Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999D0568

1999/568/EG: Beschikking van de Commissie van 27 juli 1999 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor lampen (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2439) - (Voor de EER relevante tekst)

PB L 216 van 14.8.1999, p. 18–22 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2003: This act has been changed. Current consolidated version: 01/09/2002

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1999/568/oj

31999D0568

1999/568/EG: Beschikking van de Commissie van 27 juli 1999 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor lampen (kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2439) - (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 216 van 14/08/1999 blz. 0018 - 0022


BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE

van 27 juli 1999

tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor lampen

(kennisgeving geschied onder nummer C(1999) 2439)

(Voor de EER relevante tekst)

(1999/568/EG)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 880/92 van de Raad van 23 maart 1992 inzake een communautair systeem voor de toekenning van milieukeuren(1), inzonderheid op artikel 5, lid 1, tweede alinea,

(1) Overwegende dat volgens artikel 5, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EEG) nr. 880/92 de voorwaarden voor de toekenning van de communautaire milieukeur per productengroep worden bepaald;

(2) Overwegende dat volgens artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 880/92 de gevolgen van een product voor het milieu worden beoordeeld aan de hand van specifieke milieucriteria per productengroep;

(3) Overwegende dat de Commissie bij Beschikking 95/533/EG(2), milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor lampen met enkele fitting heeft vastgesteld, welke overeenkomstig artikel 3 van die beschikking op 30 november 1998 hun geldigheid hebben verloren;

(4) Overwegende dat de Commissie bij Beschikking 96/337/EG(3), milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor lampen met twee fittingen heeft vastgesteld, welke overeenkomstig artikel 3 van die beschikking op 7 mei 1999 hun geldigheid hebben verloren;

(5) Overwegende dat het wenselijk wordt geacht één productengroep vast te stellen ter vervanging van de afzonderlijke productengroepen lampen met enkele fitting en lampen met twee fittingen;

(6) Overwegende dat het wenselijk is een nieuwe beschikking vast te stellen tot vaststelling van milieucriteria voor deze productengroep, teneinde het mogelijk te maken dat fabrikanten en importeurs van lampen kunnen deelnemen aan het communautaire systeem voor de toekenning van de milieukeur;

(7) Overwegende dat het wenselijk is de bij de Beschikkingen 95/533/EG en 96/337/EG vastgestelde criteria te herzien, zodat de energieclassificatie wordt uitgedrukt op een wijze die in overeenstemming is met Richtlijn 98/11/EG(4) van de Commissie, houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG(5) van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van lampen voor huishoudelijk gebruik betreft en om de eisen aan het energieverbruik, de gemiddelde levensduur en het kwikgehalte aan te passen aan technologische innovatie en marktontwikkelingen;

(8) Overwegende dat de Commissie overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 880/92 de voornaamste belangengroepen binnen een overlegorgaan heeft geraadpleegd;

(9) Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het bij artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 880/92 opgerichte comité,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De productengroep "lampen" (hierna "de productengroep" genoemd) omvat:

- "lampen met enkele fitting", waaronder wordt verstaan "alle lampen voor algemene verlichtingsdoeleinden met een enkele bajonet-, schroef-, of penfitting. De lampen moeten kunnen worden aangesloten op het openbare elektriciteitsnet en moeten voor het publiek verkrijgbaar zijn";

- "lampen met twee fittingen", waaronder wordt verstaan "alle lampen voor algemene verlichtingsdoeleinden met een fitting aan beide uiteinden. Hieronder vallen in hoofdzaak alle rechte fluorescentielampen. De lampen moeten op het openbare elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten".

Artikel 2

De gevolgen voor het milieu en de gebruiksgeschiktheid van de productengroep worden beoordeeld aan de hand van de specifieke milieucriteria in de bijlage.

Artikel 3

De omschrijving van en de criteria voor de productengroep gelden van 1 juli 1999 tot 1 juli 2002. Indien op 1 juli 2002 nog geen nieuwe beschikking tot vaststelling van de milieucriteria voor deze productengroep is vastgesteld, loopt de geldigheid af op de datum waarop de nieuwe beschikking wordt vastgesteld, doch uiterlijk op 1 juli 2003.

Artikel 4

Het voor administratieve doeleinden aan de productengroep toegekende codenummer is "008".

Artikel 5

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 27 juli 1999.

Voor de Commissie

Ritt BJERREGAARD

Lid van de Commissie

(1) PB L 99 van 11.4.1992, blz. 1.

(2) PB L 302 van 15.12.1995, blz. 42.

(3) PB L 128 van 29.5.1996, blz. 24.

(4) PB L 71 van 10.3.1998, blz. 1.

(5) PB L 297 van 13.10.1992, blz. 16.

BIJLAGE

A. ALGEMEEN

Om voor een milieukeur in aanmerking te komen moeten lampen voldoen aan de criteria van deze bijlage. In verband met de aanvraag moeten tests worden uitgevoerd als aangegeven in de criteria. In voorkomend geval kunnen andere testmethoden worden toegepast, mits deze door de bevoegde instantie die de aanvraag beoordeelt, als gelijkwaardig worden beschouwd.

De criteria zijn gericht op bevordering van:

- beperking van de schade aan of risico's voor het milieu in verband met het energieverbruik (mondiale opwarming, verzuring, uitputting van niet-duurzame hulpbronnen) door beperking van het energieverbruik;

- beperking van de schade aan of risico's voor het milieu in verband met het gebruik van kwik, door het kwikgehalte van een lamp te beperken en de gemiddelde levensduur ervan te verlengen;

- minimalisering van de schade aan het milieu als gevolg van afval door het gebruik van gerecycleerd materiaal voor verpakkingen te bevorderen en de gemiddelde levensduur ervan te verlengen.

De bevoegde instanties wordt aanbevolen bij de beoordeling van aanvragen en de controle op de overeenstemming met de criteria van deze bijlage rekening te houden met de implementatie van erkende regelingen voor milieubeheer, zoals EMAS of ISO 14001 (opmerking: de implementatie van dergelijke beheersregelingen is niet verplicht).

B. ESSENTIËLE CRITERIA

1. Energie-efficiëntie

Lampen met enkele fitting moeten wat de etikettering van het energieverbruik betreft behoren tot klasse A of klasse B als gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 98/11/EG van de Commissie van 27 januari 1998. Compacte fluorescentielampen met een magnetische ballast komen evenwel niet voor een milieukeur in aanmerking.

Lampen met twee fittingen moeten wat de etikettering van het energieverbruik betreft behoren tot klasse A als gedefinieerd in bijlage IV van Richtlijn 98/11/EG van de Commissie.

2. Gemiddelde levensduur en handhaving van de lichtstroom

Zowel lampen met enkele fitting als lampen met twee fittingen moeten een gemiddelde levensduur van meer dan 10000 uur bereiken.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. Kwik

Lampen met enkele fitting moeten een gemiddeld(1) kwikgehalte hebben van minder dan 6 mg.

Lampen met twee fittingen met een gemiddelde levensduur minder dan 20000 uur, maar meer dan 10000 uur moeten een gemiddeld kwikgehalte hebben van minder dan 7,5 mg.

Lampen met twee fittingen met een gemiddelde levensduur gelijk aan of groter dan 20000 uur moeten een gemiddeld kwikgehalte van minder dan 10 mg hebben.

Het kwikgehalte wordt gemeten volgens de in het aanhangsel van deze beschikking beschreven methode.

4. Verpakking

Laminaten en samengestelde kunststoffen mogen niet worden gebruikt.

Kartonnen verpakking van lampen met enkele fitting moet voor ten minste 65 gewichtsprocent uit gerecycleerd materiaal bestaan.

Kartonnen verpakking van lampen met twee fittingen moet voor ten minste 80 gewichtsprocent uit gerecycleerd materiaal bestaan.

Voor lampen met enkele fitting en lampen met twee fittingen is EN-norm 50285 van toepassing. Lampen worden afhankelijk van het lamptype getest volgens EN 60064, EN 60901, EN 60969, EN 60081 en CIE 84. Als de voorgeschreven test van de gemiddelde levensduur nog niet is voltooid, is de op de verpakking vermelde gemiddelde levensduur aanvaardbaar in afwachting van het testresultaat. Het testresultaat moet zodra dit beschikbaar is, en in ieder geval uiterlijk 18 maanden na de datum waarop de milieukeur is aangevraagd, aan de bevoegde instantie worden meegedeeld.

C. GEBRUIKSGESCHIKTHEIDSCRITERIA

5. Productinformatie

Bij het product moet de volgende informatie worden vermeld:

Voor lampen met enkele fitting:

i) Dimmers

Als lampen niet met dimmers kunnen worden gebruikt, moet dat op het etiket worden aangegeven.

ii) Vorm en afmetingen

Er moet worden aangegeven hoe de vorm en afmetingen van compacte fluorescentielampen zich verhouden tot die van traditionele gloeilampen.

iii) Verwijdering

Op de verpakking moet (met een pictogram of anderszins) de aandacht van de consument worden gevestigd op passende verwijderingsmethoden, met inbegrip van officiële voorschriften.

Voor lampen met twee fittingen:

i) "De milieuprestaties van de lamp worden verbeterd wanneer zij wordt gebruikt met hoogfrequente elektronische voorschakelapparatuur volgens EN 60929".

ii) Op de verpakking moet (met een pictogram of anderszins) de aandacht van de consument worden gevestigd op passende verwijderingsmethoden, met inbegrip van officiële voorschriften.

(1) De gemiddelde waarde betreft het gemiddelde kwikgehalte dat is bepaald in een test met 10 lampen, waarbij de lamp met de hoogste gemeten waarde en de lamp met de laagste gemeten waarde uit het monster worden verwijderd.

Aanhangsel

METHODE VOOR DE BEPALING VAN HET KWIKGEHALTE

De ontladingsbuis wordt eerst gescheiden van het kunststof- en elektronicagedeelte. De stroomdraden worden zo dicht mogelijk bij de glazen afdichting afgeknipt. De ontladingsbuis wordt in een zuurkast in stukken verdeeld. Die stukken worden samen met een porseleinen bal, met een diameter van 1 inch, en 25 ml zeer zuiver geconcentreerd salpeterzuur (70 %) in een voldoende grote en stevige met een schroefdop af te sluiten kunststoffles gebracht. De afgesloten fles wordt een aantal minuten geschud zodat het glas tot fijn gruis wordt verpulverd. Daarbij wordt het deksel regelmatig losgeschroefd zodat drukopbouw wordt vermeden. Men laat de inhoud van de fles vervolgens 30 minuten reageren, waarbij de fles regelmatig wordt geschud.

De inhoud van de fles wordt vervolgens gefilterd met behulp van een zuurbestendige papierfilter waarbij het vocht wordt opgevangen in een maatkolf van 100 ml. Daarna wordt kaliumdichromaat toegevoegd totdat een chroomgehalte van 1000 ppm wordt bereikt. Vervolgens wordt de kolf met zuiver water tot 100 ml aangevuld.

Er worden standaardoplossingen gemaakt met een kwikgehalte tot en met 200 ppm. De oplossingen worden geanalyseerd met behulp van vlamatoomabsorptie bij een golflengte van 253,7 nm met achtergrondcorrectie. Aan de hand van de bereikte resultaten en het volume van de oplossing kan het oorspronkelijke kwikgehalte van de lamp worden berekend.

De bevoegde instanties kunnen wanneer dit om technische redenen noodzakelijk is wijzigingen aan de beschreven testmethode aanbrengen, die op een consistente wijze moeten worden toegepast.

Top