Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001R1430

    Verordening (EG) nr. 1430/2001 van de Commissie van 13 juli 2001 betreffende een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2001/2002 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker

    PB L 192 van 14.7.2001, p. 3–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 06/02/2009: This act has been changed. Current consolidated version: 25/04/2002

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/1430/oj

    32001R1430

    Verordening (EG) nr. 1430/2001 van de Commissie van 13 juli 2001 betreffende een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2001/2002 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker

    Publicatieblad Nr. L 192 van 14/07/2001 blz. 0003 - 0006


    Verordening (EG) nr. 1430/2001 van de Commissie

    van 13 juli 2001

    betreffende een permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2001/2002 voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1), en met name op artikel 22, lid 2, artikel 27, leden 5 en 15 en artikel 33, lid 3,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) In verband met de situatie op de markt voor suiker in de Gemeenschap en daarbuiten lijkt het dienstig om uit hoofde van het verkoopseizoen 2001/2002 zo spoedig mogelijk een permanente inschrijving te houden voor de uitvoer van witte suiker om naar gelang van de schommelingen van de wereldmarktprijzen heffingen bij uitvoer en/of restituties bij uitvoer te kunnen vaststellen.

    (2) De algemene voorschriften inzake de inschrijvingsprocedure voor de bepaling van de restituties bij uitvoer van suiker zijn vastgelegd in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1260/2001.

    (3) Met het oog op het specifieke karakter van de verrichting blijkt het noodzakelijk de nodige bepalingen vast te stellen inzake de op grond van de permanente inschrijving afgegeven uitvoercertificaten, alsmede af te wijken van Verordening (EG) nr. 1464/95 van de Commissie van 27 juni 1995 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen inzake de regeling van invoer- en uitvoercertificaten in de sector suiker(2), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1148/98(3). Evenwel blijven de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie van 9 juni 2000 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwproducten(4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2001(5), evenals de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 120/89 van de Commissie van 19 januari 1989 tot vaststelling van de gemeenschappelijke bepalingen voor de toepassing van heffingen en belastingen bij uitvoer van landbouwproducten(6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2194/96(7), van toepassing.

    (4) Aangezien de bij Verordening (EG) nr. 1531/2000 van de Commissie(8), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1264/2001(9), geopende permanente inschrijving voor het verkoopseizoen 2000/2001 geopend blijft tot een later vast te stellen datum, dient de datum van afsluiting ervan te worden vastgesteld.

    (5) Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Er wordt een permanente inschrijving gehouden voor de vaststelling van heffingen en/of restituties bij uitvoer van witte suiker van GN-code 1701 99 10; tijdens de duur van deze permanente inschrijving worden deelinschrijvingen gehouden.

    2. De permanente inschrijving wordt gehouden tot een later vast te stellen datum.

    Artikel 2

    De permanente inschrijving en de deelinschrijvingen worden gehouden overeenkomstig artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 en de hiernavolgende bepalingen.

    Artikel 3

    1. De lidstaten stellen een bericht van inschrijving op. Het bericht van inschrijving wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. De lidstaten mogen het bericht van inschrijving bovendien elders bekendmaken of laten bekendmaken.

    2. In het bericht van inschrijving worden met name de inschrijvingsvoorwaarden vermeld.

    3. Het bericht van inschrijving kan tijdens de duur van de permanente inschrijving worden gewijzigd. Het wordt gewijzigd, indien de inschrijvingsvoorwaarden in die periode worden gewijzigd.

    Artikel 4

    1. De termijn voor het indienen van de offertes voor de eerste deelinschrijving:

    a) gaat in op 19 juli 2001 en

    b) verstrijkt op woensdag 25 juli 2001 om 10.00 uur.

    2. De termijn voor het indienen van de offertes voor elk van de volgende deelinschrijvingen:

    a) gaat in op de eerste werkdag na de dag waarop de vorige termijn is verstreken, en

    b) verstrijkt op donderdag van de daaropvolgende week om 10.00 uur.

    3. In afwijking van lid 2, onder b), verstrijkt de termijn voor het indienen van de offertes:

    - op woensdag 31 oktober 2001 om 10.00 uur in plaats van op donderdag 1 november 2001,

    - op woensdag 8 mei 2002 om 10.00 uur in plaats van op donderdag 9 mei 2002.

    4. In afwijking van lid 2 vinden de deelinschrijvingen waarvan de inschrijvingstermijn zou aflopen op respectievelijk donderdag 16 augustus 2001, donderdag 27 december 2001, donderdag 3 januari 2002 en donderdag 28 maart 2002, niet plaats.

    5. Voor het verstrijken van de termijnen bedoeld in deze verordening geldt de Belgische tijd.

    Artikel 5

    1. Gegadigden nemen aan de deelinschrijving deel door hetzij een schriftelijke offerte tegen ontvangstbewijs in te dienen bij de bevoegde instantie van een lidstaat, hetzij een offerte aan deze instantie te richten enerzijds per aangetekend schrijven of per telegram, dan wel anderzijds per telexbericht, per fax of per elektronische post mits de bevoegde instantie met gebruik van deze laatste vormen van communicatie instemt.

    2. In de offerte moeten worden vermeld:

    a) de referentie van de inschrijving;

    b) de naam en het adres van de inschrijver;

    c) de uit te voeren hoeveelheid witte suiker;

    d) het bedrag van de heffing bij uitvoer of eventueel van de restitutie bij uitvoer per 100 kg witte suiker, uitgedrukt in euro met drie decimalen;

    e) het bedrag van de zekerheid die voor de onder c) vermelde hoeveelheid suiker ten minste moet worden gesteld, uitgedrukt in de munteenheid van de lidstaat waar de offerte wordt ingediend.

    3. Een offerte is slechts geldig, indien:

    a) de uit te voeren hoeveelheid witte suiker ten minste 250 ton bedraagt;

    b) vóór het verstrijken van de termijn voor het indienen van de offertes het bewijs wordt geleverd dat de inschrijver de in de offerte vermelde zekerheid heeft gesteld;

    c) zij vergezeld gaat van een verklaring van de inschrijver waarbij deze zich ertoe verbindt om, bij eventuele toewijzing aan hem, binnen de in artikel 12, onder b), vastgestelde termijn het uitvoercertificaat of de uitvoercertificaten aan te vragen voor de uit te voeren hoeveelheden witte suiker;

    d) zij vergezeld gaat van een verklaring van de inschrijver waarbij deze zich ertoe verbindt om bij eventuele toewijzing aan hem:

    - de zekerheid door het betalen van het in artikel 13, lid 4, bedoelde bedrag aan te vullen, indien de verplichting tot uitvoer die voortvloeit uit het in artikel 12, onder b), bedoelde uitvoercertificaat, niet werd nagekomen, en

    - de instantie welke het betrokken uitvoercertificaat heeft afgegeven binnen 30 dagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van het certificaat op de hoogte te brengen van de hoeveelheid of de hoeveelheden waarvoor het uitvoercertificaat niet werd gebruikt;

    e) alle in lid 2 bedoelde gegevens erin zijn vermeld.

    4. In een offerte mag worden vermeld dat deze slechts als ingediend mag worden beschouwd:

    a) indien het minimumbedrag van de heffing bij uitvoer of eventueel het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer wordt vastgesteld op de dag waarop de termijn voor het indienen van de betrokken offertes verstrijkt;

    b) indien de toewijzing geldt voor het geheel of een bepaald deel van de in de offerte vermelde hoeveelheid.

    5. Een offerte die niet overeenkomstig het bepaalde in deze verordening wordt ingediend of die andere voorwaarden bevat dan die welke voor de onderhavige inschrijving gelden, wordt niet in aanmerking genomen.

    6. Een ingediende offerte kan niet worden ingetrokken.

    Artikel 6

    1. Een zekerheid van 11 EUR per 100 kg uit hoofde van deze inschrijving uit te voeren witte suiker moet door elke inschrijver worden gesteld. Voor degenen aan wie wordt toegewezen, geldt deze zekerheid, onverminderd artikel 13, lid 4, als de bij het indienen van de in artikel 12, onder b) bedoelde aanvraag te stellen zekerheid voor het uitvoercertificaat.

    2. De zekerheid wordt, naar keuze van de inschrijver, gesteld in contanten of in de vorm van een zekerheid van een instelling die voldoet aan de criteria vastgesteld door de lidstaat waar de offerte wordt ingediend.

    3. Behoudens overmacht wordt de in lid 1 bedoelde zekerheid vrijgegeven:

    a) met betrekking tot de inschrijvers, voor de hoeveelheid waarvoor niet op de offerte is ingegaan;

    b) met betrekking tot degenen aan wie is toegewezen en die hun uitvoercertificaat niet binnen de in artikel 12, onder b), bedoelde termijn hebben aangevraagd, naar rata van 10 EUR per 100 kg witte suiker.

    Dit vrij te geven gedeelte van de zekerheid wordt evenwel in voorkomend geval verminderd met het verschil tussen:

    - het voor de betrokken deelinschrijving vastgestelde maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer en het voor de daaropvolgende deelinschrijving vastgestelde maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer indien dit laatste bedrag hoger is dan het eerste, of

    - het voor de betrokken deelinschrijving vastgestelde minimumbedrag van de heffing bij uitvoer en het voor de daaropvolgende deelinschrijving vastgestelde minimumbedrag van de heffing bij uitvoer indien dit laatste bedrag lager is dan het eerste;

    c) met betrekking tot degenen aan wie is toegewezen, voor de hoeveelheid waarvoor zij in de zin van artikel 31, onder b), en artikel 32, lid 1, onder b) i), van Verordening (EG) nr. 1291/2000 de verplichting tot uitvoer die voortvloeit uit het in artikel 12, onder b), bedoelde uitvoercertificaat zijn nagekomen onder de voorwaarden van artikel 35 van genoemde verordening.

    Het deel van de zekerheid dat of de zekerheid die niet is vrijgegeven wordt verbeurd voor de hoeveelheid suiker waarvoor de overeenkomstige verplichtingen niet zijn nagekomen.

    4. In geval van overmacht stelt de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat de maatregelen vast die zij op grond van de door de betrokkene aangevoerde omstandigheden nodig acht.

    Artikel 7

    1. De offertes worden onderzocht door de betrokken bevoegde instantie; dit onderzoek is niet openbaar. De personen die bij het onderzoek worden toegelaten, zijn tot geheimhouding verplicht.

    2. De ingediende offertes moeten uiterlijk één uur nadat de in het bericht van inschrijving vastgestelde termijn voor de wekelijkse indiening van de offertes verstrijkt, via de lidstaten anoniem aan de Commissie worden medegedeeld.

    Indien geen offertes zijn ingediend, stellen de lidstaten de Commissie daarvan eveneens binnen de in de vorige alinea vermelde termijn in kennis.

    Artikel 8

    1. Na onderzoek van de ontvangen offertes kan per deelinschrijving een maximumhoeveelheid worden vastgesteld.

    2. Er kan worden besloten aan een bepaalde deelinschrijving geen gevolg te geven.

    Artikel 9

    1. Met name rekening houdende met de situatie en de te verwachten ontwikkeling op de suikermarkt in de Gemeenschap en daarbuiten, wordt overgegaan:

    - hetzij tot vaststelling van een minimumbedrag van de heffing bij uitvoer,

    - hetzij tot vaststelling van een maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer.

    2. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 wordt, wanneer een minimumbedrag voor de heffing bij uitvoer is vastgesteld, toegewezen aan de inschrijver of de inschrijvers in de offerte van wie het minimumbedrag van de heffing bij uitvoer of een hoger bedrag is vermeld.

    3. Onverminderd het bepaalde in artikel 10 wordt, wanneer een maximumbedrag voor de restitutie bij uitvoer is vastgesteld, toegewezen aan de inschrijver of de inschrijvers in de offerte van wie het maximumbedrag van de restitutie bij uitvoer of een lager bedrag is vermeld, evenals aan elke inschrijver die in zijn offerte een heffing bij uitvoer heeft vermeld.

    Artikel 10

    1. Wanneer voor een deelinschrijving een maximumhoeveelheid is vastgesteld:

    - wordt, indien een minimumheffing is vastgesteld, toegewezen aan de inschrijver in wiens offerte de hoogste uitvoerheffing is vermeld. Indien de maximumhoeveelheid met deze offerte niet is bereikt, wordt, in de volgorde van afnemende grootte van het bedrag van de heffing bij uitvoer, toegewezen totdat de maximumhoeveelheid is bereikt;

    - wordt, indien een maximumrestitutie is vastgesteld, toegewezen overeenkomstig het bepaalde in het eerste streepje; ingeval er geen offertes zijn of meer zijn waarin een heffing bij uitvoer is vermeld, wordt toegewezen aan de inschrijvers in wier offerte een uitvoerrestitutie is vermeld, in de volgorde van toenemende grootte van het bedrag van de restitutie, totdat de maximumhoeveelheid is bereikt.

    2. Wanneer de in lid 1 aangegeven toewijzingsprocedure er evenwel toe zou leiden dat, door het in aanmerking nemen van een offerte, de maximumhoeveelheid wordt overschreden, wordt aan de betrokken inschrijver slechts toegewezen tot de hoeveelheid waarmee de maximumhoeveelheid wordt bereikt. Offertes waarin dezelfde heffing bij uitvoer of dezelfde restitutie bij uitvoer is vermeld en bij volledige aanvaarding waarvan de maximumhoeveelheid zou worden overschreden, worden in aanmerking genomen:

    - hetzij naar rata van de in elk van die offertes vermelde totale hoeveelheid;

    - hetzij, per inschrijver, tot een vast te stellen maximumhoeveelheid;

    - hetzij door loting.

    Artikel 11

    1. De bevoegde instantie van de betrokken lidstaat stelt alle inschrijvers onmiddellijk in kennis van het resultaat van hun deelneming aan de inschrijving. Bovendien zendt deze instantie onverwijld een bericht van toewijzing naar de inschrijvers aan wie is toegewezen.

    2. In het bericht van toewijzing worden ten minste vermeld:

    a) de referentie van de inschrijving;

    b) de uit te voeren hoeveelheid witte suiker;

    c) het bedrag, uitgedrukt in euro, van de toe te passen heffing bij uitvoer of eventueel de toe te kennen restitutie bij uitvoer per 100 kg witte suiker voor de onder b) bedoelde hoeveelheid.

    Artikel 12

    Degene aan wie wordt toegewezen:

    a) heeft onder de onder b) genoemde voorwaarden voor de toegewezen hoeveelheid recht op een uitvoercertificaat waarin, naar gelang van het geval, de in de offerte vermelde heffing bij uitvoer of restitutie bij uitvoer is vermeld;

    b) is verplicht overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 een uitvoercertificaat voor deze hoeveelheid aan te vragen; deze aanvraag kan niet worden herroepen en artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 120/89 is in dit geval niet van toepassing. De aanvraag moet worden ingediend overeenkomstig de betrokken bepalingen van Verordening (EG) nr. 1291/2000 en uiterlijk op:

    - de laatste werkdag vóór de dag waarop de deelinschrijving van de daaropvolgende week wordt gehouden, of

    - de laatste werkdag van de daaropvolgende week, wanneer in die week geen deelinschrijving wordt gehouden;

    c) heeft de verplichting de in de offerte vermelde hoeveelheid uit te voeren en, indien deze verplichting niet is nagekomen, in voorkomend geval het in artikel 13, lid 4, bedoelde bedrag te betalen.

    Het bovenbedoelde recht en de bovenbedoelde verplichtingen kunnen niet worden overgedragen.

    Artikel 13

    1. Het bepaalde in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1464/95 is niet van toepassing op witte suiker die overeenkomstig de onderhavige verordening wordt uitgevoerd.

    2. De uit hoofde van een deelinschrijving afgegeven uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de dag van afgifte tot het einde van de vijfde maand volgende op die waarin deze deelinschrijving heeft plaatsgevonden.

    De uitvoercertificaten die worden afgegeven uit hoofde van deelinschrijvingen welke vanaf 1 mei 2002 plaatsvinden, zijn evenwel slechts geldig tot en met 30 september 2002.

    De bevoegde autoriteiten van de lidstaat die het uitvoercertificaat hebben afgegeven, kunnen, op schriftelijke aanvraag van de titularis van het certificaat, de geldigheidsduur ervan verlengen tot uiterlijk 15 oktober 2002 wanneer er technische problemen rijzen waardoor de uitvoer niet kan plaatshebben binnen de in dit lid vastgestelde geldigheidsduur, en op voorwaarde dat de bedoelde transactie niet onder de in artikel 4 of 5 van Verordening (EEG) nr. 565/80 van de Raad(10) vastgestelde regeling valt.

    3. De uitvoercertificaten die worden afgegeven uit hoofde van deelinschrijvingen welke plaatsvinden tussen 25 juli 2001 en 30 september 2001, kunnen pas vanaf 1 oktober 2001 worden gebruikt.

    4. Behoudens overmacht wordt, indien de uitvoerverplichting die voortvloeit uit het in artikel 12, onder b), bedoelde uitvoercertificaat niet is nagekomen en de in artikel 6 bedoelde zekerheid lager is dan:

    a) de in het certificaat vermelde uitvoerheffing, na vermindering met de in artikel 33, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde heffing, van kracht op de laatste dag van geldigheid van genoemd certificaat, of

    b) de som van de in het certificaat vermelde uitvoerheffing en de in artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde restitutie, van kracht op de laatste dag van geldigheid van genoemd certificaat, of

    c) de in artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde restitutie bij uitvoer, van kracht op de laatste dag van geldigheid van het certificaat, na vermindering met de in genoemd certificaat vermelde restitutie,

    een bedrag gelijk aan het verschil tussen het resultaat van de berekening onder a), b) of c), naar gelang van het geval, en de in artikel 6, lid l, bedoelde zekerheid betaald door de titularis van het certificaat voor de hoeveelheid waarvoor de genoemde verplichting niet werd nagekomen.

    Artikel 14

    De in Verordening (EG) nr. 1531/2000 bedoelde inschrijving wordt afgesloten op 26 juli 2001.

    Artikel 15

    Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 13 juli 2001.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1.

    (2) PB L 144 van 28.6.1995, blz. 14.

    (3) PB L 159 van 3.6.1998, blz. 38.

    (4) PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

    (5) PB L 150 van 6.6.2001, blz. 25.

    (6) PB L 16 van 20.1.1989, blz. 19.

    (7) PB L 293 van 16.11.1996, blz. 3.

    (8) PB L 175 van 14.7.2000, blz. 69.

    (9) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 61.

    (10) PB L 62 van 7.3.1980, blz. 5.

    Top