This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32002R1332
Commission Regulation (EC) No 1332/2002 of 23 July 2002 opening the procedure for the allocation of export licences for cheeses to be exported in 2003 to the United States of America under certain quotas resulting from the GATT Agreements
Verordening (EG) nr. 1332/2002 van de Commissie van 23 juli 2002 tot opening van de procedure voor de toewijzing van uitvoercertificaten voor kaas die in 2003 in het kader van bepaalde uit de GATT-overeenkomsten voortvloeiende contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd
Verordening (EG) nr. 1332/2002 van de Commissie van 23 juli 2002 tot opening van de procedure voor de toewijzing van uitvoercertificaten voor kaas die in 2003 in het kader van bepaalde uit de GATT-overeenkomsten voortvloeiende contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd
PB L 195 van 24.7.2002, p. 10–14
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2003: This act has been changed. Current consolidated version: 31/07/2002
Verordening (EG) nr. 1332/2002 van de Commissie van 23 juli 2002 tot opening van de procedure voor de toewijzing van uitvoercertificaten voor kaas die in 2003 in het kader van bepaalde uit de GATT-overeenkomsten voortvloeiende contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd
Publicatieblad Nr. L 195 van 24/07/2002 blz. 0010 - 0014
Verordening (EG) nr. 1332/2002 van de Commissie van 23 juli 2002 tot opening van de procedure voor de toewijzing van uitvoercertificaten voor kaas die in 2003 in het kader van bepaalde uit de GATT-overeenkomsten voortvloeiende contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 509/2002 van de Commissie(2), en met name op artikel 30, Overwegende hetgeen volgt: (1) In artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999 van de Commissie van 26 januari 1999 tot vaststelling van de specifieke uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad inzake de uitvoercertificaten en de uitvoerrestituties in de sector melk en zuivelproducten(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1166/2002(4), is bepaald dat de uitvoercertificaten voor kaas die naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd in het kader van de contingenten die voortvloeien uit de bij de multilaterale handelsbesprekingen gesloten overeenkomsten, kunnen worden toegewezen volgens een bijzondere procedure waarbij preferente importeurs in de Verenigde Staten kunnen worden aangewezen. (2) Deze procedure moet voor de uitvoer voor 2003 worden geopend en de terzake geldende aanvullende bepalingen moeten worden vastgesteld. (3) De bevoegde autoriteiten van de Verenigde Staten van Amerika maken voor het beheer van de invoer onderscheid tussen het extra contingent van de Europese Gemeenschap in het kader van de Uruguayronde en de contingenten die oorspronkelijk uit de Tokioronde voortvloeiden. Bij de toewijzing van de uitvoercertificaten moet zo nodig rekening worden gehouden met de verdeling in bepaalde productgroepen volgens de aard van het contingent. (4) Om de marktdeelnemers die in het kader van deze bijzondere regeling aanvragen indienen, stabiliteit en zekerheid te bieden moet, met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 174/1999, de dag worden vastgesteld waarop de aanvragen worden geacht te zijn ingediend. (5) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor melk en zuivelproducten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De uitvoercertificaten voor de in bijlage I vermelde producten van GN-code 0406 die in 2003 naar de Verenigde Staten van Amerika worden uitgevoerd in het kader van het extra contingent op grond van de tijdens de Uruguayronde gesloten overeenkomsten (hierna "UR-contingent" genoemd), en in het kader van de tariefcontingenten die oorspronkelijk uit de Tokioronde voortvloeiden en die door de Verenigde Staten van Amerika in lijst XX van de Uruguayronde aan Oostenrijk, Finland en Zweden zijn toegekend (hierna "TR-contingent" genoemd), worden afgegeven overeenkomstig artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999. Artikel 2 1. De aanvragen voor voorlopige certificaten kunnen vanaf 2 tot en met 11 september 2002 bij de bevoegde autoriteiten worden ingediend. Zij zijn slechts ontvankelijk als zij alle in artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde gegevens en documenten bevatten. 2. Als de beschikbare hoeveelheid voor een in bijlage I, kolom 2, vermelde productgroep uit een UR-contingent en een TR-contingent bestaat, mag de certificaataanvraag slechts betrekking hebben op een van die contingenten en moet het betrokken contingent worden aangegeven door het nummer van de productgroep en de naam van het contingent als vermeld in bijlage I, kolom 3, op te geven. 3. De certificaataanvraag mag betrekking hebben op hoogstens 40 % van de hoeveelheid die volgens bijlage I, kolom 4, voor de betrokken productgroep en het betrokken contingent beschikbaar is. 4. Certificaataanvragen zijn alleen ontvankelijk als de aanvrager schriftelijk verklaart dat hij geen aanvragen voor dezelfde productgroep en voor hetzelfde contingent heeft ingediend en ook niet zal indienen. Als de betrokkene in een of meer lidstaten meer dan één aanvraag indient voor dezelfde productgroep en voor hetzelfde contingent, zijn al zijn aanvragen onontvankelijk. 5. De in de leden 1 en 2 bedoelde gegevens worden meegedeeld volgens het model in bijlage II. 6. Met het oog op de toepassing van artikel 1, lid 1, van Verordening (EG) nr. 174/1999 worden alle binnen de termijn ingediende aanvragen geacht te zijn ingediend op 2 september 2002. Artikel 3 De lidstaten delen de Commissie binnen zeven werkdagen na het einde van de indieningstermijn mee welke aanvragen zijn ingediend voor elke productgroep en, indien van toepassing, voor elk contingent als vermeld in bijlage I. Alle mededelingen, inclusief de mededeling "nihil", moeten, volgens het model in bijlage III, per telex of fax worden gedaan. Per groep en, indien van toepassing, per contingent, moet het volgende worden meegedeeld: - de lijst van de aanvragers, - de door elke aanvrager aangevraagde hoeveelheden per code van de uitvoerrestitutienomenclatuur voor zuivelproducten en per omschrijving van de productgroep volgens het Harmonized Tariff Schedule of the United States of America (2002), - de hoeveelheden van deze producten die de aanvrager in de drie voorafgaande jaren heeft uitgevoerd, - naam en adres van de door de aanvrager aangewezen importeur, met vermelding of deze importeur al dan niet een dochtermaatschappij is van de aanvrager. Artikel 4 De Commissie wijst de certificaten onverwijld toe op grond van artikel 20, leden 3 tot en met 5, van Verordening (EG) nr. 174/1999 en stelt de lidstaten uiterlijk op 31 oktober 2002 in kennis van de toewijzing. Artikel 5 De in artikel 3 van deze verordening en in artikel 20, lid 2, van Verordening (EG) nr. 174/1999 bedoelde gegevens worden vóór de afgifte van de definitieve certificaten en uiterlijk op 31 december 2002 geverifieerd. Als wordt geconstateerd dat een marktdeelnemer aan wie een voorlopig certificaat is afgegeven, onjuiste gegevens heeft verstrekt, wordt het certificaat geannuleerd en wordt de zekerheid verbeurd. Artikel 6 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, 23 juli 2002. Voor de Commissie Franz Fischler Lid van de Commissie (1) PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. (2) PB L 79 van 22.3.2002, blz. 15. (3) PB L 20 van 27.1.1999, blz. 8. (4) PB L 170 van 29.6.2002, blz. 51. BIJLAGE I Kaas die in 2003 in het kader van bepaalde uit de GATT-overeenkomsten voortvloeiende contingenten naar de Verenigde Staten van Amerika mag worden uitgevoerd Artikel 20 van Verordening (EG) nr. 174/1999, en Verordening (EG) nr. 1332/2002 >RUIMTE VOOR DE TABEL> BIJLAGE II >PIC FILE= "L_2002195NL.001302.TIF"> BIJLAGE III >PIC FILE= "L_2002195NL.001402.TIF">