EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32000Q0215

Reglement van orde van het Comité van toezicht van het OLAF

PB L 41 van 15.2.2000, p. 12–19 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/proc_rules/2000/215/oj

32000Q0215

Reglement van orde van het Comité van toezicht van het OLAF

Publicatieblad Nr. L 041 van 15/02/2000 blz. 0012 - 0019


REGLEMENT VAN ORDE VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT VAN HET OLAF

INHOUD

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

HET COMITÉ VAN TOEZICHT,

Gezien artikel 11, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF)(1),

HEEFT HET ONDERHAVIGE REGLEMENT VAN ORDE VASTGESTELD:

TITEL I

TAKEN EN BEVOEGDHEDEN VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT VAN HET OLAF

Artikel 1

Taken

1. Het Comité van toezicht van het Europees Bureau voor fraudebestrijding, hierna OLAF te noemen, heeft tot taak de onafhankelijkheid van het Bureau ten opzichte van alle regeringen, instellingen, organen en instanties te versterken.

2. Het Comité van toezicht oefent daartoe regelmatig controle uit op de onderzoekstaken van het Bureau en sterkt de onafhankelijkheid van de directeur bij de uitoefening van de bevoegdheden die hem krachtens Verordening (EG) nr. 1073/1999 zijn toegekend.

Artikel 2

Zorg voor de wettigheid

Het Comité waakt erover dat de activiteiten van het OLAF met volledige eerbiediging van de mensenrechten en fundamentele vrijheden plaatsvinden overeenkomstig de verdragen en het afgeleide recht, met name het protocol betreffende de privileges en immuniteiten en het statuut van de ambtenaren.

Artikel 3

Werkwijze

1. De controle op het onderzoekswerk vindt plaats op de volgende wijze:

a) onderzoek van de informatie die de directeur van het OLAF regelmatig verstrekt over de onderzoeksactiviteiten,

b) toegang tot alle documenten en dossiers en tot de gegevensbestanden van het OLAF,

c) uitvoering van keuringen, studies en expertiseonderzoeken,

d) de mogelijkheid om vertegenwoordigers van instellingen, organen en instanties te horen over de toepassing van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1073/1999.

Het Comité mengt zich niet in de afwikkeling van lopende onderzoeken.

2. Het Comité brengt advies uit aan de directeur op diens verzoek of op eigen initiatief. Deze adviezen worden uitgebracht overeenkomstig de artikelen 21 tot en met 24 van dit reglement van orde, onverminderd eventuele andere toepasselijke bepalingen.

3. Het Comité controleert de toepassing van het bepaalde in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1073/1999 en de artikelen 286 en 287 van het EG-Verdrag betreffende geheimhouding en gegevensbescherming, met name door regelmatig onderzoek van de door het Bureau toegepaste procedures; het controleert tevens de toepassing van deze bepalingen als onderdeel van de criteria voor zijn toezicht op de onderzoekswerkzaamheden.

Artikel 4

Actiemiddelen

1. Om zijn taken te kunnen vervullen worden aan het Comité van toezicht bevoegdheden toegekend door Verordening (EG) nr. 1073/1999.

2. Het Comité kan binnen de grenzen van zijn bevoegdheden aan het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer verslag uitbrengen over de resultaten van de onderzoeken van het Bureau en over het gevolg dat eraan is gegeven. Ook kan het opmerkingen over de werking van het Bureau tot deze instellingen richten indien het dit nuttig acht.

3. Het Comité doet de instellingen jaarlijks minstens één activiteitenverslag toekomen. Deze verslagen zijn openbaar.

4. Het Comité brengt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1073/1999 adviezen uit op verzoek van het bevoegde gezag.

5. Het Comité beschikt over eigen begrotingsmiddelen die worden geboekt op de begroting van het OLAF.

TITEL II

SAMENSTELLING EN WERKING VAN HET COMITÉ VAN TOEZICHT

Artikel 5

Statuut van het Comité van toezicht

1. Het Comité van toezicht is samengesteld uit vijf externe, onafhankelijke leden, die op grond van hun bekwaamheden door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in onderlinge overeenstemming worden aangewezen en alle garanties voor onafhankelijkheid bieden.

2. De leden van het Comité van toezicht oefenen hun taken in volle onafhankelijkheid uit. Zij vragen noch aanvaarden instructies van welke regering, instelling, orgaan of instantie dan ook.

Artikel 6

Ambtstermijn van de leden van het Comité van toezicht

1. De ambtstermijn van de leden bedraagt drie jaar. Deze termijn kan eenmaal worden verlengd.

2. Na afloop van hun ambtstermijn blijven de leden in functie totdat in de verlenging van hun ambtstermijn of in hun vervanging is voorzien.

3. Wanneer een lid van het Comité om welke reden dan ook verhinderd is een vergadering bij te wonen, dient hij de voorzitter van het Comité daarvan in kennis te stellen.

4. Indien een lid zijn mandaat neerlegt, dient hij het Comité van zijn besluit in kennis te stellen.

Artikel 7

Deontologie

1. De leden stellen het Comité in kennis van elke situatie die een aantasting zou kunnen betekenen van het in artikel 5 hierboven geformuleerde beginsel van de onafhankelijkheid van hun functie.

2. De leden onthouden zich van het dingen naar dan wel aanvaarden van elk mandaat, met name van Europese instellingen, dat aanleiding zou kunnen geven tot een belangenconflict.

3. Wanneer leden zich mondeling of schriftelijk in het openbaar uiten over de werkzaamheden van het Comité en het OLAF, dan gebeurt dit in een geest van collegialiteit.

4. De leden zijn gehouden tot de geheimhoudingsplicht uit hoofde van artikel 287 van het EG-Verdrag. Informatie die hun in het kader van hun werkzaamheden ter kennis komt behandelen zij vertrouwelijk. Zelfs na afloop van hun functie blijven zij aan deze verplichting onderworpen.

Artikel 8

Tuchtregeling met betrekking tot de leden van het Comité van toezicht

Bij overtreding van een van de in artikel 7 hierboven genoemde verplichtingen kan een lid van het Comité van toezicht in een geheime stemming bij meerderheid van stemmen worden geschorst. Het betrokken lid wordt vóór de uitspraak gehoord, maar neemt niet aan de beraadslagingen deel. Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie worden van dit besluit door de voorzitter van het Comité in kennis gesteld.

Artikel 9

Rechtsbescherming

De leden van het Comité van toezicht genieten in het kader van hun werkzaamheden de rechtsbescherming genoemd in artikel 288 van het EG-Verdrag.

Artikel 10

Voorzitterschap

1. Het Comité wijst uit zijn midden een voorzitter aan met een meerderheid van de stemmen van zijn leden.

2. De voorzitter wordt gekozen voor de duur van een jaar. Deze ambtstermijn kan worden verlengd. De verkiezing van de voorzitter vindt plaats op de laatste vergadering die wordt voorgezeten door zijn voorganger.

3. Indien de voorzitter om welke reden dan ook verhinderd is zijn taken duurzaam uit te oefenen, dan stelt hij de leden hiervan in kennis. In dat geval wordt op de wijze beschreven in lid 1 hierboven een nieuwe voorzitter gekozen.

Artikel 11

Taken van de voorzitter

1. De voorzitter vertegenwoordigt het Comité en zit de vergaderingen voor. Hij waakt over het goede verloop van de werkzaamheden ervan. Hij roept de vergaderingen van het Comité bijeen en besluit over de plaats, de datum en het uur van deze vergaderingen. Hij stelt de ontwerpagenda op en verzekert de uitvoering van de besluiten van het Comité van toezicht van het OLAF.

2. In geval van tijdelijke verhindering kan de voorzitter een van de leden van het Comité verzoeken hem te vervangen.

3. In afwezigheid van de voorzitter wordt de functie van voorzitter, wanneer geen gebruik is gemaakt van de in lid 2 genoemde procedure, uitgeoefend door het oudste lid in jaren.

4. De voorzitter oefent het gezag uit over het secretariaat van het Comité van toezicht.

5. De voorzitter is bevoegd voor alle correspondentie over de activiteiten van het Comité van toezicht en de beantwoording daarvan. Hij stelt de leden van het Comité in kennis van de correspondentie die hij heeft ontvangen en die hij heeft beantwoord. Hij beslist welke zaken de leden van het Comité ter bespreking worden voorgelegd.

6. De voorzitter of een meerderheid van de leden kunnen de directeur of zijn vertegenwoordiger verzoeken aanwezig te zijn op een vergadering. Elke vertegenwoordiger van de instellingen, organen of instanties van de Gemeenschappen, de lidstaten of geassocieerde staten kan worden verzocht aan de werkzaamheden van het Comité deel te nemen voor een bepaald agendapunt.

Artikel 12

Vergaderingen

1. Het Comité van toezicht van het OLAF oefent zijn bevoegdheden uit in collegiale vergaderingen. Het komt ten minste tien keer per jaar bijeen. Het Comité van toezicht kan alleen geldig vergaderen als een meerderheid van zijn leden, ofwel drie leden aanwezig zijn. Bovendien komt het bijeen op initiatief van de voorzitter dan wel wanneer een meerderheid van de leden daartoe een schriftelijk met redenen omkleed verzoek indient of hierom mondeling vraagt in de loop van een van de voorgaande vergaderingen. Ook de directeur van het OLAF heeft de mogelijkheid om de voorzitter van het Comité voor te stellen bepaalde punten op te nemen in de agenda of het Comité van toezicht bijeen te roepen. Zijn voorstellen worden ondersteund door alle nuttige bescheiden.

2. Behoudens in gevallen die door de voorzitter als dringend worden beschouwd, worden convocaties tijdig verzonden zodat zij ten minste een week vóór de vergadering arriveren. De convocatie gaat vergezeld van de ontwerpagenda en alle nodige vergaderstukken, tenzij dit gezien de aard van deze stukken niet mogelijk is. De definitieve agenda wordt aan het begin van elke vergadering aangenomen.

3. Elk lid kan de voorzitter verzoeken bijzondere punten of vragen op de ontwerpagenda te zetten of toe te voegen.

Artikel 13

Stemprocedure

1. Besluiten worden op voorstel van de voorzitter genomen met een gewone meerderheid van stemmen. Als een lid afwezig is en de stemmen staken of het Comité niet tot een meerderheid kan geraken geeft de stem van de voorzitter de doorslag.

2. Op voorstel van een lid kan tot een geheime stemming worden overgegaan.

Artikel 14

Werkmethoden

1. De vergaderingen van het Comité van toezicht zijn niet openbaar. Zijn beraadslagingen en de diverse stukken die tot deze beraadslagingen hebben geleid zijn vertrouwelijk, tenzij het Comité van toezicht anders besluit.

2. De door de directeur van het OLAF verstrekte stukken en inlichtingen vallen onder de bepalingen van artikel 287 van het EG-Verdrag in verband met de geheimhoudingsregeling.

3. Het Comité van toezicht beraadslaagt op basis van documenten en ontwerp-adviezen, -verslagen of -besluiten.

4. De documenten, ontwerp-adviezen, -verslagen en -besluiten zijn opgesteld in ten minste twee van de drie door het Comité vastgestelde werktalen. Indien nodig kan elk lid verzoeken om vertaling van elk document in zijn eigen taal.

5. De adviezen, verslagen en besluiten van het Comité van toezicht worden aangenomen in plenaire vergaderingen.

6. Bij wijze van uitzondering op dit beginsel kunnen bepaalde besluiten evenwel volgens een schriftelijke procedure worden genomen, indien het Comité tijdens een voorgaande vergadering zijn goedkeuring aan een dergelijke procedure heeft gehecht. In dringende gevallen kan de voorzitter het initiatief nemen tot schriftelijke raadpleging van de leden. In beide gevallen doet de voorzitter de leden van het Comité een ontwerp-besluit toekomen. Als de leden niet binnen een door de voorzitter aangegeven termijn van vijf werkdagen vanaf ontvangst van het ontwerp-besluit hiertegen bezwaar aantekenen, dan wordt dit geacht te zijn aangenomen. Als een lid uiterlijk binnen vijf werkdagen vanaf ontvangst van het ontwerp-besluit verzoekt om bespreking hiervan in het Comité van toezicht, dan wordt de schriftelijke raadplegingsprocedure opgeschort.

Artikel 15

Notulering

1. Van alle vergaderingen van het Comité van toezicht worden notulen opgesteld.

2. Door het secretariaat worden onder leiding van de voorzitter ontwerp-notulen opgesteld die de leden van het Comité van toezicht ter goedkeuring worden voorgelegd op de eerstvolgende vergadering.

3. Elk lid kan tijdens de bespreking van de ontwerp-notulen voorstellen deze te wijzigen. Ook kan elk lid elke gewenste schriftelijke verklaring of elk document bij de notulen laten voegen.

Artikel 16

Activiteitenverslag

1. Overeenkomstig artikel 4, lid 3, stelt het Comité van toezicht jaarlijks minstens één activiteitenverslag vast, en doet het aan de instellingen toekomen. Dit activiteitenverslag heeft betrekking op de werkzaamheden die het Comité op grond van zijn bevoegdheden heeft ontplooid en bevat tevens een evaluatie van de activiteiten van het OLAF.

2. Het verslag wordt het Comité voorgelegd door een of meer rapporteurs.

3. Bij het verslag kan een lijst worden gevoegd met door het Comité van toezicht uitgebrachte adviezen van welke aard ook.

4. Het Comité van toezicht doet zijn activiteitenverslag verschijnen in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nadat het eerst is voorgelegd aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Artikel 17

Rapporteurs

1. Om zijn beraadslagingen of werkzaamheden voor te bereiden kan het Comité vanuit zijn leden en op voorstel van de voorzitter een of meer rapporteurs benoemen.

2. Indien het een dringende kwestie betreft, kan de voorzitter ambtshalve tot benoeming overgaan. In dat geval stelt hij de leden hiervan onverwijld in kennis.

3. De rapporteur onderzoekt de kwestie die hem is voorgelegd en legt het Comité een ontwerp-verslag voor. Indien nodig wordt de rapporteur bijgestaan door het secretariaat van het Comité van toezicht.

Artikel 18

Keuringen, studies en deskundigenonderzoeken

1. Het Comité van toezicht kan binnen het kader van zijn bevoegdheden alle mogelijke keuringen verrichten en elke studie, elk onderzoek en elk expertiseonderzoek laten uitvoeren.

2. Het Comité van toezicht kan een of meer leden met de uitvoering van deze keuringen, studies of onderzoeken belasten. Indien het Comité (of het aangewezen lid) dat nuttig oordeelt, dan kan hij worden bijgestaan door ambtenaren of andere personeelsleden van het OLAF of van instellingen, organen of instanties van de Gemeenschappen.

3. Wanneer de voorzitter van oordeel is dat een zaak dringend is, dan kan hij genoemde leden en deskundigen ambtshalve benoemen. In dat geval stelt hij de leden hiervan onverwijld in kennis.

4. De leden van het Comité van toezicht die belast zijn met de uitvoering van keuringen, studies of onderzoeken brengen aan het Comité verslag uit over de resultaten van hun werkzaamheden.

Artikel 19

Secretariaat

1. Het Comité van toezicht beschikt over een secretariaat dat het Comité bijstaat bij de vervulling van zijn taken. Het secretariaat is een permanent orgaan waarvan het personeel wordt benoemd door de directeur van het OLAF op voorstel van de voorzitter van het Comité van toezicht.

2. De personeelsleden van het secretariaat worden onder het gezag van de voorzitter van het Comité van toezicht geplaatst en aanvaarden geen enkele instructie van een ander gezag. De personeelsleden van het secretariaat ondernemen geen enkele andere activiteit zonder daartoe door de voorzitter van het Comité van toezicht gemachtigd te zijn.

3. Het personeel van het secretariaat is gehouden de informatie die te zijner kennis komt vertrouwelijk te behandelen. Het blijft hiertoe ook na afloop van zijn functie verplicht. In geval van schending van de geheimhoudingsplicht door een lid van het secretariaat verzoekt de voorzitter van het Comité van toezicht de directeur van het OLAF een tuchtprocedure te starten op de voorwaarden als voorzien door het statuut van de ambtenaren.

4. De zetel van het secretariaat wordt vastgesteld bij besluit van de voorzitter van het Comité van toezicht.

5. Het secretariaat draagt ertoe bij dat de taken die het Comité van toezicht zijn toevertrouwd efficiënt worden vervuld. Het assisteert de voorzitter bij de voorbereiding en het verloop van de vergaderingen, het notuleert de vergaderingen, het voorziet de leden van het Comité van informatie en documentatie over al hun werkterreinen, het assisteert de leden, met name bij de uitoefening van hun functie als rapporteur, en het neemt onder het gezag van de voorzitter deel aan de opstelling van teksten.

6. De werkverdeling binnen het secretariaat en de ondertekening van reisopdrachten voor het personeel van het secretariaat worden toevertrouwd aan het hoofd van het secretariaat.

7. De betalingsverplichtingen van het Comité worden aangegaan door het hoofd van het secretariaat dat hiertoe bij sub-delegatie gemachtigd is.

TITEL III

BETREKKINGEN VAN HET COMITÉ MET DE DIRECTEUR VAN HET OLAF

Artikel 20

Adviesprocedure inzake de benoeming van de directeur

1. Alle sollicitantendossiers die de Commissie ontvangt naar aanleiding van de in artikel 12, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1073/1999 voorziene oproep tot gegadigden, worden zo spoedig mogelijk toegezonden aan de voorzitter van het Comité van toezicht.

2. De ontvangen dossiers worden ter beschikking van de vijf leden van het Comité gesteld.

3. Het Comite van toezicht stelt een ontwerp-lijst vast van de kandidaten die over de nodige kwalificaties beschikken en waarover een gunstig advies uitgebracht kan worden.

4. Het advies bevat een motivering, waarin melding gemaakt kan worden van de criteria die het Comité ter beoordeling van de vereiste kwalificaties heeft gekozen. Deze ontwerp-lijst wordt in stemming gebracht.

5. Na afloop van de procedure stelt de voorzitter de lijst vast van de kandidaten die over de nodige kwalificaties beschikken en over wie een gunstig advies is uitgebracht door het Comité van toezicht.

6. Als over geen enkele kandidaat een gunstig advies is uitgebracht of het Comité van toezicht op voorstel van een lid daartoe besluit, deelt de voorzitter de Commissie mede dat het Comité de voorgelegde lijst heeft verworpen.

7. Het aldus vastgestelde advies wordt voorgelegd aan de Commissie ter doorzending naar het Parlement en de Raad.

Artikel 21

Deelneming van de directeur van het OLAF aan de werkzaamheden van het Comité

1. Onverminderd het bepaalde in artikel 11, lid 1, hierboven kan de directeur van het OLAF worden verzocht aan de werkzaamheden betreffende zijn bezigheden deel te nemen. De punten die hem meer in het bijzonder betreffen worden onder zijn aandacht gebracht in de ontwerp-agenda van de vergaderingen van het Comité van toezicht die hem verplicht wordt toegezonden.

2. Bij verhindering kan de directeur van het OLAF op diens verzoek worden toegestaan zich te laten vertegenwoordigen door een van zijn medewerkers die hij hiertoe aanwijst.

Artikel 22

Afwikkeling van door de directeur van het OLAF verstrekte informatie

1. In zijn activiteitenverslag evalueert het Comité de tenuitvoerlegging van het werkprogramma van het OLAF.

2. In elk van zijn vergaderingen bestudeert het Comité de verslagen en inlichtingen van de directeur van het OLAF. Het voert elke keuring die het noodzakelijk acht voor de uitoefening van zijn controle uit op basis van een passende informatieverstrekking door de directeur.

3. Het Comité van toezicht onderzoekt de redenen waarom een onderzoek langer dan negen maanden na aanvang nog niet afgesloten is en hoeveel tijd wellicht nog nodig is om het te voltooien.

4. Het Comité onderzoekt de gevallen waarin een instelling, orgaan of instantie geen gevolg heeft gegeven aan aanbevelingen van de directeur van het Bureau, op basis van een afschrift van diens opmerkingen. Het Comité onderzoekt daarbij gevallen waarin het werk van de OLAF-onderzoekers werd gehinderd, belemmerd of onmogelijk gemaakt. Het Comité van toezicht doet de directeur van het OLAF of de betrokken instelling, orgaan of instantie eventueel een met redenen omkleed advies toekomen.

5. Wanneer gegevens aan de gerechtelijke autoriteiten van een lidstaat moeten worden verstrekt, dan wordt het geval op basis van door de directeur van het OLAF verstrekte informatie onderzocht vóór mededeling ervan aan deze autoriteiten. De afhandeling van dergelijke gevallen geschiedt eveneens op basis van door de directeur verstrekte informatie.

6. Klachten die bij de directeur van het OLAF door een ambtenaar of ander personeelslid van de Gemeenschap worden ingediend in het kader van het wettigheidstoezicht als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1073/1999 worden het Comité ter informatie medegedeeld.

7. Het Comité onderzoekt de voorstellen van de directeur van het OLAF ter voorbereiding van de wet- en regelgevingsinitiatieven van de Commissie met het oog op een betere fraudebestrijding en bescherming van de financiële belangen van de Gemeenschap.

Artikel 23

Onafhankelijkheid en tuchtprocedure tegen de directeur van het OLAF

1. De directeur van het OLAF stelt het Comité in kennis van elke maatregel, instructie, bedreiging of belofte die zijn onafhankelijkheid in het geding kan brengen. Het Comité van toezicht brengt op eigen initiatief of op initiatief van de directeur advies uit inzake de kwestie die het wordt voorgelegd.

2. Voor het geval dat tegen de directeur van het OLAF door de Commissie een tuchtprocedure is aangespannen of daarop kans bestaat, verstrekt de directeur het Comité van toezicht alle dienstige informatie.

3. Het Comité van toezicht brengt advies uit wanneer het door de Commissie wordt geraadpleegd uit hoofde van artikel 12, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1073/1999.

Artikel 24

Vertrouwelijkheid en behandeling van persoonlijke gegevens

1. Het Comité van toezicht waakt over de toepassing van het bepaalde in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1073/1999.

2. Het Comité van toezicht kan op eigen initiatief of op initiatief van de directeur besluiten advies uit te brengen.

TITEL IV

BUDGETTAIRE BEPALINGEN

Artikel 25

Begroting

1. Het Comité brengt advies uit over het door de directeur van het OLAF ingediende voorontwerp van begroting dat wordt gericht aan het directoraat-generaal begroting van de Commissie.

2. De directeur van het OLAF legt het Comité een periodiek verslag over de uitvoering van de begroting voor.

3. Het secretariaat stelt voorstellen op voor de jaarlijkse huishoudelijke begroting van het Comité van toezicht. Deze voorstellen worden na goedkeuring door het Comité van toezicht toegezonden aan de directeur van het OLAF. De begroting van het Comité van toezicht is een zelfstandige afdeling op de begroting van het OLAF.

4. De kosten die het Comité van toezicht voor de goede vervulling van zijn functie maakt, worden geboekt op de begroting van het Comité overeenkomstig de regels die het heeft vastgesteld. De uitgaven worden gedaan in het kader van de overdracht van bevoegdheden als bedoeld in artikel 19, lid 7, en volgens de bepalingen van het Financieel Reglement.

TITEL V

OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 26

Evaluatie en wijziging van het reglement van orde

1. Het onderhavige reglement van orde wordt twee jaar na de inwerkingtreding ervan door het Comité van toezicht geëvalueerd.

2. Elk lid van het Comité kan op elk moment schriftelijk voorstellen tot wijziging richten aan de voorzitter van het Comité, die op de eerstvolgende vergadering in stemming worden gebracht volgens de in artikel 13 hierboven vastgestelde stemprocedure.

Artikel 27

Inwerkingtreding van het reglement van orde, evaluatieverslag en bekendmaking

1. Het reglement van orde treedt in werking op de dag volgende op die van goedkeuring ervan door het Comité van toezicht.

2. Het in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1073/1999 bedoelde advies inzake het evaluatieverslag over de werkzaamheden van het Bureau wordt op de agenda geplaatst van de eerste vergadering in de maand januari 2002.

3. Het reglement van orde wordt na de goedkeuring ervan bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Gedaan te Brussel, 17 november 1999.

Voor het Comité van toezicht van het OLAF

De Voorzitster

Mireille DELMAS-MARTY

(1) PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.

Top