Choisissez les fonctionnalités expérimentales que vous souhaitez essayer

Ce document est extrait du site web EUR-Lex

Document 32001R0273

    Verordening (EG) nr. 273/2001 van de Commissie van 9 februari 2001 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met producten van de sector schapen- en geitenvlees in 2001

    PB L 41 van 10.2.2001, p. 7–9 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Statut juridique du document Plus en vigueur, Date de fin de validité: 31/12/2001

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2001/273/oj

    32001R0273

    Verordening (EG) nr. 273/2001 van de Commissie van 9 februari 2001 houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met producten van de sector schapen- en geitenvlees in 2001

    Publicatieblad Nr. L 041 van 10/02/2001 blz. 0007 - 0009


    Verordening (EG) nr. 273/2001 van de Commissie

    van 9 februari 2001

    houdende bepalingen ter uitvoering van de specifieke regeling voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met producten van de sector schapen- en geitenvlees in 2001

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 3763/91 van de Raad van 16 december 1991 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen(1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2826/2000(2), en met name op artikel 4, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3763/91 moet per periode van een jaar worden vastgesteld voor hoeveel raszuivere fokschapen en raszuivere fokgeiten van oorsprong uit de Gemeenschap steun wordt verleend met het oog op de ontwikkeling van het productiepotentieel van de Franse overzeese departementen.

    (2) De bedragen van de bovengenoemde steun voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met raszuivere fokschapen en raszuivere fokgeiten van oorsprong uit de rest van de Gemeenschap dienen te worden vastgesteld. Daarbij dient met name te worden uitgegaan van de kosten voor de voorziening met producten uit de Gemeenschap en van de factoren die het gevolg zijn van de geografische ligging van de Franse overzeese departementen.

    (3) In de loop van de verkoopseizoenen kunnen er specifieke behoeften voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met raszuivere fokschapen en raszuivere fokgeiten blijken. Daarom moet de Franse autoriteiten een zekere marge bij het beheer van de voorzieningsregelingen worden gelaten door toe te staan dat voor dieren voor bepaalde Franse overzeese departementen steuncertificaten boven het voor die departementen vastgestelde maximum worden afgegeven, op voorwaarde dat het totale aantal mannelijke dieren en het totale aantal vrouwelijke dieren dat beschikbaar is voor de vier Franse overzeese departementen samen, niet wordt overschreden. De Franse autoriteiten moeten, opdat rekening kan worden gehouden met die bijzondere behoeften, de Commissie in kennis stellen van de gevallen waarin certificaten zijn afgegeven op grond van de bedoelde mogelijkheid.

    (4) De gemeenschappelijke bepalingen ter uitvoering van de specifieke regelingen voor de voorziening van de Franse overzeese departementen met bepaalde landbouwproducten zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 131/92 van de Commissie(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2755/98(4). Met name ten aanzien van de geldigheidsduur van de steuncertificaten en ten aanzien van het bedrag van de door de marktdeelnemers als garantie voor de nakoming van hun verplichtingen te stellen zekerheden, moeten aanvullende, op de handelsgebruiken in de sector schapen- en geitenvlees afgestemde, bepalingen worden vastgesteld.

    (5) Met het oog op een goed administratief beheer van de voorzieningsregeling dient te worden bepaald wanneer de certificaataanvragen kunnen worden ingediend en moet in een bedenktijd voor de afgifte daarvan worden voorzien.

    (6) Deze verordening zal in werking treden na het verstrijken van de termijn voor het indienen van de certificaataanvragen in januari 2001. Om een onderbreking in de voorziening van de Franse overzeese departementen te voorkomen, dient te worden voorzien in de mogelijkheid om af te wijken van het bepaalde in artikel 4, lid 1 en lid 3, van deze verordening en toe te staan dat, alleen voor die maand, certificaataanvragen worden ingediend in de periode van vijf werkdagen volgende op de inwerkingtreding van deze verordening, en moet worden bepaald dat de betrokken certificaten uiterlijk op de tiende werkdag na de inwerkingtreding van deze verordening worden afgegeven.

    (7) Om het beheer van de steunregeling beter af te stemmen op de behoefte van de Franse overzeese departementen, moeten de steunbedragen en de hoeveelheden waarop deze bedragen betrekking hebben, elk jaar per kalenderjaarbasis worden vastgesteld.

    (8) De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer "schappen en geiten",

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in artikel 4, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3763/91 bedoelde steun voor levering van raszuivere fokschapen en raszuivere fokgeiten van oorsprong uit de Gemeenschap aan de Franse overzeese departementen en het aantal daarvoor in aanmerking komende dieren worden voor het jaar 2001 vastgesteld in de bijlage.

    Artikel 2

    Verordening (EEG) nr. 131/92, met uitzondering van artikel 3, lid 4, is van toepassing op de voorziening met raszuivere fokschapen en raszuivere fokgeiten op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 3763/91.

    Artikel 3

    Frankrijk wijst de instantie aan die bevoegd is voor:

    a) de afgifte van het in artikel 3, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 131/92 bedoelde steuncertificaat;

    b) de betaling van de steun aan de betrokken marktdeelnemers.

    Artikel 4

    1. De certificaataanvragen worden bij de bevoegde instantie ingediend tijdens de eerste vijf werkdagen van elke maand.

    Certificaataanvragen zijn slechts ontvankelijk als:

    a) zij betrekking hebben op een aantal dieren dat niet groter is dan het door Frankrijk vóór het begin van de termijn voor het indienen van de aanvragen gepubliceerde beschikbare maximumaantal;

    b) binnen de termijn voor de indiening van de certificaataanvragen het bewijs wordt geleverd dat de betrokkene een zekerheid van 40 EUR per dier heeft gesteld.

    2. Om tegemoet te komen aan bijzondere behoeften die in het kader van de voorzieningsregelingen kunnen ontstaan, mag de bevoegde autoriteit echter steuncertificaten afgeven boven het voor elk departement beschikbare maximumaantal dieren, op voorwaarde dat het totale aantal dat beschikbaar is voor de vier Franse overzeese departementen, niet wordt overschreden; deze mogelijkheid is voor mannelijke en vrouwelijke dieren afzonderlijk van toepassing.

    Frankrijk moet de Commissie in kennis stellen van de gevallen waarin certificaten zijn afgegeven overeenkomstig het bepaalde in de eerste alinea.

    3. De certificaten worden uiterlijk op de tiende werkdag van elke maand afgegeven.

    4. In afwijking van lid 1 moeten in januari 2001 de aanvragen voor certificaten uiterlijk op de vijfde werkdag na de inwerkingtreding van deze verordening bij de bevoegde autoriteiten worden ingediend.

    5. In afwijking van lid 3 worden in januari 2001 de certificaten uiterlijk op de tiende werkdag na de inwerkingtreding van deze verordening afgegeven.

    Artikel 5

    De steuncertificaten zijn geldig gedurende drie maanden na de datum van afgifte.

    Artikel 6

    De in artikel 1 bedoelde steun wordt betaald voor de werkelijk geleverde hoeveelheden.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing vanaf 1 januari tot en met 31 december 2001.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 9 februari 2001.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 356 van 24.12.1991, blz. 1.

    (2) PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2.

    (3) PB L 15 van 22.1.1992, blz. 13.

    (4) PB L 345 van 19.12.1998, blz. 27.

    BIJLAGE

    VOORZIENING VAN DE FRANSE OVERZEESE DEPARTEMENTEN MET RASZUIVERE FOKSCHAPEN EN RASZUIVERE FOKGEITEN

    DEEL 1: STEUNBEDRAG PER DIER

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    DEEL 2: AANTAL DIEREN

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Haut