hoefdieren in de Gemeenschap.

(4)

Met het oog op de bescherming van de diergezondheid moeten deze nieuwe bepalingen worden uitgebreid tot andere hoefdieren die een vergelijkbaar risico van ziekteverspreiding kunnen vormen. De toepassing op dergelijke dieren moet echter gebeuren onverminderd de bepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (5).

(5)

Volgens Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen (6) mogen paardachtigen in de Gemeenschap alleen worden ingevoerd uit derde landen die zijn opgenomen in een overeenkomstig Richtlijn 72/462/EEG opgestelde lijst. De bepalingen voor het opstellen van lijsten van derde landen voor de invoer van deze paardachtigen moeten worden opgenomen in Richtlijn 90/426/EEG.

(6)

De wetenschappelijke kennis over de gevoeligheid van bepaalde dieren voor ziekten en het testen van deze dieren op de aanwezigheid van die ziekten evolueert voortdurend. Om die reden moet een procedure worden ingesteld die het mogelijk maakt de lijst van diersoorten en van de ziekten waarvoor zij gevoelig zijn snel te actualiseren volgens de meest recente wetenschappelijke kennis.

(7)

Met het oog op het dierenwelzijn en de consistentie van de communautaire wetgeving dient in deze richtlijn rekening te worden gehouden met de algemene voorschriften van Richtlijn 91/628/EEG van de Raad van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer (7), vooral wat het drenken en voederen betreft.

(8)

Met het oog op de bescherming van de diergezondheid en de consistentie van de communautaire wetgeving moet ook rekening worden gehouden met Richtlijn 91/496/EEG van de Raad van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht (8).

(9)

De voor de uitvoering van deze richtlijn vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden (9).

(10)

De gezondheidsvoorschriften en officiële controles voor vlees en vleesproducten, vastgesteld in Richtlijn 72/462/EEG, zijn vervangen door Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (10), die uiterlijk met ingang van 1 januari 2006 van toepassing zou moeten zijn. De overige bepalingen van die richtlijn zijn vervangen door Richtlijn 2002/99/EG waarvan de bepalingen met ingang van 1 januari 2005 van toepassing zijn, of worden vervangen door de bepalingen van deze richtlijn.

(11)

Richtlijn 72/462/EEG dient te worden ingetrokken, wanneer de rechtsbesluiten die de bepalingen van die richtlijn vervangen, in werking treden.

(12)

Omwille van de duidelijkheid van de Gemeenschapswetgeving moeten enkele beschikkingen die niet langer van toepassing zijn, echter worden ingetrokken en moeten tegelijkertijd een aantal uitvoeringsvoorschriften van kracht blijven in afwachting van de nodige maatregelen uit hoofde van het nieuwe rechtskader.

(13)

Voor het bereiken van de basisdoelstelling, de bescherming van de diergezondheid, is het noodzakelijk en passend invoervoorwaarden voor levende hoefdieren vast te stellen; hierbij dient het proportionaliteitsbeginsel te worden gerespecteerd. Deze richtlijn gaat overeenkomstig artikel 5, derde alinea, van het Verdrag niet verder dan wat nodig is om de doelstellingen te bereiken.

(14)

Bij Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (11) zijn nieuwe comitéprocedures en terminologie vastgelegd. Met het oog op de consistentie van de communautaire wetgeving moet in deze richtlijn met die procedures en terminologie rekening worden gehouden.

(15)

Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt (12) stelt de voorwaarden vast die gelden voor invoer in de Gemeenschap van andere hoefdieren dan runderen, schapen, geiten, varkens en paarden die als huisdier worden gehouden, en voorziet in de opstelling van een lijst van derde landen waaruit de lidstaten deze dieren mogen invoeren, alsook van de daarmee verband houdende veterinairrechtelijke voorschriften. Richtlijn 92/65/EEG moet zo worden gewijzigd dat de diersoorten die onder de onderhavige richtlijn vallen ervan worden uitgesloten.

(16)

Het is ook passend te voorzien in een actualisering of vaststelling via de comitéprocedure van de testvoorschriften voor de invoer van levende dieren volgens Richtlijn 92/65/EEG.

(17)

De Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

ONDERWERP, WERKINGSSFEER EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Deze richtlijn stelt de veterinairrechtelijke voorschriften vast voor de invoer in en doorvoer via de Gemeenschap van levende hoefdieren.

Artikel 2

Definities

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a)

„derde landen”: andere landen dan lidstaten, en die grondgebieden van lidstaten waar Richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (13) en Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (14) niet van toepassing zijn;

b)

„geautoriseerd derde land”: een derde land of een deel van een derde land waaruit de invoer in de Gemeenschap van levende hoefdieren als opgesomd in bijlage I overeenkomstig artikel 3, lid 1, is toegestaan;

c)

„officiële dierenarts”: een dierenarts die van de veterinaire instanties van het derde land de toestemming heeft gekregen om gezondheidsinspecties op levende dieren te verrichten, en een officiële certificering uit te voeren;

d)

„hoefdieren”: de dieren opgesomd in bijlage 1.

HOOFDSTUK II

VETERINAIRRECHTELIJKE VOORSCHRIFTEN VOOR DE INVOER IN DE GEMEENSCHAP VAN BEPAALDE LEVENDE HOEFDIEREN

Artikel 3

Geautoriseerde derde landen

1.   De invoer in en doorvoer via de Gemeenschap van levende hoefdieren wordt alleen toegestaan uit derde landen die voorkomen op een of meer lijsten die volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden opgesteld of gewijzigd.

Rekening houdend met de gezondheidstoestand en de garanties die het derde land biedt voor de in bijlage I opgesomde diersoorten, kan volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden besloten dat de in de eerste alinea genoemde toestemming van toepassing is op het gehele grondgebied van een geautoriseerd derde land of alleen op een deel van dat grondgebied.

Daartoe wordt rekening gehouden met de manier waarop het geautoriseerde derde land de toepasselijke internationale normen toepast en uitvoert, waarbij in het bijzonder wordt gekeken naar het regionaliseringsprincipe op het eigen grondgebied en de in dat land geldende hygiënevoorschriften voor invoer uit andere derde landen en uit de Gemeenschap.

2.   De in lid 1 bedoelde toestemming voor invoer in of doorvoor via de Gemeenschap van levende hoefdieren en de in artikel 6, lid 3, bedoelde specifieke veterinairrechtelijke voorschriften kunnen volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden opgeschort of ingetrokken indien de diergezondheidssituatie in het geautoriseerde derde land dit rechtvaardigt.

Artikel 4

Opstellen van de lijsten van geautoriseerde derde landen

Bij het opstellen of wijzigen van de lijsten van geautoriseerde derde landen wordt in het bijzonder rekening gehouden met:

a)

de gezondheidsstatus van het vee, andere gedomesticeerde dieren en wilde dieren in het derde land, met name wat betreft exotische dierziekten en aspecten van de algemene gezondheids- en milieusituatie in het derde land die een risico kunnen vormen voor de gezondheids- en milieusituatie in de Gemeenschap;

b)

de wetgeving van het derde land inzake diergezondheid en dierenwelzijn;

c)

de organisatie van de bevoegde veterinaire autoriteit en de inspectiediensten ervan, de bevoegdheden van deze diensten, het toezicht erop en de middelen waarover zij beschikken, met inbegrip van personeel en laboratoriumcapaciteit, om de nationale wetgeving doeltreffend toe te passen;

d)

de garanties die de bevoegde veterinaire autoriteit van het derde land kan geven inzake de naleving van of de gelijkwaardigheid met de toepasselijke in de Gemeenschap geldende veterinairrechtelijke voorschriften.

e)

het feit of het derde land lid is van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE), en de regelmaat en snelheid waarmee het derde land informatie verschaft over infectieuze of besmettelijke dierziekten op zijn grondgebied, in het bijzonder van ziekten die op de OIE-lijst staan;

f)

de door het derde land geboden garantie de Commissie en de lidstaten rechtstreeks in kennis te stellen:

i)

binnen 24 uur, van de bevestiging dat een van de in bijlage II opgesomde ziekten zich voordoet, en van elke wijziging in het vaccinatiebeleid inzake deze ziekten;

ii)

binnen een redelijke termijn, van voorgestelde wijzigingen in de nationale gezondheidsvoorschriften met betrekking tot levende hoefdieren, in het bijzonder wat de invoer betreft;

iii)

op regelmatige tijdstippen, van de gezondheidsstatus van de dieren op zijn grondgebied;

g)

de ervaringen bij vroegere invoer van levende dieren uit het derde land en de resultaten van alle verrichte invoercontroles;

h)

de resultaten van de communautaire inspecties en/of audits in het derde land, in het bijzonder de resultaten van de evaluatie van de bevoegde autoriteiten, of, indien de Commissie daarom verzoekt, het verslag dat door de bevoegde autoriteiten wordt ingediend over de door hen verrichte inspecties;

i)

de in het derde land van kracht zijnde regelgeving inzake preventie en bestrijding van infectieziekten en besmettelijke ziekten bij dieren, en de toepassing daarvan, met inbegrip van de voorschriften inzake de invoer uit andere derde landen.

Artikel 5

Publicatie van de lijsten van geautoriseerde derde landen door de Commissie

De Commissie zorgt ervoor dat geactualiseerde versies van alle overeenkomstig artikel 3, lid 1, opgestelde of gewijzigde lijsten openbaar worden gemaakt. Deze lijsten kunnen worden gecombineerd met andere, voor diergezondheids- of volksgezondheidsdoeleinden opgestelde lijsten en kunnen ook modellen van gezondheidscertificaten bevatten.

Artikel 6

Specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer en doorvoer via de Gemeenschap van levende hoefdieren uit geautoriseerde derde landen

1.   Specifieke veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en doorvoer via de Gemeenschap van levende hoefdieren uit geautoriseerde derde landen worden vastgesteld volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure.

Daarbij kan met de volgende punten rekening worden gehouden:

a)

de betrokken diersoort;

b)

de leeftijd en het geslacht van de dieren;

c)

de beoogde plaats van bestemming of het beoogde doel van de dieren;

d)

de noodzakelijke te treffen maatregelen na invoer van de dieren in de Gemeenschap;

e)

eventuele bijzondere bepalingen in het kader van het intracommunautaire handelsverkeer.

2.   De specifieke veterinairrechtelijke voorschriften als bedoeld in lid 1 worden gebaseerd op de voorschriften van de communautaire wetgeving voor die ziekten waarvoor de dieren gevoelig zijn.

3.   Indien echter de gelijkwaardigheid van de officiële gezondheidsgaranties in het derde land door de Gemeenschap formeel kan worden erkend, kunnen de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften op deze garanties worden gebaseerd.

Artikel 7

Garanties van het geautoriseerde derde land inzake invoer van levende hoefdieren in de Gemeenschap

De invoer van levende hoefdieren in de Gemeenschap wordt alleen toegestaan indien het geautoriseerde derde land de volgende garanties biedt:

a)

de dieren moeten afkomstig zijn uit een ziektevrij gebied, overeenkomstig de fundamentele algemene criteria van bijlage II, waarin het binnenbrengen van dieren die tegen de in die bijlage opgesomde ziekten zijn gevaccineerd, verboden is;

b)

de dieren moeten voldoen aan de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften van artikel 6;

c)

vóór de dag voor de verzending naar de Gemeenschap moeten de dieren gedurende een bepaalde tijd op het grondgebied van het geautoriseerde derde land hebben verbleven; deze tijd wordt vastgesteld in de specifieke veterinairrechtelijke voorschriften als bedoeld in artikel 6;

d)

vóór verzending naar de Gemeenschap moeten de dieren door een officiële dierenarts gecontroleerd zijn om er zeker van te zijn dat de dieren gezond zijn en dat de vervoersvoorschriften van Richtlijn 91/628/EEG in acht worden genomen, vooral wat het drenken en voederen betreft;

e)

de dieren moeten vergezeld gaan van een veterinair certificaat dat voldoet aan artikel 11 en aan een in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure opgesteld model van veterinair certificaat. Volgens dezelfde procedure kan bepaald worden dat elektronische documenten mogen worden gebruikt;

f)

na aankomst in de Gemeenschap moeten de dieren in een erkende grensinspectiepost worden gecontroleerd overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 91/496/EEG.

Artikel 8

Afwijking van de garanties die door de geautoriseerde derde landen moeten worden verstrekt

In afwijking van de artikelen 6 en 7 kunnen volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure voor de invoer en doorvoer van levende hoefdieren uit krachtens artikel 3, lid 1, geautoriseerde derde landen specifieke bepalingen met inbegrip van modellen van veterinaire certificaten worden vastgesteld, indien deze dieren:

a)

uitsluitend bestemd zijn om tijdelijk in het grensgebied van de Gemeenschap geweid of als lastdier gebruikt te worden;

b)

bedoeld zijn voor sportevenementen, circussen, shows en tentoonstellingen, maar niet voor commerciële transacties betreffende de dieren zelf;

c)

bestemd zijn voor een dierentuin, een amusementspark, een experimenteel laboratorium, of voor een officieel erkende instelling, officieel erkend instituut of officieel erkend centrum, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder c), van Richtlijn 92/65/EEG;

d)

uitsluitend door het grondgebied van de Gemeenschap worden doorgevoerd via een erkende communautaire grensinspectiepost, na toestemming en onder toezicht van de douaneautoriteiten en van een officiële dierenarts, zonder enige onderbreking van de reis, behalve om redenen van dierenwelzijn;

e)

hun eigenaars als gezelschapsdieren begeleiden

of

f)

na het verlaten van de Gemeenschap aan een erkende grensinspectiepost van de Gemeenschap worden aangeboden

binnen een periode van dertig dagen, om een van de onder a), b), en e) genoemde redenen

of

om door een derde land te worden doorgevoerd

of

g)

tot een bedreigde diersoort behoren.

Artikel 9

Afwijking van artikel 7, onder a), voor invoer of doorvoer uit geautoriseerde derde landen waar de in bijlage II opgesomde ziekten voorkomen en/of gevaccineerd wordt

In afwijking van artikel 7, onder a), kunnen volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure voorwaarden worden vastgesteld voor de invoer in of doorvoer via de Gemeenschap van levende hoefdieren uit een geautoriseerd derde land waar bepaalde in bijlage II opgesomde ziekten voorkomen en/of ertegen gevaccineerd wordt.

Deze afwijkende bepalingen moeten per land worden vastgesteld.

Artikel 10

Afwijking van artikel 7, onder a), voor invoer of doorvoer uit geautoriseerde derde landen waar de invoer opgeschort of verboden is

In afwijking van artikel 7, onder a), kan volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure een specifieke periode worden vastgesteld waarna de invoer of doorvoer van levende hoefdieren uit een geautoriseerd derde land na een opschorting of verbod van de invoer of doorvoer ingevolge een verandering van de gezondheidstoestand kan worden hervat, samen met aanvullende voorwaarden waaraan na de hervatting van de invoer moet worden voldaan.

Bij de beslissing om de invoer of doorvoer van dergelijke dieren te hervatten wordt rekening gehouden met:

internationale normen,

de aanwezigheid van een uitbraak of een aantal epizoötiologisch met elkaar in verband staande uitbraken van in bijlage II opgesomde ziekten in een geografisch beperkt gebied in een geautoriseerd derde land of gebied,

het feit of de uitbraak of uitbraken binnen een beperkte tijdspanne met succes is/zijn bedwongen.

Artikel 11

Veterinaire certificaten

1.   Elke zending van dieren gaat bij invoer of doorvoer in de Gemeenschap vergezeld van een veterinair certificaat overeenkomstig de voorschriften van bijlage III.

2.   Het veterinair certificaat dient als bewijs dat is voldaan aan de vereisten van deze richtlijn en de andere communautaire voorschriften inzake diergezondheid, of, in voorkomend geval, aan bepalingen die daaraan gelijkwaardig zijn overeenkomstig artikel 6, lid 3.

3.   Het veterinair certificaat kan informatie bevatten betreffende certificatie volgens andere communautaire voorschriften die betrekking hebben op volksgezondheid, diergezondheid en dierenwelzijn.

4.   Het gebruik van het in lid 1 bedoelde veterinair certificaat kan volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden opgeschort of ingetrokken indien de diergezondheidssituatie in het geautoriseerde derde land dit rechtvaardigt.

Artikel 12

Inspecties en audits in derde landen

1.   In derde landen kunnen door deskundigen van de Commissie inspecties en/of audits worden uitgevoerd om na te gaan of aan de communautaire veterinairrechtelijke voorschriften, of aan daaraan gelijkwaardige bepalingen, voldaan is.

De deskundigen van de Commissie kunnen worden vergezeld door deskundigen van de lidstaten die door de Commissie zijn gemachtigd om dergelijke inspecties en/of audits te verrichten.

2.   De inspecties en/of audits als bedoeld in lid 1 worden namens de Gemeenschap verricht en de Commissie draagt de daarvoor gemaakte kosten.

3.   De in lid 1 genoemde procedure voor het verrichten van de inspecties en/of audits in derde landen kan worden vastgesteld of gewijzigd volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure.

4.   Indien tijdens een inspectie en/of audit als bedoeld in lid 1 een ernstig risico voor de diergezondheid aan het licht komt, ook al houdt het geen direct verband met de doelstellingen van de inspectie of audit, treft de Commissie overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 91/496/EEG onmiddellijk de maatregelen die noodzakelijk zijn om de diergezondheid te beschermen, met inbegrip van opschorting of intrekking van de in artikel 3, lid 1, bedoelde toestemming.

Artikel 13

Uitvoeringsbepalingen

1.   Volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure kan het volgende worden vastgesteld:

a)

gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van deze richtlijn;

b)

voorschriften inzake de herkomst van de dieren

c)

de criteria voor de indeling van geautoriseerde derde landen en gebieden daarvan met betrekking tot dierziekten;

d)

bepalingen voor het gebruik van elektronische documenten voor modellen van veterinaire certificaten, als bedoeld in artikel 7, onder e);

e)

modellen van veterinaire certificaten als bedoeld in artikel 11, lid 1.

2.   De bijlagen bij deze richtlijn kunnen volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure worden gewijzigd, in het bijzonder om rekening te houden met:

a)

wetenschappelijke adviezen en wetenschappelijke kennis, in het bijzonder naar aanleiding van nieuwe risicobeoordelingen;

b)

technische ontwikkelingen en/of wijzigingen van internationale normen;

c)

de vaststelling van veiligheidsdoelstellingen voor de diergezondheid.

Artikel 14

Comitéprocedure

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, dat is opgericht bij artikel 58 van Verordening (EG) nr. 178/2002.

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op vijftien dagen.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

Artikel 15

Wijziging van Richtlijn 90/426/EEG

Richtlijn 90/426/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 12 wordt vervangen door:

„Artikel 12

1.   De invoer in de Gemeenschap van paardachtigen wordt alleen toegestaan uit derde landen die voorkomen op een of meer lijsten die volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure worden opgesteld of gewijzigd.

Rekening houdend met de gezondheidstoestand en de garanties die het derde land biedt voor de paardachtigen, kan volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure worden besloten dat de in de eerste alinea genoemde toestemming van toepassing is op het gehele grondgebied van het derde land of alleen op een deel van dat grondgebied.

Daartoe wordt rekening gehouden met de manier waarop het derde land de toepasselijke internationale normen toepast en uitvoert, waarbij in het bijzonder wordt gekeken naar het regionaliseringsprincipe op het eigen grondgebied en de in dat land geldende hygiënevoorschriften voor invoer uit andere derde landen en uit de Gemeenschap.

2.   Bij het opstellen of wijzigen van de in lid 1 bedoelde lijsten, wordt in het bijzonder rekening gehouden met:

a)

de gezondheidsstatus van de paardachtigen, andere gedomesticeerde dieren en wilde dieren in het derde land, met name wat betreft exotische dierziekten en aspecten van de algemene gezondheids- en milieusituatie in het derde land die een risico kunnen vormen voor de gezondheids- en milieusituatie in de Gemeenschap;

b)

de wetgeving van het derde land inzake diergezondheid en dierenwelzijn;

c)

de organisatie van de bevoegde veterinaire autoriteit en de inspectiediensten ervan, de bevoegdheden van deze diensten, het toezicht erop en de middelen waarover zij beschikken, met inbegrip van personeel en laboratoriumcapaciteit, om de nationale wetgeving doeltreffend toe te passen;

d)

de garanties die de bevoegde veterinaire autoriteit van het derde land kan geven inzake de naleving van of de gelijkwaardigheid met de toepasselijke in de Gemeenschap geldende veterinairrechtelijke voorschriften.

e)

het feit of het derde land lid is van het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten (OIE), en de regelmaat en snelheid waarmee het derde land informatie verschaft over infectieuze of besmettelijke ziekten van paardachtigen op zijn grondgebied, in het bijzonder van ziekten die op de OIE-lijst en in bijlage A bij deze richtlijn staan;

f)

de door het derde land geboden garantie de Commissie en de lidstaten rechtstreeks in kennis te stellen:

i)

binnen 24 uur, van de bevestiging dat een in bijlage A opgesomde infectieziekte van paardachtigen zich voordoet, alsook van elke wijziging in het vaccinatiebeleid inzake deze ziekten;

ii)

binnen een redelijke termijn, van voorgestelde wijzigingen in de nationale hygiënevoorschriften met betrekking tot paardachtigen, in het bijzonder wat de invoer ervan betreft;

iii)

op regelmatige tijdstippen, van de gezondheidsstatus van de paardachtigen op zijn grondgebied;

g)

de ervaringen bij vroegere invoer van levende paardachtigen uit het derde land en de resultaten van alle verrichte invoercontroles;

h)

de resultaten van de communautaire inspecties en/of audits in het derde land, in het bijzonder de resultaten van de evaluatie van de bevoegde autoriteiten, of, indien de Commissie daarom verzoekt, het verslag dat door de bevoegde autoriteiten wordt ingediend over de door hen verrichte inspecties;

i)

de in het derde land van kracht zijnde regelgeving inzake preventie en bestrijding van infectieuze of besmettelijke dierziekten, en de toepassing daarvan, met inbegrip van de voorschriften inzake de invoer van paardachtigen uit andere derde landen.

3.   De Commissie zorgt ervoor dat geactualiseerde versies van alle overeenkomstig lid 1 opgestelde of geactualiseerde lijsten openbaar worden gemaakt.

Deze lijsten kunnen worden gecombineerd met andere, voor diergezondheids- of volksgezondheidsdoeleinden opgestelde lijsten en kunnen ook modellen van gezondheidscertificaten bevatten.

4.   Er worden volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde procedure speciale invoervoorwaarden voor elk derde land of elke groep derde landen opgesteld, waarbij rekening gehouden wordt met de diergezondheidssituatie in de betrokken landen.

5.   Nadere voorschriften voor de toepassing van dit artikel en criteria voor het opnemen van derde landen of gebieden van derde landen in de lijsten als bedoeld in lid 1 kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 24, lid 2.”.

2)

Aan artikel 19 wordt het volgende punt toegevoegd:

„iv)

kan de Commissie voor een of meerdere van de in bijlage A vermelde ziekten van paardachtigen een communautair referentielaboratorium aanwijzen en de functies, taken en procedures vaststellen voor de samenwerking tussen de laboratoria die in de lidstaten belast zijn met de diagnose van infectieziekten bij paardachtigen.”.

Artikel 16

Wijziging van Richtlijn 92/65/EEG

Richtlijn 92/65/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Bij deze richtlijn worden veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld voor het handelsverkeer in alsmede voor de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage F geldt.”.

2)

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Onder A, punt 1, wordt letter e) vervangen door:

"e)

vergezeld moeten gaan van een certificaat volgens het model van bijlage E, deel 1, aangevuld met het volgende attest:

Image

b)

onder A, punt 1, wordt letter f) geschrapt;

c)

onder A, punt 2, wordt letter b) vervangen door:

„b)

moeten, indien zij niet afkomstig zijn van een beslag dat voldoet aan de onder a) vermelde voorwaarden, afkomstig zijn van een bedrijf waar gedurende de laatste 42 dagen voorafgaande aan de verzending van de dieren geen enkel geval van brucellose en tuberculose is geconstateerd en waar de herkauwers gedurende de laatste dertig dagen voorafgaande aan de verzending negatief hebben gereageerd op een brucellose- en tuberculosetest.”;

d)

onder A, punt 3, worden de letters e), f) en g) geschrapt;

e)

aan punt A wordt het volgende punt toegevoegd:

„4.

De in dit artikel bedoelde testvoorschriften en de criteria daarvoor kunnen worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26. Bij deze besluiten wordt rekening gehouden met het geval van in de arctische gebieden van de Gemeenschap gefokte herkauwers.

In afwachting van de in de eerste alinea bedoelde besluiten, blijven de nationale voorschriften van toepassing.”.

3)

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

a)

In lid 3 worden de punten a) en b) vervangen door:

„a)

een lijst van derde landen of delen van derde landen die de lidstaten en de Commissie garanties kunnen bieden die gelijkwaardig zijn aan die bedoeld in hoofdstuk II ten aanzien van dieren, sperma, eicellen en embryo's alsmede;

b)

onverminderd Beschikking 94/63/EG van de Commissie van 31 januari 1994 tot vaststelling van een voorlopige lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van sperma, eicellen en embryo's van schapen, geiten en paarden en van eicellen en embryo's van varkens toestaan (15), een lijst van wincentra waarvoor die derde landen de in artikel 11 genoemde garanties kunnen bieden.

De Commissie stelt de lidstaten in kennis van voorstellen tot wijziging van de lijst van centra; de lidstaten beschikken na ontvangst van de wijzigingsvoorstellen over tien werkdagen om hun opmerkingen hierover schriftelijk aan de Commissie te doen toekomen.

Indien binnen de bovengenoemde periode van tien werkdagen geen opmerkingen van de lidstaten zijn ontvangen, worden de voorgestelde wijzigingen geacht door de lidstaten te zijn aanvaard en wordt de invoer overeenkomstig de gewijzigde lijsten toegestaan wanneer de Commissie de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en het betrokken derde land meedeelt dat de wijzigingen op de website van de Commissie bekendgemaakt worden.

Indien minstens één lidstaat binnen de periode van tien werkdagen schriftelijke opmerkingen indient, stelt de Commissie de lidstaten en het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid daarvan op zijn volgende vergadering in kennis met het oog op een besluit overeenkomstig de in artikel 26, lid 2, bedoelde procedure.

4)

In artikel 23 worden de woorden „van artikel 6, onder A, punt 1, onder e), en” geschrapt.

5)

Artikel 26 wordt vervangen door:

„Artikel 26

1.   De Commissie wordt bijgestaan door het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, dat is opgericht bij artikel 58 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (16).

2.   Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van de Raad (17) van toepassing.

De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op 15 dagen.

3.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

6)

De tekst in bijlage IV bij deze richtlijn wordt toegevoegd als bijlage F.

HOOFDSTUK III

SLOTBEPALING

Artikel 17

Overgangsmaatregelen

Volgens de in artikel 14, lid 2, bedoelde procedure kunnen overgangsmaatregelen worden vastgesteld.

Artikel 18

Omzetting

1.   De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 20 november 2005 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2.   De lidstaten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen, alsmede een transponeringstabel waarin wordt aangegeven in welke nationale bepalingen de bepalingen van deze richtlijn zijn verwerkt.

Artikel 19

Intrekking van Richtlijn 72/462/EEG

Richtlijn 72/462/EEG wordt ingetrokken met ingang van de de datum van toepassing van Verordening (EG) nr. 854/2004.

Artikel 20

De bij de besluiten uit hoofde van Richtlijn 72/462/EEG vastgestelde bepalingen betreffende de invoer van levende dieren, vlees en vleesproducten die opgenomen zijn in bijlage V bij deze richtlijn, blijven van kracht totdat zij zijn vervangen door maatregelen uit hoofde van het nieuwe rechtskader.

Artikel 21

Inwerkingtreding en toepassing

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 22

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Luxemburg, 26 april 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

J. WALSH

BIJLAGE I

Diersoorten zoals bedoeld in artikel 1

Taxonomie

Orde

Familie

Geslacht/soort

Artiodactyla

Antilocapridae

Antilocapra ssp.

Bovidae

Addax ssp., Aepyceros ssp., Alcelaphus ssp., Ammodorcas ssp., Ammotragus ssp., Antidorcas ssp., Antilope ssp., Bison ssp., Bos ssp.(m.i.v. Bibos, Novibos, Poephagus), Boselaphus ssp., Bubalus ssp. (m.i.v. Anoa), Budorcas ssp., Capra ssp., Cephalophus ssp., Connochaetes ssp., Damaliscus ssp. (m.i.v. Beatragus), Dorcatragus ssp., Gazella ssp., Hemitragus ssp., Hippotragus ssp., Kobus ssp., Litocranius ssp., Madogua ssp., Naemorhedus ssp. (m.i.v. Nemorhaedus en Capricornis), Neotragus ssp., Oreamuos ssp., Oreotragus ssp., Oryx ssp., Ourebia ssp., Ovibos ssp., Ovis ssp., Patholops ssp., Pelea ssp., Procapra ssp., Pseudois ssp., Pseudoryx ssp., Raphicerus ssp., Redunca ssp., Rupicapra ssp., Saiga ssp., Sigmoceros-Alecelaphus ssp., Sylvicapra ssp., Syncerus ssp., Taurotragus ssp., Tetracerus ssp., Tragelaphus ssp.(m.i.v. Boocerus).

Camelidae

Camelus ssp., Lama ssp., Vicugna ssp.

Cervidae

Alces ssp., Axis-Hyelaphus ssp., Blastocerus ssp., Capreolus ssp., Cervus-Rucervus ssp., Dama ssp., Elaphurus ssp., Hippocamelus ssp., Hydropotes ssp., Mazama ssp., Megamuntiacus ssp., Muntiacus ssp., Odocoileus ssp., Ozotoceros ssp., Pudu ssp., Rangifer ssp.

Giraffidae

Giraffa ssp., Okapia ssp.

Hippopotamidae

Hexaprotodon-Choeropsis ssp., Hippopotamus ssp.

Moschidae

Moschus ssp.

Suidae

Babyrousa ssp., Hylochoerus ssp., Phacochoerus ssp., Potamochoerus ssp., Sus ssp.,

Tayassuidae

Catagonus ssp., Pecari-Tayassu ssp.

Tragulidae

Hyemoschus ssp., Tragulus-Moschiola ssp.

Perissodactyla

Rhinocerotidae

Ceratotherium ssp., Dicerorhinus ssp., Diceros ssp., Rhinoceros ssp.

Tapiridae

Tapirus ssp.

Proboscidae

Elephantidae

Elephas ssp., Loxodonta ssp.

BIJLAGE II

Ziekten, bedoeld in artikel 4, onder f), i), en de fundamentele algemene criteria waaronder een bepaald gebied als ziektevrij wordt beschouwd volgens artikel 7, onder a)

Ziekte

Voorwaarden

Betrokken dieren

Mond- en klauwzeer

Geen ziekte-uitbraak, geen bewijs voor infectie met het virus (18) en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden

Alle soorten

Mondslijmvliesontsteking

Geen ziektegeval gedurende de laatste zes maanden

Alle soorten

Vesiculaire varkensziekte

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste 24 maanden

Soorten van de familie Suidae

Runderpest

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden

Alle soorten

Pest bij kleine herkauwers

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden

Soorten van de geslachten Ovis en Capra

Besmettelijke longziekte bij runderen

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden

Soorten van het geslacht Bos

Nodulaire dermatose

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste 36 maanden

Soorten van de geslachten Bos, Bison en Bubalus

Riftdalkoorts

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden

Alle soorten behalve Suidae

Bluetongue

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden met een adequate controle van de culicoïdenpopulatie

Alle soorten behalve Suidae

Schapen- en geitenpokken

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden

Soorten van de geslachten Ovis en Capra

Afrikaanse varkenspest

Geen ziektegeval gedurende de laatste twaalf maanden

Soorten van de familie Suidae

Klassieke varkenspest

Geen ziektegeval en geen vaccinatie gedurende de laatste twaalf maanden

Soorten van de familie Suidae

BIJLAGE III

Voorschriften voor veterinaire certificaten zoals bedoeld in artikel 11

1.

De vertegenwoordiger van de bevoegde autoriteit van verzending die een veterinair certificaat afgeeft waarvan elke zending van dieren vergezeld gaat, moet het certificaat ondertekenen en erop toezien dat het een officieel stempel draagt. Deze eis geldt voor elk blad van het certificaat indien het uit meer dan een blad bestaat.

2.

De veterinaire certificaten worden opgesteld in de officiële taal of talen van de lidstaat van bestemming en die van de lidstaat waar de grensinspectie plaatsvindt, of vergezeld gaan van een eensluidende vertaling in die taal of talen. Lidstaten kunnen echter instemmen met het gebruik van een andere officiële taal van de Gemeenschap dan hun eigen taal.

3.

Zendingen moeten bij binnenkomst in de Gemeenschap vergezeld gaan van de originele versie van het veterinaire certificaat.

4.

De veterinaire certificaten moeten bestaan uit:

a)

één enkel vel papier

of

b)

twee of meer bladzijden die deel uitmaken van één ondeelbaar vel papier

of

c)

een reeks bladzijden die zo genummerd zijn dat eruit blijkt dat het gaat om een bepaalde bladzijde uit een eindige reeks (bv. „bladzijde 2 van vier”).

5.

De veterinaire certificaten moeten voorzien zijn van een uniek identificatienummer. Indien een veterinair certificaat uit meerdere bladzijden bestaat, moet op elke bladzijde het unieke identificatienummer staan.

6.

Het veterinaire certificaat moet worden afgegeven voordat de betrokken zending de controle door bevoegde autoriteit van het land van verzending gepasseerd is.

BIJLAGE IV

„BIJLAGE F

Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens.

Richtlijn 88/407/EEG van de Raad van 14 juni 1988 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan.

Richtlijn 89/556/EEG van de Raad van 25 september 1989 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in embryo's van als huisdier gehouden runderen en de invoer daarvan uit derde landen.

Richtlijn 90/426/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het verkeer van paardachtigen en de invoer van paardachtigen uit derde landen.

Richtlijn 90/429/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in sperma van varkens en de invoer daarvan.

Richtlijn 90/539/EEG van de Raad van 15 oktober 1990 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee en broedeieren.

Richtlijn 91/67/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het in de handel brengen van aquicultuurdieren en aquicultuurproducten.

Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten.

Richtlijn 2004/68/EG van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de invoer in en de doorvoer via de Gemeenschap van bepaalde levende hoefdieren, tot wijziging van de Richtlijnen 90/426/EEG en 92/65/EEG en tot intrekking van Richtlijn 72/462/EEG.”

BIJLAGE V

Lijst van beschikkingen en besluiten

2003/56/EG: Beschikking van de Commissie van 24 januari 2003 tot vaststelling van gezondheidscertificaten voor de invoer van levende dieren en dierlijke producten uit Nieuw-Zeeland (PB L 22 van 25.1.2003, blz. 38).

2002/987/EG: Beschikking van de Commissie van 13 december 2002 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen op de Falklandeilanden (PB L 344 van 19.12.2002, blz. 39).

2002/477/EG: Beschikking van de Commissie van 20 juni 2002 tot vaststelling van de volksgezondheidsvoorschriften voor vers vlees en vers vlees van pluimvee, ingevoerd uit derde landen, en tot wijziging van Beschikking 94/984/EG (PB L 164 van 22.6.2002, blz. 39).

2001/600/EG: Beschikking van de Commissie van 17 juli 2001 houdende vaststelling van beschermende maatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde dieren uit Bulgarije in verband met een uitbraak van bluetongue, houdende intrekking van Beschikking 1999/542/EG, houdende wijziging van Beschikking 98/372/EG betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van levende runderen en varkens uit bepaalde Europese landen teneinde rekening te houden met sommige aspecten betreffende Bulgarije, en houdende wijziging van Beschikking 97/232/EG tot vaststelling van de lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer van schapen en geiten toestaan (PB L 210 van 3.8.2001, blz. 51).

2000/159/EG: Beschikking van de Commissie van 8 februari 2000 houdende voorlopige goedkeuring van residuplannen van derde landen overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG van de Raad (PB L 51 van 24.2.2000, blz. 30).

98/8/EG: Beschikking van de Commissie van 16 december 1997 tot vaststelling van de lijst van inrichtingen in de Federatieve Republiek Joegoslavië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 2 van 6.1.1998, blz. 12).

97/222/EG: Beschikking van de Commissie van 28 februari 1997 tot vaststelling van de lijst van derde landen waaruit de lidstaten de invoer toestaan van vleesproducten (PB L 89 van 4.4.1997, blz. 39).

97/221/EG: Beschikking van de Commissie van 28 februari 1997 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en het model van de veterinaire certificaten voor uit derde landen ingevoerde vleesproducten en tot intrekking van Beschikking 91/449/EEG (PB L 89 van 4.4.1997, blz. 32).

95/427/EG: Beschikking van de Commissie van 16 oktober 1995 inzake de lijst van inrichtingen in Namibië die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 254 van 24.10.1995, blz. 28).

95/45/EG: Beschikking van de Commissie van 20 februari 1995 inzake de lijst van inrichtingen in de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 51 van 8.3.1995, blz. 13).

94/465/EG: Beschikking van de Commissie van 12 juli 1994 inzake de lijst van inrichtingen in Botswana die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 190 van 26.7.1994, blz. 25).

94/40/EG: Beschikking van de Commissie van 25 januari 1994 inzake de lijst van inrichtingen in Zimbabwe die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 22 van 27.1.1994, blz. 50).

93/158/EEG: Besluit van de Raad van 26 oktober 1992 betreffende de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika over de toepassing van de Communautaire Richtlijn Derde Landen (Richtlijn 72/462/EEG van de Raad) en de overeenkomstige wettelijke voorschriften van de Verenigde Staten van Amerika met betrekking tot de handel in vers vlees van runderen en van varkens (PB L 68 van 19.3.1993, blz. 1).

93/26/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 december 1992 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Kroatië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 16 van 25.1.1993, blz. 24).

90/432/EEG: Beschikking van de Commissie van 30 juli 1990 inzake de lijst van inrichtingen in Namibië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 223 van 18.8.1990, blz. 19).

90/13/EEG: Beschikking van de Commissie van 20 december 1989 betreffende de procedure tot wijziging of aanvulling van de lijsten van erkende inrichtingen in derde landen met het oog op de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 8 van 11.1.1990, blz. 70).

87/431/EEG: Beschikking van de Commissie van 28 juli 1987 inzake de lijst van inrichtingen in het Koninkrijk Swaziland die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 228 van 15.8.1987, blz. 53).

87/424/EEG: Beschikking van de Commissie van 14 juli 1987 inzake de lijst van inrichtingen in de Verenigde Mexicaanse Staten die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 228 van 15.8.1987, blz. 43).

87/258/EEG: Beschikking van de Commissie van 28 april 1987 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in Canada (PB L 121 van 9.5.1987, blz. 50).

87/257/EEG: Beschikking van de Commissie van 28 april 1987 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in de Verenigde Staten van Amerika (PB L 121 van 9.5.1987, blz. 46).

87/124/EEG: Beschikking van de Commissie van 19 januari 1987 inzake de lijst van inrichtingen in Chili die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 51 van 20.2.1987, blz. 41).

86/474/EEG: Beschikking van de Commissie van 11 september 1986 betreffende de uitvoering van de controles ter plaatse in het kader van de regeling voor de invoer van runderen en varkens en van vers vlees uit derde landen (PB L 279 van 30.9.1986, blz. 55).

86/65/EEG: Beschikking van de Commissie van 13 februari 1986 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in Marokko (PB L 72 van 15.3.1986, blz. 40).

85/539/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 november 1985 inzake de lijst van inrichtingen in Groenland die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 334 van 12.12.1985, blz. 25).

84/24/EEG: Beschikking van de Commissie van 23 december 1983 inzake de lijst van voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap erkende inrichtingen in IJsland (PB L 20 van 25.1.1984, blz. 21).

83/423/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 juli 1983 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Paraguay die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 238 van 27.8.1983, blz. 39).

83/402/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 juli 1983 inzake de lijst van inrichtingen in Nieuw-Zeeland die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 233 van 24.8.1983, blz. 24).

83/384/EEG: Beschikking van de Commissie van 29 juli 1983 inzake de lijst van inrichtingen in het Gemenebest Australië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 222 van 13.8.1983, blz. 36).

83/243/EEG: Beschikking van de Commissie van 10 mei 1983 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Botswana die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 129 van 19.5.1983, blz. 70).

83/218/EEG: Beschikking van de Commissie van 22 april 1983 inzake de lijst van inrichtingen in de Socialistische Republiek Roemenië die erkend zijn voor de invoer van vers vlees in de Gemeenschap (PB L 121 van 7.5.1983, blz. 23).

82/923/EEG: Beschikking van de Commissie van 17 december 1982 inzake de inrichtingen in de Republiek Guatemala vanuit dewelke de lidstaten de invoer van vers vlees kunnen toelaten (PB L 381 van 31.12.1982, blz. 40).

82/913/EEG: Beschikking van de Commissie van 16 december 1982 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Zuid-Afrika en in Namibië die erkend zijn voor de invoer van vleesproducten in de Gemeenschap (PB L 381 van 31.12.1982, blz. 28).

82/735/EEG: Beschikking van de Commissie van 18 oktober 1982 inzake de lijst van inrichtingen in de Volksrepubliek Bulgarije die erkend zijn voor de uitvoer van vers vlees naar de Gemeenschap (PB L 311 van 8.11.1982, blz. 16).

82/734/EEG: Beschikking van de Commissie van 18 oktober 1982 inzake de lijst van inrichtingen in de Zwitserse Bondsstaat die erkend zijn voor de uitvoer van vers vlees naar de Gemeenschap (PB L 311 van 8.11.1982, blz. 13).

81/713/EEG: Beschikking van de Commissie van 28 juli 1981 inzake de lijst van inrichtingen in de Federatieve Republiek Brazilië die zijn erkend voor invoer in de Gemeenschap van vers vlees van runderen en eenhoevige landbouwhuisdieren (PB L 257 van 10.9.1981, blz. 28).

81/92/EEG: Beschikking van de Commissie van 30 januari 1981 inzake de lijst van inrichtingen in de Republiek Uruguay die zijn erkend voor invoer in de Gemeenschap van vers vlees van runderen, schapen en eenhoevige landbouwhuisdieren (PB L 58 van 5.3.1981, blz. 43).

81/91/EEG: Beschikking van de Commissie van 30 januari 1981 inzake de lijst van inrichtingen in de Argentijnse Republiek die zijn erkend voor invoer in de Gemeenschap van vers vlees van runderen, schapen en eenhoevige landbouwhuisdieren (PB L 58 van 5.3.1981, blz. 39).

79/542/EEG: Beschikking van de Raad van 21 december 1976 tot vaststelling van een lijst van derde landen of delen van derde landen, en tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en gezondheidsvoorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer in de Gemeenschap van bepaalde levende dieren en vers vlees daarvan (PB L 146 van 14.6.1979, blz. 15).

78/685/EEG: Beschikking van de Commissie van 26 juli 1978 tot vaststelling van een lijst van epizoötische ziekten overeenkomstig Richtlijn 72/462/EEG (PB L 227 van 18.8.1978, blz. 32).


(1)  Advies uitgebracht op 30 maart 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies uitgebracht op 25 februari 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  PB L 302 van 31.12.1972, blz. 28. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 807/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 36).

(4)  PB L 18 van 23.1.2003, blz. 11.

(5)  PB L 61 van 3.3.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(6)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 42. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003 (PB L 122 van 16.5.2003, blz. 1).

(7)  PB L 340 van 11.12.1991, blz. 17. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.

(8)  PB L 268 van 24.9.1991, blz. 56. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 96/43/EG (PB L 162 van 1.7.1996, blz. 1).

(9)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

(10)  Zie bladzijde 83 van dit Publicatieblad.

(11)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1642/2003 (PB L 245 van 29.9.2003, blz. 4).

(12)  PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1398/2003 van de Commissie (PB L 198 van 6.8.2003, blz. 3).

(13)  PB L 395 van 30.12.1989, blz. 13. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 806/2003.

(14)  PB L 224 van 18.8.1990, blz. 29. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2002/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 315 van 19.11.2002, blz. 14).

(15)  PB L 28 van 2.2.1994, blz. 47. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2004/211/EG.”.

(16)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

(17)  PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.”.

(18)  Overeenkomstig hoofdstuk 2.1.1 van het OIE-handboek.


Top